Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Onderwijsinspectie Hendrik Consciencegebouw Koning Albert II-laan 15 1210 BRUSSEL [email protected] www.onderwijsinspectie.be Verslag over de doorlichting van de Hoofdstedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans te Brussel Hoofdstructuur dko directeur adres telefoon fax e-mail website/URL adres Instellingsnummer 49031 Instelling Hoofdstedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans Bruno DE JONGHE Fransmanstraat 118 - 1020 LAKEN 02-421.14.00 02-421.14.08 [email protected] www.hoofdstedelijkeacademie.be Bestuur van de instelling 960138 - Stad Brussel - Dep. Openbaar Onderwijs te BRUSSEL-STAD Anspachlaan 6 - 1000 BRUSSEL-STAD Dagen van het doorlichtingsbezoek 22/04/2013, 23/04/2013, 24/04/2013, 25/04/2013, 26/04/2013, 27/04/2013, 29/04/2013, 02/05/2013 Einddatum van het doorlichtingsbezoek 02/05/2013 Datum bespreking verslag met de instelling 13/06/2013 Samenstelling inspectieteam Inspecteur-verslaggever Luc Ponet Teamleden Rieka Hérie Hilde Quix Deskundige(n) behorend tot de nihil administratie Externe deskundige(n) nihil 49031 - Hoofdstedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans te Brussel 1 INHOUDSOPGAVE INLEIDING ........................................................................................................................................ 3 1. SAMENVATTING .................................................................................................................. 5 2. FOCUS VAN DE DOORLICHTING .................................................................................... 7 2.1 Opties/instrumenten in de focus.......................................................................................... 7 2.2 Procesindicatoren of -variabelen in de focus .................................................................... 7 3. VOLDOET DE ACADEMIE AAN DE ERKENNINGSVOORWAARDEN? .................... 8 3.1 muziek - ensemble/jazz & lichte muziek (graad: m h) ..................................................... 8 3.2 muziek - instrument gamba (graad: m) .............................................................................. 9 3.3 muziek - instrument saxofoon (graad: l m) ...................................................................... 11 3.4 muziek - j.& l.m. elektrische gitaar (graad: m h) ............................................................. 12 3.5 muziek - koor (graad: m) .................................................................................................... 13 3.6 muziek - samenspel (graad: m) ......................................................................................... 14 3.7 muziek - samenzang (graad: l) .......................................................................................... 15 3.8 muziek - zang/jazz & lichte muziek (graad: m h) ............................................................ 17 3.9 woordkunst - algemene verbale vorming (graad: l) ........................................................ 18 3.10 woordkunst - drama (graad: m) ......................................................................................... 20 3.11 woordkunst - repertoirestudie woordkunst (graad: h) .................................................... 21 3.12 woordkunst - toneel (graad: m) ......................................................................................... 21 3.13 woordkunst - verbale vorming (graad: m) ........................................................................ 22 3.14 woordkunst - voordracht (graad: m h) .............................................................................. 22 3.15 woordkunst - welsprekendheid (graad: h)........................................................................ 23 3.16 dans - algemene artistieke bewegingsleer (graad: l) ..................................................... 24 3.17 dans - artistieke training (graad: l m h)............................................................................. 27 3.18 dans - dansinitiatie (graad: l) ............................................................................................. 29 4. BEWAAKT DE ACADEMIE DE EIGEN KWALITEIT? ................................................... 31 4.1 Professionalisering .............................................................................................................. 31 4.2 Materieel beheer .................................................................................................................. 32 4.3 Begeleiding ........................................................................................................................... 33 5. ALGEMEEN BELEID VAN DE ACADEMIE .................................................................... 34 6. STERKTES EN ZWAKTES VAN DE ACADEMIE .......................................................... 34 6.1 Wat doet de academie goed? ............................................................................................ 34 6.2 Wat kan de academie verbeteren? ................................................................................... 35 6.3 Wat moet de academie verbeteren? ................................................................................ 36 7. ADVIES ................................................................................................................................. 37 8. REGELING VOOR HET VERVOLG ................................................................................. 37 2 49031 - Hoofdstedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans te Brussel INLEIDING Dit verslag is het resultaat van de doorlichting van uw instelling1 door de onderwijsinspectie van de Vlaamse Gemeenschap. Het decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs van 8 mei 2009 geeft haar de opdracht hiertoe. Tijdens een doorlichting gaat de onderwijsinspectie na of de instelling de erkenningsvoorwaarden respecteert, of ze op systematische wijze haar eigen kwaliteit bewaakt en of ze zelfstandig de tekorten kan remediëren. Het advies in dit verslag heeft betrekking op alle erkenningsvoorwaarden uitgezonderd de voorwaarden betreffende hygiëne, veiligheid en bewoonbaarheid. Vanaf het schooljaar 2011-2012 vindt de controle op de erkenningsvoorwaarden betreffende bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne gelijktijdig met de doorlichting plaats. Deze controle op bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne resulteert in een afzonderlijk verslag. Alle verslagen worden gepubliceerd op www.doorlichtingsverslagen.be. Het referentiekader dat de onderwijsinspectie gebruikt bij een doorlichting is opgebouwd rond de componenten context, input, proces en output: • context: de omgevingskenmerken en de kenmerken van administratieve, materiële, bestuurlijke en juridische aard die de instelling karakteriseren • input: kenmerken van het personeel en van de leerlingen of cursisten van de instelling • proces: initiatieven die een instelling neemt om output te realiseren, rekening houdend met haar context en input • output: de resultaten die de instelling met haar leerlingen of cursisten bereikt. Meer info over het CIPO-referentiekader vindt u op www.onderwijsinspectie.be. De doorlichting bestaat uit drie fases: het vooronderzoek, het doorlichtingsbezoek en de verslaggeving. Tijdens het vooronderzoek selecteert de onderwijsinspectie de onderwijsdoelstellingen en de procesindicatoren of -variabelen die het inspectieteam onderzoekt tijdens het doorlichtingsbezoek. Tijdens het doorlichtingsbezoek verzamelt het inspectieteam bijkomende informatie via observaties, gesprekken en analyse van documenten. Het resultaat van de doorlichting is het doorlichtingsverslag. Het doorlichtingsverslag vangt aan met een voor het brede publiek toegankelijke samenvatting. Het vervolgt met een beschrijving van de doorlichtingsfocus. Tijdens een doorlichting zoeken de onderwijsinspecteurs een antwoord op drie onderzoeksvragen: • In welke mate voldoet de instelling aan de onderwijsdoelstellingen? (het erkenningsonderzoek) • In welke mate onderzoekt en bewaakt de instelling op een systematische manier de kwaliteit van de processen zodat deze bijdragen tot het bereiken/nastreven van de onderwijsdoelstellingen? (het kwaliteitsonderzoek) • Is er in de instelling een algemeen beleid dat het mogelijk maakt om zelfstandig tekorten weg te werken? (het onderzoek ‘algemeen beleid’) In drie hoofdstukken geeft de onderwijsinspectie een antwoord op deze vragen. 1 Instelling: onderwijsinstelling of CLB (Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs, artikel 2, 11°). Onderwijsinstelling: een pedagogisch geheel waar onderwijs georganiseerd wordt en waaraan een uniek instellingsnummer toegekend is (Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs, artikel 2, 13°). 49031 - Hoofdstedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans te Brussel 3 Om de kwaliteit van de processen in kaart te brengen gebruikt de onderwijsinspectie een kwaliteitswijzer. Het inspectieteam gaat met de kwaliteitswijzer na of de instelling bij haar activiteiten aandacht heeft voor • doelgerichtheid: welke doelen stelt de instelling voorop? • ondersteuning: welke ondersteunende initiatieven neemt de instelling om efficiënt en doelgericht te werken? • doeltreffendheid: worden de doelen bereikt en gaat de instelling dit na? • ontwikkeling: heeft de instelling aandacht voor nieuwe ontwikkelingen? Meer informatie over de kwaliteitswijzer vindt u eveneens op www.onderwijsinspectie.be. Wat de instelling goed doet, wat de instelling kan verbeteren en wat de instelling moet verbeteren komt aan bod bij ‘Sterktes en zwaktes van de instelling’. Het doorlichtingsverslag eindigt met een advies dat betrekking heeft op alle of op afzonderlijke structuuronderdelen van de instelling. De onderwijsinspectie kan drie adviezen uitbrengen: • een gunstig advies: het inspectieteam adviseert gunstig over de verdere erkenning van de instelling of van structuuronderdelen • een beperkt gunstig advies: het inspectieteam adviseert gunstig over de erkenning van de instelling of van structuuronderdelen als de instelling binnen een bepaalde periode voldoet aan de voorwaarden vermeld in het advies • een ongunstig advies: het inspectieteam adviseert om de procedure tot intrekking van de erkenning van de instelling of van structuuronderdelen op te starten. Bij een ongunstig advies beoordeelt de onderwijsinspectie bovendien of de instelling de vastgestelde tekorten zelfstandig kan wegwerken. Binnen een termijn van dertig kalenderdagen na ontvangst van het definitieve verslag informeert de directeur van de instelling leerlingen, ouders en/of cursisten over de mogelijkheid tot inzage. De directeur van het centrum voor leerlingenbegeleiding informeert de centrumraad. Binnen de dertig kalenderdagen na ontvangst moet de directeur van de instelling het verslag volledig bespreken tijdens een personeelsvergadering. Het bestuur van de instelling of zijn gemandateerde tekent het verslag voor gezien. Het bestuur stuurt het binnen dertig kalenderdagen na ontvangst terug naar de onderwijsinspectie en maakt eventueel melding van zijn opmerkingen. De instelling mag het verslag niet gebruiken voor publicitaire doeleinden. Meer informatie? www.onderwijsinspectie.be en www.doorlichtingsverslagen.be 4 49031 - Hoofdstedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans te Brussel 1. SAMENVATTING De hoofdstedelijke academie voor Muziek, Woord en Dans te Brussel onderscheidt zich op een eigen manier binnen het Vlaams kunstonderwijs. Brussel is een multiculturele wereldstad, waarbinnen de academie met vallen en opstaan een draagvlak tracht te creëren voor opleidingen in de podiumkunsten. De voorbije 10 jaar is het leerlingenaantal gestaag gegroeid tot 542 hoofdelijke leerlingen en meer dan 1.000 cursisten in 2011-2012. Voor Brussel en voor Vlaanderen is dit nog steeds een relatief kleine academie, maar wel een met een grote maatschappelijke relevantie. Door een grote geografische spreiding, en dit zonder een eigen, specifieke infrastructuur, worden heel verschillende bevolkingsgroepen aangesproken en aangetrokken, helaas met wisselend succes. De doorstroom van leerlingen binnen de graden verloopt moeizaam omdat het volgen van de lessen aan de academie vaak gekoppeld is aan de mogelijkheden van het studieaanbod in dezelfde dagschool. De effectieve doorstroom naar de hogere graad is minder dan 10% van het totale leerlingenaantal. Deze academie vervult een opdracht in het maatschappelijk en sociocultureel weefsel van de hoofdstad. Ze neemt de rol op zich van het deeltijds kunstonderwijs als brede school. Ook al is de academie aanwezig op zestien locaties, van in het hart van Brussel tot in Laken en in Haren, het studieaanbod blijft erg beperkt. Meerdere kunstvakken of disciplines worden op bepaalde plaatsen niet aangeboden in functie van de leervraag, maar wel omdat daar een lokaal of een zaal beschikbaar is. De omgekeerde wereld dus. Mede daardoor zijn de groei- en evolutiekansen van de academie in het