Informatie Levering Specificaties Schiphol

advertisement
Informatie Levering Specificaties
Schiphol
Versie 3.0
Document informatie
Identificatie
Document Status
Document Versie
Document Datum
Auteurs
Document Eigenaar
Definitief
3.0
22-12-2016
A. Worp, M. van Bavel, A. Hornickel
A/ASM
Versie Beheer
Versie
2.0.0
Datum
12 Mei 2016
Status
Definitief
Wijzigingen
Vastgesteld voor aanbesteding A-gebied
kavel en ICA Lounge
Finale levering – einde opdracht
2.1.0
2.3.1
26 Aug 2016
23 Nov. 2016
Ter review
Ter review
2.9.2
16 Dec. 2016
Ter review
2.9.6
21 Dec. 2016
Ter review
3.0.0
21 Dec. 2016
Definitief
Datum
21 Dec. 2016
Naam en Functie
R. Leurs, Manager A/ASM/TEC
Vereenvoudigde, meer leesbare opzet met
bijlagen
Samengevoegde versie met aangescherpte
teksten en extra opmerkingen vanuit diverse
kanten
Geheel aangepaste nieuwe versie.
Goedkeuring
Versie
3.0.0
Signature
Auteurs
LG, JV
LG, JV
AW, MvB,
RK
AW, MvB,
RK
AW, MvB,
RK
AW, MvB,
AH
Inhoudsopgave
1.1
Inleiding ............................................................................................................................................ 4
Leeswijzer................................................................................................................................................ 5
1.2
Beschikbaarheid ILS-documentatie ....................................................................................................... 6
1.3
Rollen en verantwoordelijkheden ........................................................................................................ 6
2.1
Uitgangspunten en standaarden .................................................................................................... 8
Geografische orientatie en oppervlakten ............................................................................................ 8
2.1.1
0-punt en oriëntatie........................................................................................................................ 8
2.1.2
GOLD ................................................................................................................................................ 9
2.1.3
Oppervlak interpretaties ................................................................................................................ 9
2.1.4
Ruimtebenamingen en brandcompartimenten ........................................................................... 9
2.2
Opbouw en normeringen ...................................................................................................................... 9
2.2.1
Modelstructuur .............................................................................................................................. 10
2.2.2
Normen .......................................................................................................................................... 10
2.3
Objecten ................................................................................................................................................ 10
2.3.1
Objectclassificatie .......................................................................................................................... 10
2.3.2
Assetkenmerken ............................................................................................................................ 11
3.1
Informatielevering ......................................................................................................................... 12
Aanlevermomenten ............................................................................................................................. 12
3.1.1
Initiatieffase & haalbaarheid ....................................................................................................... 12
3.1.2
Project definitie – Data drop 1 ..................................................................................................... 12
3.1.3
Ontwerpfase - Data drops 2a, 2b en 3......................................................................................... 13
3.1.4
Contractvorming - Data drop 4 .................................................................................................... 13
3.1.5
Uitvoeringsfase - Data drop 5 ...................................................................................................... 14
3.1.6
Overdrachtsfase - Data drop 6 ..................................................................................................... 14
3.1.7
Beheerfase ..................................................................................................................................... 14
3.2
Overzicht informatieproducten per Leveringsmoment .................................................................... 14
3.3
Wijze van aanlevering ......................................................................................................................... 16
3.3.1
Bestandsnaam informatieproducten ........................................................................................... 16
3.3.2
Mappenstructuur .......................................................................................................................... 17
3.3.3
Overdrachtsmedia ......................................................................................................................... 17
4.1
Bijlagen ........................................................................................................................................... 18
Bijlage A. Generieke en specifieke asset stamdata ........................................................................... 18
4.2
Bijlage B. Informatie producten aan te leveren door opdrachtgever ............................................. 18
4.3
Bijlage C. Informatie producten aan te leveren door opdrachtnemer............................................ 18
4.4
Bijlage D. ILS-Tabel ............................................................................................................................... 18
4.5
Bijlage E. Schiphol Technische Decompositie (STD) .......................................................................... 18
4.6
Bijlage F. Geografische Object en Locatie Decompositie (GOLD) .................................................... 18
4.7
Bijlage G. Ruimtebenamingen ............................................................................................................ 18
4.8
Bijlage H. Brandcompartimentbenamingen ...................................................................................... 18
Schiphol, December 2016
3
INLEIDING
Om Asset Management binnen Amsterdam Airport Schiphol (AAS) optimaal uit te kunnen voeren
gedurende de gehele life-cycle van onze assets, heeft de afdeling Asset Management (ASM) gedurende
deze hele life-cycle correcte, consistente, uniforme en gestructureerde informatie nodig. Hierdoor kan
de informatie over de assets efficiënt worden beheerd en tot kennisbank worden ingezet bij
vraagstukken. Hier zullen meerdere stakeholders, zowel intern als extern, gebruik van maken en kennis
uitwisselen tijdens de gehele asset life-cycle.
Wanneer sprake is van aanpassingen aan het asset landschap dient informatie hieromtrent met de
opdrachtgever gedeeld te worden. Om eenduidigheid te bereiken welke informatie wanneer
aangeleverd wordt en aan welke uitgangspunten deze dienen te voldoen, is de Informatie Levering
Specificatie (ILS) opgesteld.
De ILS is voor zowel BIM als niet BIM projecten van toepassing. Omdat Schiphol Bouw Informatie
Management (BIM) als de nieuwe norm heeft gekozen is de ILS ook met deze focus geschreven. De ILS is
complementerend aan de BIM-samenwerkingsmethodiek zoals beschreven in de BIM Protocollen.
Tijdens het ontwerpen, bouwen en beheren van een asset wordt gebruik gemaakt van digitale object
georiënteerde informatie resulterend in een building information model met grafische informatie, nietgrafische informatie en documentatie.
Figuur 1: Informatie Leveringscyclus; informatie opgedeeld in geometrisch, niet geometrisch en documenten.
De Informatie Leveringscyclus uit Figuur 1 is gebaseerd op de industriestandaard PAS1192 die wordt
gebruikt tijdens projecten met als doel de samenwerking te bevorderen. Deze standaard beschrijft een
proces gebaseerd op taken en tijd en focust zich op het leveren van informatie voor de opdrachtgever.
Het geschetste totaalproces geeft duidelijk de relatie van vraagspecificatie weer tot de volgende datadrop- en beslismomenten met als doel een goed Asset Informatie Model te verkrijgen voor de gebruiken beheerfase van de assets.
Schiphol, December 2016
4
De ILS en het BIM protocol van opdrachtgever, en het uitvoeringsplan van opdrachtnemer vormen een
integraal geheel. De principes en afspraken, zoals in het protocol & uitvoeringsplan vastgelegd, zijn
onverminderd van toepassing.
Het BIM protocol gezamenlijk met het (BIM) uitvoeringsplan geven duiding aan hoe er binnen een
project (samen)gewerkt zal worden. Schiphol schrijft als Opdrachtgever de Opdrachtnemers voor wat er,
gedurende het traject, aangeleverd moet worden en hoe. In de ILS specificeert Schiphol daartoe:





