KERNVERS: Want de Zoon des mensen is niet gekomen om zich te laten dienen, maar om te dienen en om Zijn leven te geven als losprijs voor velen. (10:45) - - - - - - - Het gevraagde onderwerp is geen onderwerp voor een lezing. Zo persoonlijk en ingrijpend Marcus is oudste evangelie, gericht aan de Romeinen. (Matth.aan Joden, Lukas aan Grieken, Johannes aan de hele wereld) Papias, 1e helft 2e eeuw, zegt: Marcus, tolk van Paulus,(volgens de traditie ook van Petrus, in Rome!) heeft zoveel hij onthield nauwkeurig, maar niet in ordening, opgeschreven, al wat door Christus of gezegd of gedaan was. Lukas begint zijn evangelie met te vermelden dat velen vóór hem al getracht hebben e.e.a op schrift te zetten wat door ooggetuigen was overgeleverd. Zo heeft ook Marcus waarschijnlijk gebruik gemaakt van hetgeen er al verzameld was. Marcus is dezelfde als Johannes Marcus, neef van Barnabas (Kol.4:10). Hij begeleidde Paulus op zijn eerste zendingsreis, heeft (waarschijnlijk) in Jeruzalem gewoond en de apostelen kwamen samen in het huis van zijn moeder Maria.(Hand.12:12). In Hand.13:13 lezen we dat Marcus weer teruggaat naar zijn moeder in Jeruzalem. Paulus wil hem op de 2e reis dan ook niet meet meenemen. Verschillen in de 4 Evangeliën. Koning, knecht, mens en Zoon/Lam van God. Marcus toont de Heer als Knecht: o Geen afstamming en geboorte o Minder uit- en toespraken dan in Matth. o Juist meer aandacht voor werk/daden. o Belangrijk onderwijs voor hen die Zijn diensknecht willen worden. Marcus lijkt bijzonder onder de indruk van ‘de kracht Gods tot redding’(Rom.1:16). o Opstandingskracht-6:14 o Kracht van de HG–1:8; zie 5:30;6:2,5,14;9:1,39etc. o De Joden kenden de kracht Gods niet: Voor wie gelooft is alles mogelijk (9:23), de Vader kan alles(14:36) en geeft alle op gebed(11:24). ‘Terstond’ 41x – de laatste keer: 15:1 En terstond, des morgens vroeg, stelden de overpriesters met de oudsten en schriftgeleerden, de gehele Raad, een besluit vast, en zij boeiden Jezus en zij leidden Hem weg en leverden Hem over aan Pilatus. Nu geen ‘terstond’ meer; de knecht is eindelijk aangekomen waarvoor Hij naar deze wereld was gekomen. ‘Hier ben Ik om Uw wil te doen’. Zoals je later ook van Paulus leest: Ik jaag er naar of ik het grijpen mocht; vergetende hetgeen achter mij ligt en mij uitstrekkende naar hetgeen vóór mij ligt, jaag ik naar het doel . . . En nu het zo ver is, is daar de beheerste rust: hiervoor is Hij gekomen; dit is het werk dat Hij volbrengen moet; de weg die Hij gaan moet. Hij wordt ‘geboeid’, DE ZOON VAN GOD, als een misdadiger, zoals Hij ook gezegd heeft in Lukas; een aanhaling uit Jes.53. ‘Wat heeft Hij dan voor kwaad gedaan?’ Hij is De Koning der Joden - Markus vermeldt geen andere beschuldigen die tegen de Heer zijn ingebracht. LUKAS schrijft ‘dat Hij het volk oproerig maakt met Zijn leren door geheel Juda’. Beweegreden: vers10 - NIJD(=afgunst, jaloersheid) Rom.1:29 verbindt NIJD en MOORD direct aan elkaar, zoals hier: vers7/10. In 1Petr.2:1, waar hetzelfde woord vertaald is met ‘afgunst’. staat het tussen huichelarij en kwaadsprekerij! Mogelijk is het verhoor door Herodus (Luk.23) geweest tussen vers 8 en 11 en de boodschap van Pilatus’ vrouw (Matth.27) idem. Dan hebben de overpriesters de gelegenheid te baat genomen om het volk op te zetten en te kiezen voor ‘DE