algemeen, en van meerdere vakken in het bijzonder, beperkt. De academie staat integraal aan het begin van een ontwikkelingstraject. Tenminste, als ze daartoe de kans, de zuurstof, de hoogdringende infrastructuur, een sterke beleidsvisie en een gedegen aansturing krijgt. In de studierichting Muziek, met stijldifferentiaties klassiek, oude muziek en jazz (feitelijk pop & rock) voldoen de meeste vakken aan de erkenningsvoorwaarden. In de optie jazz en lichte muziek zijn er, ondanks goede, deskundige artiesten-leraars, twee tekorten voor onderwijskundige aspecten, nl. de ontwikkeling van leerprocessen in de opleidingen voor zang en voor ensemble/combo. Meer aandacht voor een duidelijk leertraject, voor artisticiteit, exactheid en instrumentbeheersing, en dit in relatie tot de graad of het niveau, is een conditio sine qua non. In de optie klassieke muziek is er effectief meer aandacht voor concrete leerdoelen, jaarplannen en leerprocessen. Het enthousiasme, de betrokkenheid en het samenhorigheidsgevoel in o.a. de cursus gamba is een voorbeeld van goede praktijk. De cursus saxofoon wordt té geïsoleerd (enkel in het centrum) aangeboden om een bredere doelgroep te kunnen aanspreken, net zoals dat het geval is voor o.a. elektrische gitaar (enkel in de Fransmanstraat in Laken). Samenzang wordt op meerdere plaatsen beoefend, in combinatie met de opleiding algemene muzikale vorming. Hier wordt de basis gelegd voor een ervaringsgerichte, muzische vocale cultuur, ook voor instrumentalisten. Participatie aan meerdere (grote) projecten werkt stimulerend voor de vocale opleidingen (zang klassiek, zang jazz & lichte muziek (jalm), samenzang, …) maar legt een hypotheek op de continuïteit en de kwaliteit van de leerplanrealisatie. De vakken samenspel, begeleidingspraktijk en koor (allen in de middelbare graad) worden selectief aangeboden, al naargelang de leslocatie. Dit hypothekeert de doorstroom en/of een bredere artistieke ontwikkeling voor meerdere leerlingen. De overgave en de betrokkenheid van meerdere geëngageerde leraars (voor theorie en voor praktijk) is desondanks ronduit treffend. In de studierichting Woord voldoet het vak algemene verbale vorming voor wat betreft de realisatie van de leerplandoelen, ondanks een zeer beperkte instroom en moeilijke infrastructurele omstandigheden. Voor het vak drama zijn er te weinig leerlingen om de leerplandoelstellingen te realiseren. De vakken toneel en verbale vorming zijn niet langer mogelijk, eveneens wegens een gebrek aan leerlingen. In de repertoirestudie worden de leerplandoelen gerealiseerd, evenals bij voordracht, waar er naast vertelplezier voldoende aandacht is voor de technische aspecten van het vak. Hetzelfde geldt voor de welsprekendheid in de hogere graad. De studierichting Dans heeft het kwalitatief en inhoudelijk moeilijk. In de vakken dansinitiatie en algemene artistieke bewegingsleer worden de leerplannen niet in alle klassen aangewend. Vakinhoudelijk is er te weinig aandacht voor de authenticiteit van het dansonderricht, noch voor output noch voor de leefwereld 49031 - Hoofdstedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans te Brussel 5 van de kinderen. Enkel in het vak artistieke training wordt in voldoende mate gewerkt aan de leerplandoelstellingen. Uit het kwaliteitsonderzoek blijkt dat de academie aan het begin van een ontwikkelingstraject staat. Er is geen nascholingsplan, ondanks voorziene nascholingsgelden waarmee professionalisering en deskundigheidsbevordering gestructureerd en gericht kunnen ondersteund worden met oog op rendement voor meerdere collega’s en zelfs voor de hele academie. Wat betreft het materieel beheer is er slechts één vaststelling: de globale infrastructuur voldoet niet. Er is geen centraal gelegen hoofdzetel, er zijn geen specifieke leslokalen, geen auditorium, onvoldoende administratieve ruimte voor directie en secretariaat, enzovoort. Een belangrijk deel van de dansinfrastructuur voldoet niet aan de regelgeving. Voor de woordafdeling gelden dezelfde zware infrastructurele tekorten als voor de studierichting Muziek. Nergens is toezicht voorzien, hetgeen de interne contacten en de administratieve controle gevoelig bezwaart. De academie mist een planmatig, doelgericht leiderschap dat aandacht heeft voor een doordacht personeelsbeleid, een goede, efficiënte communicatie en een effectieve, objectiveerbare kwaliteitsvisie. Een geactualiseerd artistiek pedagogisch project, waarbij wordt nagedacht over onderwijskundige evoluties, trends en actualisering van het kunstonderwijs, werd sedert de vorige doorlichting nog steeds niet ontwikkeld. Een globaal artistieke visie omtrent het ontwikkelen van, en het omgaan met jaarplannen, nascholing, horizontale en verticale samenhang, doorstroom, oriëntering en leerlingbegeleiding, evenals de koppeling van deze visie aan een evaluatiemethode annex digitale leerlingenfiches en rapportering, is dringend aan de orde. Wat betreft interne kwaliteitsbewaking moet de academie nog starten met het uitbouwen van een beleid voor interne kwaliteitszorg in al haar facetten. Er moet een duidelijk signaal komen omtrent een oplossing voor tekorten tegenover de regelgeving: WZB, infrastructuur, toezicht, nascholingsplan en correcte administratieve overdracht van ingerichte cursussen en lestijden. Pas dan kan een dynamiek ontwikkeld worden die de bereidheid, de know how en het engagement van het personeel kan aanwenden voor de ontwikkeling van een Brusselse academie ‘new style, new generation’. 6 49031 - Hoofdstedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans te Brussel 2. FOCUS VAN DE DOORLICHTING Op basis van het vooronderzoek en in het kader van een gedifferentieerde doorlichting heeft de inspectie opties/instrumenten en procesindicatoren/procesvariabelen geselecteerd voor onderzoek tijdens de doorlichtingsbezoeken. De resultaten van de controle op de erkenningsvoorwaarden betreffende bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne, vindt u terug in een afzonderlijk verslag 2.1 Opties/instrumenten in de focus Vak/Optie per studierichting muziek ensemble/jazz & lichte muziek (graad: m h) muziek instrument gamba (graad: m) muziek instrument saxofoon (graad: l m) muziek j.& l.m. elektrische gitaar (graad: m h) muziek koor (graad: m) muziek samenspel (graad: m) muziek samenzang (graad: l) muziek zang/jazz & lichte muziek (graad: m h) woordkunst algemene verbale vorming (graad: l) woordkunst drama (graad: m) woordkunst repertoirestudie woordkunst (graad: h) woordkunst toneel (graad: m) woordkunst verbale vorming (graad: m) woordkunst voordracht (graad: m h) woordkunst welsprekendheid (graad: h) dans algemene artistieke bewegingsleer (graad: l) dans artistieke training (graad: l m h) dans dansinitiatie (graad: l) 2.2 Procesindicatoren of -variabelen in de focus Pe rsone e l Profe ssiona lise ring Deskundigheidsbevordering Logistie k M a te rie e l be he e r Infrastructuur W e lzijn Veiligheid Gezondheid en hygiëne Milieu Onde rw ijs Be ge le iding Leerbegeleiding De resultaten van de controle op de erkenningsvoorwaarden betreffende bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne, vindt u terug in een afzonderlijk verslag. 49031 - Hoofdstedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans te Brussel 7 3. VOLDOET DE ACADEMIE AAN DE ERKENNINGSVOORWAARDEN? Het onderzoek naar het voldoen aan de erkenningsvoorwaarden levert voor de geselecteerde opties/instrumenten het volgende op: 3.1 muziek - ensemble/jazz & lichte muziek (graad: m h) Voldoet niet Motivering De leerplandoelstellingen worden niet bereikt. Specifieke jaarplannen ontbreken. Een daadwerkelijk leertraject, als proces, met concrete handvaten, leerdoelstellingen en een daarop afgestemde evaluatieprocedure ontbreekt eveneens. Vaststellingen 8 de Outputgegevens Leerprestaties Outcomes Vervolgonderwijs Tevredenheid De optie jazz & lichte muziek voltooit momenteel haar 10 jaar. Tijdens het schooljaar 2011-2012 volgden 21 leerlingen deze optie. De instroom van leerlingen is zeer divers qua leeftijd en vooropleiding. Dit zorgt voor erg heterogene groepen, combo’s en ensembles. Het studieaanbod is nog erg basic maar gericht op complementariteit: piano, sax, zang, elektrische gitaar, bas en drums. Behalve voor elektrische gitaar (26,08%) en basgitaar (4,34%) is de instroom beter dan het Vlaams gemiddelde. Voor beide vakken is dat Vlaams gemiddelde respectievelijk 37,97% en 9,68%. Er is geen gerichte, anticiperende basisopleiding voorzien via de lagere graad, behalve voor AMV en sax (klassiek). Kwantitatief valt er in de j&lm geen tendens noch een statistische lijn te bespeuren. De leerlingenaantallen zijn eerder wispelturig. Kwalitatief zijn er enkele positieve uitschieters en jonge talenten. De meerderheid van de leerlingen staat echter aan het begin van een leertraject, waardoor het niveau van ensemblespel, afwerking en evolutie zeer relatief is. De tevredenheid van de leerlingen vertaalt zich niet steeds in trouwheid aan de academie, gezien een regelmatig leerlingenverloop en een eerder zwakke doorstroom. Dit laatste is vanzelfsprekend ook gekoppeld aan het fenomeen ‘volwassenen/multi-culturaliteit/ beschikbaarheid omwille van professionele redenen’. Het musiceerplezier tijdens regelmatige optredens her en der in Brussel, en het enthousiasme bij de ‘entourage’ zijn treffend. De betrokkenheid van enkele voortreffelijke leraars-jazzmusici is groot. Onderwijsaanbod Referentiekader planning Evenwichtig en volledig Verticale en horizontale samenhang Klasmanagement Actief en constructief leren Een jaarplan met duidelijke leerdoelen zoals verwacht vanuit het minimumleerplan is niet beschikbaar. De geloofwaardigheid voor een overtuigend leertraject in functie van erkend kunstonderwijs wordt daardoor zwaar op de proef gesteld. Door een gebrek aan een evenwichtig en volledig studieplan, verticaal en horizontaal afgestemd op het geheel van de opleiding , is het niveau en de kwaliteit zeer relatief en niet definieerbaar. Het klasmanagement is beperkt tot de agenda. Door een gebrek aan foutendetectie en –analyse, gevolgd door correctie kan jammer genoeg geen sprake zijn van actief en constructief leren. Er dient absoluut meer aandacht te gaan naar het onderwijskundig aspect van de geboden opleiding: het leertraject met leerdoelen en leerresultaten. Hierin onderscheidt het kunstonderwijs zich van het louter musiceren ‘for the fun’, oftewel muziekeducatie. In een aantal klassen wordt het Nederlands als instructietaal onvoldoende beheerst. 49031 - Hoofdstedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans te Brussel 3.2 Onderwijsorganisatie Onderwijstijd Groeperingsvormen De groepssamenstelling gebeurt a rato van de beschikbaarheid van de betrokkenen. Dit leidt niet altijd tot evenwichtige ensembles. Zo valt bijvoorbeeld een combo met een pianist(e), een drummer, twee contrabassisten en een basgitarist niet meteen evenwichtig te noemen. De onderwijstijd wordt gerespecteerd. Uitrusting Leermiddelen en ICT Logistiek De academie voorziet naar best vermogen in voldoende middelen in functie van de opleiding. Zo zijn instrumenten en geluidsversterking in voldoende mate beschikbaar. Digitale leermiddelen als internet en een klas-PC, evenals een professionele, vaste geluidsinstallatie ontbreken. Infrastructuur Het lokaal in de hoofdschool is compleet ontoereikend voor een efficiënte werking in functie van de verwachte leerdoelstellingen: te klein, onverlucht en naast leslokaal uit pure noodzaak tevens in gebruik als stockageruimte en archief. Evaluatiepraktijk Evenwichtig/representatief Valide Betrouwbaar Formeel voldoet de evaluatie, maar de validiteit tegenover de leerplandoelstellingen is niet traceerbaar. Een specifieke, ondersteunende en oriënterende evaluatieprocedure, in evenwicht met, en gekoppeld aan te verwerven kennis en vaardigheden (de leerdoelen) ontbreekt. De op schoolniveau gepropageerde vorderingsplannen zijn voor de opleiding ‘ensemble’ niet relevant. De evaluaties via de opvolgfiche zijn onvoldoende genuanceerd. Leerbegeleiding Zorgzaam en uitdagend Leerlingvolgsysteem Vanuit artistiek-pedagogisch standpunt krijgen de leerlingen foute referentiekaders aangereikt (zie o.a. onder Onderwijsaanbod). Een zorgzame en uitdagende attitude als een dynamische motivatie en ondersteuning voor een leerling- en ontwikkelingsgericht evolutieproces, een kwaliteitbevorderende leerbegeleiding en een passende oriëntering ontbreekt vooralsnog. muziek - instrument gamba (graad: m) Voldoet Motivering Een relatief uitgebreide klas, een goede doorstroom tussen de graden en een degelijke artistiekpedagogische aanpak dewelke op een uitstekende methodisch-didactische wijze wordt vertaald naar kwaliteit op elk niveau, dragen bij tot een succesvolle cursus. De leerdoelen worden op een efficiënte manier nagestreefd en bereikt. Het musiceerplezier is groot, net als het engagement van zowel de leraar als de leerlingen. Vaststellingen Outputgegevens Leerprestaties Outcomes Vervolgonderwijs Tevredenheid Het kunstvak gamba wordt pas sedert 2009-2010 aangeboden. Van bij aanvang was dit vak meteen een succes. Met 5 (volwassen) leerlingen vertegenwoordigt deze opleiding momenteel meer dan 1/8 van het volledige leerlingenaantal voor gamba in Vlaanderen! De tevredenheid bij de leerlingen is groot, het musiceerplezier eveneens. 