De vereiste normen en standaarden betreffende de objecten;
Wanneer objecten en bijbehorende informatie moet worden opgeleverd;
Welke objecten per oplevermoment moeten worden aangeleverd;
De informatie per object, eventueel per project fase verder te detailleren;
In welke vorm de informatie aangeleverd dient te worden.
Figuur 2: Samenhang ILS, BIM protocol en (BIM) uitvoeringsplan
Schiphol staat open voor suggesties en aanbevelingen van de opdrachtnemer en gaat graag in gesprek
om verbeteringen aan te brengen, zonder daarbij de hoofddoelen van de ILS en het BIM-protocol los te
laten.
1.1
Leeswijzer
De Inleiding (hoofdstuk 1) beschrijft de structurering van het document, alsmede de relatie tot andere
documenten en bijlagen. Tevens worden termen, definities en afkortingen gedefinieerd evenals de
rollen en verantwoordelijkheden voor de informatie.
In hoofdstuk 2 worden de normen en standaarden die van toepassing zijn beschreven. Hierbij komen de
diverse onderliggende afspraken van zowel de modellen als objecten naar voren.
In hoofdstuk 3 staat het aanleverproces centraal (hoe dient de data en informatie aangeleverd te
worden). De leveringsmomenten en inhoudelijke verwachtingen hiervan worden uitgelicht. Tevens
bevat dit hoofdstuk een toelichting betreffende de informatieproducten en wijze van aanlevering.
Voor verschillende gerefereerde producten en standaarden geldt dat de opdrachtnemer wordt
verwezen naar de bij aanvang van het project vigerende officiële versie. Opdrachtgever verplicht
zichzelf om samen met opdrachtnemer bij aanvang van het project vast te stellen welke versies dit exact
zijn. Dit is ook het moment waarop Schiphol alle aan te leveren informatie aan de opdrachtnemer
verstrekt.
Schiphol, December 2016
5
1.2
Beschikbaarheid ILS-documentatie
Alle documentatie met betrekking tot de ILS, als ook de in dit document genoemde bijlagen,
voorbeelden en templates, zijn centraal beschikbaar op de Asset Management Kennisbank
(http://kennisbank.schiphol.nl/article/231-richtlijnen).
Deze portal bevat altijd de laatste vigerende versie van de genoemde bestanden.
1.3
Rollen en verantwoordelijkheden
Onderstaande tabel biedt een overzicht van de belangrijkste rollen en verantwoordelijkheden per
functie per afdeling of organisatie in het informatie leveringsproces.
Functie
Asset Planner
Afdeling
P&P
Opdrachtgever
DEV
Ontwikkelaar
DEV
Deliverable
Is initiatiefnemer en doet haalbaarheidsonderzoek. Vraagt hierbij
advies van:
o Strategisch Adviseur (TEC TM)
Geeft opdracht voor het project aan de hand van de projectdefinitie
Stelt Project Board samen en zit die voor
Is verantwoordelijk voor de Overdracht van het project naar de
beheersorganisatie
Stelt het PVE op (inclusief ILS) Vraag daarbij advies en input van:
o Strategisch Adviseur (TEC TM)
o Vakspecialist bij TEC E&P
o Technisch Informatie Beheerder bij TEC PDA
Ondersteunt de Project Manager bij het project specifiek maken van
de ILS Tabel
Bewaakt dat de Project Manager per fase, de conform de actuele ILS
Tabel gevraagde informatie, op tijd, volledig, juist en in het juiste
format aanlevert:
o Toetst of 2e lijns controle plaatsgevonden heeft door Project
Manager.
Coördineert de 3e lijns controle:
o Verzamelt alle informatie van de Project Manager
o Stuurt de informatie door of vraagt Project Manager de
informatie door te sturen naar:

