Een landschap vol herinneringen aan de Grote Oorlog

advertisement
THEMATISCHE ACTIVITEIT
EERSTE WERELDOORLOG
VOORDRACHTEN - 2 NOVEMBER 2012
VOORBIJ SARAJEVO EN VERSAILLES
Precies honderd jaar geleden waren in Europa een aantal ontwikkelingen aan de gang die enkele jaren
later tot de Eerste Wereldoorlog zouden leiden en die daarmee vrijwel de gehele toenmalige
wereldbevolking meesleurden in een conflict van ongeziene omvang dat, mede door de industriële schaal
waarop voor het eerst oorlog werd gevoerd, uitmondde in het meest bloedige treffen uit de menselijke
geschiedenis.
Rond de eeuwwisseling onderging Europa op veel vlakken diepgaande veranderingen. Vooreerst
beïnvloedden nieuwe wetenschappelijke inzichten de maatschappij. De samenleving kon deze echter niet
altijd een plaats geven, zoals dit het geval was met de theorieën van Sigmund Freud. Diezelfde
wetenschappelijk vooruitgang zorgde ook voor een ongeziene industriële en economische vooruitgang,
met hand in hand schuchtere pogingen van de arbeidersklasse om zich te organiseren. Tot slot
ontwikkelde het begrip natie zich verder en namen democratische samenlevingen, met hun politieke
leiding en publieke opinie gaandeweg de plaats in van de traditionele monarchen. Dit natiegevoel zou de
drijvende kracht worden achter de vier jaren volgehouden oorlogsinspanning.
De vraag waarom deze oorlog er is gekomen, blijft ook vandaag moeilijk te beantwoorden. Was het een
samengaan van omstandigheden? Zoals de Franse wraakgevoelens door de nederlaag en het verlies van
Elzas-Lotharingen tijdens de Frans-Duitse oorlog in 1870? Of de ambitie van Duitsland om met zijn
economische en militaire kracht een rol op wereldvlak te spelen? Was daarbij de uitbouw van de Duitse
oorlogsvloot een doorn in het oog van Groot-Brittanië en speelde ook een eventuele blokkade van de
Duitse havens door de Britten in de oorlogskaart? Zat ook het toenemende militarisme en de niets
aflatende bewapeningswedloop er voor iets tussen? Of de neergang van het Ottomaanse Rijk, dat
gaandeweg zijn macht in de Balkan verloor en daar ruimte gaf aan de rivaliteit tussen Oosterijk-Hongarije
en het Russische Rijk? Of was misschien het alles om zich heen grijpend nationalisme de grootste oorzaak?
En wat dan met de vele akkoorden en geheime verdragen die omwille van de eigen veiligheid werden
gesloten?
In alle geval zette de Bosnische student Gavrilo Princip op 28 juni 1914 te Sarajevo met de aanslag op de
Oostenrijks-Hongaarse troonopvolger aartshertog Franz-Ferdinand een raderwerk in gang dat men niet
meer kon of wilde stoppen en dat 33 landen met bij benadering 80 % van de wereldbevolking in de oorlog
meesleurde. Slechts 12 landen bleven daarbij neutraal.
Sofoco - 2 november 2012 - Voordrachten Eerste Wereldoorlog
Blz 2
In augustus 1914 trokken de verschillende partijen enthousiast ten oorlog, in de overtuiging dat het tegen
Kerstmis wel allemaal zou voorbij zijn. Maar algauw faalden de militaire plannen die voorzagen in een
snelle bewegingsoorlog en liep het front vast aan de IJzer en de Marne. Beide zijden groeven zich in voor
een verschrikkelijke stellingenoorlog die vier jaren zou duren. Prikkeldraad, artillerie, mitrailleurs,
ongedierte, ziektes, natte en koude maar later ook gifgas, vliegtuigen, vlammenwerpers en tanks maakten
het front tot een hel. Einde 1914 al liep het westelijk front van Nieuwpoort ononderbroken tot aan de
Zwitserse grens, goed voor 40.000 km loopgraven. Naast het westelijk front werd ook slag geleverd in het
oosten aan Russisch front, aan het Turkse front in Gallipoli en de Dardanellen, in de Dolomieten aan de
Italiaanse grens, maar ook in het Midden-Oosten, in de Afrikaanse kolonies en op zee.
Offensieven en tegenoffensieven volgden elkaar op en eisten telkens honderdduizenden slachtoffers, maar
de beslissende slag kwam er niet. Tot in juli 1918 het tij keerde en de Duitsers na hun lenteoffensief tot
staan gebracht werden, waarna de geallieerden in september eindelijk een doorbraak forceerden in
Vlaanderen en Frankrijk. Na Hongarije en Oostenrijk was ook Duitsland oorlogsmoe, onlusten braken uit,
een parlement werd geïnstalleerd, de Kaiser werd tot troonsafstand gedwongen en de republiek werd
uitgeroepen. Uiteindelijk aanvaardde Duitsland op 11 november 1918 een wapenstilstand en zwegen de
wapens.
Van januari 1919 tot januari 1920 wilden de 29 overwinnaars tijdens de Vredesconferentie van Parijs het
conflict definitief beslechten. Onder de vredesakkoorden met de vijf verliezers was het Verdrag van
Versailles met Duitsland het belangrijkste. Duitsland kreeg de schuld aan de oorlog toegeschoven, de
Duitse macht werd geneutraliseerd en de kaart van Europa werd hertekend, zodat de
machtsverhoudingen veranderden. De wereld werd via mandaatgebieden verdeeld onder de grote
winnaars. Duitsland voelde zich echter militair niet verslagen en zag dit verdrag als een dictaat en een
vernedering. Een zekere Adolf Hitler speelde daar later handig op in.
Politiek, sociaal en economisch kwam Europa ontredderd uit de oorlog. De leidinggevende rol van de
Europese mogendheden in de wereld was voorgoed uitgespeeld ten voordele van de Verenigde Staten en
ze boetten in aan macht in hun kolonies. Het conflict had miljoenen slachtoffers gemaakt en de industrie
en infrastructuur was vernield, zodat voor de heropbouw aanzienlijke schulden werden aangegaan. De
mondigheid van de bevolking nam toe en in West-Europa en de Verenigde Staten werd de maatschappij
gedemocratiseerd. Maar in landen als Duitsland, Italië en Rusland ontstonden brede volksbewegingen die
streefden naar dictaturen om de economische en sociale ontreddering van de samenleving tegen te gaan.
Het zaad van niet alleen de Tweede Wereldoorlog maar ook van vele hedendaagse spanningen in de
wereld was gezaaid.
