De veranderingen in de eenentwintigste eeuw zie je terug in de kunsten. Sommigen willen hun werk as een spel van citaten en verwijzingen zien, met als basis herkenbare beelden uit de (massa)cultuur. Anderen maken werken die ingaan op politieke, historische en sociale thema’s. Deimantas Narkevicius combineerde deze twee opvattingen in ‘Once in the XXth Century’ Mensen zijn blij dat ze verlost zijn van het totalitaire regiem, maar missen ook de saamhorigheid van een collectieve ideologie. Gilles Barbier laat met de installatie L’Hospice op symbolische wijze zien hoe de VS er volgens hem voorstaat. Na 9/11 zijn Amerikanen zich bewust geworden van hun kwetsbaarheid. De oorlog in Irak en Afghanistan geven een extra deuk in het zelfvertrouwen. Echt pijnlijk werd het in iRaq van guerillakunstenaar Copper Greene, die de oorlog combineert met Apple. Hij maakt op slimme wijze gebruik van mediabeelden. In deze periode komt ook het einde van het modernisme: Less is a bore! Charles Jencks vindt bijvoorbeeld dat een gebouw versieringen nodig heeft, om karakter te hebben en dat het herkenbaar is voor de toeschouwer. Rem Koolhaas, tegenwoordig ontwerper voor Prada (zelf kiezen hoe je er uit ziet en welke boodschap je uitdraagt) en internationaal bekend architect en stedenbouwkundige, zegt dat de versieringen op de wolkenkrabbers nodig zijn voor de stadsbewoner als herkenningspunt en zich kan thuis voelen in de stad. De opvatting Less is a bore is het postmodernisme, die zich kenmerkt door extra ornamenten waardoor het gebouw een karakter krijgt. Ricardo Bofill maakt bijvoorbeeld een appartementencomplex in de vorm van een Grieks theater. Veel kunstenaars realiseren zich dat alles eigenlijk al gedaan is in de kunst. Ze zien dit niet als eindpunt, maar als beginpunt. Het postmodernisme kun je opvatten als een soort spel, waarin verschillende stijlen door elkaar worden gebruikt, in de vorm van citaten en kopieën. Alles kan en mag door elkaar gebruikt worden. In de film Kill Bill I&II van Quentin Tarantino viert hij zijn filmkennis bot met een orkaan van citaten uit pulpfilms, gegoten in één verhaal. Wat de film bijzonder maakt is de verbeelding van het verhaal: per scène kiest Tarantino een passende stijl. Zijn muziekkeuze is ook eclectisch (Denk aan Coldcut, Avalanches, Beck p. 241). Fotografie leek bij uitstek het medium waarmee de werkelijkheid ‘neutraal’ kon worden vastgelegd. Richard Prince toont aan dat foto’s niet de werkelijkheid tonen en door iedereen bewerkt kunnen worden voor eigen gebruik. Terug naar de muziek, de hiphop komt op in New York en dus ook het rappen. Hip hop ins ontstaan in The Bronx bij ‘blockparties’. Een master of ceremony (mc) moedigt het publiek aan te dansen. Een nieuwe dansstijl die ontstaat is de breakdance, kleding is hier belangrijk. Public Enemy bijvoorbeeld laat horen hoe ver je kunt gaan met samples. Hun nummers zijn eigenlijk geluidscollages, opgebouwd uit oude fragmenten van platen, die digitaal worden bewerkt. Door de vele lagen ontstaat er een geluid, dat chaotisch, rauw en opzwepend is. De La Soul doet het zelfde, maar klinkt vrolijker. Public Enemy zoekt het politieke strijdtoneel en De La Soul spreekt meer het individu aan. Beiden werken ze tegen de ondergeschikte positie van de zwarte bevolking. Een ontwikkeling bij de hiphop is het scratchen, waarbij de mc zich ontwikkeld tot rapper, maar de vroege hiphopnummers zijn nog erg verwant aan disco. Door computers en samplers krijgt hiphop allerlei subgenres, zoals gangstarap, R&B. Hiphop groeit uit tot een internationale subcultuur. Grafitti behoort tot de vier