E H B O W: E E R S T E HULP BIJ OPENBARE WERKEN H U I D I G E S TA N D VA N Z A K E N Uw voorraad uitverkopen .................................................................................................... 2 Stand van zaken Sociale maatregelen ................................................................................. 2 Uitstel van betaling RSZ-bijdragen voor een (of meer) kwartaal ...................................... 2 Persoonlijke sociale bijdragen zelfstandige ....................................................................... 2 Tijdelijke werkloosheid ...................................................................................................... 3 Stand van zaken Fiscale maatregelen ................................................................................. 3 Directe belastingen ............................................................................................................. 4 BTW ................................................................................................................................... 6 Gemeente- en provinciebelastingen ................................................................................... 6 Terugbetaling voorafbetaling ............................................................................................. 6 Initiatieven betreffende tegemoetkoming aan zelfstandige ondernemers die hinder ondervinden bij openbare werken. een overzicht ............................................................. 7 Inleiding ............................................................................................................................. 7 Inkomenscompensatievergoeding voor zelfstandigen die het slachtoffer zijn van hinder ten gevolge van werken op het openbaar domein .............................................................. 7 Decreet houdende een toekenning van een rentetoelage voor ondernemingen die lijden onder de verstoorde bereikbaarheid ten gevolge van hinder door openbare werken ......... 9 Besluit van de Vlaamse regering betreffende bepaalde procedurele aspecten van de waarborgregeling voor kleine en middelgrote ondernemingen die hinder ondervinden als gevolg van openbare werken. ........................................................................................... 11 UW VOORRAAD UITVERKOPEN Als uw ‘handelsactiviteit door overmacht aanzienlijk wordt gehinderd’, mag u volgens de handelspraktijkenwet uw voorraad uitverkopen. Opgelet: u mag enkel uitverkopen als uw commerciële activiteiten worden geschaad (bv. indien werken de toegang tot uw winkel of opslagplaats geheel of gedeeltelijk afsluiten). Als u een uitverkoop wil houden, moet u de Federale Overheidsdienst Economie hiervan per aangetekende brief verwittigen. Deze brief moet onder meer volgende gegevens bevatten: het motief van het voornemen om uit te verkopen (bv. openbare werken verhinderen de toegang tot de winkel), de begindatum van de uitverkoop, het handelsregisternummer, het adres van de uitverkoop. Bovendien moet het ingeroepen motief worden bewezen, bv. aan de hand van een attest van de gemeente of politie waarin wordt bevestigd dat er effectief openbare werken worden uitgevoerd. Info: FOD Economie – Regulering en Organisatie van de Markt – afdeling Handelsreglementering, North Gate III, Koning Albert IIlaan 16, 1000 Brussel. Tel (02) 206 51 89, Fax. (02) 206 57 71 Website: www.mineco.fgov.be (uitverkoop) STAND VAN ZAKEN UITSTEL SOCIALE VAN BETALING MAATREGELEN RSZ-BIJDRAGEN VOOR EEN (OF MEER) KWARTAAL De getroffen werkgevers kunnen in geval van overmacht een uitstel van betaling voor de storting van de