Sofoco - 2 november 2012 - Voordrachten Eerste Wereldoorlog
Blz 3
BRUGGE BEZET 1914 – 1918
Nadat Brugge sinds de jaren 1840 diepe armoede had gekend, kwam er vanaf circa 1895 een economische
heropbloei en verbeterden de levensomstandigheden. De “Gistfabriek” en de “Brugeoise” waren de twee
grote industriële werkgevers in Brugge, maar de meeste arbeiders werkten in de vele kleine zelfstandige
ondernemingen. Met de bouw van de Zeebrugse haven werd de toekomst weer hoopvol gezien. Op
maatschappelijk vlak lag de leiding bij de hoge burgerij, de adel en de geestelijkheid, maar daarnaast zette
de arbeidersklasse de eerste stappen naar georganiseerde vakverenigingen en verenigde de middenklasse
zich in specifieke belangenbewegingen. De economische en culturele verruiming en de ontluikende sociale
en politieke spanningen wezen erop dat Brugge weer een vooraanstaande plaats wilde innemen.
De moordaanslag op de Oostenrijkse troonopvolger Frans-Ferdinand op 28 juni 1914 in Sarajevo leidde
tot snel opeenvolgende oorlogsverklaringen. De houding van België was in het begin niet duidelijk en
Brugge volgde de gebeurtenissen op afstand. De algemene mobilisatie op 1 augustus 1914 verliep
gespannen, maar rustig en stipt. Toen Duitsland in de nacht van 3 op 4 augustus ons land binnenviel,
trokken de Brugse regimenten ten strijde en werd duidelijk dat de oorlog nabij was. Al snel richtten
burgers in de stad zich tegen al wat Duits was. Overal werden Belgische, Franse en Britse vlaggen gehesen
en de pers berichtte triomfantelijk over een zegetocht van het Belgische Leger. Vanaf 21 augustus nam de
onzekerheid en angst snel toe, want een niet aflatende stroom vluchtelingen hing vreselijke beelden op
van de gevechten rond Leuven en Dinant. In enkele dagen trokken bijna 6.000 Bruggelingen naar het
veilige Nederland. Vanaf september kwam de oorlog akelig dichtbij. Duitse verkenners te paard, de
Uhlanen, werden in de streek gesignaleerd en regelmatig overvlogen Duitse Zeppelins en
verkenningsvliegtuigen de stad. Einde september trok het uitgeput Belgisch Leger door de stad en de
Bruggelingen begrepen snel wat zou volgen.
De morgen van 14 oktober naderde een Duitse voorhoede langs Assebroek. Enkele achtergebleven
Belgische soldaten wilden deze aan de Gentpoort tot staan brengen en doodden een Duitse onderofficier.
De stad vreesde voor vergeldingsacties en burgemeester Visart de Bocarmé en een delegatie trokken met
een witte vlag de Duitsers tegemoet en tekenden de akte van overgave. De stad werd op een ordelijke
wijze bezet; het Allgemeines Oberkommando der 4 e Armee installeerde zich in het Hotel de Flandre in de
Noordzandstraat en de Duitse pinhelmen trokken de stad binnen. Ze eisten kazernes, openbare gebouwen
en scholen op, legden lijsten van te leveren voedsel en benzine voor en eisten de inhoud van de stadskas
op. Brugge werd een bezette stad.
Op 14 november 1914 werd naast het Belgische bestuur een Duitse bezettingsorganisatie afgekondigd.
Brugge werd de hoofdplaats van het bezette Noord West-Vlaanderen en werd door het Marinekorps
Flandern uitgebouwd tot een belangrijk militair bolwerk. Vanuit zijn hoofdkwartier in het Provinciaal Hof
op de Markt voerde Admiraal Von Schröder gedurende vier lange jaren een ijzeren bezettingspolitiek. In
de Brugse haven werd een duikbootbasis gebouwd die toeliet de Britse koopvaardij ongestoord te
bestoken en bij Koolkerke werd een militair vliegveld aangelegd. Dit alles drukte een diepe stempel op de
stad en haar bevolking.
Sofoco - 2 november 2012 - Voordrachten Eerste Wereldoorlog
Blz 4
Het leven onder de bezetter was zwaar en verstoorde het dagelijkse leven. Kazernes, huizen, scholen en
kloosters werden opgeëist; de avondklok werd ingesteld; het was verboden zich per wagen, koets of fiets
te verplaatsen en er was een speciale vergunning nodig om buiten de stad te gaan, zodat Brugge in een
isolement terecht kwam. Materialen en grondstoffen werden opgevorderd en voedsel werd tegen
belachelijk lage prijs opgekocht, zodat smokkel en sluikhandel de kop opstaken. Vanaf december 1914
werd gerantsoeneerd en speciale comités moesten instaan voor een goedkope en doeltreffende
voedselbedeling. Niettemin kende de stad in de winter van 1916-1917 hongersnood. Dit weerhield de
Bruggelingen er niet van om actief verzet te plegen en regelmatig geheime informatie te smokkelen via
Nederland. In Brugge werden daarvoor 13 burgers terechtgesteld.
Toen op 28 september 1918 het geallieerde Bevrijdingsoffensief van start ging, werd zeer snel door de
Duitse linies gestoten en dorp na dorp werd West-Vlaanderen opnieuw bevrijd. In Brugge trokken de
Duitse troepen zich op 19 oktober haastig maar ordentelijk terug. De haven werd onbruikbaar gemaakt,
bruggen en stadspoorten werden vernietigd. Op 19 oktober 1918 bevrijdden Belgische troepen de stad.
De zegeklok galmde over de stad en overal in de stad waren vreugdetaferelen te zien en op 21 en 25
oktober bezochten Koning Albert en Koningin Elisabeth de stad. Het zou echter nog tot juni 1919 duren
vooraleer het normale leven zich herstelde.
Sofoco - 2 november 2012 - Voordrachten Eerste Wereldoorlog
Blz 5
OP STAP IN EEN LANDSCHAP VOL
HERINNERINGEN AAN DE GROTE OORLOG
3 EN 23 NOVEMBER 2012
DE GROTE OORLOG IN DE WESTHOEK
Tijdens de Eerste Wereldoorlog liep het Westelijk front over meer dan 650 kilometer van de Vlaamse kust
tot aan de Zwitserse grens. Het meest noordelijke stuk daarvan lag in Vlaanderen en viel uiteen in twee
sectoren met elk een eigen karakter: het eerder rustige IIzerfront en het wel zeer bloedige Ieperfront.
Twee natuurlijke obstakels zorgden ervoor dat het front precies daar vastliep: de onderwaterzettingen
rond de IJzer in het noorden en de midden-West-Vlaamse heuvelkam in het zuiden. Aan het IJzerfront
zaten vooral Belgische troepen en aan het Ieperfront hoofdzakelijk troepen van het Britse Imperium.