49031 - Hoofdstedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans te Brussel 9 Onderwijsaanbod Referentiekader planning Evenwichtig en volledig Verticale en horizontale samenhang Klasmanagement Actief en constructief leren De gehanteerde methode en de pedagogisch-didactische aanpak – steeds gericht op artistieke relevantie en stijlkennis – dragen bij tot een zeer stapsgewijze, progressieve opbouw van de cursus, helemaal afgestemd op de specifieke leerdoelstellingen en de minimumleerplannen. Alle gambatypes komen aan bod. Er wordt dan ook zeer geïntegreerd gewerkt: individueel-groepsgericht. De lestijd wordt continu actief benut zonder stresserend of forcerend te zijn. Alle mogelijke inhoudelijke en didactische trucs en principes komen afwisselend en evenwichtig aan bod. Onderwijsorganisatie Onderwijstijd Groeperingsvormen De onderwijstijd wordt meer dan gerespecteerd, gedragen door het enthousiasme van alle betrokkenen vaak overschreden zelfs. Er is een zeer groepsgerichte attitude, waardoor er helemaal geen problemen zijn rond groeperingsvormen. Uitrusting Leermiddelen en ICT Logistiek Elke leerling heeft haar/zijn eigen instrument. De verdere basisuitrusting en het meubilair zijn helemaal verouderd maar voldoen vooralsnog. Evaluatiepraktijk Evenwichtig/representatief Valide Betrouwbaar De leerkracht gaat bewust om met zowel de proces- als de productevaluatie. Elke les impliceert zowel een evaluatie, de rapportering darvan en een constructieve communicatie hierover. Elke evaluatie is direct en gericht op leerwinst. Leerbegeleiding Zorgzaam en uitdagend Leerlingvolgsysteem Het leerlingenprofiel voor vakken zoals gamba is erg specifiek. Het gaat uitsluitend om volwassen leerlingen met een behoorlijke culturele bagage. Met andere woorden: het gaat om zeer bewuste studiekeuzes. Elke leerling wordt benaderd naar eigenheid en specifiek niveau, hetgeen natuurlijk leidt tot een zeer heterogene, zelfs internationale klassamenstelling. Het leerlingvolgsysteem (de vorderingsplannen) wordt ondersteunend aangewend. Socio-emotionele begeleiding Klasklimaat Sociale vaardigheden De lessen worden, ondanks een erg internationaal leerlingenbestand, uiteraard gegeven in het Nederlands, ze gaan in op een duidelijke leervraag en incorporeren naast een artistieke ook een socioemotionele begeleiding. Het streven naar een muzisch klasklimaat is daarbij een belangrijk aspect, zowel in het leerproces als in het bereiken van de leerplandoelstellingen. Deskundigheidsbevordering Nascholingen Verspreiding van expertise De docent is breed georiënteerd, als musicus en als kunstenaarpedagoog. Hij onderhoudt die brede, professionele betrokkenheid en expertise door permanente activiteiten als musicus, onderzoeker en uitgever. 10 49031 - Hoofdstedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans te Brussel 3.3 muziek - instrument saxofoon (graad: l m) Voldoet Motivering Middels een evenwichtig leerplan (jaarplan) wordt bij de leerlingen gewerkt aan technische en artistiekstilistische aspecten van het saxofoonspel. De leerresultaten voldoen, het musiceerplezier en de motivatie voldoen eveneens. Vaststellingen Outputgegevens Leerprestaties Outcomes Vervolgonderwijs Tevredenheid Met 2,30 % van de academieleerlingen, zijnde 5 leerlingen klassiek en 6 leerlingen jazz & lichte muziek (jalm) (cijfers van 2011-2012) blijft de saxofoonklas onder het Vlaams gemiddelde. Het feit dat deze opleiding slechts op één leslocatie wordt aangeboden, nl. in het centrum van Brussel, speelt daarbij ongetwijfeld een belangrijke rol. Het is overigens de enige cursus voor houtblazers in de hoofdstedelijke academie, naast een kleine klas voor dwarsfluit (momenteel 7 regelmatige en financierbare leerlingen en 2 ‘proef-‘leerlingen in de L1). Ondanks de reeds behoorlijke traditie van een Brusselse saxofoonopleiding aan de academie zijn er geen opvallende artistieke prestaties te melden, noch in de klassieke richting, noch in de optie jalm. De cursus is duidelijk niet sterk geprofileerd op academieniveau. Onderwijsaanbod Referentiekader planning Evenwichtig en volledig Verticale en horizontale samenhang Klasmanagement Actief en constructief leren Het aanbod is te beperkt voor zo een groot rekruteringsgebied als Brussel, de hoofdstad van het land. Een betere geografische spreiding en daardoor een verhoogde kans op leervraag is noodzakelijk om verder te overleven. De scheiding tussen de klassieke opleiding en de stijldifferentiatie jalm is niet steeds duidelijk. Het repertoire en de jaarplannen overlappen mekaar. Dit hoeft geen probleem te zijn, in zoverre dat het leertraject voldoet aan de leerdoelen van het minimumleerprogramma van de respectievelijke keuze. Onderwijsorganisatie Onderwijstijd Groeperingsvormen De decretaal voorziene onderwijstijd wordt gerespecteerd. Gezien de beperkte bezettingsgraad van de cursus stelt er zich de facto geen probleem qua pedagogisch comfort en qua samenzetting van leerlingen. Er wordt individueel gewerkt. Uitrusting Leermiddelen en ICT Logistiek Elke leerling is in het bezit van een eigen instrument of van een huurinstrument. Er wordt gewerkt in een voldoende groot leslokaal, ter beschikking gesteld door het stedelijk basisonderwijs. De academie is echter nauwelijks herkenbaar aanwezig in deze historische schoolgebouwen. Leerbegeleiding Zorgzaam en uitdagend Leerlingvolgsysteem De opleiding is voldoende leerlinggericht, ook al breidt de klas niet uit en wordt pedagogisch-didactisch gedacht vanuit een 1:1-relatie. Daardoor mist deze opleiding dynamiek en uitstraling, dewelke meestal gegenereerd worden door een actieve, dynamische, stimulerende en motiverende groepsgerichte attitude. De vorderingsplannen en de eigen klasadministratie worden gezien als ‘het leerlingvolgsysteem’. Er is nauwelijks contact tussen deze klas en de hoofdschool, hetgeen niet bevorderlijk is voor een up to date klasadministratie, afgestemd op een gezamenlijke doelgerichtheid. 49031 - Hoofdstedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans te Brussel 11 Evaluatiepraktijk Evenwichtig/representatief Valide Betrouwbaar 3.4 De evaluatie gebeurt correct volgens de regelgeving, geinspireerd op de vorderingsplannen zoals voorzien op schoolniveau. muziek - j.& l.m. elektrische gitaar (graad: m h) Voldoet Motivering Met kennis van zaken wordt stap voor stap gewerkt aan kwaliteit en niveau. De visie op implementatie van de minimumleerplannen is procesgericht, hetgeen bijdraagt tot een consistente opleiding waarbij de weinige leerlingen, waaronder enkele uitstekende jonge talenten, uiting geven aan hun leergierigheid en hun musiceerplezier. De leerdoelen worden daardoor bereikt. Vaststellingen Outputgegevens Leerprestaties Outcomes Vervolgonderwijs Tevredenheid In de erg heterogene groep van hoofdzakelijk volwassen leerlingen zitten ook enkele getalenteerde jongeren die het klasniveau gevoelig opkrikken en de opleiding een duidelijk profiel helpen geven. De leerlingenaantallen schommelen nogal, waardoor geen consistent, groeiend leerlingencontingent wordt gegenereerd. Hetzelfde gebeurt ook met de uitstroom: meerdere leerlingen, ongeacht hun profiel en artistieke vaardigheid, blijven slechts gedurende enkele jaren verbonden aan de academie. Hetzelfde gebeurt overigens met de uitstekende leraars, kunstenaars-pedagogen. Meestal zijn ze enkele jaren zeer actief betrokken met de academie. Wanneer hun individuele carrière dan een hogere vlucht neemt wordt de onderwijsopdracht afgebouwd of stopgezet. Desalniettemin is er een grote tevredenheid bij alle betrokkenen, ook al zijn er voorlopig weinig perspectieven op vervolgonderwijs. Onderwijsaanbod Referentiekader planning Evenwichtig en volledig Verticale en horizontale samenhang Klasmanagement Actief en constructief leren De leerdoelen worden parallel met de minimumleerplannen stap voor stap ontwikkeld. Een logische progressie is daarvan het gevolg. Het afgelegde leertraject is bij de leerlingen traceerbaar in de opgedane kennis en vaardigheid. De afdeling jalm is eerder klein, beperkt, en dit voor een groot gebied als Brussel. De logische verticale en horizontale samenhang tussen de vakken is dan wel logisch, maar niet evident. De grote geografische spreiding, het ontbreken van een goede, centrale infrastructuur en het beperkt studieaanbod (slechts op één locatie), maken de opleiding kwetsbaar, zowel in de breedte als in de diepte. De klasadministratie beperkt zich tot de vorderingsplannen zoals voorzien op schoolniveau. De academie voorziet in voldoende leermiddelen (versterkers). De leerlingen hebben hun eigen gita(a)r(en). De klasuitrusting is verder minimaal maar voldoende. Uitrusting Leermiddelen en ICT Logistiek Infrastructuur Evaluatiepraktijk Evenwichtig/representatief Valide 12 Het leslokaal in de hoofdschool voldoet niet voor het verlenen van eigentijds kunstonderwijs. De klas is te klein, onverlucht en doet eveneens dienst als stockageruimte en archief, hetgeen absoluut niet inspirerend werkt voor een artistiek-pedagogisch project. De evaluatie gebeurt correct volgens de regelgeving. 49031 - Hoofdstedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans te Brussel Leerbegeleiding Zorgzaam en uitdagend Leerlingvolgsysteem 3.5 Een visie of plan in functie van een specifiek leerlingvolgsysteem op schoolniveau is er nog niet. Elke leraar gaat in eer en geweten zorgzaam om met zijn of haar leerlingen. De vorderingsplannen en de eigen klasadministratie worden gezien als het leerlingvolgsysteem. muziek - koor (graad: m) Voldoet Motivering De samenstelling (bezetting) van het prille popkoor is zeer hybride. Er is een behoorlijk zing- en swingplezier waardoor de minimumdoelen worden bereikt. Tijdens meerdere concertproducties zijn verschillende vormen van groepsgerichte vocale praktijk van toepassing. Vaststellingen Outputgegevens Leerprestaties Outcomes Vervolgonderwijs Tevredenheid Onderwijsaanbod Referentiekader planning Evenwichtig en volledig Verticale en horizontale samenhang Klasmanagement Actief en constructief leren Veel instrumentalisten (vooral pianisten) gaan in plaats van het vak begeleidingspraktijk naar samenspel of koor. Meerdere volwassen leerlingen, ook uit de lagere graad, sluiten eveneens aan bij deze vocale cultuur. Het repertoire is gericht op popsongs en spirituals. De muzische beleving is intens en enthousiasmerend, zij het niet steeds gericht op kwaliteit en afwerking. Het musiceren in koorverband (kinderkoor, volwassenenkoor, popkoor, …) gebeurt actief, constructief en stimulerend, zij het enigszins eenzijdig. Niet alle aspecten van het leerplan komen evenwichtig aan bod. De optredens en concerten zijn vaak de einddoelen, ongeacht het repertoire dat er moet gebracht worden. Dit gaat van Carl Orff tot negro-spirituals, van opera highlights tot evergreens, van Monteverdi tot Ramirez. De muzische beleving staat steeds centraal. Er worden daardoor bijzondere, stimulerende ervaringen gegenereerd bij zowel de leerlingen-koristen als de omgeving, het publiek. Het zijn extra leerdoelen die op deze manier nagestreefd worden. In een aantal klassen wordt het Nederlands als instructietaal onvoldoende beheerst. Onderwijsorganisatie Onderwijstijd Groeperingsvormen Er is geen duidelijkheid over welke regelmatige, financierbare leerlingen ‘wel’ of ‘niet’ formeel in (een van) de koren geregistreerd staan. De groeperingsvorm gebeurt in functie van de programmatorische noodzakelijkheid. M.a.w.: selectief. Naast de reguliere onderwijstijd wordt veel aan projectplanning gedaan, hetgeen soms het leertraject en de planning van de leerkrachten afremt. Uitrusting Leermiddelen en ICT Logistiek Een bijzondere uitrusting voor de koorklassen is erg relatief. Een goede piano (voor de begeleiding) en voldoende ruimte voor een comfortabele opstelling volstaan vaak. Infrastructuur De problematische infrastructurele voorzieningen voor de academie zorgt er voor dat vaak naar alternatieve repetitielocaties moet worden gezocht. Dat daarbij heel wat bezorgdheden qua uitrusting en accommodatie aan de orde zijn spreekt voor zich. Evaluatiepraktijk Evenwichtig/representatief Valide Betrouwbaar Voor de leerlingen die moeten geëvalueerd worden gebeurt dit op een administratief correcte wijze. Verdere ondersteunende en/of oriënterende evaluaties zijn afhankelijk van de communicatie tussen de leraar-koordirigent en de respectievelijke leerling-zanger. 