\ ^ Prof.dr. W.Th. Nauta 1913-1986 104 Wybe Thomas Nauta overleed geheel onverwacht op zaterdag 6 december 1986; hij was 73 jaar oud. Hij stierf, terwijl hij, hoewel reeds geruim tijd geëmeriteerd, in zijn hart nog steeds met zijn grote liefde, zijn vak, farmacochemie bezig was. Nauta werd geboren in Westdongeradeel, in Friesland, maar bracht zijn jeugd in de Achterhoek door. In 1938 kwam hij naar de VU om bij de dan nog zeer jonge Faculteit der Wis- en Natuurkunde Scheikunde te studeren. Het doctoraalexamen werd in 1939, met het judicium 'cum laude' afgelegd. In 1941, slechts iets meer dan twee jaar na het doctoraalexamen, promoveerde hij, ook al cum laude, op een proefschrift dat bewerkt was onder leiding van prof.dr.ir. J. Coops. Na een korte periode bij Philips in Eindhoven te hebben gewerkt, trad Nauta in 1945 in dienst van Brocades, als medewerker in de researchsector. In 1946 volgde een benoeming tot lector aan de Faculteit der Wis- en Natuurkunde van de Vrije Universiteit: het onderwijs in de organische chemie of in andere daarvoor in de plaats te stellen of daaraan toe te voegen vakken. De combinatie van twee betrekkingen en de opvallend ruime opdracht aan het lectoraat verbonden, zijn bepalend geweest voor de carrière van Nauta en van grote betekenis voor het vakgebied der farmacochemie in Nederland. In 1953 werd Nauta hoofd van de research van Brocades; hij heeft daarbij als niemand anders de integratie van chemische en biologische vakken bij het speurwerk naar nieuwe geneesmiddelen bevorderd en op die manier een belangrijke bijdrage geleverd aan het ontstaan van de nieuwe chemische subdiscipline, de farmacochemie. Gedurende zeer lange tijd heeft Nauta zijn twee functies uitgeoefend; in 1955 werd hij buitengewoon hoogleraar aan de VU, met als leeropdracht: organische en farmacochemie. Maar in 1972 moest hij eindelijk kiezen; het werd de universiteit. De keus was waarschijnlijk vooral gebaseerd op zijn wens zijn plannen een (sub)faculteit Farmacie aan de VU op te richten. De plannen konden niet worden gerealiseerd (één van de zeer weinige die Nauta niet lukten) en dit heeft hem waarschijnlijk ernstige teleurstellingen bespaard. Nauta heeft veel gepresteerd. Onder zijn leiding werden bij Brocades een aantal geneesmiddelen ontwikkeld, waarvan een aantal ook nu nog met veel succes worden toegepast. Maar ook bij de universiteit werd veel gedaan; in zijn bibliografie zijn meer dan 250 publicaties opgenomen, terwijl er onder zijn leiding 27 dissertaties verschenen. De grote kracht van Nauta was zijn inzicht in en zijn gevoel voor ontwikkelingen die door de meesten nog niet waren opgemerkt. Zijn enorme leeshonger zal aan een en ander niet vreemd zijn geweest. Het was b.v. opvallend dat in een betrekkelijk klein laboratorium als het Brocades-lab in Haarlem al een NMR-apparaat was geïnstalleerd, voordat veel grotere bedrijven en zelfs universitaire instellingen aan zoiets dachten. De sluiting van het Haarlemse laboratorium in het begin van de jaren tachtig, hoewel de noodzaak van de betreffende maatregelen door hem werd erkend, heeft Nauta enorm aangegrepen. Nauta had ook snel door dat er een nieuwe subdiscipüne ontstond, de farmacoche105 mie. Het is opvallend dat hij er naar streefde de inderdaad niet geheel juiste benaming 'medicinal chemistry' ook internationaal door de betere 'pharmacochemistry' te vervangen. Het deed hem veel deugd dat er in verschillende landen verenigingen of universitaire afdelingen met de naam farmacochemie worden aangeduid. Sinds 1946 was Nauta (buitengewoon) hoogleraar Organische Chemie aan de VU. Hij streefde er naar erkenning te vinden voor de nieuwe subdiscipline. Het duurde evenwel tot het midden van de jaren zeventig voordat het nieuwe vak werd erkend en sindsdien wordt farmacochemie op verscheidene Nederlandse universiteiten onderwezen. Nauta heeft altijd de grote betekenis ingezien van organisaties die een wetenschappelijk belang nastreven. Hij was een initiatiefnemer voor de oprichting van de Sectie Farmacochemie van de KNCV, maar ook van de European Federation for Medicinal Chemistry. Verder was hij zeer actief binnen de lUPAC en is lid van het bestuur van de KNCV geweest. De betekenis van Nauta is door velen erkend. De bijdragen van zijn groepen, zowel de Haarlemse als die van de Vrije Universiteit op het gebied van de klassieke antihistaminica, hebben grote betekenis gehad, niet alleen vanwege de betreffende verbindingen maar ook voor de ontwikkeling van studie op het gebied van de structuur-activiteit relaties in het algemeen. Een van zijn laatste grote activiteiten was zijn functie van Editor van de 'Pharmacochemistry Library Series'. Nauta kon intens genieten van erkenning, hoewel hij meer dan eens zei dat het natuurlijk was dat zijn goede voorstellen werden overgenomen. In feite wenste hij nooit te accepteren dat iemand hem tegenstreefde. De indruk dat Nauta een eigenzinnig mens was ontstond daardoor gemakkelijk, maar in directe contacten liet hij zich, weliswaar uitsluitend door goede argumenten en nooit snel, toch wel overtuigen. Met het overlijden van Nauta is weer iemand van de oude stempel van ons heengegaan. Inderdaad, hij kon zich ergeren aan bepaalde veranderingen in de structuur van de maatschappij, de universiteit in het bijzonder. Hij hield niet van laagjes vernis, maar stond een directe benadering voor. Bij hem geen drempels of een deftig bureau. Al in het begin van de jaren zestig, voor de 'democratisering', kon je bij hem als student met je lunch in het papieren zakje in je hand binnen lopen, om op zeer ongedwongen manier de voortgang van je werk te bespreken. De 'oude stempel' viel in dit opzicht nogal mee. De vakgroep Farmacochemie en de hele Subfaculteit Scheikunde van de Vrije Universiteit zullen zich de grote betekenis van Nauta voor de scheikunde in het algemeen en het vakgebied van de farmacochemie in het bijzonder met grote dankbaarheid blijven herinneren. Zijn nagedachtenis zal in hoge ere worden gehouden. H. Timmerman 106