Daartussen vatten op veel plaatsen ook Franse troepen post.
Het IJzerfront loopt van Nieuwpoort tot het zuiden van Merkem. Het landschap is er vlak en ligt bij
hoogtij voor een aanzienlijk deel onder het zeeniveau. Via tientallen vaarten, beken en grachten wordt het
overtollige water afgevoerd naar het sluizencomplex te Nieuwpoort, waar het bij laagtij in zee geloosd
wordt. Omgekeerd wordt in Nieuwpoort ook het niveau van de bevaarbare waterlopen geregeld. Eind
oktober 1914 konden de Belgen, vooral via de Noordvaart, een groot gedeelte van de poldervlakte tussen
de IJzer en de spoorwegberm Nieuwpoort-Diksmuide onder water zetten, waardoor de Duitse opmars
gestopt werd. Op die manier bleef het Duitse Marine-korps Flandern tot in oktober 1918 vastzitten achter
de IJzer en de Belgen achter de voornoemde spoorwegberm. Daartussen lag een immense watermassa
waarin beide partijen via passerelles een netwerk van vooruitgeschoven posten uitbouwden.
Het Ieperfront werd gedomineerd door de midden-West-Vlaamse
heuvelkam, een circa 25 km lange en maximaal 8 km brede strook
met wisselende hoogten en laagten, die in het zuiden aansluit op de
West-Vlaamse bergen. Eind november 1914 liep het front vast op
deze laatste natuurlijke verdedigingslijn op weg naar de NoordFranse kanaalhavens. De hierdoor gevormde frontlijn maakte een
omgekeerde S-vorm met respectievelijk Ieper en Wijtschate-Mesen
in het centrum. De hele oorlog heeft het front zich hier bewogen
over de breedte van de heuvelkam, dus maximaal 8 km. Enkele van
de meest bloedige offensieven uit de oorlog werden hier
ondernomen. In vier jaar vielen hier bijna 1 miljoen doden,
gewonden en vermisten, waarvan de helft in 1917.
Sofoco - 3 november 2012 - Op stap in een landschap vol herinneringen aan de Grote Oorlog
Blz 6
HET IEPERFRONT TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG
Tijdens de Eerste Wereldoorlog lag de stad Ieper in het
centrum van het Britse front en was aan drie zijden
ingesloten door Duitse troepen. De Britse verdedigers
noemden dit de Ypres Salient. De Duitsers slaagden er niet
in de stad te veroveren, ondanks een aantal groot
opgezette veldslagen die aan 500.000 soldaten het leven
kostten. De stad Ieper werd geheel verwoest.
De eerste slag bij Ieper - Toen de Duitsers Ieper
naderden, begon op 19 oktober 1914 een algemene
evacuatie van de burgerbevolking te eper. De volgende
dagen probeerden de Duitsers tevergeefs door te breken
bij Langemark. Van 29 tot 31 oktober concentreerden de Duitse aanvallen zich tussen Geluveld en Mesen,
waarna ze het opnieuw probeerden in de richting van Langemark. Op 11 november 1914 brachten de
Britten en de Fransen de Duitsers definitief tot staan bij de Nonnenbossen te Zonnebeke. De volgende dag
viel de eerste sneeuw over het front. De manschappen groeven zich in en bereidden zich voor op de
komende winter. Ze beschoten wel nog dagenlang Ieper, maar konden de stad niet veroveren op de
Britten. Het Duitse oppercommando besloot op 22 november 1914 het offensief te staken. De Eerste Slag
bij Ieper was gestreden.
De tweede slag bij Ieper – Op 22 april 1915 openden de Duitsers tussen Steenstrate en Langemark 9370
cilinders met in totaal 168.000 kg chloorgas. Dit gas werd door de wind naar de Belgische en de Franse
stellingen gedreven. Het verrassingseffect hiervan was zo groot dat een bres van 6 km werd geslagen in de
geallieerde linies. De Canadezen probeerden het gat
te dichten maar ook zij kwamen in de gaswolken
terecht en verloren meer dan 2.000 manschappen. De
eerste echte weerstand kwam van Canadese troepen
die nabij Sint-Juliaan in reserve lagen, maar plots in
de eerste lijn zaten. Maar ook de Duitsers waren
verrast, want ze hadden onvoldoende reserves ter
beschikking om te kunnen doorstoten naar Ieper. De
Canadezen konden de Duitse opmars enkele dagen
vertragen,
waarna
in
twee
fazen
werd
teruggetrokken. Uiteindelijk konden ze de Duitsers
tot staan brengen op de lijn Wieltje-Hooge-Hill 60,
waarna de laatste gasaanval van 24 mei 1915 geen
verdere Duitse terreinwinst meer opleverde. De verliezen waren groot: de Britten verloren 58.000
manschappen, de Fransen ongeveer 10.000 en meer dan 100.000 Duitse soldaten sneuvelden of raakten
gewond.
Sofoco - 3 november 2012 - Op stap in een landschap vol herinneringen aan de Grote Oorlog
Blz 7
De derde slag bij Ieper – Twee jaar impasse van
een stellingenoorlog zorgden voor oorlogsmoeheid
en ongeduld aan Britse zijde, zodat een doorbraak
werd geëist. De Britse opperbevelhebber Sir Douglas
Haig wilde een doorbraak forceren aan het
Ieperfront en daarna noordwaarts richting Oostende
en Zeebrugge trekken, om de havens met de
gevaarlijke Duitse onderzeebootbases te heroveren.
Voorafgaandelijk aan een groot geallieerd offensief
moest echter eerst de S-vormige boog van het
zuidelijker gelegen front rond Mesen-Wijtschate
rechtgetrokken
worden.
Daartoe
werden
de
vooruitgeschoven Duitse stellingen in de heuvels
ondergraven met 24 dieptemijnen. De Duitsers
kregen hier echter weet van en probeerden de
werken ondergronds te verstoren vanuit tunnels en
schachten tot 40 meter diep. Op 7 juni 1917
ontploften uiteindelijk 19 krachtige mijnladingen,
samen goed voor een half miljoen kilo springstof.