49031 - Hoofdstedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans te Brussel 13 Leerbegeleiding Zorgzaam en uitdagend Leerlingvolgsysteem 3.6 Participatie aan gelijk welke productie vraagt engagement, inzet en motivatie van alle betrokkenen. Gezien het belang dat de academie hecht aan het vormend aspect van de vocaal-artistieke producties draagt ze ook zorg voor de participanten. Dit gebeurt niet formeel en systematisch gestructureerd, wel vanuit een sterke empathie. muziek - samenspel (graad: m) Voldoet Motivering Het formele, klassieke samenspel wordt vertegenwoordigd door verschillende ensembles en samenspelgroepen, van (piano-)duo's tot strijkersensemble of ensembles met gemengde bezetting. De minimumleerplannen worden gerespecteerd, de leerplandoelen worden in een meerderheid van samenspelgroepen bereikt en het leereffect geeft aanleiding tot voldoende appreciatie en enthousiasme. Het samenspel is tevens een vorm van integratie van het dko in verschillende leefgemeenschappen (van Haren tot in Brussel-centrum) en in het complexe socio-culturele weefsel van een wereldstad. Alleen al daarom voldoet dit vak aan de verwachtingen. Vaststellingen 14 Outputgegevens Leerprestaties Outcomes Vervolgonderwijs Tevredenheid De leerplandoelen worden nagestreefd en bereikt, zowel expliciet als impliciet. De doorstroom van de leerlingen is gunstig, zij het afhankelijk van de instrumentopleiding. Afstemming op de bijzondere, Brusselse situatie, met een zeer gedifferentieerd doelpubliek, werkt positief en stimulerend. De tevredenheid is goed en de leraars krijgen respect van hun leerlingen. De meeste repertoirelijsten en examenprogramma’s voldoen en zijn relevant. Onderwijsaanbod Referentiekader planning Evenwichtig en volledig Verticale en horizontale samenhang Klasmanagement Actief en constructief leren De klassenorganisatie is afhankelijk van de leslocaties en van het initiatief van de leraars. Voor piano is dit soms per 2 leerlingen (quatremains), zoals bijvoorbeeld in Haren. Enkele leraars ontwikkelden eigen jaarplannen annex leerdoelstellingen. Deze zijn soms beperkt maar evenwichtig en aansluitend bij de minimumleerplannen. De grote diversiteit aan instroom en de breedte van de leerverwachtingen vormen een bijkomende doelstelling binnen het leertraject. Er wordt dan ook gestreefd naar een goede horizontale samenhang en wisselwerking. Uitrusting Leermiddelen en ICT Logistiek Er is in de ganse academie niet één echte samenspelklas, uitgerust zoals dat hoort: een auditorium met voldoende vrije ruimte, met licht en lucht, voldoende muzieklessenaars, ergonomisch verantwoorde stoelen, een muzieklessenaar voor de leraar/dirigent, passend (kunst-)lucht dat niet belastend is voor de ogen. Elke les samenspel is een uitdaging qua logistiek en organisatie. Infrastructuur Behalve voor het samenspel bij de pianisten voldoet de infrastructuur niet om de leerdoelstellingen opà treffelijke wijze mogelijk te maken. Het vraagt ontzettend veel inspanning, creativiteit en motivatie om dit permanent tekort voortdurend (mentaal) te overstijgen en … te doen alsof. 49031 - Hoofdstedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans te Brussel 3.7 Evaluatiepraktijk Evenwichtig/representatief Valide Betrouwbaar De evaluatie gebeurt correct, volgens de regelgeving, geïnspireerd op de vorderingsplannen. Leerbegeleiding Zorgzaam en uitdagend Leerlingvolgsysteem Meerdere betrokken, geëngageerde leraars staan in voor een effectieve en efficiënte leerbegeleiding. De vele uitdagingen, de uiteenlopende cultuurverschillen, de grote geografische spreiding van de leslocaties en nog zoveel meer, maken de organisatie van de cursus er niet gemakkelijker op. De pianoleerlingen (in de hoofdschool en in Haren) kunnen op de lesinstrumenten studeren. De leerlingenfiches van enkele leerkrachten geven een mooi beeld van de opvolging waarnaar men streeft. muziek - samenzang (graad: l) Voldoet Motivering Een stevige, dynamische aanpak van het zingen in de lagere graad leidt via een aangepast, kindvriendelijk en eigentijds repertoire tot een goede vocale ervaring en zingplezier. De leerdoelen worden bereikt. Vaststellingen Outputgegevens Leerprestaties Outcomes Vervolgonderwijs Tevredenheid In de vaak kleine klasjes (5 à 6 leerlingen) wordt behoorlijk veel gezongen. Ook al is dit niet altijd even verfijnd of afgewerkt, de fysieke ervaring van het daadwerkelijk zingen resulteert in een goede, stimulerende en motiverende musiceervreugde. Regelmatig wordt beroep gedaan op leerlingen uit de samenzangklassen om te participeren aan klasconcerten en grotere producties met kinder- of jeugdkoren. Samenwerking met parallelle initiatieven in en rond Brussel is dan ook regelmatig aan de orde. De effectieve rol van de leerlingen uit de samenzangklassen is dan soms wel erg relatief, de ervaring van het ‘er bij zijn’ en het sociaal engagement werken hoedanook stimulerend en bevoderlijk voor zowel de motivatie van het kind als het imago van de academie. Ongetwijfeld draagt dit ook bij tot nieuwe instroom. De doorstroom in de lagere graad, en van de lagere graad naar de middelbare graad, is sterk afhankelijk van het leerlingenprofiel en van de socio-culturele achtergrond van de leerlingen. Het veranderen van school is bijvoorbeeld vaak al voldoende om de opleiding aan de academie te onderbreken of stop te zetten. Zo is de overgang van de lagere graad 1 naar de lagere graad 2, of van de lagere graad 2 naar de lagere graad 3 vaak al een bron van grote uitval, helemaal tegen de trend in Vlaanderen in. Onderwijsaanbod Referentiekader planning Evenwichtig en volledig Verticale en horizontale samenhang Klasmanagement Actief en constructief leren De grote geografische spreiding van het studieaanbod, de organisatorische beperkingen die dat met zich mee brengt en het gebrek aan een duidelijke, herkenbare profilering als dé academie van de hoofdstad Brussel, maakt het moeilijk om een sterke verticale en horizontale samenhang te realiseren tussen de academie, de leraars en de leerlingen. Er zijn bovendien zeer grote mentaliteitsverschillen vaststelbaar tussen de verschillende vestigingsplaatsen. Mobiliteit, taalvaardigheid en culturele achtergronden spelen daarbij een belangrijke rol. De leerkrachten hebben weinig inhoudelijk overleg in functie van een gezamenlijke doelgerichtheid. Gezien ook de 49031 - Hoofdstedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans te Brussel 15 uiteenlopende, soms afwijkende problematieken, eigen aan deze academie, is dat ook niet evident. Om vakinhoudelijk tot een eenduidige visie te komen stelt zich hetzelfde probleem: elke leraar werkt naar best vermogen met de eigen klassen in een eigen biotoop (de specifieke omgevingsfactoren) om te komen tot een eigen resultaat. Dat dit echter niet tot een degeneratie van het studieaanbod moet leiden wordt aangetoond door de specifieke resultaatgerichtheid zoals gedemonstreerd op klasconcerten of grotere producties. Er circuleren dus meerdere visies, meerdere leertrajecten in dezelfde academie, zonder dat deze in strijd zijn met de elementaire leerplandoelstellingen en het minimumleerplan. De artistieke prestaties kunnen erg variëren, al naargelang (de omvang van) de klasgroepen de lesplaats. Het aanwenden van Orff-instrumenten en van eenvoudige meerstemmigheid verhogen het belevingsgehalte bij de leerlingen aanzienlijk. 16 Onderwijsorganisatie Onderwijstijd Groeperingsvormen Elke leraar ontwikkelt een eigen traject. Sommige amv-klassen (en dus ook de samenzangklassen) zijn immers te klein om een voldoende groot draagvlak te creëren: 4, 5 of 6 leerlingen. Sporadisch worden twee of meerdere klassen al eens samen geplaatst, dit vooral ter voorbereiding van een gezamenlijk optreden. De onderwijstijd voor samenzang wordt voldoende gerespecteerd. Uitrusting Leermiddelen en ICT Logistiek Muziekbord, piano en (draagbare) geluidsinstallatie behoren tot de standaarduitrusting. Verder is men aangewezen op de good will en de daaruit voortvloeiende consequenties van ‘lokalen in dubbel gebruik’. Infrastructuur Er is een groot gebrek aan voldoende ruime lokalen waar ook een bepaalde eigenheid kan gecreëerd worden. Ook in de hoofdschool is geen geschikt lokaal dat aangepast is aan de behoeften en de noden van eigentijds kunstonderwijs. Evaluatiepraktijk Evenwichtig/representatief Valide Betrouwbaar Binnen de evaluatiepraktijk van het vak algemene muzikale vorming is weinig aandacht voor de specifieke evaluatie van het vak samenzang. Administratief klopt alles, maar in de praktijk is er geen ondersteunende visie ontwikkeld omtrent een gedifferentieerde evaluatie voor samenzang. Leerbegeleiding Zorgzaam en uitdagend Leerlingvolgsysteem Sporadisch worden leerlingen met een stemprobleem of met specifieke intonatieproblemen (de zgn. brommers) doorgestuurd naar de leerkracht zang. Een taakleerkracht zou soms al kleine wonderen kunnen doen. Verder valt de leerbegeleiding voor de samenzang helemaal terug op het vak amv. 49031 - Hoofdstedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans te Brussel 3.8 muziek - zang/jazz & lichte muziek (graad: m h) Voldoet niet Motivering Er wordt niet voldaan aan de verwachtingen van de effectieve leerdoelen zoals opgenomen in het minimumleerplan. Doordat er geen jaarplannen werden ontwikkeld die een progressieve begeleiding een weloverwogen, doordachte en gestructureerde stap-voor-stap-coaching op basis van de voorop gestelde leerdoelen mogelijk maken is er ook geen gestructureerde, vormelijke ondersteuning van de leerlingen. Vaststellingen Outputgegevens Leerprestaties Outcomes Vervolgonderwijs Tevredenheid Het aantal leerlingen voor zang in de optie jalm is zeer beperkt (5). Instroom, doorstroom en uitstroom evolueren parallel met de vaststellingen zoals bij de andere focusvakken van de studierichting muziek: specifiek Brussels dus (cfr. eerdere beschrijvingen). De tevredenheid is echter groot: men ervaart de opleiding als een positieve ervaring. De leerresultaten en de outcome zijn echter onvoldoende gegarandeerd omdat er geen leertraject is (cfr. infra). Onderwijsaanbod Referentiekader planning Evenwichtig en volledig Verticale en horizontale samenhang Klasmanagement Actief en constructief leren Het gaandeweg zingen van songs, zonder dat er een samenhang is met een vooraf uitgestippeld leertraject met herkenbare leerdoelen, geeft aan de leerlingen te weinig houvast voor een opleiding die normaal loopt over een periode van zes jaar (nl. de middelbare en de hogere graad). Dit uit zich onrechtstreeks in de leerlingenuitstroom en wordt dus weerspiegeld in een zwak perspectief op de toekomst van deze opleiding, nl. het opbouwen van een sterke, gefundeerde geloofwaardigheid aan de hand van verifieerbare onderwijskundige processen, duidelijke opleidingsprofielen en leerdoelen die als handvaten dienen voor leergierige leerlingen. Een goed kwalitatief niveau en een sterke output zijn immers het logisch gevolg van een permanent, gestructureerd werken en streven naar evenwicht en volledigheid in de opleiding. Er is geen jaarplan voor deze opleiding. Geen vertaling dus van een gepersonaliseerde visie over de minimumleerplannen. De didactische strategie is er een van ‘zoveel mogelijk songs zingen’, zonder een achterliggend plan met specifieke aandachts- en werkpunten voor een gedegen, actieve en vooral ook bewuste ontwikkeling van de vocale kwaliteiten van de leerlingen. Er is geen horizontale noch verticale samenhang van het vak zang met de andere vakken van het studiepakket, behoudens de afstemming op het popkoor. Het Nederlands, als instructietaal, wordt onvoldoende beheerst. Het vak zang (jalm) wordt enkel in de hoofdschool aangeboden, hetgeen de instroom sowieso hypothekeert omwille van de bereikbaarheid. De beperkte leerlingeninstroom stelt uiteraard geen probleem voor de leerlingensamenzetting, gezien er hoofdzakelijk individueel wordt gewerkt. Verder wordt de lestijd min of meer gerespecteerd. Onderwijsorganisatie Onderwijstijd Groeperingsvormen Uitrusting Leermiddelen en ICT Logistiek Zie onder instrumentaal ensemble (jalm) en elektrische gitaar. Infrastructuur Zie onder instrumentaal ensemble (jalm) en elektrische gitaar. 49031 - Hoofdstedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans te Brussel 17 Evaluatiepraktijk Evenwichtig/representatief Valide Betrouwbaar De evaluaties gebeuren volgens de decretale voorschriften: twee maal per jaar een projectevaluatie en permanente procesevaluatie. Klasoptredens en concerten gelden ook als momenten van evaluatie en communicatie hieromtrent. De toegekende resultaten zijn valide en geloofwaardig. Leerbegeleiding Zorgzaam en uitdagend Leerlingvolgsysteem Het is moeilijk om ‘grip’ te krijgen op de leerlingen die zich aanmelden. Brussel is ‘een grote vijver’ om in te vissen, op zoek naar interessante leerlingen-zangers. De leerlingen komen graag, ze zijn gemotiveerd, maar haken toch snel af omwille van werkomstandigheden, studies of andere redenen. Een concreet leerlingvolgsysteem met aandacht voor remediëring van de uitstroomproblematiek is er niet. Deskundigheidsbevordering Nascholingen Verspreiding van expertise Net als bij het vak ensemble (jalm) geldt de voortdurende praktijkervaring op hoog niveau ook hier als een uitstekende vorm van nascholing en professionalisering op artistiek-inhoudelijk vlak. Daartegenover ontbreekt echter het pendant aangaande een onderbouwd onderwijskundig denken in functie van een artistiekpedagogische geloofwardigheid en een validiteit als gesubsidieerd kunstonderwijs. 