Opdrachten digischool – bespiegeling, hst 11 vwo / hst 2 havo Inleiding: 5.1.1.- Inleiding in de cultuur van het moderne in de eerste helft van de twintigste eeuw 5.1.2.- Gedurende het laatste kwart van de negentiende eeuw en het begin van de twintigste eeuw werd de cultuur met een haast bovennatuurlijke snelheid vernieuwd door de techniek. In 1877 vond Thomas Alva Edison de fonograaf uit, het meest revolutionaire verlengstuk van het creatief geheugen sinds het fototoestel. Twee jaar later ontwikkelden J. W. Swan en hij los van elkaar, de eerste gloeilamp, en baarden daarmee veel opzien [Lees verder............]] Opdracht 5.1.A.- Inleiding Opdracht 5.1.B.- Een monument voor Emile Levassor Freud, Röntchen Schönberg: 5.2.7.- Schonberg en het expressionisme. De term expressionisme had net als impressionisme aanvankelijk betrekking op de schilderkunst. Waar het impressionisme streefde naar de weergave van de objecten zoals zij op een bepaald moment door de toeschouwer worden waargenomen, werd in het expressionisme uitdrukking gegeven aan het innerlijk leven. [Lees verder.....] Varese 5.4.11.- Om de muziek van Varèse goed te begrijpen doen we even een stapje terug. De romantiek (‘laat romantiek’) is tot een hoogtepunt gekomen, maar ook de grenzen ervan zijn in zicht. [Lees verder.......] Opdracht 5.4.C .- Edgar Varèse Kandinsky: 5.2.1.- Lyrisches van Vassily Kandinsky laat het verdwijnen van de herkenbare voorstelling zien in het werk van Kandinsky; de abstracte kunst werd geboren. Kandinsky was tot de conclusie gekomen dat herkenbaarheid in zijn werk datgene wat hij wilde zeggen in de weg stond. ‘Fijnere gevoelens die nog geen naam hebben’ konden niet worden overgebracht door afbeeldingen van mensen, paarden of landschappen. [Lees verder.....] Schönberg en Kandinsky: Opdracht 5.2.A.- Kunst en esthetica 5.2.10.- De correspondentie tussen Wassily Kandinsky en Arnold Schönberg is een treffend voorbeeld van de gemeenschappelijke idealen en uitgangspunten, die kunstenaars uit verschillende disciplines aan het begin van de twintigste eeuw deelden. [Lees verder...........] Opdracht 5.2.F.- Briefwisseling Wasssily Kandinsky/Arnold Schönberg Klee Strawinsky: 5.3.4.3.- Ballet 'Le Chant du Rossignol' (de Zang van de Nachtegaal) van componist Stravinsky, balletmeester Balanchine en schilder Matisse uit 1920, naar het Chinese sprookje van Hans Christiaan Andersen.[Lees verder.......] Ballet Russe: 5.1.2.5.- Paul Poiret was een invloedrijk modeontwerper uit het begin van de 20ste eeuw. Hij leefde van 1879 tot 1944.[Lees verder..........] 5.1.6.- Vernieuwingen van het ballet in Rusland. [Lees verder....] 5.3.0.- Op 18 mei 1909 introduceerde Sergei Pavlovitsj Diaghilev zijn Ballets Russes in het Theâtre du Chatelet in Parijs. Het succes was overweldigend. Parijs raakte volledig in de ban van alles wat door Diaghilev werd samengebracht. Dat waren niet alleen balletdansers, maar ook choreografen (Fokine), beeldende kunstenaars (Bakst, Benois, Picasso) en componisten (Satie, Stravinsky, Ravel). [Lees verder.........] 5.3.1.- Het idee voor een ballet op een Russische legende mondde uit in De Vuurvogel (Zharptitsa in het Russisch) Dit ballet ging in 1910 in première bij Diaghilevs Les Ballets Russes in Parijs en gaat over de betoverde wereld van een heroïsche prins, een boze geest, een mooie prinses en een exotische vuurvogel. [Lees verder....] Opdracht 5.3.A.- Kunstenaar en opdrachtgever; politieke en economische macht 5.3.1.1.- Een vijftal expressionistische principes van Fokine betekenden een breuk met de vastgeroeste tradities die, als uitvloeisel van de ontwikkelingen in de romantiek, gangbaar waren geworden in het akademische ballet.[Kijk en luister naar een fragment van de stervende zwaan...........] 5.3.2.