Het schokeffect bij de Duitsers was zo groot dat ze in enkele uren tijd de hele boog moesten opgeven. De
slag bij Mesen-Wijtschte geldt daarom als één der meest succesvolle Britse acties uit de hele oorlog. In juli
1917 begon Sir Douglas Haig dan aan de doorbraakpoging ten noorden van Ieper. In de tweede helft van
die maand liet hij maar liefst 4,2 miljoen projectielen afvuren naar de Duitse stellingen. Hierdoor werd de
hele streek, met inbegrip van de afwateringssystemen volledig vernield, zodat het slagveld door de regen
snel in een modderpoel veranderde. Op 31 juli begon het grondoffensief, maar de Duitse weerstand was
niet gebroken. Vanuit de hoger gelegen bunkerstellingen werd elke aanval door de Duitsers met
mitrailleurvuur in de kiem gesmoord. Midden september waren de Britse troepen zodanig uitgedund dat
ze vervangen werden door de ANZAC (Australian New Zealand Army Corps). Tot en met 4 oktober
boekten zij enkele successen, maar ook daarna liepen zij letterlijk dood tegen de Duitse bunkers en
mitrailleurs. Bovendien miste de Britse artillerie steeds meer precisie om de Duitse weerstandsnesten uit
te schakelen, waardoor enkel het terrein verder werd kapotgeschoten, zodat verder vooruitkomen niet
meer mogelijk was. Toen het ook nog
dagenlang begon te regen, verzopen mens,
dier en machine letterlijk in de modder.
Naar het einde van oktober werden ook nog
de Canadezen in de strijd gegooid. Van een
frontdoorbraak was dan al lang geen sprake
meer. Uiteindelijk konden op 10 november
1917 slechts de puinen van het dorpje
Passendale ingenomen worden. Met een half
miljoen doden, gewonden en vermisten
Sofoco - 3 november 2012 - Op stap in een landschap vol herinneringen aan de Grote Oorlog
Blz 8
werd “Passchendaele 1917” een begrip. Behalve het uitputten van het Duitse leger had deze slag vooral
negatieve effecten aan geallieerde zijde. De bij Passendale gevormde frontboog was eigenlijk
onverdedigbaar en de Canadezen die haar gedurende de winter hielden, leden daarbij verschrikkelijke
verliezen door Duits vuur. Door het verlies van bijna een half miljoen manschappen voor amper 8
kilometer terreinwinst, maar vooral door de onmenselijke omstandigheden waarin talloze mensenlevens
werden verspild, geldt deze slag als de meest zinloze aanval in de oorlog. De Britse politici waren door
walging vervuld over de slachting en weigerden versterkingen naar het front in Vlaanderen te sturen.
Daardoor was het Britse leger erg kwetsbaar bij het Duitse voorjaarsoffensief en ging in april 1918 alle
terreinwinst weer in korte tijd verloren in de Vierde Slag bij Ieper.
De vierde slag bij Ieper – In het voorjaar van 1918 wilden de Duitsers door een reeks offensieven aan het
westelijk front een beslissing afdwingen vóór de komst van de Amerikanen. Het Duitse Lenteoffensief ging
in Vlaanderen op 7 april 1918 van start. In het zuiden maakten de Duitsers hun grootste vooruitgang, met
als bloedig hoogtepunt de inname van de Kemmelberg op 25 april 1918. Franse troepen verhinderen
daarna een verdere doorbraak. Tijdens het offensief moest het in najaar 1917 veroverderde terrein rond
Passendale weer opgegeven worden, zodat het front weer voor Ieper kwam te liggen. Alleen in het
noorden konden de Duitsers geen vooruitgang boeken. Bij Merkem boden de Belgen, die nu voor het eerst
sinds 1914 echt opnieuw in de oorlog kwamen, succesvol weerstand. De Duitse offensieven bloedden
uiteindelijk door een tekort aan logistiek en munitie dood en vanaf augustus 1918 keerden de kansen
definitief en moesten de Duitsers zich in de Mesenboog ongeveer op de oude posities van 1917
terugtrekken.
Het Bevrijdingsoffensief - Na nog enkele offensieven aan de Marne in Frankrijk werd duidelijk dat de
Duitsers aan de verliezende hand waren, zodat in het daaropvolgende geallieerde eindoffensief steeds
meer Duitsers zich gewillig overgaven. Na vier jaar IJzer breidden de Belgen hun front in zuidelijke
richting uit tot aan Zonnebeke. Het Belgisch Leger vormde met het Britse 2e Leger en enkele Franse
Divisies de “Legergroep Vlaanderen” onder bevel van Koning Albert I. Het offensief opende op 28
september 1918 met zware gevechten op plaatsen waar ook in 1917 hevige strijd was gevoerd. Al op 28
september 1918 verlieten de Duitsers Langemark en werden ze door honderden kanonnen uit het bos van
Houthulst gejaagd, waar ze de voorbije vier jaar ingebunkerd zaten. De geallieerden wonnen in de
daaropvolgende maanden zeer snel terrein op de Duitsers en namen op 14 oktober Roeselare en op 19
oktober Brugge in. Op 11 november 1918 lag het front al ter hoogte van de Leie en het kanaal GentTerneuzen. Diezelfde dag om 11 uur in de ochtend volgde de Wapenstilstand. Aan alle offensieven kwam
een eind en enkele dagen later begonnen de Duitsers zich definitief terug te trekken uit de nog bezette
Franse en Belgische gebieden.
Sofoco - 3 november 2012 - Op stap in een landschap vol herinneringen aan de Grote Oorlog
Blz 9
ENKELE MARKANTE SITES
BRIGADEHOOFDKWARTIER LETTENBERG
Situering: Lokerstraat - 8956 Kemmel (Heuvelland)
De Lettenberg is een zijheuveltje van de Kemmelberg van 97m hoog. Al in 1641 maakte stafkaartenauteur
Sanderus melding van een windmolen voor het malen van graan op de Lettenberg. Tijdens de Eerste
Wereldoorlog was de Kemmelberg de Britse observatiepost bij uitstek. Vanop de heuveltop had men een
volledig overzicht op de frontlijn die liep van Mesen over Wijtschate naar Ieper. In de flanken van de
Kemmelberg zijn meerdere Britse ondergrondse hoofdkwartieren gegraven.
De bunkers in de Lettenberg zijn in het
voorjaar van 1917 door de Britse "175th
Tunneling Company"
toegang
tot
gebouwd. Ze geven
een
brigadehoofdkwartier
met
ondergronds
bijhorende
slaapplaatsen. De vier bunkers van 4,25m
breed, 5,45m diep en 2,45m hoog zijn sinds
april 2005 toegankelijk voor het publiek. De
achterliggende
commandopost
is
niet
toegankelijk, want die bestaat uit een houten
constructie die is ingestort. Alles op de site is zo
authentiek mogelijk gehouden en de helling van de Lettenberg is teruggebracht tot het loopvlak van 1917.