MOORDENAAR’(zie Joh.8:44 - Gij hebt de duivel tot vader en wilt de begeerten van uw vader doen. Die was een mensenmoordenaar van den beginne en staat niet in de waarheid, want er is in hem geen waarheid.) DE COMPLETE TEGENSTELLING! Er is een handschrift waarin staat dat de naam van de moordenaar was: Jezus Barabbas d.i. Jezus de zoon van Abba=Vader en Jezus de Zoon van God!!! Jezus neemt dus de plaats in van Barabbas – PLAATSVERVANGING. (en ‘plaatsvervanging’ heeft altijd met ‘OFFER” te maken!!) Lijden: -14:65 – spugen, bedekken zijn gelaat en slaan met vuisten -15:15,17 – geseling, doornenkroon, rietslagen op hoofd 21.Zij ‘presten’ Simon van Cyrene . . . Heel frappant is dan Lev.16:21 – waar het offer van de zondebok wordt beschreven op Grote Verzoendag. . . en Aäron zal zijn beide handen op de kop van de levende bok leggen en over hem al de ongerechtigheden der Israëlieten en al hun overtredingen in al hun zonden, belijden; hij zal die op de kop van de bok leggen en die door iemand(Simon van Cyrene!), die daarvoor gereed staat, naar de woestijn laten brengen. Cyrene ligt in N-Afrika. Was Simon donkerder gekleurd? Pakten ze hem daarom? 22.Golgotha – plaats van de grafkerk nu. Dus lopend van de Burcht Antonia, via de Via Dolorosa(=weg der smarten) naar de Grafkerk. 23.Wijn met mirre. Wijn wilde de Heer niet meer(Luk.22:18). Mirre verdooft. 25.Het 3e uur=9uur ‘smorgens (Tijd van het Morgenoffer!) 26. Beschuldiging!! vgl 14:55- ‘en ze vonden er geen!’ (Matth.ook ‘Beschuldiging’; Luk en Joh. ‘Opschrift’) Vandaar de Heer als Schuldoffer 27.Niet ’de deugd in het midden’, maar de ergste misdadiger. 28.Niet in het oudste handschriften. (Jes.53:12) 29.Je hoort dezelfde woorden en verzoekingen als van Satan in de woestijn!. Maar Hij bleef de ‘Gehoorzame Knecht’. Zoals door de ongehoorzaamheid van één mens alle mensen zondaars werden, zo zullen door de gehoorzaam-heid van één mens alle mensen rechtvaardigen worden.(Rom.5:19) 30. De wereldlijke machten – Herodes en Pilatus – hadden elkaar gevonden, zo ook de geestelijke/religieuze machten – Overpriesters en de schriftgeleerden. Normaal stonden ze tegenover elkaar!(Luk.23:12) Maar onbewust, in hun domheid en blindheid, verkondigen ze Zijn heerlijkheid en volmaaktheid; alleen: De Tempel kon niet worden opgericht als hij niet eerste werd afgebroken! En Hij verloste anderen, en niet zichzelf!! IS HIJ NIET DE VOLMAAKTE?! 31.‘Red Uzelf’ wordt nu: Zichzelf kan Hij niet redden. (hoon!) 32.De Joden willen altijd een teken en wat voor tekenen hebben ze gezien! (vgl.Luk.16:31-zelfs als iemand uit de doden opstaat zullen ze niet geloven!) 33. Tegen 12 uur. Geen zonsverduistering – Pesach=volle maan! Vgl eerder Ex.10;21- 9e plaag(duisternis), Amos8:9. 33. wat tijdens deze uren gebeurd is laat zich alleen raden . . . 34. Het NEGENDE uur! De tijd van het Avondoffer!!!(Alleen in Matth en Marc.!!) 36. ‘of Elia komt’ – zie profetie van Mal.4:5;8:28;9:4etc. 38.Voorhangsel scheurde! 40.Maria van Magdala kennen we; de andere Maria niet. Salomé was een tante van de Heer(zuster van Zijn moeder.Joh.19:25). 41.DIENEN – Engelen en vrouwen!!!