- In opdracht van Sergei Diaghilev en Igor Stravinsky kreeg Alexandre Benois in 1910 de opdracht het scenario te schrijven ( in samenwerking met de componist) en kostuums en decors te ontwerpen voor het ballet "Petrushka". [Lees verder.........] 5.3.3.- De voorstellingen van de Ballets Russes van impresario Serge de Diaghiley hadden wel vaker voor ophef gezorgd, meestal in positieve zin. Wel had men wat vreemd opgekeken van de kubistische, erotisch getinte pas de trois Jéux van Nijinski op muziek van Debussy. Maar wat er twee weken daarna op die avond van de 29ste mei 1913 gebeurde, moet onbeschrijflijk zijn geweest.[Lees verder.........] Opdracht 5.3.C.- Sergei Diaghilev 5.3.4.5.- Duivelskunstenaar Diaghilev trok als een magneet de belangrijkste kunstenaars van zijn tijd aan en werkte als een effectieve katalysator voor hun creatieve gaven. Er ontstonden samenwerkingsverbanden tussen componisten, choreografen en beeldend kunstenaars, zoals bijvoorbeeld Leon Bakst [Lees en kijk verder......] 5.3.4.6.- Een hoogtepunt in het oeuvre van Maurice Ravel is de balletmuziek "Daphnis et Chloé" (1912) voor de Ballets Russes van Diaghilev.[Lees verder...] 5.3.4.7.- Nog in 1925 werd 'Scheherazade' bij een opiniepeiling in Londen vermeld als het meest geliefde ballet van het repertoire. 'Scheherazade' is representatief voor Diaghilevs eerste periode - de Russisch-oosterse fase, met zijn combinatie van overdadige ontwerpen, seks en geweld.[Lees verder....] Martha Graham Isadora Duncan: 5.2.8.- Duncan werd geboren in San Francisco. De lerse immigrantenfamilie waaruit zij geboren werd keerde in 1899 naar Europa terug. In Londen bezocht zij het British Museum en maakte er kennis met de kunst en cultuur van de Grieken. [Lees verder.....] Fuller: 5.2.9 5.2.9,- De Amerikaanse danseres L Fuller (1862-1928) heeft een bijzondere plaats in de danswereld. Zij was dochter van een acteurs-echtpaar en debuteerde al op 3-jarige leeftijd in kinder- rolletjes in boulevardstukken. Haar interesse voor de dans berustte naar haar eigen zeggen, op toeval. Aanleiding was haar rol in een toneelstuk. [Lees verder.....] Opdracht 5.2.B.- Isadora Duncan/Loie Fuller Jazz: 5.2.7.1 – 5.6.3 5.6.3.- Jazz werd voornamelijk door Afro-Amerikanen gespeeld, daarbij hun blues, spirituals en worksongs inbrengend en combinerend met Europese muziek en instrumenten (vooral de koperinstrumenten). [Lees verder........] 5.6.3.0.- Een legendarische figuur uit de vroegste New-Orleans-periode was kornetspeler Buddy Bolden.[Lees verder........] 5.6.3.1.- Paul Whiteman, (1890-1967) leider van een toonaangevend 'jazz-orkest', nam in 1923 kennis van enkele composities van George Gershwin. Whiteman streefde er naar de jazz te verheffen tot jazz die ook tot zijn recht zou kunnen komen in de concertzaal. Met Gershwin zag Whiteman de mogelijkheid om deze visie werkelijkheid te laten worden.[Lees verder.......] 5.6.3.2.- Louis Armstrong werd geboren op 4 augustus 1901 in een arme wijk van New Orleans. Toen hij in 1971 stierf, werd de man die over de hele wereld bekend stond als Satchmo, algemeen erkend als één van de grondleggers van de jazz. [Lees verder........] 5.6.3.3.- Al op vroege leeftijd begon Benny Goodman klarinet te spelen. Op zijn 12de stond hij op het toneel met een band en imiteerde een destijds beroemde bandleider en klarinettist. De eerste opnames maakte Goodman in 1926.[Lees verder.......] 5.6.3.4.- Glenn Miller (1904-1944) was een Amerikaanse jazzmuzikant en orkestleider toen de swing populair was. Tijdens de dertiger jaren speelde hij als trombonist bij verschillende big bands. [Lees verder....] 5.6.4.- De geschiedenis van de Jazz in Nederland is ontstaan naar aanleiding van een documentaireserie die de NOS in samenwerking met het NJA in 1993 heeft geproduceerd. Als voorbereiding voor het schrijven van de scripts is toen aan vijf jazzauteurs gevraagd om een fase uit de ontwikkeling van de jazzmuziek in Nederland weer te geven. Het resultaat waren vijf hoofdstukken die samen de Nederlandse jazzgeschiedenis tot 1990 beschrijven. Voor deze publicatie op internet zijn de vijf hoofdstukken aangevuld met een zesde, dat speciaal voor deze gelegenheid is geschreven om de geschiedenis te actualiseren. Ook zijn muziekfragmenten en illustraties toegevoegd. 