De vier nog zichtbare bunkers zijn gegoten in gewapend beton met grove keien en silex. Het dak rust op
golfplaten. Drie bunkers zijn helemaal bewaard en van de vierde, die herkenbaar is aan het rode kruis, is
alleen de voorgevel bewaard. Deze bunker werd wellicht door de Duitsers als verbandpost gebruikt bij de
Slag om de Kemmelberg in april '18. Het was een laatste poging om nog iets te forceren en zo in Duinkerke
te geraken. Ze zijn er echter niet in geslaagd, want de heuvels zijn een te sterke natuurlijke hindernis
gebleken".
FRANS MASSAGRAF KEMMELBERG
Situering: Kemmelbergweg - 8956 Kemmel (Heuvelland)
Op en rond de Kemmelberg leverden Franse en
Duitse soldaten vanaf april 1918 een verbeten
strijd. De ‘Slag om de Kemmelberg’ groeide uit tot
een totaal offensief tegen het geallieerde front
rond de heuvels. Op korte tijd veroverden de
Duitsers de Kemmelberg volledig. Dank zij
Amerikaanse hulp heroverden de geallieerden in
september de Kemmelberg op de Duitse bezetter.
De verbeten strijd kostte het leven aan om en bij
Sofoco - 3 november 2012 - Op stap in een landschap vol herinneringen aan de Grote Oorlog
Blz 10
de 200.000 soldaten, waarvan minstens 82.000 Fransen. De dorpen en het prachtige landschap tussen
Kemmel en Loker werden in 5 maanden oorlog totaal verwoest.
Na de Slag om de Kemmelberg bleef een groot aantal lijken op het slagveld achter. Niet-geïdentificeerde
Franse gesneuvelden kregen hun laatste rustplaats in een massagraf op de Kemmelberg. Dit graf bestaat
eigenlijk uit vier massagraven waar de stoffelijke resten van 5294 Franse officieren, onderofficieren en
soldaten rusten. Hiervan zijn er slechts 57 geïdentificeerd, waarvan de namen werden gegraveerd in een
obelisk uit witte natuursteen in het midden van deze begraafplaats. De lichamen werden na de oorlog van
het slagveld gehaald en samen in een massagraf begraven, eerst de bekende soldaten en later de
onbekende. Volgens getuigen werden er nog stoffelijke resten begraven tot het voorjaar van 1919. een
obelisk boven op de Kemmelberg beeldt Victoria uit. De figuur kijkt naar de obelisk op het massagraf.
POOL OF PEACE
Situering: Kruisstraat - 8953 Wijtschate (Heuvelland)
De Pool of Peace is nu een prachtig stukje
natuur. De site heeft echter een wrede
achtergrond. De krater is een litteken van
de Mijnenslag. Op 7 juni 1917 brachten de
Britse troepen 19 ondergrondse mijnen tot
ontploffing van Hill 60 tot Ploegsteert. De
ontploffingen zorgden voor enorme kraters
in het landschap. De grootste en meest
indrukwekkende krater is de 'Pool of
Peace', met een diepte van 12 meter en een
diameter van 129 meter.
Sofoco - 3 november 2012 - Op stap in een landschap vol herinneringen aan de Grote Oorlog
Blz 11
LONE TREE CEMETERY
Situering: Kruisstraat - 8953 Wijtschate (Heuvelland)
Een kleine Britse militaire begraafplaatsbegraafplaats waar 88 doden herdacht worden, waarvan 9 niet
meer geïdentificeerd konden worden, die gelegen is vlakbij de Lone Tree Crater, ook wel
Spanbroekmolenkrater of Pool of Peace
genoemd. Op 7 juni 1917 werd zwaar
gevochten in de Mijnenslag bij Wijtschate
en Mesen. Op 7 juni ontploften 19 mijnen,
waardoor grote kraters ontstonden. De
mijn
die
de
Spanbroekmolenkrater
veroorzaakte, zou enkele seconden later
dan gepland ontploft zijn. De mannen van
de Royal Irish Rifles (36ste Ulster Division),
die op het afgesproken tijdstip van 03u10
's morgens zo te vroeg de loopgraven
verlieten, werden door de eigen mijn
getroffen. Zestig van de achtentachtig doden behoorden tot deze eenheid.
MESSINES RIDGE BRITISH CEMETERY
Situering: Nieuwkerkestraat - 8957 Mesen
Tijdens de Eerste Wereldoorlog had de heuvelrug van Mesen (Messines Ridge) een strategische ligging,
niet enkel omwille van de hoogte, maar ook door het systeem van ondergronds versterkingen onder het
vroegere klooster "Institut Royale". De stad was dan ook het toneel van zware gevechten in de oorlog. Op
31 oktober - 1 november 1914 werd Mesen veroverd door de Duitsers. De Fransen kenden op 6 en 7
november geen succes toen ze Mesen wilden heroveren en het duurde tot 7 juni 1917 eer het stadje
tijdens de “Slag om Mesen” werd heroverd door de New Zealand Division. In april 1918 werd Mesen nog
even terug ingenomen door de Duitsers, tot het eind september 1918 terug naar de Britten ging.
De begraafplaats Messines Ridge British Cemetery werd na het einde van de oorlog aangelegd op de
gronden van het Institut Royale, toen men hier graven uit kleinere begraafplaatsen samenbracht., en
wordt onderhouden door de Commonwealth War Graves Commission. De begraafplaats telt meer dan
1500 gesneuvelden, op een oppervlakte van 6.183 m². Meer dan 900 gesneuvelden konden niet
geïdentificeerd worden. Op de terp van de Hospiesmolen, de windmolen van de boerderij, werd het Cross
of Sacrifice opgericht. Centraal op de begraafplaats staat de Stone of Remembrance.
Aan de ingang van de begraafplaats bevindt zich ook het Messines Ridge (N.Z.) Memorial ter
nagedachtenis van ruim 800 vermiste Nieuw-Zeelandse soldaten die in de omgeving omkwamen in
1917-1918. Dit is één van de zeven gedenktekens in België en Frankrijk voor Nieuw-Zeelandse soldaten
Sofoco - 3 november 2012 - Op stap in een landschap vol herinneringen aan de Grote Oorlog
Blz 12
die aan het westfront sneuvelden en die geen bekend graf hebben. Het monument werd net als de
begraafplaats ontworpen door Charles Holden.
IERS VREDESPARK - MESEN
Situering: Armentierssteenweg - 8957 Mesen
Even ten zuiden van Mesen ligt “The Island of Ireland Peace Park” of Ierse Vredespark. Het park, waarin
een replica van een Ierse ‘ronde toren’ centraal staat, werd op 11 november 1998 onthuld door de
president van Ierland Mary McAleese in het bijzijn van Koningin Elizabeth II van het Verenigd Koninkrijk
en Koning Albert II van België. Dit opmerkelijke
monument is toegewijd aan alle Ieren, van welke politieke
overtuiging of traditie dan ook, die in de Eerste
Wereldoorlog dienst deden en stierven, met name in de
drie divisies van het BEF (Britse Expeditieleger) die in
Ierland geworven werden: de 36ste (Ulster) Divisie, de
10de en de 16de Divisie.
