16 - Samenvattingen vwo

advertisement
De veranderingen in de eenentwintigste eeuw zie je terug in de kunsten. Sommigen willen
hun werk as een spel van citaten en verwijzingen zien, met als basis herkenbare beelden uit de
(massa)cultuur. Anderen maken werken die ingaan op politieke, historische en sociale
thema’s. Deimantas Narkevicius combineerde deze twee opvattingen in ‘Once in the XXth
Century’ Mensen zijn blij dat ze verlost zijn van het totalitaire regiem, maar missen ook de
saamhorigheid van een collectieve ideologie. Gilles Barbier laat met de installatie L’Hospice
op symbolische wijze zien hoe de VS er volgens hem voorstaat. Na 9/11 zijn Amerikanen
zich bewust geworden van hun kwetsbaarheid. De oorlog in Irak en Afghanistan geven een
extra deuk in het zelfvertrouwen. Echt pijnlijk werd het in iRaq van guerillakunstenaar
Copper Greene, die de oorlog combineert met Apple. Hij maakt op slimme wijze gebruik van
mediabeelden.
In deze periode komt ook het einde van het modernisme: Less is a bore! Charles Jencks vindt
bijvoorbeeld dat een gebouw versieringen nodig heeft, om karakter te hebben en dat het
herkenbaar is voor de toeschouwer. Rem Koolhaas, tegenwoordig ontwerper voor Prada (zelf
kiezen hoe je er uit ziet en welke boodschap je uitdraagt) en internationaal bekend architect en
stedenbouwkundige, zegt dat de versieringen op de wolkenkrabbers nodig zijn voor de
stadsbewoner als herkenningspunt en zich kan thuis voelen in de stad. De opvatting Less is a
bore is het postmodernisme, die zich kenmerkt door extra ornamenten waardoor het gebouw
een karakter krijgt. Ricardo Bofill maakt bijvoorbeeld een appartementencomplex in de vorm
van een Grieks theater.
Veel kunstenaars realiseren zich dat alles eigenlijk al gedaan is in de kunst. Ze zien dit niet als
eindpunt, maar als beginpunt. Het postmodernisme kun je opvatten als een soort spel, waarin
verschillende stijlen door elkaar worden gebruikt, in de vorm van citaten en kopieën. Alles
kan en mag door elkaar gebruikt worden. In de film Kill Bill I&II van Quentin Tarantino viert
hij zijn filmkennis bot met een orkaan van citaten uit pulpfilms, gegoten in één verhaal. Wat
de film bijzonder maakt is de verbeelding van het verhaal: per scène kiest Tarantino een
passende stijl. Zijn muziekkeuze is ook eclectisch (Denk aan Coldcut, Avalanches, Beck p.
241).
Fotografie leek bij uitstek het medium waarmee de werkelijkheid ‘neutraal’ kon worden
vastgelegd. Richard Prince toont aan dat foto’s niet de werkelijkheid tonen en door iedereen
bewerkt kunnen worden voor eigen gebruik.
Terug naar de muziek, de hiphop komt op in New York en dus ook het rappen. Hip hop ins
ontstaan in The Bronx bij ‘blockparties’. Een master of ceremony (mc) moedigt het publiek
aan te dansen. Een nieuwe dansstijl die ontstaat is de breakdance, kleding is hier belangrijk.
Public Enemy bijvoorbeeld laat horen hoe ver je kunt gaan met samples. Hun nummers zijn
eigenlijk geluidscollages, opgebouwd uit oude fragmenten van platen, die digitaal worden
bewerkt. Door de vele lagen ontstaat er een geluid, dat chaotisch, rauw en opzwepend is. De
La Soul doet het zelfde, maar klinkt vrolijker. Public Enemy zoekt het politieke strijdtoneel en
De La Soul spreekt meer het individu aan. Beiden werken ze tegen de ondergeschikte positie
van de zwarte bevolking. Een ontwikkeling bij de hiphop is het scratchen, waarbij de mc zich
ontwikkeld tot rapper, maar de vroege hiphopnummers zijn nog erg verwant aan disco. Door
computers en samplers krijgt hiphop allerlei subgenres, zoals gangstarap, R&B. Hiphop
groeit uit tot een internationale subcultuur.