3.9 woordkunst - algemene verbale vorming (graad: l) Voldoet Motivering De leerplandoelstellingen worden gerealiseerd, ondanks de moeilijke infrastructurele omstandigheden. Het spel- en spreekplezier is in ruime mate aanwezig. Vaststellingen 18 Outputgegevens Leerprestaties Outcomes Vervolgonderwijs Tevredenheid De lagere graad Woord bedraagt slechts 5,33% van de lagere graad Muziek. In Vlaanderen is dat gemiddeld 25%. Er wordt op slechts één plaats in Brussel-stad algemene verbale vorming gegeven. Het aantal leerlingen in de lagere graad blijft rond het zelfde aantal schommelen de laatste vier jaar, namelijk 14 leerlingen. In een stedelijke context is dit zeer laag. Het overbruggen van afstanden voor kinderen uit die leeftijdsgroep is geen vanzelfsprekendheid en zou een mogelijke oorzaak kunnen zijn van het beperkte aantal leerlingen. Onderwijsaanbod Referentiekader planning Evenwichtig en volledig Verticale en horizontale samenhang Klasmanagement Actief en constructief leren Op het ogenblik van de doorlichting waren de klassen algemene verbale vorming (avv), die met uitzondering van één leerling allemaal uit de zelfde basisschool komen, op bosklassen met de basisschool. Ondanks de “uitgedunde klas” kon tijdens het klasbezoek vastgesteld worden dat de leerplandoelstellingen in de lessen bereikt worden. Er is spel- en spreekplezier en er wordt gestreefd naar een juiste uitspraak. Natuurlijk en expressief spreken krijgen voldoende aandacht. Leerlingen worden zeer persoonlijk benaderd waarbij hun talenten gestimuleerd worden en hun problemen ondersteund en geremedieerd. Er is een jaarplan aanwezig, dat afhankelijk van de noden en de behoeften, aangepast en bijgestuurd wordt in de loop van het schooljaar. 49031 - Hoofdstedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans te Brussel Uitrusting Leermiddelen en ICT Logistiek De basisuitrusting voor een les algemene verbale vorming, een vrije ruimte, is niet aanwezig. Er wordt les gegeven in een klaslokaal dat de rest van de tijd dienst doet als lokaal voor het basisonderwijs. Dit staat vol tafels en stoelen. Vrije ruimte is er niet. Dit hypothekeert de realisatie van doelstelling: “bewustmaking van de ruimte”. Didactisch materiaal wordt door de leerkracht meegebracht. Evaluatiepraktijk Evenwichtig/representatief Valide Betrouwbaar Examenprogramma’s voor het vak avv zijn niet steeds beschikbaar. Dit heeft onder andere te maken met een aantal inbraken in de hoofdschool waarbij veel zaken verloren gegaan zijn. Uit gesprekken blijkt dat het programma in grote mate beantwoord aan de leerplanvereisten. Daarin wordt gesteld: “Verschillende vormen van spreken worden geëvalueerd, met aandacht voor de persoonlijke presentatie en met aandacht voor alle doelstellingen: 1. voorbereide voorleesoefening 2. spreekoefening vanuit improvisatie 3. spelmoment met vastgelegde teksten 4. korte tekst uit het hoofd (individueel).” De processen-verbaal met quoteringen laten een weinig genuanceerd beeld zien. Bijna alle leerlingen behalen een grote onderscheiding, sommigen zelfs een grootste onderscheiding. Op een aantal processen verbaal staan enkel handtekeningen van juryleden, geen namen waardoor er niet steeds kan nagegaan worden door de inspectie of de jurysamenstelling correct is. Het decreet is hierover duidelijk. In Art. 33 van het Besluit van de Vlaamse Regering houdende organisatie van het deeltijds kunstonderwijs, studierichtingen "Muziek", “Woordkunst” en "Dans". staat dat: § 1. De beoordeling gebeurt door een examencommissie die samengesteld is als volgt :1° voor de overgangsproeven : de directeur en ten minste de vaktitularis; 2° voor de eindproeven van de leerlingen lagere graad : de directeur, de vaktitularis en één deskundige.Het is aan te bevelen hierop nauwkeuriger toe te zien in de toekomst. Leerbegeleiding Zorgzaam en uitdagend Leerlingvolgsysteem Binnen de klaspraktijk is er voldoende aandacht voor de noden en behoeften van elke leerling afzonderlijk. Een uitgewerkt leerlingvolgsysteem werd nog niet ontwikkeld binnen de academie. Wel zijn er vorderingsfiches die eerder aansluiten bij de evaluatiepraktijk dan bij de leerbegeleiding. 49031 - Hoofdstedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans te Brussel 19 3.10 woordkunst - drama (graad: m) Voldoet niet Motivering Het zeer lage leerlingenaantal hypothekeert de realisatie van de leerplandoelstellingen. De onderwijstijd wordt niet steeds gerespecteerd. Vaststellingen 20 Outputgegevens Leerprestaties Outcomes Vervolgonderwijs Tevredenheid Het aantal leerlingen in de middelbare graad woord is onrustwekkend laag. De laatste jaren bevolkten slechts 2 leerlingen de cursus drama. Dit doet onmiddellijk vragen rijzen bij de doorstroom van de lagere naar de middelbare graad. Het feit dat de meeste leerlingen in de lagere graad lessen avv volgen op de locatie van hun basisschool zit hier zeker voor iets tussen. Eenmaal leerlingen naar het middelbaar onderwijs gaan en de leslocatie van de basisschool niet meer dagelijks aandoen, verdwijnen ze ook uit de academie. Het gegeven dat er slechts op één enkele plaats in de hoofdstad een middelbare graad Woord aangeboden wordt, is een mogelijke oorzaak van het zeer beperkte succes. Onderwijsaanbod Referentiekader planning Evenwichtig en volledig Verticale en horizontale samenhang Klasmanagement Actief en constructief leren Onder andere het schrijnende tekort aan leerlingen zorgt er voor dat de leerplandoelstellingen onmogelijk kunnen gerealiseerd worden. Het spelplezier is eerder lauw. (Op het moment van de doorlichting was slechts één leerling aanwezig.) In de mate van het mogelijke worden expressiemogelijkheden, zowel verbale als non-verbale, geëxploreerd en uitgebreid. Maar de realisatie van deze leerplandoelstellingen is onvoldoende. Uit noodzaak wordt reeds met fragmenten uit monologen gewerkt die eerder aansluiten bij het vak toneel. Onderwijsorganisatie Onderwijstijd Groeperingsvormen De onderwijstijd wordt, opnieuw omwille van het schaarse aantal leerlingen, niet steeds gerespecteerd. In het uur dramatische expressie sluit ook een leerling uit de hogere graad aan, die af en toe als repliekgever functioneert en terzelfdertijd zijn les welsprekendheid krijgt. Dit is deels een pragmatische oplossing aangezien de leeftijd van de leerling hogere graad eerder aansluit bij de leerlingen van de middelbare graad dan bij die van de volwassen leerlingen welsprekendheid. Uitrusting Leermiddelen en ICT Logistiek Het gebrek aan open en vrije ruimte die noodzakelijk is voor het vak drama ontbreekt. De klas staat vol tafels en stoelen. De leerkracht brengt alle didactische materiaal zelf mee. Evaluatiepraktijk Evenwichtig/representatief Valide Betrouwbaar Er zijn weinig examenprogramma’s beschikbaar van de overgangsproeven voor drama. De puntenlijsten zijn te beperkt (omwille van het kleine aantal leerlingen) om hieruit besluiten te trekken. De processen-verbaal zijn door verschillende juryleden ondertekend, maar het is niet steeds duidelijk wie de juryleden zijn. Leerbegeleiding Zorgzaam en uitdagend Leerlingvolgsysteem Het beperkte aantal leerlingen creëert de mogelijkheid om elke leerling een persoonlijke begeleiding te geven. De leerkracht kent de leerlingen en speelt in op hun vragen en behoeften. 49031 - Hoofdstedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans te Brussel 3.11 woordkunst - repertoirestudie woordkunst (graad: h) Voldoet Motivering De leerplandoelen worden gerealiseerd, met de nodige linken naar de praktijkvakken. Vaststellingen Outputgegevens Leerprestaties Outcomes Vervolgonderwijs Tevredenheid Al jaren wordt de cursus repertoirestudie bevolkt door een handvol leerlingen, meestal volwassenen. Het merendeel van deze leerlingen, een uitzondering niet te na gesproken, begint onmiddellijk in de hogere graad. Zij komen dikwijls met een zeer specifieke leervraag. Onderwijsaanbod Referentiekader planning Evenwichtig en volledig Verticale en horizontale samenhang Klasmanagement Er werd gekozen voor wekelijkse lessen. Deze sluiten inhoudelijk aan op de teksten die uitgevoerd worden in de lessen voordracht. Historische en literaire achtergronden worden toegelicht. Daarbij aansluitend is er ook aandacht voor hedendaagse stromingen en wordt het technische aspect toegelicht. Er is een jaarplan dat de linken met de cursussen voordracht en wel-sprekendheid duidelijk maakt. Onderwijsorganisatie Onderwijstijd Groeperingsvormen Aangezien de groep leerlingen ook welsprekendheid en voordracht volgen, wordt de repertoirestudie geïntegreerd aangeboden. Indien de groep verandert zal hiermee rekening moeten gehouden worden. Uitrusting Leermiddelen en ICT Logistiek Er is geen didactisch materiaal voor handen in de klas. Alles wordt door de leerkracht meegebracht. Evaluatiepraktijk Evenwichtig/representatief Valide Betrouwbaar Uit de processen-verbaal van de laatste jaren kan afgeleid worden dat de meeste leerlingen een grote onderscheiding behalen, een aantal onder hen zelfs een grootste. Het is niet steeds duidelijk wie de juryleden waren. Op de meeste pv’s staan wel voldoende handtekeningen, maar wie daarachter schuilt gaat, is vaak niet te achterhalen. De inhoud van de examenprogramma’s loopt samen met de teksten die gebracht worden voor de vakken voordracht en/of welsprekendheid, althans voor de programma’s die beschikbaar zijn. Leerbegeleiding Zorgzaam en uitdagend Leerlingvolgsysteem De kleine klasgroep laat een persoonlijke begeleiding toe. De nauwe contacten en de vertrouwelijke sfeer maken veel mogelijk. Binnen de academie werd nog geen leerlingvolgsysteem ontwikkeld. 3.12 woordkunst - toneel (graad: m) In de hogere graad Woord wordt geen toneel gegeven. Dit jaar zijn er geen leerlingen middelbare graad 3 waardoor er ook daar geen lessen toneel zijn. Dit bleek tijdens het vooronderzoek niet uit de lijst van ingerichte vakken en lestijden. 49031 - Hoofdstedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans te Brussel 21 3.13 woordkunst - verbale vorming (graad: m) Dit jaar zijn er geen volwassenen in de middelbare graad. Dit vak wordt bijgevolg niet aangeboden. Dit bleek tijdens het vooronderzoek niet uit de lijst van ingerichte vakken en lestijden. 3.14 woordkunst - voordracht (graad: m h) Voldoet Motivering Naast het vertelplezier is er voldoende aandacht voor de technische aspecten van het vak. Het aangebrachte materiaal getuigt van een degelijke literaire kwaliteit. De leerplandoelen worden gerealiseerd. Vaststellingen 22 Outputgegevens Leerprestaties Outcomes Vervolgonderwijs Tevredenheid Zoals reeds vermeld onder repertoirestudie, is het leerlingenaantal in deze cursus zeer laag. De hogere graad voordracht telt nog slechts 1 leerling. De doorstroming voor het vak voordracht is gering. Sedert 2008 bereikte geen enkele leerling de HG 3. Slechts een enkeling legde examen af voor MG 3. Voor de middelbare graad speelt de leslocatie (slechts op één plaats in de hoofdstad) zeker een rol bij het aantrekken van leerlingen. Reflectie hierover dringt zich op. Onderwijsaanbod Referentiekader planning Evenwichtig en volledig Verticale en horizontale samenhang Klasmanagement Actief en constructief leren In de lessen voordracht komen de leerplandoelstellingen aan bod. Er is aandacht voor het vertelplezier. Technische aspecten als uitspraak en articulatie worden voldoende benadrukt. Lichaamstaal en lichaamshouding samen met de bewustmaking van de ruimte worden voldoende beklemtoond. Er wordt gebruik gemaakt van degelijk literair materiaal. Tekstanalyse naar vorm en naar inhoud krijgt een belangrijke plaats in het leerproces. Er is een jaarplan beschikbaar waar de link met repertoirestudie duidelijk gemaakt wordt. Uitrusting Leermiddelen en ICT Logistiek Op de leslocatie is geen didactisch materiaal beschikbaar. De leerkracht brengt alle materiaal zelf mee. Een vrije, open ruimte die een basisvereiste is voor dit vak, is niet voor handen. Evaluatiepraktijk Evenwichtig/representatief Valide Betrouwbaar Uit de processen-verbaal van de laatste jaren blijkt dat de meeste leerlingen een grote onderscheiding behalen. Aan de handtekeningen op de processen-verbaal blijkt dat de samenstelling van de overgangsproeven niets steeds reglementair verloopt. Voor een overgangsexamen moet de klastitularis en de directeur of zijn afgevaardigde aanwezig zijn. Op een aantal pv’s is enkel de handtekening van de klastitularis terug te vinden. Dit is een inbreuk tegen de regelgeving. Voor de eindproeven worden eisen in de regelgeving wel gerespecteerd. Uit de weinige examenprogramma’s die ter beschikking zijn ten gevolge van de diefstallen in de academie, blijkt dat de grijze zone tussen voordracht en toneel soms bewandeld wordt. De leerplannen zijn hierover zeer duidelijk. Het is belangrijk dat leerlingen onderscheid kunnen maken tussen de verschillende disciplines. 49031 - Hoofdstedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans te Brussel Leerbegeleiding Zorgzaam en uitdagend Leerlingvolgsysteem De warme en persoonlijke contacten in de klas, zorgen voor een goede persoonlijke begeleiding. Op academie werd nog geen leerlingvolgsysteem ontwikkeld. 