(Marc.1:13 en hier!) 43.Jozef van A. Die het Koninkrijk verwachtte; net als Anna & Simeon! Nicodemus was er ook bij(Joh.19:39) Hier in Marcus (net als in Mattheus) wordt Zijn offer voorgesteld als het Zond~ en Schuldoffer. In Lukas Spijs~ en Dankoffer; Johannes het Brand/Vredeoffer In wezen is elk offer een afbeelding van ‘Het offer’, Zijn Offer. Het gaat nog verder – Lev.17 beschrijft het volgende: “De HEER heeft het volgende bepaald: 3 ‘Wanneer een Israëliet een rund, een schaap of een geit slacht, hetzij binnen hetzij buiten het kamp, 4 zonder het dier naar de ingang van de ontmoetingstent te brengen om het bij de tabernakel van de HEER als offergave aan de HEER aan te bieden, wordt hem dat als doodslag aangerekend. Hij heeft bloed vergoten en zal uit de gemeenschap gestoten worden.’ 5 De Israëlieten moeten dus de offerdieren die ze nu nog in het open veld slachten, aan de HEER aanbieden en ze naar de priester brengen, bij de ingang van de ontmoetingstent, om ze te slachten als vredeoffer voor de HEER. 6 De priester moet immers het bloed tegen het altaar van de HEER gieten, dat bij de ingang van de ontmoetingstent staat, en het vet verbranden als een geurige gave die de HEER behaagt. Kort gezegd: als je vlees wilde eten, met je familie, gezin, de buren, vrienden dan moest je met je dier naar de priester en het vet aan de Heer aanbieden. De Heer wilde Zijn deel daarvan hebben. Wanneer wij feest vieren, wil de Heer daarbij betrokken zijn. Ook als Gemeente kunnen wij geen feest vieren zonder de betrokkenheid van de Heer. Bovendien wil Hij dat dat feest/die onderlinge gemeenschap, het karakter heeft van een offermaaltijd m.a.w. dat ze gegrond is op het volbrachte werk van Christus. Ten tweede: wáár moest de Israeliet zijn offer heen brengen? Naar de ingang van de tent, daar waar het brandofferaltaar stond; de plek waar God gemeenschap met zijn volk wilde hebben; waar Hij Zijn volk wilde ontmoeten. Zo’n plek hebben wij ook! Dat is de plek waar de Heer volgens Zijn belofte in het midden wil zijn!(Mattt.18:20) Ten derde: Het bloed van het offer werd op het altaar gesprengd en het vet van het vredeoffer werd door de offeraar aan de Heer aangeboden als een vuuroffer; het is: ‘als een spijs ten vuuroffer voor de Here.’ Maaltijd en Gemeenschap horen bij elkaar – laten we dus nooit vergeten dat dat niet kan zonder God! Onze gemeenschap met elkaar, elke ontmoeting tussen Christenen, daar wil God bij zijn. Nog verder: elke ontmoeting tussen Christenen is gegrond/gebaseerd op het werk van de Here Jezus. Dat legt meteen ook een claim op de wijze waarop we met elkaar omgaan!! Het is opmerkelijk dat van het Brandoffer niets in het heiligdom werd gebracht; van sommige zondoffers nl. die op Grote Verzoendag, wel. Lees maar Lev.16. Daarvan werd het bloed op en vóór het Verzoendeksel gesprenkeld. Dat betekent dat het offer van Christus, als het ware zondoffer, onze zonden uitdelgt en wij nu volle vrijmoedigheid hebben om in te gaan in het Heiligdom, langs de nieuwe en levende weg.(Hebr.10) Het Zond- en Schuldoffer is nl ook Zoenoffer; ter verzoening van onze zonden. En laten we nooit vergeten dat de vergeving van onze zonden de basis is van al onze zegeningen. Lees maar Efeze 1 en Kolosse 1, de zegeningen in de hemelse gewesten en het Koninkrijk van de Zoon van Gods liefde – de vergeving van onze zonden in Christus! Daarom is het denk ik, ook goed dat in onze Eredienst beide aspecten naar voren komen: de waarde van het Brandoffer, maar ook de waarde van het Zond- en schuldoffer. Ze