Ronde torens zijn overal in Ierland te vinden, meestal in
de buurt van plaatsen waar vroege christelijke kloosters
gestaan hebben. Verder zijn er drie pilaren in het park waarop de aantallen gesneuvelde, gewonden en
vermiste soldaten vermeld staan: ‘10th ‘Irish division; 9363 killed, wounded, missing’; ‘16(h (Irish)
division; 28,398 killed, wounded, missing’; ‘36th (Ulster) division; 32,186 killed, wounded, missing’ Op
negen stenen gedenkplaten, langs het pad naar de toren, staan citaten van Ierse soldaten
Aan de basis van dit initiatief ligt ‘A Journey of Reconciliation Trust’, een vereniging die werd opgericht in
oktober 1998 en mensen zetelen afkomstig uit zowel de Republiek als uit Noord-Ierland en met zowel
katholieke/nationalistische als protestantse/unionistische
achtergronden. Met dit vredespark willen ze verwijzen naar
de Mijnenslag van 7-14 juni 1917, toen de 2 belangrijkste
Ierse eenheden, de katholieke ‘16th (Irish) Division’ en
protestantse ‘36th (Ulster) Division’ zij aan zij vochten in de
omgeving van Wijtschate.
Het monument werd ontworpen door de architecten John
O’Grady (Ierland) en Toon Breyne (Ieper). Er werd gezocht
naar een typisch Iers symbool, dat echter geen van beide
partijen tegen het hoofd kon stoten. De ‘Round Tower’ is
gebaseerd op de torens die vermoedelijk in de 10de eeuw
werden gebouwd door de Kelten als verdedigingswerk tegen
de Vikingen, toen was nog geen sprake van verdeeldheid op
het eiland. Vandaag zouden er nog een 65-tal in Ierland
bewaard gebleven zijn. De stenen waarmee de toren aan de
Sofoco - 3 november 2012 - Op stap in een landschap vol herinneringen aan de Grote Oorlog
Blz 13
buitenkant is opgetrokken, zijn afkomstig van het “St.Mary’s Hospital” te Mullingar dat werd afgebroken.
Dit hospitaal werd gebouwd tijdens de grote hongersnood die het eiland teisterde tussen 1846 en 1849,
waarbij minimum 1 miljoen Ieren door honger en ontbering omgekomen zouden zijn en nog eens een
miljoen Ieren zouden geëmigreerd hebben. De toren werd voor een groot deel opgetrokken met
medewerking van jongeren met zowel katholieke als protestantse achtergrond. De werkzaamheden
startten in mei 1998.
De onvolledige, cirkelvormige aarden wal aan de Z-kant van het park verwijst naar de prehistorische
cirkelvormige ringforten die her en der in Ierland worden aangetroffen. Centraal op een platform staat
een rechtopstaande lichtjes gebogen steen met op een bronzen plaat de tekst ‘Peace Pledge. Op de
achterkant van de steen staan de namen van de 32 “counties” of graafschappen van Ierland, aan elkaar
alfabetisch geschreven: van ‘ANTRIMARMAGH…’ tot ‘… WEXFORDWICKLOW’. Op 4 rechthoekige,
rechtopstaande zuilen zijn de 4 provincies van Ierland verticaal gegrift: ‘Munster’; ‘Leinster’; ‘Ulster’;
‘Connaught’.
Op 11 november om 11 uur zou de zon pal achter deze gedenksteen staan, waardoor de schaduw van de
gedenksteen valt op het pad naar de toren en op de as van de schaduw van de toren. Als deze as oneindig
zou verlengd worden, zou men arriveren in het geografische centrum van het Ierse Eiland.
Binnenin de toren zijn de ‘war memorial books’ van John French (1922) terug te vinden van ca. 49.000
Ierse mannen die stierven tijdens WOI. Op de vloer van de toren is het volledige Ierse eiland gegrift,
zonder enige scheidingsgrens.
HILL 60
Situering: Zwarteleenstraat - 8902 Zillebeke (Ieper)
Hill 60 is een kunstmatige heuvel nabij Zillebeke. In 1850 werd
het tracé voor een spoorlijn aangelegd en de uitgegraven aarde
werd naast de spoorlijn gedropt. De daardoor ontstane heuvel
steekt 60 meter boven de zeespiegel uit. Om deze heuvel werd
tijdens de Eerste Wereldoorlog fel gestreden. Aan de andere
kant van de spoorlijn bevindt zich de Caterpillar, een mijnkrater
ontstaan tijdens de Mijnenslag op 7 juni 1917 die is verworden
tot een vijver.
Op 10 december 1914 eindigde de Eerste Slag om Ieper. Toch
werden nog lokale gevechten geleverd om "betere posities",
waaronder deze heuvel, te veroveren. De Duitsers slaagden erin
de heuvel op de Fransen te veroveren waardoor zij een prima
uitkijkpost over het front richting Ieper kregen.
De Fransen werden in februari 1915 afgelost door de Britten en
de heuvel kreeg de codenaam "Hill 60". De Britten groeven 6
Sofoco - 3 november 2012 - Op stap in een landschap vol herinneringen aan de Grote Oorlog
Blz 14
mijngangen tot 24 à 30 meter diep onder de heuvel en brachten op 17 april daarvan 5 mijngangen vol
explosieven tot ontploffing. Tonnen aarde en klei vlogen in de lucht, wapens en manschappen werden er
onder bedolven en de Britten wisten de heuvel te veroveren.
In maart 1915 plaatsten de Duitsers honderden gascylinders nabij Hill 60 en na 50 dagen wachten op een
gunstige zuid-zuidoostenwind lieten ze op 1 mei 1915 chloorgas op de Britten los. Maar de aanval was
geen groot succes, want een deel van het gas kwam weer in de Duitse linies terecht en het bleef te dicht
boven de grond hangen, waardoor de Britten op Hill 60 er minder last van hadden dan de Duitsers. Op 5
mei 1915 lieten de Duitsers driemaal gas naar de Britten toedrijven en slaagden erin om de heuvel te
heroveren, waarbij de Britten volledig uit Zwarteleen werden verdreven. Op 7 mei 1915 probeerden de
Britten tevergeefs de heuvel te heroveren. De Duitsers hielden "Höhe 60" 13 maanden bezet.