3.15 woordkunst - welsprekendheid (graad: h) Voldoet Motivering Technische aspecten worden belicht, lesinhouden worden aangepast aan de vraag van de leerlingen zonder dat de basisdoelstellingen van het leerplan in het gedrang komen. en er is spreekplezier en spreekmotivatie. Vaststellingen Outputgegevens Leerprestaties Outcomes Vervolgonderwijs Tevredenheid Een viertal leerlingen volgen dit jaar de cursus welsprekendheid. Deze zijn allemaal ingeschreven in de hogere graad. Volgens de geraadpleegde pv’s van de laatste jaren bereikten tot nog toe geen leerlingen de HG 3. Wel zijn er in het verleden ooit volwassenen gestart in de middelbare graad, maar hebben de cursus niet voleindigd. Onderwijsaanbod Referentiekader planning Evenwichtig en volledig Verticale en horizontale samenhang Klasmanagement Actief en constructief leren Er is voldoende spreekplezier aanwezig. Er wordt aandacht geschonken aan technische aspecten als uitspraak, articulatie en ademhaling. De lesinhouden worden aangepast aan de behoeften van de leerlingen, met oog voor de leerplandoelen. Het leren verwoorden van meningen en gedachten is een belangrijk item. Daarnaast wordt aan het luidop lezen, naar inhoud, veel aandacht geschonken. De vele oefeningen proberen de spreekangst weg te nemen en plaats te maken voor een uitgesproken spreekmotivatie. Zoals reeds gemeld onder repertoirestudie, sluipt dit omkaderingsvak vaak de cursus welsprekendheid binnen. In de aanwezige jaarplannen zijn de linken tussen de beide vakken ook duidelijk zichtbaar. In de aanwezigheidslijsten is er geen mogelijkheid om de aanwezigheid voor het vak welsprekendheid aan te duiden. Uitrusting Leermiddelen en ICT Logistiek Alle didactische materiaal wordt door de leerkracht meegebracht. Een vrije, open ruimte, waar tekstoverdracht kan aangeleerd en geoefend worden, is niet voor handen. Dit is nochtans onontbeerlijk voor een cursus “spreken voor een publiek”. Evaluatiepraktijk Evenwichtig/representatief Valide Betrouwbaar De quoteringen op de puntenlijsten van de laatste jaren geven aan dat bijna alle leerlingen een grote onderscheiding behalen. Uit de beide beschikbare examenprogramma’s blijkt dat één van de programma’s eerder aanleunt bij een examen voordracht. In de leerplannen welsprekendheid staat vermeld dat : “Het toonmoment voor H1 en H2 mag een zoektocht blijven en hoeft niet steeds een afgewerkt product te zijn, al dan niet met publiek. Elke leerling moet op zijn niveau een volwaardig examen kunnen afleggen. Hierbij worden interne afspraken gemaakt rond vorm en inhoud waarbij verschillende uiteenlopende en gevarieerde opdrachten worden getoond. Er is een goed overwogen gradatie in omvang en moeilijkheidsgraad nodig. De evaluatie in H3 is een volwaardig en veelzijdig toonmoment dat eveneens projectmatig kan gebeuren. Het is een presentatie waarbij, via gevarieerde spreek-, spel- en vertelopdrachten de geciteerde doelstellingen geëvalueerd worden.” Belangrijk is dat deze richtlijnen, vooral bij een eindexamen, gerespecteerd worden. Er kan meer aandacht besteed worden aan de correcte samenstelling 49031 - Hoofdstedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans te Brussel 23 van de jury. Op een aantal pv’s staat maar één enkele handtekening, terwijl er minstens twee moeten zijn, ook bij een overgangsexamen. Leerbegeleiding Zorgzaam en uitdagend Leerlingvolgsysteem Binnen de klaspraktijk wordt veel aandacht besteed aan de vraag waarmee volwassen leerlingen de cursus aanvatten. De leerkracht probeert hieraan zo goed mogelijk tegemoet te komen binnen de lijnen van het leerplan. Een academie-eigen, gesystematiseerd leerlingvolgsysteem is nog niet voor handen. 3.16 dans - algemene artistieke bewegingsleer (graad: l) Voldoet niet Motivering In de meeste gevallen worden de leerplannen niet gebruikt en wordt de organisatie van de lagere graad niet gerespecteerd. Bovendien voldoen de meeste leslocaties niet aan de ministeriële vereisten. Vaststellingen Outputgegevens Leerprestaties Outcomes Vervolgonderwijs Tevredenheid Onderwijsaanbod Referentiekader planning Evenwichtig en volledig Verticale en horizontale samenhang Klasmanagement Actief en constructief leren 24 De lagere graad omvat 91% van de hele dansafdeling. Dit ligt ver boven het landelijke gemiddelde van 72% . Leerlingen kunnen op zeven verschillende locaties les volgen. Dit biedt de mogelijkheid aan heel wat kinderen om dans te volgen. Bovendien zijn de leslocaties allemaal verbonden aan een basisschool waardoor leerlingen naschools dansles kunnen volgen. Er starten heel wat nieuwe leerlingen in L3, leerlingen die de dansinitiatie niet hebben gevolgd. De doorstroom in de lagere graad tussen L3 en L6 ligt onder het gemiddelde. De gemiddelde doorstroom van de laatste vijf jaar is 24%. Voor Vlaanderen bedraagt dit 67%. Nochtans slagen alle leerlingen voor de proeven. Van de 17u algemene artistieke bewegingsleer (AABL) worden er slechts 6u ingericht volgens het leerplan en de officiële onderwijsorganisatie. In deze lessen wordt de leerstof aangeboden, ingedeeld volgens leerjaar, en is de leerstof gradueel opgebouwd. De aangeboden leerstof is op het niveau van de leerlingen. Op het moment van de doorlichting bereiden de leerlingen zich voor op een voorstelling waarin de technische aspecten van AABL aan bod komen. In de andere lesuren AABL wordt het leerplan niet als leidraad gebruikt. De leerplandoelstellingen en de daaraan gekoppelde leerinhouden zijn niet gradueel opgebouwd leerjaar per leerjaar. De leerinhouden zijn vooral in L3 en L4 te moeilijk en vertonen geen systematiek die aansluit op het leerplan. Over heel de lagere graad zijn de leerlijnen onduidelijk en niet gelinkt aan het leerplan. Er worden te weinig persoonlijke verbeteringen gegeven waardoor het niveau van de te realiseren doelstellingen te laag is. Tijdens de bijgewoonde lesmomenten is er weinig aandacht voor houdingsbewustzijn en bewegingsbesef. De muzikaliteit en ritmiek van de bewegingen komen niet overeen met de gekozen muziek. De muziekkeuze is weinig inspirerend en benadrukt te weinig de kwaliteit van de bewegingen. Voor alle klassen wordt dezelfde muziek gebruikt. Er is geen aandacht voor de kwaliteit en expressiviteit van de beweging, voor lenigheid en uithouding, voor het ontwikkelen van het bewegingsgeheugen. Sommige leerplandoelen worden niet of maar gedeeltelijk aangeboden omwille van infrastructurele problemen (zie infra). 49031 - Hoofdstedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans te Brussel In een aantal klassen wordt het Nederlands als instructietaal onvoldoende beheerst. Onderwijsorganisatie Onderwijstijd Groeperingsvormen In de meeste lesuren AABL worden de leerlingen niet per leerjaar gegroepeerd maar per niveau dat aan een kleur van het maillot gekoppeld is. Een duidelijke omschrijving van het niveau ontbreekt. Zo kan het gebeuren dat een hele lagere graad in één lesuur wordt gegeven. De groepsindelingen zijn niet gekoppeld aan de onderwijsorganisatie zoals voorgeschreven in de regelgeving. Uitrusting Leermiddelen en ICT Logistiek Geen enkele leslocatie is eigendom van de academie. Muziekinstallaties zijn voorzien maar in de meeste gevallen moeten de leerkrachten de installatie meebrengen. Dit beperkt zich tot een draagbare geluidsdrager. Er zijn in de meeste gevallen geen kasten voorzien waarin materiaal kan opgeborgen worden. Foto’s, tekeningen kunnen niet opgehangen worden. Voor jonge leerlingen zijn foto’s vaak referentiepunten om te leren. Infrastructuur De infrastructurele problemen zijn groot voor de hele dansafdeling. De meeste locaties die tijdens de doorlichting bezocht werden, voldoen niet aan de infrastructurele vereisten zoals voorzien in het ministerieel 2 besluit van 1999 . Bovendien is er op geen enkele bezochte vestigingsplaats een verwijzing naar de academie. Op geen enkele locatie is er een EHBO-voorziening. De zalen werken artistiek niet inspirerend. 1. Vestigingsplaats Kakelbont: • De zaal is groot, ruim en licht. • De vloer is te glad. • Er zijn geen barren. • Er is slechts één spiegel voor heel de zaal. • Er zijn geen kleedkamers voorzien. • De klimaatregeling is voldoende. • Er is geen mogelijkheid om didactisch materiaal en een geluidsinstallatie op te bergen. 2. Vestigingsplaats Noordpoolcentrum • De zaal is groot, ruim en licht. • De vloer is geschikt voor dansonderwijs. • Er zijn voldoende barren en spiegels. • Er zijn kleedkamers voorzien. • De klimaatregeling is voldoende. • Er is een goede muziekinstallatie. • Er is geen mogelijkheid om didactisch materiaal op te bergen. • Er is geen afscherming van de sportzaal waardoor er geluidsoverlast is. 3. Vestigingsplaats Wittouckschool • De zaal is te klein. 2 Ministerieel besluit tot bepaling van de voorwaarden voor de aanvraag van een programmatie in het deeltijds kunstonderwijs en de behandeling ervan, de voorwaarden voor de melding van een structuurwijziging in het bestaande aanbod in het deeltijds kunstonderwijs en de infrastructuurvereisten voor de studierichting dans in het deeltijds kunstonderwijs 16 mei 1999. 49031 - Hoofdstedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans te Brussel 25 De vloer vertoont inzakkingen en is vuil. Er zijn geen barren en er is slechts één spiegel. Er zijn geen kleedkamers. De klimaatregeling is onvoldoende, de verwarming maakt veel lawaai en in de winter is de vloer te koud. • Er is een kast voorzien om didactisch materiaal en een geluidsinstallatie op te bergen. • Deze zaal voldoet onvoldoende aan de richtlijnen van het besluit. 4. Vestigingsplaats Peter Benoitschool • De zaal is groot, ruim en licht. • De sportvloer is geschikt voor dansonderwijs. • Er zijn geen barren en de twee spiegels zijn onvoldoende. • Er zijn voldoende en gescheiden kleedkamers. • De klimaatregeling is goed, behalve in de zomer wanneer de ramen openstaan is er geluidsoverlast. 5. Vestigingsplaats Leidstarschool • De zaal is groot, ruim en licht. • De parketvloer is te glad, te weinig zwevend en op enkele plaatsen stuk. • Er zijn geen barren en één spiegel is onvoldoende. • Er is een kleedkamer. • De klimaatregeling is goed. • Er is een kast om didactisch materiaal en de geluidsinstallatie op te bergen. Door de afwezigheid van barren en spiegels kunnen de leerplandoelstellingen betreffende de barre-oefeningen onvoldoende gerealiseerd worden. In de opbouw van de leerinhouden is voorzien dat bij het aanleren van bewegingen deze eerst aan de barre worden ingeoefend vooraleer deze au milieu uit te voeren. Deze belangrijke en noodzakelijke stap bij het aanleren kan in de meeste gevallen niet gerealiseerd worden. In de meeste gevallen is er geen zwevende vloer. Dit heeft tot gevolg dat alle doelstellingen betreffende sprongen, in moeilijk omstandigheden gerealiseerd moeten worden. Het inoefenen van sprongen op deze ondergrond maakt het fysiek erg zwaar voor kinderen, is belastend voor de leerkrachten en kan voor beiden tot ernstige blessures leiden. • • • • Evaluatiepraktijk Evenwichtig/representatief Valide Betrouwbaar 26 De leerlingen krijgen jaarlijks twee schriftelijke evaluaties met een rapportje. Op het einde van het schooljaar is er een examen en wordt een laatste keer een rapport gegeven. Er zijn geen examenprogramma’s aanwezig. Tijdens bijgewoonde lessen waar het examen wordt ingeoefend, wordt vastgesteld dat de inhoud van het examen niet aansluit op het leerplan. e In het schooljaar 2011-2012 was er voor sommige examens L6 geen 2 jurylid, aldus het proces-verbaal. Voor alle leerjaren maken beide vaktitularissen deel uit van de jury, conform de regelgeving. De puntenlijsten tonen een evenwichtige verdeling van de punten. Alle leerlingen slagen. Nochtans, bij het bijwonen van de lessen wordt vastgesteld dat niet alle leerlingen in voldoende mate de leerplandoelstellingen realiseren. De evaluatiecriteria zoals vermeld op het rapport, komen in voldoende mate overeen met de leerplandoelstellingen: er is aandacht voor attitudevorming, techniek en artisticiteit. 49031 - Hoofdstedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans te Brussel Leerbegeleiding Zorgzaam en uitdagend Leerlingvolgsysteem In de bijgewoonde lessen wordt er te weinig gedifferentieerd. Het zelfevaluerend vermogen bij de leerlingen wordt te weinig ontwikkeld. Er wordt te weinig verbeterd, waardoor leerlingen geen inzicht krijgen in hun eigen kunnen. De verbeteringen worden niet gekaderd in het volledige leerproces. Getalenteerde leerlingen krijgen de mogelijkheid extra lessen te volgen zowel binnen als buiten de academie. Er is een leerlingvolgsysteem op academieniveau en specifiek voor de dansafdeling ontwikkeld, maar dit wordt niet gebruikt. Nochtans zijn de parameters zeer goed en sluiten ze perfect aan op het leerplan. Een meer efficiënt gebruik van het leerlingvolgsysteem voor klasgroepen kan nog verder ontwikkeld worden. Socio-emotionele begeleiding Klasklimaat Sociale vaardigheden Vanuit de algemene visie van de stad dat het geluk van de kinderen centraal staat, worden op dit vlak grote inspanningen gedaan. Helaas is dit op sommige momenten ten koste van de kwaliteit en het efficiënte lestijdengebruik. Deskundigheidsbevordering Nascholingen Verspreiding van expertise Het lerarenteam volgt regelmatig nascholing. Meestal is dit op danstechnisch vlak gericht. Eén leerkracht volgt regelmatig een kortlopende stage didactiek. Nascholing betreffende de didactiek in de lagere graad dringt zich op in het kader van onvoldoende uitgewerkte leerlijnen. 