elementen van de hiphopcultuur met mc-ing, dj-ing, breakdancing. Grafitti-artiest Keith Haring breekt internationaal door met zijn cartooneske figuren. Een grafittiartiest die bewust illegaal en anoniem werkt is Bansky, hij maakt ironische, politiekgetinte muurschilderingen die hij snel kan maken m.b.v. geprepareerde sjablonen. Naast de hiphop komt ook de house op in de trendy zwarte homoscene van Chicago waar disco en synthesizermuziek gemixt wordt met drumcomputers. Zo ontstaat er een nieuw dansgenre, waarin de pompende basdrum de menigte opzweept. Vj’s projecteren allerlei beelden en animaties op maat van de beat. House vertakt zich snel in subgenres waaronder de minimalistische techno uit Detroit, voldoet house niet meer als koepelbegrip en spreken we liever van elektronische dansmuziek: dance. Kraftwerk blijkt een latere inspiratie voor de dance-dj’s. Er zijn verschillende pogingen gedaan om het alternatieve rockpubliek aan te spreken. D.m.v. de combinatie dance-pop of dance-rock. (zie blz. 246) De dj wordt een graag geziene gast binnen theater- en dansvoorstellingen. Fuerza Bruta doet denken aan een uit de hand gelopen houseparty. De fysieke ervaring van zowel spelers als publiek staat centraal. Ze combineren moderne dans, acrobatiek, beeldende kunst en performance. Gaby Kerpel mengt in Fuerza Bruta Argentijnse instrumenten met warme elektronische beats tot een meeslepende soundtrack. Guerrilla Girls is een Amerikaans collectief van vrouwen die kunst gebruiken als platform voor maatschappijkritische thema´s, vaak met feministische lading. Via posters en advertenties confronteren de anonieme Guerrilla Girls de kunstwereld met haar eigen mechanismen, met de man als belangrijkste machtsfactor. De opkomst voor gelijke rechten voor man en vrouw is zichtbaar in de kunstwereld. Nancy Burson bijvoorbeeld, ondermijnt in een reeks werken het fenomeen van de ´klassiek´ vrouwelijke schoonheid. Zie bron 16.16. Madonna staat symbool voor een nieuw soort onafhankelijke vrouw. Ze weet hoe ze moet choqueren en toont aan dat vrouwen zelfbewust en sterk kunnen zijn met behoud van hun seksuele identiteit. Pink houdt jonge meiden uit de 21ste eeuw een spiegel voor in Stupid Girls. Wil je het perfecte uiterlijk voor jezelf of om mannen een plezier te doen? De grens tussen reclame en kunst is behoorlijk vervaagd, Oliviero Toscani slaat een brug tussen deze twee. Hij vindt dat de reclamewereld zich schuldig maakt aan leugenachtigheid en verheerlijking van onnozelheid. Voor zijn commerciële opdrachten maakt hij foto’s met een echte boodschap en maatschappelijk herkenbare onderwerpen. Damien Hirst maakt bijvoorbeeld schokkende en heldere werken, waarin de dood vaak letterlijk aanwezig is. Het is een kunstenaar die werkt als reclamemaker. Kunstenaars kijken naar de taal en technieken van reclamemakers en massamedia en eigenen zich deze toe. Er is geen onderscheid meer tussen high culture en low culture. Jenny Holzer vermomt haar werk als reclame, waardoor ze hoopt dat de toeschouwer harder wordt geraakt. Jeff Koons is een van de eerste kunstenaars die het onderscheid maakt tussen smaak en wansmaak laat varen. Hij leidt hat banale binnen in de kunst. Ook in het werk van Martin Parr staat banale smaak centraal. Parr: “Met mijn foto’s creëer ik graag fictie uit werkelijkheid. Ik wil dat bereiken door uit te gaan van voor iedereen herkenbare oordelen en daar een draai aan te geven.” Ogenschijnlijk onopvallende alledaagse taferelen worden uitvergroot to bizarre en groteske gebeurtenissen. In Japan proberen meiden uit de massa te komen door zich uit te dossen als hun