werkgevers- en werknemersbijdragen vragen aan de RSZ . PERSOONLIJKE SOCIALE BIJDRAGEN ZELFSTANDIGE Commissie vrijstelling sociale bijdragen zelfstandigen Getroffen zelfstandigen kunnen, als zij in een behartenswaardige situatie verkeren, vrijstelling vragen om sociale zekerheidsbijdragen te betalen. U moet deze vrijstelling per aangetekend schrijven aanvragen bij uw sociaal verzekeringsfonds (SVMB). Dit fonds zal u vervolgens een formulier bezorgen waarin u uw financiële toestand moet toelichten en waarbij u de nodige bewijsstukken moet voegen. Nadien beoordeelt een commissie bij het Ministerie van Middenstand uw aanvraag. U kan tot vier kwartalen vrijstelling bekomen. U behoudt na vrijstelling alle sociale rechten, uitgezonderd van het recht op pensioen voor de vrijgestelde kwartalen. 2 Afbetalingsplan Als een aanvraag tot vrijstelling niet aangewezen is (bv. omdat u uw pensioenrechten niet wil verliezen), dan kan u ook een afbetalingsakkoord sluiten met uw sociaal verzekeringsfonds. Na het afbetalingsakkoord te hebben uitgevoerd, kan u een aanvraag tot kwijtschelding van de verhogingen indienen. Een afbetalingsplan kan per gewone brief aangevraagd worden. TIJDELIJKE WERKLOOSHEID Als er om economische redenen onvoldoende werk is voor uw arbeiders (bijvoorbeeld door een tijdelijke onbereikbaarheid van uw zaak) kan u, mits het naleven van bepaalde formaliteiten, een regeling van tijdelijke werkloosheid invoeren. Uw arbeiders blijven dan verder in dienst, maar hun arbeidsovereenkomst wordt tijdelijk volledig of gedeeltelijk geschorst. Zo vermijdt u dat u mensen moet ontslaan. Om voor uw bedienden een gelijkaardige regeling te bekomen, zal u echter moeten aantonen dat u hen om redenen van overmacht tijdelijk niet kan tewerkstellen. Openbare werken worden echter meer en vlotter aanvaard als dergelijk geval van overmacht. Aangezien er echter voor bepaalde sectoren afwijkingen van de algemene wettelijke regeling, neemt u best vooraf contact op met uw sociaal secretariaat of met de RVA. Zij zullen u verder helpen met de aanvraag en de correcte invulling van de noodzakelijke formulieren. Info: uw erkend sociaal secretariaat of bij de RVA, Werkloosheidsbureau, Keizerslaan 7, 1000 Brussel, Tel. (02) 515 41 11, Fax. (02) 514 11 06, website www.rva.fgov.be . STAND VAN ZAKEN FISCALE MAATREGELEN Overmacht of onvoorzienbare omstandigheden onafhankelijk van de wil van de zelfstandige ondernemer (brand, overstroming, hinder door werken, faillissement van een grote klant) kunnen leiden tot (tijdelijke) liquiditeitsproblemen. Fiscale tegemoetkomingen of uitkeringen werden niet voorzien in de wetgeving voor deze omstandigheden. Wel bestaat de mogelijkheid om een verzoek te richten aan de fiscale administratie (ontvanger directe belastingen of gewestelijke directeur BTW), waardoor nalatigheidinteresten kunnen worden kwijtgescholden. In de praktijk komt deze maatregel neer op een toelating of een administratieve tolerantie om later te betalen (gemak van betaling). 3 DIRECTE BELASTINGEN Art. 417 van het Wetboek Inkomstenbelasting (WIB) bepaalt dat de directeur der belastingen, onder door hem bepaalde voorwaarden, in bijzondere gevallen vrijstelling mag verlenen voor al de nalatigheidinteresten of een deel ervan. In de administratieve commentaar (Com.IB nr. 417/7) wordt door de Administratie der directe belastingen herhaald dat - aangezien de tekst van de wet geen enkele aanwijzing geeft nopens de interpretatie van het begrip « de bijzondere gevallen » - de verklaring ervan in de eerste plaats moet worden gezocht in de voorbereidende werkzaamheden van art. 28, § 1 van de Wet van 20 augustus 1947 (BS, 