3 november 2016 Hoe zit het nu ook weer met Open Access en (hoe) speelt het op de Haagse? Achtergrond Wat houdt Open Access ook al weer in? Open Access (OA) wil zeggen dat (wetenschappelijke) artikelen, boeken, leermiddelen, etc. evenals onderzoeksdata online voor iedereen vrij (gratis) toegankelijk zijn. Eigenlijk noemen we dit breder: “Open Science”, waarmee dan bijv. ook het vrij (en daarmee controleerbaar) beschikbaar komen van onderzoeksdata wordt bedoeld. Waarom Open Access? Omdat het in de meeste gevallen gaat om met publiek geld gefinancierd onderzoek, het onderzoek beter zichtbaar wordt, en omdat het de onderzoeks- en innovatiekracht kan vergroten. Immers: iedereen (particulieren, het bedrijfsleven, kennisinstellingen) kan het lezen en daar weer op voortbouwen. En vooral: hoe mooi is het niet als je op zoek bent naar artikelen/boeken op een bepaald vakgebied en je kunt gewoon het volledige artikel gratis lezen, ook als je niet aan een instelling of bedrijf gebonden bent! Voor De Haagse Hogeschool betekent het dat de resultaten van ons onderzoek door de beroepspraktijk gebruikt kunnen worden en niet achter een betaalmuur van een uitgever belanden. Waarom nog meer OA? Omdat het vanwege genoemde redenen ook de landelijke (vrij scherpe) opdracht is van staatssecretaris Dekker aan o.a. het Hoger Onderwijs, het sinds 2015 ook in de wet staat en het ook in de Europese Commissie sinds het Nederlands voorzitterschap hoog op de agenda staat en omdat “Open Science” een subsidievoorwaarde voor de EU is. Ook steeds meer NLsubsidieverstrekkers stellen OA als voorwaarde, zoals NWO. Voor geïnteresseerden in de OA-geschiedenis die al dateert van 2003 is er de volgende tijdlijn. In 2009 heeft de HBO-Raad (nu: de Vereniging Hogescholen) de internationale “Berlin Declaration on Open Access” ondertekend waarin het OA-uitgangspunt wordt geformuleerd. In 2013 heeft staatssecretaris Dekker verklaard dat in 2019 60% van de NLwetenschappelijke publicaties OA beschikbaar moet zijn en in 2024 zelfs 100%! In 2015 heeft de Tweede Kamer de nieuwe Auteurscontractenwet aangenomen waarmee o.a. de Open Access-verplichting voor (wetenschappelijke) artikelen wettelijk is vastgelegd (met een beperking tot een redelijke embargo-termijn). De EU heeft in haar programma “Horizon 2020” OA ook verplicht gesteld voor gesubsidieerd onderzoek). Ook andere buitenlandse- en NL-financiers (zoals NWO) stellen OA verplicht, zie hier en hier. Medio 2016 heeft Nederland tijdens haar voorzitterschap van de Europese Commissie alle EU-ministers achter het principe van Open Science (en de acties die van daaruit dienen te volgen) weten te krijgen, wat als een groot succes wordt beschouwd. Zie hier en hier. Zie ook dit handzame overzicht. 1 3 november 2016 Verschillende OA-routes Goud In de praktijk is OA-/Open Science nog vooral een universitaire aangelegenheid. Zo zijn er bijv. door de VSNU zgn. “Big Deals” gesloten met meerdere traditionele wetenschappelijke uitgeverijen. Het HBO was (nog?) geen partij bij deze overeenkomsten. In die Big Deals wordt het tijdschriftsabonnementsmodel ingeruild voor een model waarbij voor “corresponding” onderzoekers de zgn. APC’s (Article Processing Charges) zijn afgekocht om hun artikelen (in een deel!) van de tijdschriften van de uitgevers gratis OA gepubliceerd te krijgen. Na publicatie is het vervolgens voor iedereen gratis online toegankelijk. Dit wordt de gouden route genoemd, waar staatssecretaris Dekker voorstander van is. Het is echter nog niet zeker in hoeverre deze regelingen ook voor het HBO gaan gelden. Zie ook deze blog van Raymond Snijders van Windesheim. Voor een overzicht van bijna alle tijdschriften, incl. de OA-voorwaarden die wordt gehanteerd kun je terecht bij SherpaRomeo. Hybride Tot de onderhandelingen voor de gouden route volledig voltooid zijn, is een tussenvorm beschikbaar. Er zijn tijdschriften die een mengvorm hanteren (hybride route), die dus deels artikelen bevatten die alleen voor abonnementhouders beschikbaar zijn en deels artikelen die OA voor iedereen beschikbaar zijn. De volledige tekst van een specifieke publicatie wordt gratis beschikbaar gesteld voor alle geïnteresseerden, nadat de auteur de APC heeft betaald aan de uitgever. Om de kosten te dekken kunnen auteurs een beroep doen op hun eigen instelling of die kosten bijvoorbeeld soms opnemen in een subsidieaanvraag. Zie ook deze toelichting van de VSNU of van NWO. Hiernaast zijn er ook uitgevers die volledig Open Access publiceren, zoals PLOS, PeerJ, e-Life, en Biomed, een deel daarvan is peer-reviewed, net als de traditionele tijdschriften. Groen De groene route houdt in dat je je artikel publiceert in een tijdschrift waarvoor nog abonnementsmodel geldt, maar dat de uitgever toestaat dat je het ook op neemt in een (instellings-) repository en zo vrij beschikbaar stelt. Sommige uitgevers staan die opname vaak toe met inachtneming van een bepaald termijn (embargo) waarna het via die repository beschikbaar mag komen, en soms ook in een bepaalde (auteurs-) versie. De Haagse Hogeschoolbibliotheek faciliteert al sinds eind 