Grafitti behoort tot de vier elementen van de hiphopcultuur met mc-ing, dj-ing, breakdancing.
Grafitti-artiest Keith Haring breekt internationaal door met zijn cartooneske figuren. Een
grafittiartiest die bewust illegaal en anoniem werkt is Bansky, hij maakt ironische,
politiekgetinte muurschilderingen die hij snel kan maken m.b.v. geprepareerde sjablonen.
Naast de hiphop komt ook de house op in de trendy zwarte homoscene van Chicago waar
disco en synthesizermuziek gemixt wordt met drumcomputers. Zo ontstaat er een nieuw
dansgenre, waarin de pompende basdrum de menigte opzweept. Vj’s projecteren allerlei
beelden en animaties op maat van de beat. House vertakt zich snel in subgenres waaronder de
minimalistische techno uit Detroit, voldoet house niet meer als koepelbegrip en spreken we
liever van elektronische dansmuziek: dance.
Kraftwerk blijkt een latere inspiratie voor de dance-dj’s. Er zijn verschillende pogingen
gedaan om het alternatieve rockpubliek aan te spreken. D.m.v. de combinatie dance-pop of
dance-rock. (zie blz. 246)
De dj wordt een graag geziene gast binnen theater- en dansvoorstellingen. Fuerza Bruta doet
denken aan een uit de hand gelopen houseparty. De fysieke ervaring van zowel spelers als
publiek staat centraal. Ze combineren moderne dans, acrobatiek, beeldende kunst en
performance. Gaby Kerpel mengt in Fuerza Bruta Argentijnse instrumenten met warme
elektronische beats tot een meeslepende soundtrack.
Guerrilla Girls is een Amerikaans collectief van vrouwen die kunst gebruiken als platform
voor maatschappijkritische thema´s, vaak met feministische lading. Via posters en
advertenties confronteren de anonieme Guerrilla Girls de kunstwereld met haar eigen
mechanismen, met de man als belangrijkste machtsfactor. De opkomst voor gelijke rechten
voor man en vrouw is zichtbaar in de kunstwereld. Nancy Burson bijvoorbeeld, ondermijnt in
een reeks werken het fenomeen van de ´klassiek´ vrouwelijke schoonheid. Zie bron 16.16.
Madonna staat symbool voor een nieuw soort onafhankelijke vrouw. Ze weet hoe ze moet
choqueren en toont aan dat vrouwen zelfbewust en sterk kunnen zijn met behoud van hun
seksuele identiteit. Pink houdt jonge meiden uit de 21ste eeuw een spiegel voor in Stupid Girls.
Wil je het perfecte uiterlijk voor jezelf of om mannen een plezier te doen?
De grens tussen reclame en kunst is behoorlijk vervaagd, Oliviero Toscani slaat een brug
tussen deze twee. Hij vindt dat de reclamewereld zich schuldig maakt aan leugenachtigheid en
verheerlijking van onnozelheid. Voor zijn commerciële opdrachten maakt hij foto’s met een
echte boodschap en maatschappelijk herkenbare onderwerpen. Damien Hirst maakt
bijvoorbeeld schokkende en heldere werken, waarin de dood vaak letterlijk aanwezig is. Het
is een kunstenaar die werkt als reclamemaker. Kunstenaars kijken naar de taal en technieken
van reclamemakers en massamedia en eigenen zich deze toe. Er is geen onderscheid meer
tussen high culture en low culture. Jenny Holzer vermomt haar werk als reclame, waardoor
ze hoopt dat de toeschouwer harder wordt geraakt.
Jeff Koons is een van de eerste kunstenaars die het onderscheid maakt tussen smaak en
wansmaak laat varen. Hij leidt hat banale binnen in de kunst. Ook in het werk van Martin Parr
staat banale smaak centraal. Parr: “Met mijn foto’s creëer ik graag fictie uit werkelijkheid. Ik
wil dat bereiken door uit te gaan van voor iedereen herkenbare oordelen en daar een draai
aan te geven.” Ogenschijnlijk onopvallende alledaagse taferelen worden uitvergroot to bizarre
en groteske gebeurtenissen.