favoriete strip- of tekenfilmfiguur of als beroemdheid. Populaire stijlen voor de Harajukumeisjes zijn de ‘Lolitastijl’, de ‘Elegant Gothic Aristocrat-stijl’ en de ‘Wa Momo-stijl’. Gwen Stefanie speelt hier op in als een soort Vivienne Westwood. Ze brengt wereldwijd Harajukukleding en parfum op de markt. De opkomst van de massamedia en computertechnologie is herkenbaar in de kunst. Jan Dibbets: TV as fireplace is een ironisch commentaar op dagelijkse overvloed van televisiebeelden. Nam June Paik wil televisie ten volle benutten, daarom moet televisie uit handen worden genomen van stations die zich om politieke en economische reden beperken tot amusement en oppervlakkige informatie. Hij vervreemdt televisie, zoals popart strips en reclame vervreemdde. Hij haalt de televisie van zijn normale plek en tast het beeld aan m.b.v. videosynthesizers, die worden ingezet in een aantal grote video-installaties. Aan het begin van de 21ste eeuw ontstaat het nieuwe genre van de realitysoap, namelijk programma´s waarbij ‘normale mensen’ 24/7 worden gevolgd met de camera. The Truman Show is een uitstekend voorbeeld hiervan. Veel game- en computertechnologie dragen de virtual reality een warm art toe. De alomtegenwoordige media heffen het verschil tussen ‘zijn’ en ‘schijn’ definitief op. De avatars van Robbie Cooper zijn vormen van een geïdealiseerde weergave van al hun verlangens en ambities die ze in het dagelijks leven niet kwijt kunnen. Het gebruik van nieuwe technologieën heft de grenzen tussen muziek, spel, dans en decor vaak op, waardoor er gesproken wordt van multimediatheater. Bijvoorbeeld in de opera Afterlife van Michiel van der Aa waarin overledenen terugblikken op hun leven op m.b.v. projectieschermen. De inzet van computers wordt gebruikt bij het werk van Zaha Hadid, zonder deze waren haar ontwerpen voor de bouwkunst niet te realiseren. Zuid-Irak, waar ze opgroeide is haar inspiratie, waar zand, water, planten, dieren en mensen organisch samengaan. De Duitse groep Rimini Protokoll experimenteert regelmatig met vormen van ervaringstheater. Toeschouwers worden letterlijk meegenomen naar bepaalde plekken. Theater als ene multimediale roadmovie. Voor de openingsceremonie van de Olympische Spelen van Beijing is gekozen voor de filmregisseur Zhang Yimou. Door de toenemende verbondenheid van de wereld komen er ook vragen over andermans cultuur. Bestaat er nog een oorspronkelijke cultuur? Slumdog Millionaire is de film die dit debat opent. Bollywood is een van de grootste filmindustrieën ter wereld in Mumbai. Lagaan van Ashutosh Gowariker voldoet aan het recept van elke BOllywoodfilm: een verliefde held v.s. de slechterik, regelmatig onderbroken met muziek en dansnummers. De belangstelling voor de Indiase cultuur was er al in de jaren 60, met name de spirituele kant van India. Ook instrumentaal werd er ook gekeken naar India (Beatles met Indiase instrumenten). Talvin Singh combineert oosterse elementen met westerse dance. Zangeres M.I.A. vormt samples van Afrikaanse trommels, ingeblikte violen uit Bollywoodfilms, sitars en computerbeats tot een opzwepend geheel. De Iraanse Shirin Neshat brengt de veranderde positie van de islamitische vrouw in kaart. Het werk wordt alleen in het westen voor een westers publiek getoond. Het werk van Anish Kapoor is westers maar de inhoud is sterk bepaald door zijn oosterse culturele en religieuze wortels. De scheidingslijn tussen professional en amateur begint te vervagen. Voorbeeld: Jennifer Ringley met haar 24/7 internetkanaal. De vervaging vindt ook plaats bij wat ´echt´ en wat ´nep´ is. Zie Paola 246. (blz 260)