28 augustus 1947) die deze bepaling in de wetgeving aangaande de inkomstenbelastingen heeft ingevoegd. Zo leest men in de Memorie van Toelichting van voornoemde Wet van 20 augustus 1947 (Gedr. St., Kamer, 1946-47, 23 en 24) : (...) “Op verzoek van de belastingplichtigen die in een moeilijke financiële toestand verkeren, verleent de Administratie in het algemeen gemak voor de vereffening van de belastingschuld indien de belangen van de schatkist geen gevaar lopen.” De Raad van State heeft dan weer geoordeeld dat bedoelde Memorie van Toelichting niet in enge zin mag worden geïnterpreteerd en dat er, naast de betalingsmoeilijkheden van de belastingschuldige, ook nog andere omstandigheden bestaan die beantwoorden aan het begrip « in bijzondere gevallen ». Zo werd in het arrest van 29 juni 1965 inzake NV SICO (arrest nr. 11369, Verzameling arresten en adviezen van de R.v.St., 1965, 753 ; Pas., 1966, IV, 33) geponeerd dat het begrip « in bijzondere gevallen » niet enkel impliceert dat de belastingplichtige het faillissement of het kennelijk onvermogen nabij moet zijn, maar dat enige soepelheid geboden is opdat rekening zou kunnen worden gehouden met allerlei ongelukkige omstandigheden. Wanneer de vergelijking gemaakt wordt met de BTW-wetgeving dient ook daar vastgesteld te worden dat de Administratie van de BTW geoordeeld heeft dat de gewestelijke directeur naast een nakend faillissement of kennelijk onvermogen van de betrokken ondernemer, ook nog in andere bijzondere en ongelukkige omstandigheden de nalatigheidinteresten geheel of gedeeltelijk kan kwijtschelden. Deze bijzondere en ongelukkige omstandigheden kunnen zich onder meer in de navolgende gevallen voordoen: 1° bij klaarblijkelijke onherstelbare overbelasting. In dit geval kunnen de nalatigheidinteresten kwijtgescholden of verminderd worden tot beloop van de geleden schade. In principe kan geen kwijtschelding of vermindering meer worden verleend na de volledige betaling van de vordering; 4 2° inzake een schuldvordering die in opschorting wordt gehouden wegens het onvermogen van de schuldenaar, in afwachting dat hij opnieuw solvabel wordt. De nalatigheidinteresten die lopen tijdens deze periode van opschorting kunnen geneutraliseerd worden; 3° bij inbreuken die geen nadeel berokkenen aan de Schatkist; 4° ingevolge de fout van de Administratie of door overmacht waardoor de belastingschuldige zijn belastingverplichtingen niet kan voldoen; 5° inzake een vordering die om een grondige reden betwist wordt en waarbij de beslissing van de Administratie omtrent het geschil, wegens omstandigheden die onafhankelijk zijn aan de wil van de belastingplichtige, zeer lang op zich laat wachten. In dit geval kunnen de nalatigheidinteresten die gelopen zijn tussen het tijdstip dat een beslissing had kunnen genomen zijn en de effectieve beslissing, worden geneutraliseerd. De nalatigheidinteresten die blijven doorlopen tijdens een gerechtelijke procedure komen echter niet in aanmerking voor kwijtschelding of vermindering ; 6° met betrekking tot instellingen of organismen die uitsluitend of in hoofdzaak leven van subsidies of van toelagen vanwege de openbare machten en die aantonen dat deze subsidies of tussenkomsten niet werden betaald of met vertraging werden toegekend, voor zover die instellingen of organismen daardoor in een toestand worden gebracht die gelijk te stellen is met overmacht. Uit voorgaande overwegingen moet worden afgeleid dat de Gew.dir. bij de beoordeling van de verzoeken om vrijstelling van nalatigheidintresten over een zeer ruim appreciatierecht beschikt en zijn beslissingen tot gehele of gedeeltelijke vrijstelling van