3.17 dans - artistieke training (graad: l m h) Voldoet Motivering De leerlingen krijgen regelmatig de gelegenheid om op te treden waardoor er in voldoende mate gewerkt wordt aan de leerplandoelstellingen van artistieke training. Op basis van beeldmateriaal en het bijwonen van een generale repetitie worden de doelstellingen in voldoende mate gerealiseerd. Vaststellingen Outputgegevens Leerprestaties Outcomes Vervolgonderwijs Tevredenheid De cijfers betreffende de leerlingenaantallen zijn gerelateerd aan het optievak, zijnde AABL, hedendaagse dans en klassieke dans. Voor de lagere graad zijn de cijfers reeds besproken bij het vak AABL. De leerlingenaantallen voor de middelbare en hogere graad zijn laag in verhouding tot de lagere graad. Beide graden zijn te klein qua leerlingenaantallen ten opzichte van het landelijk gemiddelde. Aangezien weinig leerlingen het einde van de lagere graad bereiken, is de doorstroom naar de middelbare graad eerder beperkt. Onderwijsaanbod Referentiekader planning Evenwichtig en volledig Verticale en horizontale samenhang Klasmanagement Actief en constructief leren Er is geen visie op algemene artistieke training (AT) uitgewerkt. Er is geen systematische planning voorzien om de leerplandoelstellingen voor artistieke training te realiseren. Een deel van de leerlingen krijgt tijdens de lessen AT jazzdans. In één geval wordt tijdens de les artistieke training de leerinhoud van AABL aangeboden. De inhoud van het vak is niet voor alle leerlingen dezelfde. In de optie klassieke dans wordt tijdens de lessen AT aan variaties gewerkt, meestal uit het klassieke repertoire. Hier wordt gewerkt aan het ‘samen dansen’, expressie en het dansen voor publiek. Tijdens de doorlichting werd een generale repetitie voor de dansvoorstelling bijgewoond. Tijdens de repetitie is er aandacht voor 49031 - Hoofdstedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans te Brussel 27 expressie, ruimtelijk besef op een podium, het dansen voor een publiek, allemaal leerplandoelstellingen. Een deel van de leerlingen krijgt de kans om jaarlijks naar een professionele dansvoorstelling te gaan kijken. Deze voorstelling wordt tijdens de lessen besproken. Beeldmateriaal van andere voorstellingen tonen aan dat er in voldoende mate aan de leerplandoelstellingen gewerkt wordt. In een aantal klassen wordt het Nederlands als instructietaal onvoldoende beheerst. 28 Onderwijsorganisatie Onderwijstijd Groeperingsvormen De organisatie van het vak artistieke training verloopt in een aantal gevallen niet conform de regelgeving. Het is niet duidelijk of alle leerlingen effectief het vak volgen. Verhoudingsgewijs worden er te weinig uren AT gegeven in vergelijking met het vak AABL. Leerlingen worden zodanig gegroepeerd dat de groep te groot is om in de voorziene zaal degelijk dansonderricht te krijgen. Een reorganisatie dring zich op. Uitrusting Leermiddelen en ICT Logistiek Er is op elke locatie een muziekinstallatie. De locaties laten niet toe om didactisch materiaal op te hangen of op te bergen. De locaties geven weinig tot geen artistieke uitstraling. Infrastructuur Zoals hoger beschreven bij het vak AABL, geldt ook hier dat verschillende locaties niet voldoen aan de elementaire normen om degelijk dansonderwijs te geven. Evaluatiepraktijk Evenwichtig/representatief Valide Betrouwbaar De leerlingen krijgen tweemaal per jaar een rapport voor AT. Hiervoor zijn twee parameters: artistiek gevoel en expressie. Beiden zijn eveneens twee belangrijke doelstellingen in het leerplan. Hoewel er voor AT decretaal geen examen voorzien is, wordt jaarlijks een examen georganiseerd. Er zijn geen examenprogramma’s aanwezig. De samenstelling is voor de overgangsproeven conform de regelgeving. Voor de eindproeven is de jury niet conform de regelgeving samengesteld. Volgens de processen-verbaal van de laatste vier jaar is er geen extern jurylid aanwezig voor het examen M3. De puntenverdeling is evenwichtig. Leerbegeleiding Zorgzaam en uitdagend Leerlingvolgsysteem Getalenteerde leerlingen krijgen heel wat uitdagingen. Zij kunnen meer choreografieën dansen tijdens voorstellingen. Tijdens bijgewoonde lesmomenten gaat er in het ene geval veel aandacht naar techniek, in het andere geval is er veel aandacht voor expressie. Het vooropgestelde leerlingvolgsysteem van de academie wordt niet gebruikt. Een ander, efficiënt systeem dringt zich op. 49031 - Hoofdstedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans te Brussel 3.18 dans - dansinitiatie (graad: l) Voldoet niet Motivering "In de meeste gevallen beantwoordt de lesinhoud niet aan het vakconcept van dansinitiatie. De doelstellingen worden onvoldoende aangeboden en onvoldoende gerealiseerd. Vaststellingen Outputgegevens Leerprestaties Outcomes Vervolgonderwijs Tevredenheid Er is voldoende instroom in de lagere graad 1. Dit heeft verschillende redenen: 1. De lessen worden op zeven verschillende locaties in Brussel georganiseerd; 2. De locaties zijn meestal verbonden aan een basisschool; 3. De lestijd sluit aan op het einde van de lesdag in de basisschool. Uit de leerlingenlijsten stellen we vast dat de doorstroom niet altijd optimaal is en dat veel leerlingen na het eerste jaar afhaken. Onderwijsaanbod Referentiekader planning Evenwichtig en volledig Verticale en horizontale samenhang Klasmanagement Actief en constructief leren In vier van de zeven gevallen wordt geen rekening gehouden met het vakconcept van dansinitiatie nl. ontwikkeling van de psychomotoriek in functie van dans, het stimuleren van bewegingsexploratie en bewegingsplezier en dit via de belevingswereld van deze kinderen. Er wordt vanaf het begin gestart met de leerinhoud van klassiek ballet, waarbij te weinig ingegaan wordt op de elementaire voorbereiding van klassiek ballet via oefeningen die de bewegingstaal en de motoriek van de kinderen ontwikkelen. Tijdens de bijgewoonde lesmomenten wordt het examen voorbereid waarin alle aandacht gaat naar oefeningen van klassiek ballet (dat een klein onderdeel van het leerplan omvat). Specifieke problemen van port de bras en dehors zijn te moeilijk voor deze leeftijd en worden niet verbeterd. De bijgewoonde lesmomenten sluiten niet aan bij de leerplandoelstellingen van dansinitiatie. Voor de overige lessen zijn jaarplannen uitgewerkt waarin de leerplandoelstellingen aan bod komen, die in de belevingswereld van het kind gekaderd worden. Bij de generale repetitie slagen de leerlingen erin om te improviseren op het podium. Een hele uitdaging, waarin de meeste leerlingen slagen. Er is aandacht voor het aanleren van basisbewegingspatronen vanuit de belevingswereld van het kind. In een aantal klassen wordt het Nederlands als instructietaal onvoldoende beheerst. Onderwijsorganisatie Onderwijstijd Groeperingsvormen In sommige gevallen starten de lessen zeer vroeg, onmiddellijk na de dagschool. Jonge leerlingen die nog veel tijd nodig hebben om zich om te kleden, kunnen niet op tijd in de les zijn. Deze lessen starten dan ook systematisch een kwartier te laat. Uitrusting Leermiddelen en ICT Logistiek Zoals hoger beschreven, is er op elke locatie een muziekinstallatie. De locaties laten niet toe om didactisch materiaal op te hangen of op te bergen. De locaties geven weinig tot geen artistieke uitstraling. Infrastructuur Zoals hoger beschreven bij het vak AABL, geldt ook hier dat verschillende locaties niet voldoen aan de elementaire normen om degelijk dansonderwijs te geven. Bovendien is de vloer vuil in verschillende locaties zodat bewegingsexploratie beperkt wordt tot staande bewegingen. 49031 - Hoofdstedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans te Brussel 29 Evaluatiepraktijk Evenwichtig/representatief Valide Betrouwbaar De leerlingen krijgen twee schriftelijke evaluaties per jaar. Dezelfde criteria van AABL worden hiervoor gebruikt. Deze sluiten minder aan op het leerplan dansinitiatie. Herziening van deze criteria dringt zich op. Hoewel er voor dansinitiatie decretaal geen examen voorzien is, zijn er jaarlijks overgangsproeven. De leerlingen studeren een kort examen in. Er zijn geen examenprogramma’s beschikbaar. De punten worden als een aanmoediging beschouwd en geven niet altijd onmiddellijk weer wat de leerling kan. Leerbegeleiding Zorgzaam en uitdagend Leerlingvolgsysteem In de meeste gevallen is er weinig ondersteuning en begeleiding in de ontwikkeling van de psycho-motoriek in functie van dans. Men werkt onmiddellijk vanuit het bewegingsidioom van de klassieke dans waardoor de elementaire ontwikkeling niet aan bod komt. In andere gevallen worden kinderen uitgedaagd om te exploreren, de fantasie brengt hen tot nieuwe bewegingen en de leerkracht stimuleert hen hun grenzen te verleggen. Het vooropgestelde leerlingvolgsysteem van de academie wordt niet gebruikt. Een ander, efficiënt systeem dringt zich op. Deskundigheidsbevordering Nascholingen Verspreiding van expertise Voor dansinitiatie wordt geen nascholing gevolgd. Nochtans is hier de nodige vorming nodig om in de geest van het leerplan les te geven. 30 49031 - Hoofdstedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans te Brussel 4. BEWAAKT DE ACADEMIE DE EIGEN KWALITEIT? Het onderzoek naar de kwaliteit en de kwaliteitsbewaking van de geselecteerde procesindicatoren of variabelen levert het volgende op: 4.1 4.1.1 Professionalisering Deskundigheidsbevordering De school staat voor wat betreft de kwaliteitsbewaking van deze indicator/variabele aan het begin van een ontwikkelingsproces. Motivering Volgende vaststellingen geven een beeld van de mate waarin de academie haar werking op een doelgerichte wijze aanpakt. • De academie beschikt niet over een nascholingsplan. Dit is een inbreuk tegen de regelgeving die vermeldt in artikel 8 van het decreet betreffende de kwaliteit van het onderwijs van 8 mei 2009 dat: “Elke instelling stelt jaarlijks een nascholingsplan op. Dat nascholingsplan bevat op een samenhangende wijze alle vormingsinspanningen die erop gericht zijn de kennis, vaardigheden en attitudes van de personeelsleden van de instelling te ontwikkelen, te verbreden of te verdiepen en begeleidingsinitiatieven die gericht zijn op organisatieontwikkeling” • Leerkrachten gaan nascholing volgen volgens hun persoonlijke behoeften. Een behoefteanalyse op de micro-, meso- en macroniveau (resp. persoonlijk, vakgebonden en academieniveau), is nog niet gebeurd. • Voor de pedagogische studiedagen wordt gezocht naar een onderwerp waarbij de hele academie baat heeft en die aansluit bij problemen die zich acuut stellen. Het bereiken van de vooropgestelde doelen ondersteunt de academie met onder andere volgende initiatieven. • Er zijn nascholingsgelden. Deze worden niet door de academie beheerd, maar door de stad Brussel. De directie heeft geen overzicht over de voorziene en/of te besteden financiën. • De stad Brussel voorziet een aanvraagformulier voor nascholingen. • Nascholingen worden eerst door de leerkracht betaald en later door de stad teruggestort. Deze werkwijze verloopt moeilijk, is zeer traag en is niet transparant. In een aantal gevallen schiet de vriendenkring van de school de onkosten voor in afwachting dat ze door de stad terugbetaald worden. • Nascholingsvoorstellen worden door de directie aan de leerkrachten kenbaar gemaakt. • Documentatie/syllabussen/brochures die leerkrachten meebrengen na een nascholing worden ter beschikking gesteld van collega’s-leerkrachten. Volgende vaststellingen schetsen de doeltreffendheid waarmee dit proces verloopt. • Tot hier toe werd nog geen onderzoek gedaan naar de effecten van de nascholingen binnen de academie. Volgende vaststellingen, onder andere vanuit de bereikte resultaten, geven een beeld van de mate waarin de academie ontwikkelingsgericht werkt. • Het uitschrijven van een visie omtrent nascholing zou de eerste stap kunnen zijn naar een academiespecifiek nascholingsplan. 