Technisch Informatie Beheerder (TEC PDA) t.b.v.
toets op volledigheid en Verwerkbaarheid (vorm)

Vakspecialist (TEC E&P) t.b.v. toets
steekproefsgewijs of bij afwijkingen op
inhoudelijke ze toets op inhoudelijke juistheid
Geeft opdracht aan de Project Manager om eventuele ontbrekende
informatie bij de Contractor op te vragen
Coördineert de Overdracht
Schiphol, December 2016
6
Project Manager
PLUS
-
-
-
Aannemer
Contractor
-
Strategisch
Adviseur
Technisch
Informatie
Beheerder
TEC TM
-
TEC PDA
-
Vakspecialist
TEC E&P
-
Asset Beheerder
M&O
-
Is verantwoordelijk voor het Project Team en voor de
Oplevering van het project
Vraagt de 0 situatie op bij de Technisch Informatie Beheerder
(TEC PDA)
Maakt de ILS Tabel project specifiek. Vraagt daarbij advies van:
o Ontwikkelaar (DEV)
o Contractor / Aannemer
Herijkt de ILS Tabel in elke fase van het project. Vraagt per fase
advies van de Ontwikkelaar en Contractor.
Bewaakt bij elke Data Drop dat de Contractor informatie
aanlevert op basis van de meest actuele ILS Tabel en bewaakt
dat de contractor de 1e lijns controle gedaan heeft.
Verzorgt zelf de 2e lijns controle op volledigheid en, voor zover
mogelijk, op juistheid. Vraagt indien nodig hulp /advies van:
o Toezichthouder(s)
o Externe Adviseur
Levert per Data Drop de informatie aan bij de Ontwikkelaar
(DEV)
Verzamelt per Data Drop moment de in de ILS en de ILS Tabel
gevraagde informatie
Controleert op inhoudelijke juistheid, volledigheid en
verwerkbaarheid (vorm)
Levert de informatie tijdig aan bij de Project Manager van PLUS
Is verantwoordelijk voor het projectgebied tot en met de
Oplevering
Adviseert de Asset Planner en het Project Team over de
functionele oplossing.
Levert de beschikbare 0-situatie aan bij de Ontwikkelaar
Adviseert de Ontwikkelaar bij de samenstelling van de ILS
Controleert per Data Drop moment of de gevraagde informatie
volledig en verwerkbaar (vorm) is.
Verwerkt de aangeleverde informatie in de daarvoor bestemde
systemen.
Adviseert de Ontwikkelaar in de ontwerpfase
Toetst gekozen oplossingen aan grondslagen
Toets asset informatie steekproefsgewijs en bij afwijkingen op
inhoudelijke juistheid
Asset Beheerder controleert bij Oplevering aan de hand van de
ILS en ILS Tabel of alle gevraagde informatie beschikbaar is om
Assets in Beheer te kunnen nemen.
Schiphol, December 2016
7
UITGANGSPUNTEN EN STANDAARDEN
Dit hoofdstuk legt de focus op de uitgangspunten en standaarden die Schiphol hanteert. Met deze
uitgangspunten wordt gewaarborgd dat aangeleverde informatie aansluit bij de behoefte van de
Schiphol stakeholders en de informatieopbouw binnen de systemen van Schiphol.
Dit hoofdstuk beschrijft de uitgangspunten en standaarden ten aanzien van



2.1
2.1.1
de geografie van objecten
de gehanteerde opbouw en normeringen van informatieproducten
de classificatie en attributen van objecten
Geografische orientatie en oppervlakten
0-punt en oriëntatie
In basis heeft elk informatie product (BIM-modellen en/of 2D producten) een lokale positie, oriëntatie
en stramienstelsel.
Een informatie product is met het ‘Project Base Point’ vlakbij het nulpunt georiënteerd. Een Project Base
Point geeft de positie van het model of 2D product ten opzichte van het ‘Survey Point’ / SGIS nulpunt.
Het Survey Point beschrijft een punt in de fysieke wereld. Dit dient overeen te komen met het SGIS
nulpunt, zodat de relatie met het RD-net gemaakt kan worden. Gezien het belang hiervan is het nuttig
om deze relaties in kaart te brengen (figuur 3).
Figuur 3: Geografische referentie SGIS nulpunt, Survey Point en Project Base Point
Schiphol, December 2016
8
De volgende uitgangspunten worden gehanteerd:





2.1.2
2.2
Het 0-punt, Project Base Point, is voor alle projectdeelnemers hetzelfde.
Locatie 0-punt:
o Rijksdriehoeksnet coördinaten (t.o.v. Parijs)

X=-112580130, Y=-480261140

NAP (surveypoint = 0,0,0)

Peil = NAP-3200 (project basepoint = 0,0,-3200mm)
o Dit komt ruwweg overeen met fysieke locatie D-pier, as R-21
o Conversie naar Geografische coördinaten (WGS84) (geconverteerd door
http://web.inter.nl.net/hcc/Ed.Stevenhagen/groeven/geo/rdx.htm);