tekenen 2 zijden van onze verzoening, die allebei van grote betekenis zijn. Fil.2 – Christus Jezus, die in de gestalte van God zijnde het geen roof geacht heeft God gelijk te zijn, maar heeft Zichzelf ontledigd, de gestalte van een slaaf aannemend, de mensen gelijk wordend. UITLEGGEN! Dat Hij gelijk was aan God, heeft dus te maken met Zijn relatie met God; daarin waren ze elkaars gelijke, om zo te zeggen. Dat woord dat hier voor gestalte wordt gebruikt (morphè) betekent niet de uiterlijke verschijningsvorm, maar het wezenlijke, zijn hoedanigheid, zijn natuur. EN zo heeft Hij dus Zijn goddelijke natuur geleegd en heeft de menselijke natuur, die van een slaaf aangenomen. Dat heeft Hij zelf gedaan, actief, bewust. Wanneer dat allemaal is begonnen? Ik denk, op grond van o.a. 2Tim.1, dat dat al was voor de tijden der eeuwen. Herinner u maar de woorden zoals we die vinden in Hebr.10 – en die we al eerder vinden in Psalm 40: 4 Want het is onmogelijk dat bloed van stieren en bokken zonden wegneemt. 5 Daarom zegt Hij bij zijn komen in de wereld: ’Slachtoffer en offerande hebt U niet gewild, maar U hebt Mij een lichaam toebereid; 6 in brandoffers en zondoffers hebt U geen behagen gehad. 7 Toen zei Ik: zie, Ik kom (in de boekrol is over Mij geschreven) om uw wil te doen, O God!’ 8 Terwijl Hij vooraf zei: ’Slachtoffers en offeranden, brandoffers en zondoffers hebt U niet gewild en U hebt er geen behagen in gehad’ (die naar de wet geofferd worden), 9 zei Hij daarna: ’Zie, Ik kom om uw wil te doen’. Hij neemt het eerste weg om het tweede te stellen. En dan staat daar plotseling die vreemde zin in vers 5: - Daarom zegt Hij bij zijn komen in de wereld: ’Slachtoffer en offerande hebt U niet gewild, maar U hebt Mij een lichaam toebereid; Had God dan een lichaam nodig? Ja, dat was echt nodig! En waarom is Hem een lichaam toebereid? Dat staat in vers 4 - omdat het onmogelijk is dat bloed van stieren en bokken zonden wegneemt! Dat was het probleem! Al zouden we elke dag een stier offeren en al dat bloed laten vloeien (en bedenk de kosten eens!), het zou niet helpen! Dus DAAROM is Hem een lichaam bereid en DAAROM heeft Hij gezegd: Hier ben IK om Uw wil te doen, o God. DAAROM is Hij de Dienstknecht des Heren geworden - omdat uw en mijn zonden weggedaan moesten worden: opdat wij weer tot God zouden kunnen komen, want dat wil Hij; zodat Hij weer ‘aanbidders’ zou krijgen, want die zoekt Hij; opdat Hij weer een volk ten eigendom zou krijgen, want dat wilde Hij; opdat er mensen zouden zijn die Zijn heerlijkheid zouden zien en bewonderen, want dat wilde Hij; Door die wil zijn wij geheiligd door middel van de offerande van het lichaam van Jezus Christus, eens voor altijd. . . . 14 - Want door één offerande heeft Hij voor altijd hen volmaakt die geheiligd worden. Wat zegt u? Ik ben helemaal niet volmaakt, was dat maar zo?! Ja maar, ‘volmaken’ heeft in de brief aan de Hebreën eigenlijk meer de betekenis van: alles doen wat nodig is om iemand geschikt te maken een dienstwerk te vervullen. Waarin u dan volmaakt bent geworden door die ene offerande van de Here Jezus? OM GOD TE DIENEN – TE AANBIDDEN. Zoals de priesters volmaakt moesten zijn, de offerdieren volmaakt moesten zijn, zo geldt dat nu ook voor ons; met volle vrijmoedigheid kunnen we nu naderen tot de Here en Hem alles bekendmaken. Zo is de Here Jezus dus ook geschikt gemaakt om een volmaakte dienstknecht geworden. Fil. Zegt dat Hij . . . GEHOORZAAM GEWORDEN is! Hebr.5:8,9 – . . . 