De Britten hadden in augustus 1915 een strategisch plan. Ze wilden vóór
de eerste linies ondergrondse luisterposten installeren om eventuele
ondergrondse activiteiten van de Duitsers te lokaliseren. De Duitsers
deden de Britten na en groeven ook galerijen die ze volpropten met
mijnen. Vanachter de Duitse luisterposten, en dieper dan deze, groeven de
Britten de 500 meter lange “Berlin Tunnel” om zo die van de Duitsers af te
snijden. De Britten groeven tot 30 meter diep onder de Duitse posities
door om die zo op te blazen. Er ontwikkelde zich een ondergrondse strijd.
De Britten slaagden erin om dieper in de klei (blue bastard clay) door te
dringen mede omdat zij vanuit lager gelegen terrein konden beginnen
graven. De laatste 100 meter werd gesplitst: een gang onder Hill 60 op 27
meter diepte en een gang onder de spoorlijn tot The Caterpillar op 30 meter diepte een uitloper aan de
andere kant van de spoorlijn.
Op 7 juni 1917 begon de Slag om Mesen met de ontploffing
van 19 Britse mijnkamers in de zogenaamde Mesenboog. Een
explosie van 24 ton springstof onder Hill 60 en 32 ton onder
"The Caterpillar" liet de heuvel beven. Er wordt wel eens
gezegd dat de explosies tot in Londen te horen waren. Na de
explosies schoof het front 1.500 meter zuidwestwaarts.
Het Duitse Lenteoffensief begon op 9 april 1918, net over de
Franse grens. Op 11 april overschreden de Duitsers de
Belgisch-Franse grens. Hill 60 kwam weer in de frontlinie te liggen en de Britten werden teruggedreven
tot Shrapnel Corner waardoor Zillebekevijver ook in de frontlinie kwam. Na maanden van vechten lukte
het de Britten om de heuvel te heroveren en op 28 september 1918 wandelden de Geallieerden over de
heuvel richting Duitsland.
Hill 60 is na de Eerste Wereldoorlog in dezelfde staat gebleven. De heuvel zit vol met mijnkraters en is
natuurlijk een toeristische plek geworden. Zelfs de bunkers die half zijn weggezakt en vernietigd, zijn nog
te bekijken. Naast de site staat een herdenkingsmonument met een overzicht van de opeenvolgende
Sofoco - 3 november 2012 - Op stap in een landschap vol herinneringen aan de Grote Oorlog
Blz 15
troepenbewegingen en op de site een gedenksteen voor de Queen Victoria's Rifles die hier sneuvelden
tijdens beide Wereldoorlogen.
HELLFIRE CORNER
Situering: Meense weg - 8900 Ieper
De Meense weg was tijdens de Eerste Wereldoorlog een
belangrijke aanvoerweg voor troepen en bevoorrading naar de
geallieerde linies. De plaats waar nu de rotonde ligt werd Hellfire
Corner genoemd en werd beschouwd als “the most dangerous
corner on earth”. Vanuit de nabijgelegen Duitse stellingen op de
heuvels werd deze weg voortdurend geobserveerd en alles wat
bewoog werd onder vuur genomen. Daarom gebeurden de
troepenverplaatsingen meestal ‘s nachts en in de grootst
mogelijke stilte. Aan de zijde van de weg werden grote canvasdoeken opgehangen om deze bewegingen
te verbergen. Vandaag is Hellfire Corner een
drukke rotonde. Aan de kant van de weg is een
demarcatiepaal te zien, die aangeeft tot waar de
Duitsers destijds Ieper zijn genaderd. De
ongeveer één meter hoge demarcatiepalen zijn
gehouwen uit roze Elzasgraniet en werden
ontworpen in 1919. Elke paal draagt in drie
talen het opschrift “Hier werd de overweldiger
tot staan gebracht in 1918”.
BUTTES NEW BRITISH CEMETERY & POLYGON WOOD CEMETERY ZONNEBEKE
Situering: Lange Dreve - 8980 Zonnebeke
Deze begraafplaats ligt aan de Lange Dreve in Zonnebeke in het staatsbos Polygoonbos, met daar
tegenover het kleinere Polygon Wood Cemetery. Het Polygoonbos, ook wel "Doelbos" of "Het Doel"
genoemd, ligt een anderhalve km van Zonnebeke-dorp. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd het bos
compleet verwoest. De Duitsers werden eind oktober 1914 door de Britten uit het bos verdreven, maar op
3 mei 1915 tijdens de Tweede Slag om Ieper heroverden de Duitsers het bos weer. Eind september 1917
werden de Duitsers op hun beurt door de Australische troepen uit het bos verdreven. Tijdens het Duitse
Lente-offensief heroverden de Duitsers het bos maar zij werden voorgoed verdreven door de 9th Scottish
Division op 28 september 1918.
Sofoco - 3 november 2012 - Op stap in een landschap vol herinneringen aan de Grote Oorlog
Blz 16
De naam Buttes verwijst naar de schietheuvel van het vooroorlogse militaire oefenterrein. De
kogelvangheuvel diende voor de oorlog als 'doelheuvel' of 'butte' op het oefenterrein naast de renbaan
van de Ieperse militaire ruiterijschool en werd door de Belgische soldaten, die tot in 1914 gekazerneerd
waren in Ieper, gebruikt. De begraafplaats werd na de Eerste Wereldoorlog aangelegd door de
samenvoeging van talrijke begraafplaatsen van de slagvelden rond Zonnebeke. De begraafplaats ligt in het
Polygoonbos waar tijdens de Eerste Wereldoorlog enorm werd gevochten. Het grootste gedeelte van de
militairen die hier begraven werden stierven in 1917. Er rusten 2.103 militairen, waaronder 1675 niet
geïdentificeerden. Voor 23 Nieuw-Zeelandse militairen en 12 van het Verenigd Koninkrijk werden
"Special Memorials" geplaatst. Er werd een "NewZealand Memorial" opgericht in de vorm van een
Griekse zuilentempel. Hierop staan de namen van 383
vermiste Nieuw-Zeelandse soldaten die in deze
omgeving tussen september 1917 en mei 1918
sneuvelden. De begraafplaats bezit geen Cross of
Sacrifice. Ter vervanging van het offerkruis werd boven
op de kogelvangheuvel een obelisk ter ere van de 5th
Australian Division geplaatst. Het monument herinnert
aan de inzet van de 5th Australian Division en werd
ingehuldigd op 10 mei 1932. Deze begraafplaats heeft een oppervlakte van 15.145 m² en is door een
ruwstenen muur en naaldbomen omgeven.