52°18'31.23"N, 4°45'54.69"O
Location, User defined: 52.308675, 4.76519166666666666666666666666667
Rotatie/Oriëntatie (True north): Noorden, conform stramienstelsel
Eenheid: millimeter [mm]
GOLD
Voor locaties, gebieden en geografische aanduidingen geldt de Geografische Object Locatie
Decompositie (GOLD) als leidend, zie Bijlage F. Geografische Object en Locatie Decompositie
(GOLD)Bijlage E. Schiphol Technische Decompositie (STD)
Bijlage E. bevat de vigerende officiële versie van de Schiphol Technische Decompositie (STD), voor
decompositie/codering/classificatie van objecten.
Bijlage F. Geografische Object en Locatie Decompositie (GOLD). De GOLD is een hiërarchie van locaties
op Schiphol (die aansluit aan de internationale COBie standaard). In de GOLD hebben locaties een
unieke naam en codering. Bij projecten die uitbreidingen of aanpassingen van deze locatie hiërarchie
tot gevolg hebben, verandert de GOLD. Bij aanvang van het project dient opdrachtnemer contact op te
nemen met Schiphol zodat afstemming over de GOLD kan plaats vinden, en de laatste versie
opgevraagd kan worden.
2.2.1
Oppervlak interpretaties
Oppervlak interpretaties dienen te gebeuren conform NEN2580. Deze norm omschrijft diverse soorten
van oppervlakten en inhouden van gebouwen.
In de praktijk worden de termen ‘GebruiksOppervlakte’ (GO, voor woningbouw) en ‘verhuurbare
vloeroppervlakte’ (VVO, voor utiliteitsbouw) het meest gehanteerd. De toewijzing van verhuurbare
oppervlakten is op Schiphol nader uitgewerkt in de richtlijn: Toerekeningsysteem Luchtvaartactiviteiten
Schiphol Group op de luchthaven Schiphol 2011-2015.
Voor metingen van gebied en ruimten gebruikt Facility Management tevens de norm NEN-EN 15221-6
(EN) (2011): Facility Management – Deel 6: Metingen van gebied en ruimte in Facility Management.
2.2.2
Ruimtebenamingen en brandcompartimenten
Alle zones, ruimtes, en bijbehorende gegevens in een BIM-model, BIM-extract, tekening(en) en
document(en) dienen op een logische, betekenisvolle, herkenbare, inzichtelijke, begrijpelijke en
consistente wijze gestructureerd en benaamd te worden.


2.3
Toekenning van ruimtebenaming is conform Schiphol ‘Ruimte specificatie terminal’. Zie Bijlage
G. Ruimtebenamingen.
Toekenning van brandcompartimentbenamingen en nummering is conform Schiphol
‘Brandcompartimentering’. Zie Bijlage H. Brandcompartimentbenamingen.
Opbouw en normeringen
Alle objecten en gegevens in een BIM-model, BIM-extract, tekening(en) en document(en) dienen op een
logische, betekenisvolle, herkenbare, inzichtelijke, begrijpelijke en consistente wijze gestructureerd en
benaamd te worden.
Schiphol, December 2016
9
2.3.1
Modelstructuur
Per project dient in overleg met de opdrachtgever (AAS/ASM), de BIM-regisseur en de BIMcoördinatoren de te leveren aspectmodellen te worden afgesproken (e.e.a. omschreven in (BIM)
protocollen ontwerp, contractvorming en uitvoering). Alle aspectmodellen, ook die opgedeeld zijn in
gebouwdeelmodellen, dienen onderling gecoördineerd te zijn.
Voor aanlevering van BIM modellen geldt de Industry Foundation Classes (IFC) standaard.

Versie IFC2x3 TC1 (Schema: IFC2x3) geldt als default.
http://www.buildingsmart-tech.org/specifications/ifc-releases/ifc2x3-tc1-release

Versie IFC4 Add1 (Schema: IFC4) alleen in overleg met Opdrachtgever
http://www.buildingsmart-tech.org/specifications/ifc-releases/ifc4-add1-release
Met betrekking tot hiërarchie en opbouw dienen BIM modellen de structuur van IFC te volgen waarbij de
relaties tussen objecten gewaarborgd blijven.
2.3.2
Normen
De navolgende normen zijn van toepassing:









BIM Forum (2016): LOD Specification Draft for Public Comment: https://bimforum.org/lod/
NEN 2699 (nl) Investerings- en exploitatiekosten van onroerende zaken - Begripsomschrijvingen
en indeling
NEN 2660:1996 (nl) Ordeningsregels voor gegevens in de bouw - Termen, definities en algemene
regels
NEN 2748(nl) Termen voor facilitaire voorzieningen – Rubricering en definiëring
NEN 2767-1(nl) Conditiemeting - Deel 1: Methodiek
NEN 2767-2(nl) Conditiemeting van bouw- en installatiedelen - Deel 2: Gebrekenlijsten
NEN-ISO 29481-1(en) Building information modelling - Information delivery manual - Part 1:
Methodology and format (ISO 29481-1:2010,IDT)
NEN-EN 15221-6 (EN) (2011): Facility Management – Deel 6: Metingen van gebied en ruimte in
Facility Management.
BAG objectenhandboek 2009 inclusief besluiten zorg- en studentencomplexen (2014):
http://www.kadaster.nl/web/Themas/Registraties/BAG/BAGartikelen/BAG-documentatie.htm
Schiphol verkeerd in een transitie naar BIM. In voorkomende gevallen waarbij nog niet geheel met
modellen (kan) word(t)en gewerkt dienen voor het tekenwerk de volgende normen gehanteerd te
worden:



NEN-2574 (1993): Tekeningen in de bouw - Indeling van gegevens op tekeningen in de bouw.
RRBouwrapport_130 Kwaliteit van tekenwerk in de bouw
Voor GWW-projecten geldt de NLCS versie 4.1
Notabene: daar waar voornoemde normen strijdig zijn met elkaar dient de opdrachtnemer dit per geval
aan Schiphol voor te leggen waarna er deze een besluit zal nemen over de te hanteren norm binnen het
project.
2.4
2.4.1
Objecten
Objectclassificatie
Voor decompositie/codering/classificatie van objecten geldt de bij de aanvang van het project vigerende
officiële versie van de Schiphol Technische Decompositie (STD) als leidend.
De STD is een Schiphol (specifieke) uitbreiding op de NL-SfB, waarmee alle objecten gecodeerd kunnen
worden. In het bijzonder definieert de STD welk object als asset beschouwd wordt en bevat daartoe een
lijst aan asset typen die op Schiphol voorkomen.
De actuele en vastgestelde STD zal door Schiphol ter beschikking van opdrachtnemers worden gesteld.
Zie Bijlage E. Schiphol Technische Decompositie (STD). Indien een object niet geplaatst kan worden
binnen de STD, dient opdrachtnemer contact op te nemen met Schiphol, zodat deze eventueel
toegevoegd kan worden.
Schiphol, December 2016
10
2.4.2
Assetkenmerken
Van alle objecten die als asset zijn aangemerkt is bepaald welke data attributen vereist zijn. Van elke
asset wordt een set aan generieke kenmerken vastgelegd, aangevuld met asset type specifieke
kenmerken. Zie hiervoor Bijlage A. Generieke en specifieke asset stamdata.
De aangeleverde asset kenmerken dienen te voldoen aan de COBie standaard. De internationale
standaard COBie (Construction Operations Building information exchange) wordt door Schiphol
gebruikt om de specifieke kenmerken van assets gestructureerd te ontvangen en vast te leggen.
Voor nadere details over de van kracht zijnde kwaliteitsnormen, structuur en data typen zie: BS
11924:2014 Collaborative production of information Part 4: Fulfilling employer’s information exchange
requirements using COBie – Code of practice.
De informatie wordt uitgewisseld met een asset lijst (zie Informatieproduct ‘18 Asset lijst’), waarin per
asset de kenmerken vastgelegd worden. Deze lijst wordt gebruikt voor het updaten van het asset
onderhoudssysteem.
De opdrachtgever stelt bij aanvang een asset lijst van de as-built situatie beschikbaar. Deze wordt door
opdrachtnemer gedurende het project verrijkt. De verrijking omvat o.m. de af te voeren, te verplaatsen
en nieuwe assets. Zodra de opdrachtgever een asset lijst met nieuwe assets oplevert, voegt ASM hieraan
een Asset ID toe. Het Asset ID wordt door opdrachtnemer gebruikt voor de verrijking van de BIMmodellen en de metadatering van asset gerelateerde informatieproducten.
Schiphol, December 2016
11
INFORMATIELEVERING
De informatielevering wordt gekenmerkt door twee patronen:


Informatie afstemmomenten tijdens het ontwerp en engineeringsproces zoals vastgelegd in het
(BIM) uitvoeringsplan.
6 formele data informatie aanlevermomenten conform de projectfasen, zogenaamde datadrops.
In dit hoofdstuk worden de verschillende aanlevermomenten en hun samenhang nader toegelicht.
Gebruikmakend van de informatie leveringscyclus (figuur 1) worden de informatieproducten
uiteengezet per aanlevermoment.
3.1
Aanlevermomenten
Per fase zijn er meerdere afstemmomenten, waarbij informatie uitgewisseld wordt. Elke fase wordt
afgesloten met een formele informatielevering, data drop, zoals in dit document beschreven. In basis
levert de opdrachtnemer informatie aan ASM, echter zijn er ook specifieke momenten waarbij ASM
informatie levert aan de opdrachtnemer. De informatie aanlevermomenten in de ontwerpfase zijn
gerelateerd aan de Ontwerpfases van de DNR-STB 2014, overdracht, uitvoering en beheer zijn conform
de NEN 2574 (figuur 4).
Figuur 4: Projectfasering en aanlevermomenten
In de volgende paragrafen is elk informatie aanlevermoment kort toegelicht.
3.1.1
Initiatieffase & haalbaarheid
Het doel van de initiatieffase is het inventariseren en analyseren van de stakeholder’s behoefte. En het
onderzoeken van de haalbaarheid van een project om in die behoefte te voorzien.
De fase eindigt met een beslissing van de opdrachtgever om het project al dan niet voort te zetten met
de opstelling van een Programma van Eisen (Project definitie).
3.1.2
Project definitie – Data drop 1
Het doel van deze fase is het zodanig inventariseren en vastleggen van de ambities, eisen, wensen,
verwachtingen en voorwaarden van de opdrachtgever en toekomstige gebruikers, dat op basis daarvan
een ontwerpproces kan worden gestart.
De (prestatie-)eisen, wensen, verwachtingen en voorwaarden met betrekking tot het project en het
documenteren daarvan zijn in een Programma van Eisen, BIM protocol en opdracht-ILS vastgesteld. Deze
documenten behoren tot de Project Product Description (PPD), welke door ASM aan opdrachtnemer(s)
aangeleverd worden. Op basis hiervan kan het ontwerpproces worden gestart.
Op basis van de opdracht-ILS is vastgesteld welke broninformatie nodig is voor het project. Deze
informatie wordt aangeleverd door ASM.
De belangrijkste afnemer van de informatieproducten uit deze data drop is de opdrachtgever.
Schiphol, December 2016
12
3.1.3
Ontwerpfase - Data drops 2a, 2b en 3
In deze fase zijn de onderstaande informatieleveringsmomenten van toepassing. De ontwerpfase zal
meermaals doorlopen worden, waarbij de informatielevering zich van schetsniveau naar definitief
ontwerp niveau zal ontwikkelen. Het bestaat uit het structuur, voorlopig, definitief en technisch
ontwerp.
3.1.3.1
Structuur Ontwerp (SO) - geen data drop
Het doel van deze fase is het ontwikkelen van een globale voorstelling van het project, zodanig dat
deze een goed beeld geeft van de oplossingen op stedenbouwkundige schaal en/of van de hoofdvorm
en hoofdindeling van de bebouwing.
De SO-fase eindigt door het aanleveren van definitieve BIM-bronbestanden en de daarmee
samenhangende BIM extracten conform de gemaakte afspraken; Aanleveren – Structuur Ontwerp
Documenten (LOD100).
3.1.3.2
Voorlopig Ontwerp (VO) - Data drop 2a
Het doel van deze fase is het ontwikkelen van een globale voorstelling van het bouwwerk, zodanig dat
deze een goed beeld geeft van de situering, de functionele en ruimtelijke opbouw, bestemmingen,
gebruiksvoorzieningen, de architectonische verschijningsvorm en de integratie van constructieve en
installatietechnische aspecten. De VO-fase eindigt door het aanleveren van de gevraagde informatie conform het BIM-protocol en de
ILS datadrop 2a (de BIM modellen en BIM extracten, Documenten en Schema’s).
De belangrijkste afnemer van de informatieproducten uit deze data drop is ASM/TEC, o.m. voor het
review proces.
3.1.3.3
Definitief Ontwerp (DO) - Data drop 2b
Het doel van deze fase is het ontwikkelen van een gedetailleerde voorstelling van het bouwwerk/
project, zodanig dat deze een goed beeld geeft van de verschijningsvorm, de interne en externe
structuur, het materiaalgebruik, de afwerking en detaillering, de constructieve opbouw en aard en
capaciteit van de installaties. De DO-fase eindigt door het aanleveren van de gevraagde informatie conform het BIM-protocol en de
ILS datadrop 2b (de BIM modellen en BIM extracten, Documenten en Schema’s).
De belangrijkste afnemer van de informatieproducten uit deze data drop is ASM/TEC, o.m. voor het
review proces voor de PRE- WERKAANVRAAG en eventueel benodigde omgevingsvergunningsaanvragen.
3.1.3.4
Technisch Ontwerp (TO) - Data drop 3
Het doel van deze fase is het zodanig – in technische zin – uitwerken en specificeren van het bouwwerk
/project in al zijn facetten, dat op basis daarvan definitieve prijsvorming voor de uitvoering kan
plaatsvinden.
De TO-fase eindigt door het aanleveren van de gevraagde informatie conform het BIM-protocol en de
ILS-datadrop 3 (de BIM modellen en BIM extracten, Documenten, Schema’s, etc.).
De belangrijkste afnemer van de informatieproducten uit deze data drop is ASM/TEC, o.m. voor het
review proces, en procurement.
3.1.4
Contractvorming - Data drop 4
Het doel van deze fase is het selecteren en contracteren van een ‘aanbiedende partij’ voor de uitvoering
van het project, afhankelijk van de contractvorm al dan niet inclusief ontwerp, financiering, onderhoud
en/of exploitatie.
Deze fase eindigt door het aanleveren van de gevraagde informatie conform het BIM-protocol en de ILS
datadrop 3. De belangrijkste afnemer van de informatieproducten uit deze data drop is de
opdrachtgever en procurement.
Schiphol, December 2016
13
3.1.5
Uitvoeringsfase - Data drop 5
De uitvoeringsfase bestaat in basis uit een drietal sub-fasen, te weten: werkvoorbereiding, uitvoering en
concept overdracht.
3.1.5.1
Werkvoorbereiding
Het doel van deze fase is het bepalen van de wijze waarop het object daadwerkelijk moet worden
gerealiseerd en de vastlegging daarvan in diverse informatie producten (geografische, niet geografische
en documenten).
Gedurende deze fase zullen er binnen het projectteam diverse informatieleveringsmomenten zijn. Op
deze momenten wordt door PDA/BIM regisseur opdrachtgever en project betrokkenen beoordeeld of
alle informatie nog conform de gestelde informatie- en project eisen wordt uitgewerkt. De uitkomsten
van deze controles worden door het projectteam vastgelegd en bijgehouden.
3.1.5.2
Uitvoering
Het doel van deze fase is het feitelijk realiseren van het object op de bouwplaats respectievelijk in
gebouwdelen elders, etc.
Gedurende deze fase zullen er binnen het projectteam diverse informatieleveringen en
schouwmomenten zijn. Op deze momenten wordt door PDA/ BIM regisseur opdrachtgever en project
betrokkenen beoordeeld of alle informatie nog conform de gestelde informatie- en project eisen wordt
uitgevoerd