In Japan proberen meiden uit de massa te komen door zich uit te dossen als hun favoriete
strip- of tekenfilmfiguur of als beroemdheid. Populaire stijlen voor de Harajukumeisjes zijn
de ‘Lolitastijl’, de ‘Elegant Gothic Aristocrat-stijl’ en de ‘Wa Momo-stijl’. Gwen Stefanie
speelt hier op in als een soort Vivienne Westwood. Ze brengt wereldwijd Harajukukleding en
parfum op de markt.
De opkomst van de massamedia en computertechnologie is herkenbaar in de kunst. Jan
Dibbets: TV as fireplace is een ironisch commentaar op dagelijkse overvloed van
televisiebeelden. Nam June Paik wil televisie ten volle benutten, daarom moet televisie uit
handen worden genomen van stations die zich om politieke en economische reden beperken
tot amusement en oppervlakkige informatie. Hij vervreemdt televisie, zoals popart strips en
reclame vervreemdde. Hij haalt de televisie van zijn normale plek en tast het beeld aan m.b.v.
videosynthesizers, die worden ingezet in een aantal grote video-installaties.
Aan het begin van de 21ste eeuw ontstaat het nieuwe genre van de realitysoap, namelijk
programma´s waarbij ‘normale mensen’ 24/7 worden gevolgd met de camera. The Truman
Show is een uitstekend voorbeeld hiervan.
Veel game- en computertechnologie dragen de virtual reality een warm art toe. De
alomtegenwoordige media heffen het verschil tussen ‘zijn’ en ‘schijn’ definitief op. De
avatars van Robbie Cooper zijn vormen van een geïdealiseerde weergave van al hun
verlangens en ambities die ze in het dagelijks leven niet kwijt kunnen.
Het gebruik van nieuwe technologieën heft de grenzen tussen muziek, spel, dans en decor
vaak op, waardoor er gesproken wordt van multimediatheater. Bijvoorbeeld in de opera
Afterlife van Michiel van der Aa waarin overledenen terugblikken op hun leven op m.b.v.
projectieschermen.
De inzet van computers wordt gebruikt bij het werk van Zaha Hadid, zonder deze waren haar
ontwerpen voor de bouwkunst niet te realiseren. Zuid-Irak, waar ze opgroeide is haar
inspiratie, waar zand, water, planten, dieren en mensen organisch samengaan.
De Duitse groep Rimini Protokoll experimenteert regelmatig met vormen van
ervaringstheater. Toeschouwers worden letterlijk meegenomen naar bepaalde plekken.
Theater als ene multimediale roadmovie.
Voor de openingsceremonie van de Olympische Spelen van Beijing is gekozen voor de
filmregisseur Zhang Yimou.
Door de toenemende verbondenheid van de wereld komen er ook vragen over andermans
cultuur. Bestaat er nog een oorspronkelijke cultuur? Slumdog Millionaire is de film die dit
debat opent. Bollywood is een van de grootste filmindustrieën ter wereld in Mumbai. Lagaan
van Ashutosh Gowariker voldoet aan het recept van elke BOllywoodfilm: een verliefde held
v.s. de slechterik, regelmatig onderbroken met muziek en dansnummers. De belangstelling
voor de Indiase cultuur was er al in de jaren 60, met name de spirituele kant van India. Ook
instrumentaal werd er ook gekeken naar India (Beatles met Indiase instrumenten). Talvin
Singh combineert oosterse elementen met westerse dance. Zangeres M.I.A. vormt samples
van Afrikaanse trommels, ingeblikte violen uit Bollywoodfilms, sitars en computerbeats tot
een opzwepend geheel.
De Iraanse Shirin Neshat brengt de veranderde positie van de islamitische vrouw in kaart. Het
werk wordt alleen in het westen voor een westers publiek getoond.
Het werk van Anish Kapoor is westers maar de inhoud is sterk bepaald door zijn oosterse
culturele en religieuze wortels.
De scheidingslijn tussen professional en amateur begint te vervagen. Voorbeeld: Jennifer
Ringley met haar 24/7 internetkanaal.
De vervaging vindt ook plaats bij wat ´echt´ en wat ´nep´ is. Zie Paola 246. (blz 260)
Download