TYNE COT GEMENEBEST BEGRAAFPLAATS - ZONNEBEKE
Situering: Tynecotstraat 22 - 8980 Passendale (Zonnebeke)
In de Commonwealth-landen worden oorlogsslachtoffers individueel herdacht, door ze een individueel
graf op naam of een graf als onbekende soldaat te geven, of door hun naam als vermiste soldaat te
vermelden op herdenkingsmonumenten. De doden van de Commonwealth worden ook niet gerepatrieerd,
maar worden altijd begraven op de plaats waar ze gestorven zijn. Daarvoor werd de Commonwealth
Wargrave Commission opgericht, die over de wereld 23.000 oorlogskerkhoven van het Gemenebest met
ongeveer 1,7 miljoen graven beheert en onderhoudt. In de Westhoek liggen de doden van de
Commonwealth-landen begraven op ongeveer 150 militaire begraafplaatsen. De circa 100.000 vermisten
Sofoco - 3 november 2012 - Op stap in een landschap vol herinneringen aan de Grote Oorlog
Blz 17
worden bij naam herdacht op bijzondere monumenten, zoals de Menenpoort en de kerkhofmonumenten
van Tyne Cot Cemetery en Ploegsteert.
'Tyne Cot(tage)' is de naam die door het Britse leger werd gegeven aan een schuurtje dat stond te midden
van een zestal Duitse “pillbox” bunkers. Het werd door de 3rd Australian Division veroverd op 4 oktober
1917. De middelste van deze pillboxes was
ongebruikelijk groot en werd na de verovering
ingericht als een Advanced Dressing Station. Van 6
oktober tot eind maart 1918 werden er 343
bijzettingen verricht langs weerszijden van de
bunker door de 50th (Northumbrian) en de 33rd
Divisions en door 2 Canadese eenheden. Van 13
april tot 28 september 1918 was het terrein weer in
vijandelijke handen, tot het door Belgische troepen
werd heroverd. Na de oorlog werd de begraafplaats
uitgebreid door de concentratie van geïsoleerde graven van de slagvelden rond Langemark en Passendale
en door de ontruiming en overbrenging van kleinere begraafplaatsen. Nu is het de grootste
Commonwealth begraafplaats ter wereld. Er worden
11.952 Commonwealth en 4 Duitse doden herdacht.
Meer dan 8.300 daarvan zijn niet-geïdentificeerden.
'Special memorials' "Known/Believed to be buried in
this cemetery" werden opgericht voor 38 militairen
uit het Verenigd Koninkrijk, 27 uit Canada, 15 uit
Australië en 1 uit Nieuw-Zeeland. Andere 'special
memorials' vermelden de namen van 16 militairen uit
het Verenigd Koninkrijk en 1 uit Nieuw-Zeeland die
op andere begraafplaatsen werden begraven maar
van wie de graven door artillerievuur vernield werden. De begraafplaats heeft een oppervlakte van
34.941 m² en is omgeven door een muur van silexkeien (flintstones).
Op verzoek van de Engelse koning werd het “Cross of
Sacrifice” bovenop de centrale pillbox opgericht. Het
kruis heeft een zwaard in het midden, daarom is het
niet echt een christelijk symbool, maar wel een
symbool voor “sacrifice” of opoffering. Twee andere
bunkers bevinden zich aan de voorzijde van de
begraafplaats, twee andere bevinden zich onder de
paviljoenen langs weerszijden van de vermistenmuur
achteraan. De oostelijke blokken zijn in een
halfcirkelvorm aangelegd met paden die naar het
Sofoco - 3 november 2012 - Op stap in een landschap vol herinneringen aan de Grote Oorlog
Blz 18
kruis leiden. De hoge silexmuur van 152 meter lang
sluit de oostkant van de begraafplaats af. Op deze
muur staan ook de namen van bijna 35.000 militairen
uit het Verenigd Koninkrijk en Nieuw-Zeeland die
sneuvelden in de Ypres Salient in 1917-1918 en die
vermist of niet geïdentificeerd zijn.
DUITSE OORLOGSBEGRAAFPLAATS – LANGEMARK
Situering: Klerkenstraat 84 - 8920 Langemark-Poelkapelle
Een in rode granietstenen opgetrokken gebouw en twee gietijzeren poorten
geven toegang tot deze door zijn soberheid indrukwekkende begraafplaats,
waar 44.234 gesneuvelden een laatste rustplaats vonden. Het Deutsche
Soldatenfriedhof wordt ook Studentenfriedhof genoemd omdat 3.000
studentenvrijwilligers, die het leven lieten bij de Slag om Langemark van 21
oktober 1914, er een laatste rustplaats vonden. Hun namen staan gebeiteld
in eikenhouten panelen, rechts bij de ingang. Onmiddellijk bij het betreden
van de begraafplaats bemerken we het Kamaradengrab, een massagraf met
stoffelijke resten van 24.834 soldaten. Het Soldatenfriedhof werd in twee
stukken onderverdeeld: het Alter Friedhof, waar onder de schaduw van
eikenbomen hele rijen grijze, rechthoekige graftegels worden afgewisseld met hier en daar een groepje
kruisjes. Ze dragen de namen van 10.143 gesneuvelden, waaronder 3.836 onbekenden. Het Alter Friedhof
wordt gedomineerd door een bronzen beeldengroep van vier rouwende soldaten. Rechts, naast de eiken
en bij de drie bunkers die eens een aftakking vormden van de
frontlinie tussen Langemark en Zonnebeke, strekt zich
Einbettungsfriedhof uit. Hier liggen 9.475 gesneuvelden. De
sobere opbouw, het geheel van sombere kleuren, de eentonige
rechtlijnigheid van de grasvelden, hagen, bomen en muren
geven aan dit oorlogskerkhof een uitgesproken triestnostalgische sfeer mee die slechts weinigen onberoerd zal
laten.
Sofoco - 3 november 2012 - Op stap in een landschap vol herinneringen aan de Grote Oorlog
Blz 19
NUTTIGE INFORMATIE
Bezoekerscentra en toeristische diensten op de frontlijn
Heuvelland: http://www.heuvelland.be/website/843-www/g2/6672-www/174-www.html
Mesen: http://www.mesen.be/website-default/98-www/182-www.html
Zonnebeke: http://www.zonnebeke.be/nl/gemeente/toerisme.php
Museum Passchedale 1917 Memorial
Museum: http://www.passchendaele.be/ned/homenl.html
Eetgelegenheden
Restaurant Hill 60 Zillebeke: http://www.hill-60.be/
Praat- en eetcafé Saint-Hubertus Wijtschate: http://www.sainthubertwijtschate.be/
Eetcafé De Reutel:
http://www.upfront-live.com/gg/index.php?option=com_content&view=article&id=439&Itemid=696
Verdere vragen
Jan De Vos
[email protected]
Tel: 050/35.74.21
Sofoco - 3 november 2012 - Op stap in een landschap vol herinneringen aan de Grote Oorlog
Blz 20
Download