interesten op andere motieven mag steunen dan deze vermeld in de memorie van toelichting bij de W 20.08.1947, voor zover deze motieven wettelijk toelaatbaar zijn en als bijzondere omstandigheden kunnen worden aangezien. Een beslissing houdende vrijstelling van nalatigheidintresten die om humanitaire of andere redenen wordt genomen valt derhalve binnen een strikte toepassing van de wet. Bijgevolg adviseert UNIZO getroffen ondernemers een individueel gemotiveerd verzoekschrift tot gemak van betaling en vrijstelling van nalatigheidsintresten aan de bevoegde ontvanger der directe belastingen te richten die elke zaak in het licht van de feitelijke omstandigheden zal onderzoeken. Ongelukkige omstandigheden zoals bijvoorbeeld openbare werken kunnen aanleiding zijn voor een natuurlijk persoon om aan de directeur der belastingen het onbeperkt uitstel van de invordering te verzoeken (artikel 413 bis WIB) 5 BTW Ook voor de BTW bestaat een gelijkaardige bepaling als inzake directe belastingen. Volgens art. 84 bis van het Wetboek BTW (WBTW) mag de bevoegde gewestelijke directeur van de belastingen over de toegevoegde waarde, registratie en domeinen, onder hem bepaalde voorwaarden, in bijzondere gevallen vrijstelling verlenen voor alle (nalatigheids)interesten of een deel ervan. Niet-betaalde, vervallen nalatigheidschulden n.a.v. een laattijdige maandelijkse of driemaandelijkse BTW-betaling, kunnen dus op aanvraag van de ondernemer kwijtgescholden worden. Het gaat wel niet om de teruggave van regelmatig geïnde interesten, want dit zou de fiscus tot een uitgaven verplichten waarvoor geen juridische grond bestaat. Ook toekomstige nalatigheidinteresten kunnen in principe niet worden kwijtgescholden. Met het oog op een evaluatie van een eventuele gehele of gedeeltelijke vrijstelling van interesten inzake BTW door de gewestelijke directeur, wordt in de eerste plaats teruggegrepen naar de inzake directe belastingen heersende opvatting waarvan de draagwijdte terug te vinden is in enerzijds de Memorie van Toelichting en anderzijds de door de Raad van State gehuldigde principes. Dus ook hier raadt UNIZO aan een individueel gemotiveerd verzoekschrift te richten aan de bevoegde ontvanger van de BTW. GEMEENTE- EN PROVINCIEBELASTINGEN Volgens artikel 12 van de wet van 24 december 1996 betreffende de vestiging en de invordering van de provincie- en gemeentebelastingen, zijn de principes opgenomen in het WIB omtrent de invordering van de belastingen en de interesten tevens van toepassing op de gemeentebelastingen (voor zover zij niet de belastingen op de inkomsten betreffen). De regeling van art. 417 WIB met het gemak van betaling en de mogelijke kwijtschelding van nalatigheidinteresten op aanvraag is dus ook van toepassing wanneer de ondernemer een aanslagbiljet in de bus krijgt voor een specifieke gemeente- of provinciebelasting. De aanvraag wordt dan gericht aan de gemeenteontvanger. TERUGBETALING VOORAFB ETALING Wanneer een onderneming problemen kent omwille van openbare werken, kan een terugbetaling van voorafbetaling worden gevraagd. De aanvragen moeten schriftelijk gericht worden aan de Dienst Voorafbetalingen, Financietoren, Kruidtuinlaan 50, bus 33, te 1010 Brussel. Een verklaring op eer waarbij de onderneming heeft bevestigd schade te hebben 6 geleden, moet bij de aanvraag om terugbetaling worden gevoegd. Die verklaring moet ook meeondertekend zijn door een ontvanger, een erkend boekhouder of een accountant. INITIATIEVEN BETREFFE NDE TEGEMOETKOMING AAN ZELFSTANDIGE ONDERNEMERS DIE HINDER ONDERVINDEN BIJ OPENBARE WERKEN. EEN OVERZICHT INLEIDING Op verschillende niveaus zijn oplossingen uitgewerkt