2006 de groene OA-route via haar repository waarna de publicaties zichtbaar worden in de HBO Kennisbank en (deels) in NARCIS en Google Scholar. Paars Op de Haagse hebben we ook nog een paarse route benoemd. Die houdt bijv. in dat je een artikel of een andere publicatievorm bij de eigen HHs-drukker publiceert of dat alleen digitaal laat doen en dat de publicatie direct vrij beschikbaar komt via de repository. Denk hierbij ook aan publicaties voor officiële overheidsadvies-organen, waar lectoren aan meewerken, en die per definitie vrij toegankelijk op het internet beschikbaar zijn. 2 3 november 2016 Kanttekeningen bij OA Er kunnen ook (soms vermeende) nadelen aan OA kleven. In de regel komen de bezwaren neer op het gebrek aan kwaliteit van de OA-tijdschriften en het deels ontbreken van een citatiecultuur en een (hoge) impactfactor. Dat laatste heeft bij nieuwe OAtijdschriften tijd nodig, de kwaliteit van een OA-tijdschrift kan worden teruggevonden bij DOAJ en QOAM. Een tegenhanger van de traditionele wetenschappelijke “metrics” zijn overigens de zgn. “altmetrics”, met behulp waarvan ook iets over de (digitale) impact gezegd kan worden van o.a. OA-publicaties. Denk hierbij bv. aan het aantal downloads van een artikel, het aantal views en aan het aantal vermeldingen op social media als twitter, facebook of in tools als Mendeley. Hiermee komt ook deels de maatschappelijke impact van onderzoek in beeld. Voorbeeld 1 en voorbeeld 2 van alternatieve metrics. Overzicht OA-uitgevers Er is een zeer uitgebreide lijst van (traditionele en hybride) tijdschriften waar in kan worden nagegaan wat het OA-beleid is van die specifieke tijdschriften en uitgeverijen als het gaat over OA en evt. embargo-termijnen: de SherpaRomeo-lijst. In de DOAJ-lijst is een uitgebreid overzicht te zien van ca. 10.000 OA journals van goede kwaliteit, incl. de evt. gebruikslicenties (Creative Commons) en APC-tarieven. De QOAM-lijst is ook een overzicht van hoogwaardige OA- en hybride tijdschriften met daarbij hun kwaliteitsscore, de transparantie over OA en de APC-prijzen. Er zijn ook volledig OA-uitgevers zoals Copernicus, PLoS, Biomed, Frontiers, PeerJ en MDPI, waar de publicatiekosten vaak onder het gemiddelde van 1500 euro liggen, maar die qua vakgebied vermoedelijk niet altijd heel relevant zullen zijn. Sommige tijdschriften zijn wellicht ook opgenomen in de traditionele citation-reports van de databank Web of Science, waar de HHs-bibliotheek een abonnement op heeft. Wat zijn dan goedgekeurde OA-repositories? Dat zijn de “trusted repositories” die (deels) zijn terug te vinden op OpenDOAR. De repository van de HHs hoort daar trouwens ook bij! Publicaties van de HHs-repository zijn al sinds 2006 OA zichtbaar op verschillende platforms: de HBO-Kennisbank, (deels) NARCIS, Google Scholar en Simultaan Zoeken van de HHs-bibliotheek. Bovendien worden de materialen die zijn opgeslagen in de repository automatisch duurzaam opgeslagen in het e-Depot van de Koninklijke Bibliotheek. We zijn ook bezig met IT om een mooi HHs-platform op de website van de hogeschool op te tuigen voor HHs-publicaties (OA en nog niet OA), maar dat laat nog even op zich wachten. Over dubieuze uitgevers Er zijn ook uitgevers met een dubieuze reputatie die direct contact zoeken en APC’s vragen zonder hiervoor fatsoenlijke redactionele diensten en peer-review te organiseren, de zgn. predatory uitgevers, die alleen geld willen verdienen. Die uitgevers staan vermeld staan in de Beall’s list. Tip: een uitgever met een solide academische reputatie zal u nooit rechtstreeks vragen om bij hen te publiceren. 3 3 november 2016 Onderzoekdata? Het Open Science-model vereist vaak ook een veilige, duurzame opslag van data die bovendien vrij toegankelijk moeten zijn. Hiervoor gaat de Hogeschoolbibliotheek zich samen met andere partijen uit onze Dienst Onderwijs, Kennis en Communicatie oriënteren bij enkele universiteiten en Hogescholen (bijv. Figshare) en bij DANS. Meer weten? Er is op de HHs een conceptbeleidsstuk (eigenlijk een Werkdocument) “Publicatiebeleid voor Onderzoek op de HHs” wat zich voor een groot deel richt op Open Access (OA) en de infrastructuur voor kenniscirculatie op de Haagse. Er zijn regelmatig conferenties seminars of andere bijeenkomsten, universitair- en/of hogeschoolbreed, waar het thema Open Access aan bod komt. Zo was er op 27 september van SURF een seminar en is er ook van SURF op 22 november een meer praktische seminar. Van 28-30 september was in Krakau de DI4R-conferentie. Op zowel de SURF-seminar als de conferentie was ook de Haagse Hogeschool vertegenwoordigd. En in week 43 was er zoals elk jaar de internationale Open Access week. Contact Voor vragen rond Open Access kun je bij op dit moment bij de volgende personen terecht: OK&C Unit Hogeschoolbibliotheek Ruud Ligtvoet Repositorymanager en HBO Kennisbank coördinator HHs OV 0.85. t. 7885 [email protected] OK&C Unit Onderwijs en Onderzoek Saskia Rademaker Beleidsadviseur Onderzoek & Kenniskringlid Lectoraat Internationale Vrede, Recht en Veiligheid [email protected] ============================== 4