8 en zo heeft Hij, hoewel Hij de Zoon was, de gehoorzaamheid geleerd uit hetgeen Hij heeft geleden, en toen Hij het einde had bereikt, is Hij voor allen, die Hem gehoorzamen, een oorzaak van eeuwig heil geworden, En dan lees je in Hebr.2:10 (slot) weer dat woord ‘volmaken’ . . . dan staat er: dat God, vele zonen tot heerlijkheid leidende, de Overste Leidsman van hun behoudenis, dat is onze Here Jezus!, door lijden zou volmaken. Nogmaals: dat ‘volmaken’ betekent dus dat God er alles aan gedaan heeft om iemand geschikt te maken een dienstwerk te vervullen. ‘Door lijden zou volmaken’ Je zou er zo over heen lezen, maar er staat ‘door LIJDEN’ En dan moet ik meteen denken aan Jesaja53: Zijn striemen die onze genezing brachten, dat Hij onze ziekten op zich genomen heeft, onze smarten gedragen,om onze overtredingen doorboord, om onze ongerechtigheden verbrijzeld. Het behaagde de Here Hem te verbrijzelen! En Romeinen 5 – door zijn bloed zijn wij gerechtvaardigd! En de Here Jezus moest gehoorzaamheid leren; dat was in de Hemel niet nodig, maar in de gestalte van een mens moest Hij gehoorzaamheid leren – en zo is Hij gehoorzaam geworden tot de dood, ja, tot de dood aan het kruis. Dat is een vreselijke dood geweest – onvoorstelbaar! Maar het moest zo! Want het bloed van stieren en bokken kon geen zonden wegnemen en DAAROM IS HEM DUS EEN LICHAAM BEREID! En zo werd Hij ons schuldoffer, en zo vervulde Hij het werk waarvoor Hij naar deze aarde was gekomen. EN was dat offer dan echt wel voldoende???? Ja, want wat lezen we over Hem? 1Joh.: Hij is een verzoening voor onze zonden, maar niet alleen voor de onze, maar ook voor de hele wereld. En ergens anders: Iedereen die in Hem geloofd zal niet verloren gaan, maar heeft eeuwig leven. EN daarvoor was de Here Jezus toch op aarde gekomen? Dat was toch zijn doel, Zijn wens – Hier ben Ik om Uw wil te doen?! De grote Knecht: Markus 10:45 – Want ook de Zoon des mensen is niet gekomen om zich te laten dienen, MAAR OM TE DIENEN EN ZIJN LEVEN TE GEVEN ALS EEN LOSPRIJS VOOR VELEN! Is de Here Jezus daarmee niet DE knecht geworden– de Knecht des Heren, zoals we Hem al tegenkomen, in Jesaja 40,49,50,53 ??? ZO heeft de Here God Hem dus tot de volmaakte Knecht gemaakt! Is het dan een wonder dat God Hem daarvoor beloont? Hij verhoogt de Here Jezus ‘uitermate’ – in het grieks staat daar zelfs niet het woord ‘super’, wat wij ook kennen, maar ‘Hyper’; Hoger verhogen kan niet, dat is het. En de Heer heeft Hem ‘de naam boven alle naam’ gegeven! Hoe heet Hij voor u? Ik noem Hem altijd ‘HERE JEZUS’ – nooit zomaar ‘Jezus’, d.i. Zijn Joodse naam. Dat is zoiets als Jan, Piet of Klaas. Maar Zijn Naam is hoger! Wat moet alle tong belijden? Dat Jezus Christus, d.i. de Gezalfde, de Messias, dat Jezus Christus ‘Heer’ is! Hand.2:36 – (Petrus) Dat God Hem, zowel tot HEER, als tot Christus gemaakt heeft, deze Jezus, die gij gekruisigd hebt! 1Cor.8:6 – Er is één God en Vader, uit wie alle dingen zijn en wij voor Hem; en één Heer Jezus Christus, door wie alle dingen zijn, en wij door Hem! D.w.z. wij leven nu door Hem. En wat staat er dan nog tot slot? Jezus Christus is Heer, tot eer of heerlijkheid van God de Vader.