3.1.5.3
Concept overdracht- Data drop 5
Het doel van deze fase/datadrop is conceptueel vastleggen van het door het project uitgevoerde werk.
In de ASM databases zodat bij overdracht van de definitieve informatie (overdrachts)producten slechts
kleine aanpassingen gedaan hoeven te worden.
De belangrijkste afnemer van de informatieproducten uit deze data drop is ASM/M&O.
3.1.6
Overdrachtsfase - Data drop 6
Het doel van deze fase is het schriftelijk, respectievelijk in een rapport vastleggen van de opneming van
het uitgevoerde werk, om te bepalen of het voltooid is, waarna het werk (al dan niet) wordt
goedgekeurd en in gebruik kan worden genomen. Indien een onderhoudstermijn is opgenomen in het
contract, om in die periode tekorten en gebreken te herstellen, vindt het opnemen van werk plaats.
De belangrijkste afnemer van de informatieproducten uit deze data drop is ASM/M&O.
NB: Opgemerkt wordt dat voor de leveringen van de informatie producten het BIM model de bron is
waarin de benodigde informatie is opgeslagen en uit gehaald wordt.
3.1.7
Beheerfase
Het doel van deze fase is het optimaal laten renderen van de assets op basis een afweging tussen Functie,
Kosten en Risco’s om de functie behoefte van de klant te voldoen met behulp van de geografische -, niet
geografische informatie en documenten (=data) in de ASM informatiesystemen
Hierbij gaat het niet alleen om de beheerder van de assets, maar voor alle andere stakeholders die ‘iets’
van de assets moeten weten. Daarnaast kan de ASM-informatie bijvoorbeeld ingezet voor de monitoring
en het optimaliseren van het presteren en functioneren van de klimaat- en verlichtingsinstallaties.
3.2
Overzicht informatieproducten per Leveringsmoment
Deze sectie bevat een overzicht van de informatieproducten die per aanlevermoment uitgevraagd
worden. In Bijlage B. Informatie producten aan te leveren door opdrachtgever Bijlage C. Informatie
producten aan te leveren door opdrachtnemer en Bijlage C. Informatie producten aan te leveren door
opdrachtnemer zijn deze informatie producten in meer detail beschreven.
Schiphol, December 2016
14
1 Projectdefinitie
(Data Drop 1)
2B Voorlopig ontwerp
(Data Drop 2a)
2C Definitief ontwerp
(Data Drop 2b)
2D Technisch ontwerp
(Data Drop 3)
3 Contractvorming
(Data Drop 4)
4 Uitvoering
(Data Drop 5)
5 Overdracht
(Data Drop 6)
BIM extract?
Informatieproducten door opdrachtgever aangeleverd
16 Bouwkundige- en installatietekeningen
18 Asset Lijst
20 Installatieschema’s
83 BIM-Model
85 Laserscans
86 Impact van gerelateerde projecten
87 Overzicht betrokken stakeholder kabeltracés
x
x
x
x
x
x
x
Projectgerelateerde informatieproducten
81 Programma van eisen
79 BIM Uitvoeringsplan
82 Ingevulde ILS-Tabel
80 Investeringsaanvraag (Beslisdocument)
0 Bestands Register
44 Kosten(raming) totaalproject (Stiko)
11 Veiligheids-, Gezondheids- en Milieuplan
63 (bijgesteld) Brandbeveiligingsplan (BBP)
4 (ge-update) Quality Register
5 Projectgebonden Brandbeveilingsplan (BBP)
6 PMC-plattegrond
64 Clashes (Clashs rapporten)
15 Document Tijdelijke maatregelen
2 Keuzelijst
7 Einde-Fase rapport
8 Verantwoordelijkhedenlijst
45 Overzicht Technische ruimtes en Ruimtenummers
18 Assetlijst
41 Proces-verbaal van oplevering
56 Overdrachtsdocument van project naar ASM
78 Document Eindoplevering (einde nazorgtermijn)
88 Integraal BIM-Model
pdf
pdf
excel
pdf
excel
pdf
pdf
pdf
pdf
pdf
pdf, dwg, ifc
pdf, bcf, excel
pdf en dwg
Pdf
Pdf
Pdf
pdf, excel, ifc en native
excel
Pdf
Pdf
pdf/ integraal IFC model
ifc
Assetgerelateerde informatieproducten
9 Visuele Impressies
10 Document Benodigde capaciteit Energie
26 Inrichtingstekeningen
16 Bouwkundige - en Installatietekeningen
20 Installatieschema's
14 Goedkeuringsdocument constructeur
24 Kabelberekening
49 Energie-rapport (EPC-berekening)
25 Verlichtingssterkteberekening
40 Spraakverstaanbaarheidsrapport
17 Materiaal- en Leveranciersinformatie
12 Nul-inspectie rapport
19 Sloopplan
77 Bedienings, onderhouds- en garantiedocumenten
23 RFC Brandmeldinstallatie
28 Protocol Buitendienst- en Veiligstellen van installatie
pdf en ifc
Pdf
pdf, dwg, ifc en native
pdf, dwg, ifc en native
pdf, dwg, ifc en native
pdf
pdf
pdf
pdf
pdf
pdf
Pdf
pdf, dwg, ifc en native
pdf en native
pdf
pdf
Schiphol, December 2016
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
Ja
Ja
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
Ja
Ja
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
15
29
31
32
33
34
35
36
37
38
39
76
21
22
42
43
47
48
50
51
52
53
54
55
58
59
61
62
75
60
3.3
FAT-rapportage
Inbedrijfname-rapportage
Document Inregelgegevens
Document Schakelopdracht
SAT-rapportage
Documentatie Software- & Configuratie
Oliereinheidsrapport hydraulische liften
TOAT-rapportage Brandveiligheidsvoorzieningen
TOAT-rapportage Noodstroomvoorzieningen
Certificaat / Inspectierapport Installatie
I-SAT-rapportage
Inspectierapport Elektrischefinstallatie
Inspectierapport Sprinklerontwerp
Keuringsrapport Liftinstituut
Inspectierapport Plaagdieren
Hang- en Sluitwerkstaat
Ingebruikname-rapportage
Eindrapport Inspectie Elektrische installatie
Beheersplan Legionella
Certificaat Installatie
EMC-rapport
Overzicht CE-markeringen
Overzicht Gebruikte ST-verbindingen
Afvalstromen met afvoercertificaten
Afwerkstaat
Functievrijverklaring
Kabelcoderingen
Documentatie Besturingssystemen
Garantiebewijzen
pdf
pdf
pdf
pdf
pdf
pdf en native
pdf
pdf
pdf
pdf
pdf
pdf
pdf
pdf / excel / COBIE
pdf
pdf en excel
pdf
pdf
pdf
pdf
pdf
pdf
pdf
pdf
pdf / IFC / excel /native
pdf
pdf, excel en native
pdf
pdf/excel/COBieIFC/native
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
Ja
Ja
Ja
Wijze van aanlevering
Alle op te leveren informatieproducten worden door ASM in verschillende systemen verwerkt en
opgeslagen. Om een goede verwerking mogelijk te maken, gelden de in deze paragraaf genoemde
afspraken.
Per aanlevermoment wordt een register met daarin een opsomming van alle geleverde bestanden
opgeleverd, om de verwerking van de bestanden in systemen mogelijk te maken. Zie informatieproduct
‘0 Bestandsregister’.
Daarnaast worden genoemde informatieproducten óf uit het BIM-Model geëxtraheerd óf zo veel
mogelijk gekoppeld aan het BIM-model, waardoor deze vanuit dit model bereikbaar zijn.
3.3.1
Bestandsnaam informatieproducten
De bestandsnaam van elk aangeleverd informatieproduct bestaat uit de volgende segmenten en is als
volgt opgebouwd (‘_’ gebruiken om de segmenten te scheiden):
Voorbeeld: ONEXS_42_DD6_Keuringsrapport-Lift-084_WTB_GH_1.0.pdf
Schiphol, December 2016
x
x
16
3.3.2
Mappenstructuur
Per assettype of -groep een map, daaronder per ILS-informatieproduct een map met daarin de
aangeleverde bestanden.
Voorbeeld: 66.1 Liften
42 Keuringsrapport Liftinstituut
ONEXS_42_DD6_Keuringsrapport-Lift-084_WTB_GH_1.0.pdf
20 Installatieschema’s
ONEXS_20.12_DD6_Aansluitschema-Lift-084_WTB_GH_1.0.pdf
Niet toegestaan zijn:

Gecomprimeerde bestanden (zip, zip-in-zip, rar, gzip, .7z, etc.)

Lege mappen

Verzamelbestanden (bijv. documenten in documenten)
3.3.3
Overdrachtsmedia
De bestanden dienen via de volgende media aangeleverd worden: USB-opslagmedium, CD, DVD.
Voor meerdere leveringen dient inzichtelijk te zijn welke wijzigingen er zijn ten opzichte van een vorige
levering.
Niet toegestaan zijn: open cloudoplossingen, zoals Dropbox, WeTransfer, etc.
Schiphol, December 2016
17
BIJLAGEN
Dit hoofdstuk bevat de bijlagen behorende bij de ILS. Deze bijlagen zijn als separate documenten
beschikbaar cq. opvraagbaar.
4.1
Bijlage A. Generieke en specifieke asset stamdata
Bijlage A bevat het overzicht van stamdata die per asset vastgelegd worden. De generieke stamdata zijn
kenmerken die op alle assets van toepassing zijn, de specifieke stamdata zijn afhankelijk van het asset
type.
4.2
Bijlage B. Informatie producten aan te leveren door opdrachtgever
Bijlage B bevat de specificaties van alle informatie producten: de inhoud, de normen waaraan de
producten dienen te voldoen en het formaat van aanlevering.
4.3
Bijlage C. Informatie producten aan te leveren door opdrachtnemer
Bijlage C bevat de specificaties van alle informatie producten: de inhoud, de normen waaraan de
producten dienen te voldoen en het formaat van aanlevering.
4.4
Bijlage D. ILS-Tabel
Bijlage D bevat het overzicht met informatieproducten die per aanlevermoment aangeleverd dienen te
worden.
4.5
Bijlage E. Schiphol Technische Decompositie (STD)
Bijlage E. bevat de vigerende officiële versie van de Schiphol Technische Decompositie (STD), voor
decompositie/codering/classificatie van objecten.
4.6
Bijlage F. Geografische Object en Locatie Decompositie (GOLD)
Bijlage F. bevat de vigerende officiële versie van de Geografische Object Locatie Decompositie (GOLD voor
geografische aanduiding van locaties en gebieden.
4.7
Bijlage G. Ruimtebenamingen
Bijlage G bevat de ruimtebenaming die toegekend moeten worden aan ruimtes conform Schiphol ‘Ruimte
specificatie terminal’.
4.8
Bijlage H. Brandcompartimentbenamingen
Bijlage H bevat de brandcompartimentbenamingen, afkortingen en nummering die toegekend dienen te
worden aan brandcompartimenten.
Schiphol, December 2016
18
Download