om zelfstandige ondernemers die lijden onder de hinder bij openbare werken, tegemoet te komen. De wet ‘inkomenscompensatievergoeding’ voorziet een schadevergoeding voor de erg getroffen ondernemingen die zelfs tijdelijk moeten sluiten. Het decreet betreffende een rentetoelage voor ondernemingen die lijden onder de verstoorde bereikbaarheid ten gevolge van hinder door openbare werken, reikt de ondernemers een oplossing aan voor tijdelijke liquiditeitsproblemen. Samen met een specifieke waarborgregeling moeten deze voorstellen een samenhangend geheel vormen. Een overzicht: INKOMENSCOMPENSATIEVE RGOEDING SLACHTOFFER ZIJN OPENBAAR DOMEIN VAN HINDER VOOR ZELFSTANDIGEN DIE TEN GEVOLGE VAN WERKEN OP HET HET Zelfstandige ondernemers die door openbare werken de deuren moeten sluiten, kunnen voortaan een aanvraag doen voor een inkomenscompensatievergoeding. Deze vergoeding bedraagt 44,2 euro per dag dat de onderneming de deuren moet sluiten. De wet en haar (zeven !!) uitvoeringsbesluiten zijn allen gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. UNIZO zet voor u alles op een rij: Voor wie? De maatregel richt zich tot kleine ondernemingen (minder dan 10 werkzame personen, jaarlijks omzetcijfer of balanstotaal lager of gelijk aan € 2 miljoen) met als hoofdactiviteit de rechtstreekse of onrechtstreekse verkoop of het aanbieden van diensten aan consumenten of kleine gebruikers, waarbij een rechtstreeks en persoonlijk contact vereist is, dat, in normale omstandigheden, plaats vindt binnen de muren van een gebouwde inrichting. Deze ondernemingen dienen erkend te worden als slachtoffer van hinder tengevolge van werken op het openbaar domein. Er zal sprake zijn van hinder indien het verder open houden van de zaak uit operationeel oogpunt geen enkel nut heeft. De onderneming moet minstens 14 dagen sluiten. 7 De inkomenscompensatievergoeding is bestemd voor alle zelfstandigen werkzaam in de onderneming, met inbegrip van de meewerkende partners. Binnen eenzelfde zaak kunnen dus meerdere zelfstandigen de vergoeding genieten. Welk bedrag? De compensatievergoeding bedraagt € 44,2 per kalenderdag voor elke zelfstandige van een gehinderde inrichting. De vergoeding wordt gestort voor de ganse duur van de hinder. Het is een belastbare vergoeding. Hoe? Stap 1: 14 tot 30 dagen voor de aanvang van de werken brengt de gemeente alle verantwoordelijken van de betrokken ondernemingen op de hoogte dat er werken met mogelijke hinder zullen aanvangen. Stap 2: De verantwoordelijke van de onderneming vraagt aan de gemeente een attest van hinder aan. Dit attest bewijst dat er werken aan de gang zijn of zullen plaats vinden en dat deze werken hinder teweegbrengen voor de onderneming. De gemeente antwoordt binnen de 7 dagen. Het attest zal automatisch afgeleverd worden door de gemeente als er reglementair ingerichte parkeerplaatsen ontbreken in de straat waar de zaak zicht bevindt of binnen een straal van 100m rond de zaak, als de straat wordt afgesloten voor het doorgaand verkeer in één of beide richtingen. Afgezien van deze gevallen, dient de gemeente de opportuniteit voor het afleveren van het attest geval per geval te onderzoeken. Binnen 7 dagen volgend op de indiening van de aanvraag levert de gemeente het attest af. Bij gebrek hieraan wordt de gemeente geacht het bestaan van de hinder bevestigd te hebben. Stap 3: De verantwoordelijke van de onderneming, in het bezit van het attest van de gemeente, dient bij het Participatiefonds een aanvraag tot erkenning als gehinderde inrichting in. Opgelet : het attest van de gemeente betekent niet dat de onderneming als "gehinderd" wordt beschouwd. Om deze erkenning te bekomen : moet de zaak gedurende minstens 14 dagen gesloten worden en mogen de zelfstandigen geen enkele activiteit uitoefen heeft het openhouden van de zaak geen enkele zin op operationeel gebied. 