49031 - Hoofdstedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans te Brussel 31 4.2 4.2.1 Materieel beheer Infrastructuur De school staat voor wat betreft de kwaliteitsbewaking van deze indicator/variabele aan het begin van een ontwikkelingsproces. Motivering Volgende vaststellingen geven een beeld van de mate waarin de academie haar werking op een doelgerichte wijze aanpakt. • Het beleid van de inrichtende macht inzake de infrastructuur voor de hoofdstedelijke academie blijft reeds jarenlang in gebreke. Bij de vorige doorlichting, min of meer 10 jaar geleden, werden beloftes gemaakt. Deze werden niet ingelost. Momenteel is er voor wat betreft de hoofdschool een nieuw project in ontwikkeling. • Met de decretaal bepaalde infrastructuurvereisten voor de studierichting Dans wordt nauwelijks rekening gehouden. • Voor de studierichtingen Muziek en Woord zijn er momenteel zware tekorten, waardoor het bereiken van de leerplandoelstellingen ernstig gehypothekeerd wordt. • Op meerdere vestigingsplaatsen wordt de academie gedoogd in de lokalen van het basisonderwijs (dubbel gebruik). Enige profilering of identiteitsontwikkeling wordt bemoeilijkt wanneer de respectievelijke directies geen belangstelling hebben voor dit specifieke studieaanbod. Het bereiken van de vooropgestelde doelen ondersteunt de academie met onder andere volgende initiatieven. • Het financieel beleid ten opzichte van het stedelijk kunstonderwijs is niet transparant. Er is veel mogelijk, maar de visie en de daadwerkelijke intenties, evenals de financiële input zijn niet duidelijk. • Door veelvuldige contacten en een daardoor opgebouwd vertrouwen tussen sommige leerkrachten en de directies of verantwoordelijken van de leslocaties slaagt men er in enkele gevallen in les te geven in een minimaal vereiste, pedagogisch comfortabele situatie. In enkele gevallen is de situatie echter hopeloos wegens het gebrek aan structurele afspraken tussen de academie en de plaatselijke schooldirecties of verantwoordelijken. Volgende vaststellingen schetsen de doeltreffendheid waarmee dit proces verloopt. • Momenteel heeft de hoofdstedelijke academie af te rekenen met een profileringsprobleem. Er is slechts een beperkte herkenbaarheid, respectievelijk uitstraling door visibiliteit in de meeste wijkafdelingen. De hoofdschool ‘is’ er wel, maar blijft als volwaardige onderwijsinstelling met een specifiek, complementair studieaanbod onherkenbaar weggestopt. • Ook al is de financiële input van de inrichtende macht niet transparant, de middelen ‘zijn’ er, als de juiste prioriteiten worden gesteld. Als eerste hefboom voor de algemene werking van de academie is slechts één beleidsoptie belangrijk en relevant: inzetten op infrastructuur en profilering. • Het effect van een gebrekkige infrastructuur op het realiseren van de leerplannen is pijnlijk dramatisch. In een leeromgeving waar de fenomenen ‘brede school’, ‘kunstinitiatie’ en ‘cultuurparticipatie’ hoog in het vaandel worden gedagen, terwijl het beleid op Vlaams niveau daadwerkelijk volop inzet op deze drie elementen, is de situatie van het kunstonderwijs in de hoofdstad des te pijnlijker. Volgende vaststellingen, onder andere vanuit de bereikte resultaten, geven een beeld van de mate waarin de academie ontwikkelingsgericht werkt. • De inrichtende macht voorziet in een toekomstplan dat tegen september 2016 realiteit moet zijn. 32 49031 - Hoofdstedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans te Brussel • In de tussentijd kan alvast grondig nagedacht worden over een rationalisering van het studieaanbod in de 16 wijkafdelingen, teneinde ook daar te komen tot verbeterde situaties inzake infrastructurele, eigentijdse noden van kwaliteitsvol kunstonderwijs, de hoofdstad waardig. 4.3 4.3.1 Begeleiding Leerbegeleiding De school staat voor wat betreft de kwaliteitsbewaking van deze indicator/variabele aan het begin van een ontwikkelingsproces. Motivering Volgende vaststellingen geven een beeld van de mate waarin de academie haar werking op een doelgerichte wijze aanpakt. • Er is geen visie op leerbegeleiding uitgeschreven. • Sinds 2004 is er een vorderingsplan. Elke vakgroep heeft criteria uitgewerkt waarop de leerkracht leerlingen beoordelen. Het is niet altijd duidelijk in welke mate ook de evaluatie hieraan gekoppeld is. • In de studierichting Muziek zijn de criteria per instrument verschillend. Voor de studierichtingen Woord en Dans gelden voor alle vakken dezelfde criteria. • Getalenteerde leerlingen krijgen genoeg kansen om op te treden en extra lessen te volgen. • Voor minder getalenteerde leerlingen is het niet duidelijk welk traject er kan gevolgd worden. Het bereiken van de vooropgestelde doelen ondersteunt de academie met onder andere volgende initiatieven. • Het vorderingsplan kan digitaal ingevuld worden en is raadpleegbaar op het intranet. • Sommige leerkrachten hebben een vorming over leerstoornissen gevolgd om er in de klas mee aan de slag te gaan. • Volgens de directie is er een uur coördinatie voorzien om getalenteerde leerlingen te begeleiden en voor te bereiden op het hoger kunstonderwijs. Volgende vaststellingen schetsen de doeltreffendheid waarmee dit proces verloopt. • Niet alle leerkrachten gebruiken het vorderingsplan. Voor groepsvakken (o.a. dans) blijkt het systeem niet gebruiksvriendelijk. • Leerlingen worden via parameters geëvalueerd. De beginsituatie wordt niet meegenomen, eventuele studieproblemen worden evenmin mee genomen worden. Dit zijn twee belangrijke onderdelen die in zo’n vorderingsplan van essentieel belang zijn. Het is niet duidelijk wat het effect van dit vorderingsplan in het leerproces is. Volgende vaststellingen, onder andere vanuit de bereikte resultaten, geven een beeld van de mate waarin de academie ontwikkelingsgericht werkt. • Er is tot op heden geen overleg om dit vorderingsplan te evalueren. Mogelijkheden om dit vorderingsplan te integreren in een leerlingvolgsysteem moeten nog onderzocht worden. 49031 - Hoofdstedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans te Brussel 33 5. ALGEMEEN BELEID VAN DE ACADEMIE Het onderzoek naar het algemeen beleid van de academie levert volgende vaststellingen op: • De academie wordt geleid door een enthousiaste en dynamische directeur die veel initiatief neemt. • Een uitgesproken, brede visie is er niet: er is geen artistiek pedagogisch project, er is geen schoolwerk- plan en er is geen interne kwaliteitszorg. Door de grote spreiding en het ontbreken van een echte hoofdschool is een grote versnippering ontstaan, waardoor er nauwelijks nog controle kan zijn over wat er her en der gebeurt. Sommige leerkrachten komen maandenlang niet in contact met directie of secretariaat. Dit is nefast voor het (artistiek) profiel, de gezamenlijke doelgerichtheid en de globale schoolcultuur. • Zowel de bron als het effect van de besluitvorming zijn niet duidelijk in de beleidsvoering. Zo worden er bijvoorbeeld meer dan 20 uren pedagogische coördinatie ingericht, waarvoor bij meer dan de helft geen of nauwelijks afspraken zijn omtrent de inhoud, het beoogde rendement en de verplichtingen die bij deze opdracht horen. Deze werkwijze is een oneigenlijk aanwenden van gesubsidieerde lestijden. • De interne kwaliteitszorg en de schoolorganisatie missen diepgang en het artistiek niveau is niet voor alle vakken en disciplines even overtuigend. Aansluitend bij de te ontwikkelen visie is er behoefte aan een gestructureerde manier om de eigen kwaliteit te bewaken en te verbeteren. 6. STERKTES EN ZWAKTES VAN DE ACADEMIE 6.1 Wat doet de academie goed? Wat betreft de erkenningsvoorwaarden: • Het realiseren van de leerplandoelen voor de focusvakken begeleidingspraktijk, gamba, sax, elektrische • • • • • • gitaar, samenzang en samenspel. Het realiseren van de leerplandoelen in de focusvakken algemene verbale vorming, voordracht, welsprekendheid en repertoirestudie. Het realiseren van de leerplandoelen voor het focusvak artistieke training. Het genereren van welbevinden, tevredenheid en enthousiasme bij ouders en leerlingen. Het organiseren van succesvolle optredens op bijzondere locaties in Brussel. Het beklemtonen van de maatschappelijke relevantie van de academiecultuur in een multiculturele hoofdstad. De dynamiek en de bereidheid om soms moeilijke infrastructurele en logistieke problemen het hoofd te bieden in functie van het bereiken van de erkenningsvoorwaarden. Wat betreft het algemeen beleid: • Het creatief zijn in het creëren van bijzondere, ervaringsgerichte momenten in soms zeer moeilijke infrastructurele en organisatorische omstandigheden. 34 49031 - Hoofdstedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans te Brussel 6.2 Wat kan de academie verbeteren? Wat betreft de erkenningsvoorwaarden: • Het rationaliseren en daardoor ook optimaliseren van het studieaanbod (de drie studierichtingen) in • • • • • • • • • verhouding tot een relevante spreiding in Brussel. Het opstellen van duidelijke, gepersonaliseerde leertrajecten (cfr. leerbegeleiding) vanuit specifieke jaarplannen die een leraar gebonden vertaling zijn (methodiek, repertoire, …) van de minimumleerplannen zoals decretaal bepaald. Het oriënteren van leerlingen in functie van een verbeterde doorstroom. De communicatie over de toegewezen lestijden bij aanvang van het schooljaar. Het bevorderen van de doorstroom tussen de verschillende graden. Het uitwerken en implementeren van een overkoepelende visie voor het vak artistieke training. Het herwerken van evaluatiecriteria voor dansinitiatie. Het implementeren van het vakconcept 'dansinitiatie' voor een aantal lessen. Het administratief correct bijhouden en doorsturen (departement) van het reëel onderwijsaanbod. De volledigheid omtrent namen en handtekeningen van alle juryleden op de pv's. Wat betreft de kwaliteit/kwaliteitsbewaking van de processen: • Het zoeken naar een aangepaste infrastructuur voor de verschillende studierichtingen op meerdere • • • • • • lesplaatsen. Het optimaliseren van de transparantie inzake toegewezen lestijden, personeelsaanstellingen, nascholingsbudgetten en andere financiële transacties. Het uitwerken en implementeren van een visie over leerbegeleiding, waarbij het huidige vorderingsplan opgenomen wordt. Het ontwikkelen en uitvoeren van een strak beleidsplan inzake schoolorganisatie, personeelsbeleid en leerdoelen. Het uitwerken van evaluatiecriteria voor dansinitiatie. Het stimuleren van inhoudelijk overleg en van artistiek-pedagogisch, inhoudelijk gestoffeerde vakvergaderingen. Het meer aandacht hebben voor een valide, eerlijke artisticiteit, geïnspireerd door een duidelijke visie over de consequenties van (het volgen van) degelijk kunstonderwijs, gezien als een leerproces dat leidt tot een artistiek verantwoorde output. Wat betreft het algemeen beleid: • Het uitwerken en implementeren van een artistiek-pedagogische visie. • Het uitwerken en implementeren van kwaliteitszorg op het vlak van beleid, onderwijs en output. • Het uitwerken en implementeren van een doelgerichte en verantwoorde pedagogische coördinatie. 49031 - Hoofdstedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans te Brussel 35 6.3 Wat moet de academie verbeteren? Wat betreft de erkenningsvoorwaarden: • De realisatie van de leerplandoelstellingen voor de focusvakken zang en instrumentaal ensemble, beide in de optie jazz & lichte muziek van de studierichting Muziek. • De realisatie van de leerplandoelstellingen voor het vak drama in de studierichting Woord. • De realisatie van de leerplandoelstellingen voor de vakken algemene artistieke bewegingsleer en dansinitiatie in de studierichting Dans. Wat betreft de regelgeving: • Het naleven van de regelgeving inzake toegewezen en verplichte onderwijstijden in de drie studie• • • • • • richtingen cfr. BVR. Art. 10. Het naleven van de regelgeving inzake infrastructurele normen voor de studierichting Dans. Het opstellen van een nascholingsplan (professionalisering) cfr. Art. 8 van het decreet betreffende de kwaliteit van het onderwijs van 8 mei 2009. Het naleven van de regelgeving inzake de jurysamenstellingen voor de eindproeven in de studierichting Dans en bij een aantal overgangsproeven in de studierichting Woord. Het naleven van de regelgeving en de verplichtende afspraken inzake leerlingentoezicht. Het opvolgen van de regelgeving inzake brandpreventie, keuring van elektrische installaties, beschikbare toiletten en klaslokalen met voldoende licht en lucht (zie WZB). Het naleven en toepassen van de taalwetgeving. 36 49031 - Hoofdstedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans te Brussel 7. ADVIES In uitvoering van het Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs van 8 mei 2009 is het advies voor erkenning BEPERKT G UNST IG 2 2 2 Muzie k W oordkunst Da ns om wille van tekorten voor volgende vak(ken)/optie(s) Va k/Optie pe r studie richting muziek ensemble/jazz & lichte muziek (graad: m h) muziek zang/jazz & lichte muziek (graad: m h) woordkunst drama (graad: m) dans dans 8. algemene artistieke bewegingsleer (graad: l) dansinitiatie (graad: l) omwille van het niet realiseren van de leerplandoelstellingen. het niet realiseren van de leerplandoelstellingen. het niet realiseren van de leerplandoelstellingen. het niet realiseren van de leerplandoelstellingen. het niet realiseren van de leerplandoelstellingen. REGELING VOOR HET VERVOLG Het bestuur van de instelling moet vanaf 01 september 2015 kunnen aantonen dat de tekorten met een beperkt gunstig advies in voldoende mate werden geremedieerd. Namens het inspectieteam, de inspecteur-verslaggever Luc PONET Datum van verzending aan de directie en het bestuur van de instelling: Voor kennisname Het bestuur of zijn gemandateerde Naam: 49031 - Hoofdstedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans te Brussel 37