8 Er dient een termijn van minstens 14 kalenderdagen in acht te worden genomen tussen het verzenden van de aanvraag en de sluiting van de zaak. Het Participatiefonds zal uiterlijk binnen de 30 dagen volgend op de datum van de aanvraag een antwoord verstrekken. Stap 4: De zelfstandigen van de gehinderde inrichting dienen een vergoedingsaanvraag in bij het Participatiefonds. Het Participatiefonds zal maandelijkse stortingen doen aan de zelfstandigen van de gehinderde inrichtingen. Coördinaten van het Participatiefonds: De Lignestraat 1, 1000 Brussel, telnr. 02/210.87.91, e-mail : [email protected] DECREET HOUDENDE EEN TOEKENNING VAN EEN RENTETOELAGE VOOR ONDERNEMINGEN DIE LIJDEN ONDER DE VERSTOORDE BEREIKBAARHEID TEN GEVOLGE VAN HINDER DOOR OPENBARE WERKEN Situering Deze maatregel biedt een oplossing voor de tijdelijke cash-flow problemen van de ondernemers tengevolge van een dalende omzet. Door het toekennen van een rentetoelage voor aangegane kredieten bij een erkende kredietinstelling worden de ondernemers verlicht bij de terugbetaling van de lening. De hoogte van de rentetoelage wordt beperkt enerzijds door 80% van de totale rentekosten te subsidiëren en anderzijds door de tussenkomst te begrenzen tot 4% van het geleende bedrag. Op deze manier wordt de onderneming gestimuleerd om de meest voordelige lening te bekomen bij een kredietinstelling. Het decreet werd aangenomen in de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement van 5 juli 2006. De uitvoeringsbesluiten zijn nog niet opgemaakt en verschenen. Samenvatting op basis van het decreet Kleine en middelgrote ondernemingen in het Vlaamse Gewest die beschikken over ruimtes die bestemd en toegankelijk zijn voor de eindgebruikers en die die ruimtes daartoe daadwerkelijk aanwenden en die te kampen hebben met een verstoorde bereikbaarheid tengevolge van hinder door openbare werken komen in aanmerking voor de toekenning van een rentetoelage. De verstoorde bereikbaarheid houdt in dat de toegang voor de klanten en de leveranciers tot de ruimtes wordt belemmerd of verhinderd. De verstoorde bereikbaarheid moet worden aangetoond op de wijze die door de Vlaamse Regering bepaald wordt (Besluit!). De Vlaamse Regering bepaalt tevens de parameters om deze verstoorde bereikbaarheid te definiëren (Besluit!). 9 Om in aanmerking te komen voor een rentetoelage moet de KMO kunnen bewijzen in het laatste kwartaal een effectief omzetverlies te hebben geleden in vergelijking met het gemiddelde van de laatste vier kwartalen of, in voorkomend geval, het gemiddelde van het aantal kwartalen dat de KMO reeds actief is indien dit minder is dan vier, ten gevolge van openbare werken in de nabijheid van een of meerdere van haar exploitatiezetels en het omzetverlies kan redelijkerwijs niet toegeschreven worden aan andere oorzaken dan aan die openbare werken. De Vlaamse Regering zal de modaliteiten voor het bewijzen van dit effectief geleden omzetverlies vastleggen (Besluit!). De regering legt ook het procentueel te bewijzen omzetverlies vast zonder dat dit lager mag zijn dan 30% (Besluit!). De Vlaamse Regering kan een rentetoelage toekennen aan kleine en middelgrote ondernemingen binnen de perken van de begrotingskredieten en onder de voorwaarden van de minimis-verordening, van dit decreet en van de uitvoeringsbesluiten. De rentetoelage bedraagt maximaal 80% van de totale rentekosten en 4% van het geleende bedrag. Het percentage van 80% kan door de Vlaamse Regering worden verhoogd bij een extreme duurtijd van de werken. Bij sterk dalende of stijgende rentevoeten kan de Vlaamse Regering het percentage van 4% aanpassen. De rentetoelage van het Vlaamse Gewest wordt alleen toegekend voor kredieten die aan de volgende voorwaarden voldoen: 1. het krediet is verleend door een kredietinstelling op basis van een financieringsovereenkomst; 2. het krediet kan dienen voor de financiering van het bedrijfskapitaal en ter herfinanciering van schulden op korte termijn, zijnde de schulden op minder dan een jaar of die jaarlijks hernieuwbaar zijn, aan Belgische of buitenlandse kredietinstellingen die volgens de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen gerechtigd zijn in België kredieten te verstrekken; 3. de hoofdsom van het krediet bedraagt ten minste 5000 euro en maximaal 500.000 euro; 4. extra voorwaarden, die eventueel worden bepaald door de Vlaamse Regering (Besluit!). De rentetoelage wordt voor een periode van maximaal vijf jaar toegekend. Indien de ontlener een uitstel van terugbetaling van het krediet krijgt van de kredietinstelling, kan die periode verlengd worden met een maximum van drie jaar. De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen van terugvordering, de termijnen waarbinnen de feiten die aanleiding geven tot terugvordering zich moeten voordoen en de intrestvoet die in dat geval verschuldigd is (Besluit!!. De datum van inwerkingtreding is niet bepaald in het decreet en wordt bij uitvoeringsbesluit vastgelegd (Besluit!). 10 De zinsneden gemarkeerd met een ‘(Besluit!)’ noodzaken nog verdere uitwerking door de minister. BESLUIT VAN DE VLAAMSE REGERING BETR EFFENDE BEPAALDE PROCEDURELE ASPECTEN VAN DE WAARBORGREGELING VOOR KLEINE EN M I D D E L G R O T E O N D E R N E M I N G E N DIE HINDER ONDERVINDEN ALS GEVOLG VAN OPENBARE WERKEN. Inleiding Als ondernemer stapt u voor de financiering van uw investeringen doorgaans naar de bank. U moet daar een sterk dossier kunnen voorleggen. U zult de bank moeten overtuigen van de slaagkansen van uw project en voldoende zekerheden moeten bieden. Het kan gebeuren dat de bank gelooft in uw project, maar u toch geen krediet kan toekennen, omdat er een gebrek aan zekerheden is. Slecht nieuws voor uw onderneming, want u kunt uw investeringsproject, of een gedeelte daarvan, niet uitvoeren. Als de bank u geen krediet kan verlenen, enkel en alleen omdat u onvoldoende zekerheden kunt bieden, is er een goed alternatief. Vraag uw bank om een beroep te doen op de nieuwe Waarborgregeling van PMV-kmo. Met de nieuwe Waarborgregeling stelt de Vlaamse overheid zich borg voor een deel van het krediet dat u nodig hebt. Daardoor verlaagt het risico voor uw bank en verhoogt uw kredietwaardigheid. De hoogte van de waarborg is afhankelijk van uw kredietbehoefte en uw tekort aan zekerheden. Voor KMO's die hinder ondervinden van openbare werken gelden soepeler voorwaarden. Wie komt in aanmerking? Om van de Waarborgregeling te kunnen genieten, moet uw onderneming een KMO zijn. Een KMO wordt gedefinieerd als een onderneming: met minder dan 250 werknemers; waarvan ofwel de jaaromzet niet hoger is dan 50 miljoen EUR, ofwel het balanstotaal niet hoger is dan 43 miljoen EUR; en die voldoet aan een vastgelegd zelfstandigheidscriterium. Dat wil zeggen dat de geconsolideerde cijfers, ingeval er een deelnemingsrelatie bestaat met andere ondernemingen van 25 % of meer van het kapitaal of de stemrechten, moeten voldoen aan bovenvermelde criteria. Een groter aandeelhouderschap door risicokapitaalmaatschappijen, universiteiten of onderzoekscentra zonder winstoogmerk, is evenwel toegestaan. 11 Waarvoor kan ik de financiering gebruiken? 1. De financiering moet leiden tot een investering in het Vlaamse Gewest. 2. De financiële middelen mogen niet gebruikt worden om achterstallige of reeds bestaande schulden te betalen. 3. Ten minste twee derde van het bedrag dat u ontvangt, moet op lange termijn (minstens 1 jaar) worden aangewend. Dat wil zeggen dat niet meer dan één derde van het bedrag binnen het jaar terugbetaalbaar mag zijn. Wat zijn de voorwaarden van de waarborg? 1. Eénzelfde KMO kan via de Waarborgregeling van maximum 500.000 euro aan waarborgen gebruik maken (*). 2. De waarborg kan betrekking hebben op ten hoogste 75 % van het bedrag van uw krediet. 3. Voor de waarborg moet er een éénmalige premie betaald worden. De premie wordt berekend in functie van de omvang en de looptijd van de waarborg. 4. De waarborg heeft een aanvullend karakter en komt bovenop de andere zekerheden die de bank u vraagt. (*) Dat bedrag kan overschreden worden na grondig onderzoek door Waarborgbeheer nv en mits goedkeuring door de Vlaamse minister van Economie. Hoe wordt de premie berekend? De premie die moet betaald worden om gebruik te kunnen maken van de Waarborgregeling, wordt berekend volgens de volgende formule: Bedrag van de waarborg X duur van de waarborg in jaren X 0,5 % De premie moet in één keer betaald worden, nog voor de waarborg in werking treedt. 12 Wat als het fout loopt? Stel dat na enkele jaren het noodlot toeslaat en u uw krediet nier meer kan terugbetalen. Uw bank kan dan uw krediet opzeggen. In dat geval betaalt de Vlaamse overheid haar deel (max. 75 %) van het openstaande saldo. Dat wil echter niet zeggen dat u van uw schuld bevrijd wordt. De bank zal de andere waarborgen die u geboden heeft voor uw krediet, uitwinnen en zal de daaruit ontvangen bedragen doorstorten aan de Vlaamse overheid ten belope van het percentage dat gewaarborgd werd. Tot wie moet ik me richten? Uw bank is uw aanspreekpunt als u gebruik wenst te maken van de Waarborgregeling. De regeling wordt door nagenoeg alle banken aangeboden. De bank beslist of u bij de financiering van uw onderneming voor de Waarborgregeling in aanmerking komt. Een lijst van de banken die de Waarborgregeling aanbieden, vindt u elders op deze site in de rubriek "Deelnemende financiële instellingen". Welke zijn de voorwaarden voor KMO's die hinder ondervinden van openbare werken? Bij openbare werken zijn handelaars soms moeilijk bereikbaar. Daardoor lijden ze inkomensverlies en krijgen ze vaak moeilijk toegang tot bankkredieten. De Vlaamse Regering wil het hen gemakkelijker maken om die moeilijke periode te overbruggen en stelt daarom volgende voorwaarden: 1. Er moet geen premie betaald worden. 2. De overheidswaarborg kan gebruikt worden voor de financiering van bedrijfskapitaal of de herfinanciering van bankschulden op korte termijn. 3. Er moeten geen zekerheden worden geboden. 4. De handelaar moet de hinder als gevolg van openbare werken kunnen aantonen. Een handelaar wordt verondersteld hinder te ondervinden als zijn onderneming in het laatste kwartaal een omzetverlies van minstens 30 % heeft geleden in vergelijking met het gemiddelde van de laatste vier kwartalen voorafgaand aan de start van de openbare werken of, als de handelaar nog niet zo lang actief is, in vergelijking met het gemiddelde van de kwartalen waarin de handelaar reeds actief was voorafgaand aan de start van de openbare werken. De waarborgen die aan een krediet worden gekoppeld, hebben een looptijd van maximaal 5 jaar. De aanvraag tot het bekomen van een overheidswaarborg moet gebeuren binnen de 6 maanden na beëindiging van de wegenwerken. 13