1. 1920-1939: Het Begin 2. 1939-1945: Oorlog, Bezetting en Bevrijding 3. 1945-1966: Bloei en Terugval 4. 1966-1974: Conflict en Vernieuwing 5. 1974-1990: Nieuwe Structuren 6. De recente jaren: Conservatoria, Wereldjazz en de Verovering van New York Brücke: 5.6.2.- 'Brücke' was een los verband van jonge Duitse schilders, E. L. Kirchner, K. SchmidtRottluff, E. Heckel en F Bleyl, opgericht in 1905 in Dresden. E. Nolde en M. Pechstein voegden zich in 1906 er bij. De groep verhuisde in 1910 naar Berlijn. Door ruzie over een eigen tijdschrift van de groep werd in 1913 'Brücke' ontbonden. [Lees verder.........] Kubisme : 5.1.2.4.-Waarop berustte het succes van het kubisme? Zo was men al sinds de 19de eeuw op zoek naar een stijl die de moderne tijd kon belichamen. Het moest iets krachtigs zijn, met hoekige contouren en een suggestie van doelmatige nuchterheid [Lees verder.....] Bron en opdracht 5.6.B.- In het begin van de 20ste eeuw was negerkunst voor rariteitenverzamelaars iets heel bekends, maar voor kunstenaars niet. In ieder geval was Matisse de eerste die beïnvloed werd, niet zozeer in zijn schilderkunst als wel in zijn beeldhouwwerk, door de Afrikaanse beelden en het was Matisse die Picasso's aandacht erop vestigde. [Lees verder.........] Parade: 5.3.1.2.- Een van de kunsten waar vervolgens het kubisme verder in door drong was het theater. In ‘Parade’, het eerste echte moderne ballet, gebeurde dat. Eerst in Parijs, daarna in Rusland.[Lees, kijk en luister verder.............] Opdracht 5.3.E.- Ballets Russes: Parade Futurisme: Bron en opdracht 5.1.2.1.- Het zou duren tot het begin van de twintigste eeuw voor de kunst zich rekenschap van de machine begon te geven, en dan nog niet in de betekenis dat er meer afbeeldingen van technische voorwerpen ontstaan. [Lees verder.......] 5.2.6.- Hoewel het futurisme in 1909 door de dichter en toneelschrijver Filippo Tomasso Marinetti als literaire beweging werd gelanceerd, bezorgde het vernieuwingselan dat uit zijn oprichtingsrnanifest sprak, hem vrijwel direct aanhangers uit alle artistieke disciplines. [Lees verder.....] 5.2.6.1.- In oktober 1910 verscheen Marinetti's eerste theatermanifest getiteld: 'Manifesto dei Dramaturgi Futuristi' [Lees verder.....] 5.2.6.2.- Enrico Prampolini werd op 20 april 1894 geboren te Modena (Italië) en studeerde vanaf 1912 te Rome. Tijdens zijn studie kwam hij in aanraking met het futurisme en nam hij in 1912 deel aan een groepsexpositie. Prampolini was een veelzijdige kunstenaar die zich ook bezig hield met het ontwerpen van decors en kostuums voor het theater en de film. [Lees verder........] 5.2.6.3.- In Italië gold het kubisme als de belangrijkste impuls voor de moderne vernieuwingen van de futuristen, die als serieuze en oorspronkelijke kunstenaars pas publiekelijke aandacht verkregen toen zij samen met de kubisten in Parijs anno 1912 tentoonstelden. [Lees verder.........] Opdracht 5.2.C.- Futurisme 5.3.4.- Binnen het theater van de schilders is het ballet 'Vuurwerk', muziek van Strawinsky, ontwerper de Futurist G. Balla een hoogtepunt.[Lees verder.........] Techniek / vliegen: 5.1.2.2.- Bij veel kunstenaars bestond een enthousiaste belangstelling voor wetenschap en techniek. In het tweede nummer van 'De Stijl, Maandblad voor de moderne beeldende vakken' (november 1917) schreef de Italiaanse futuristische schilder Gino Severini:"Het construeren van een machine is analoog met het construeren van een kunstwerk Een mooie machine roept een gevoel van genot en bewondering op, een esthetisch genot dat universeel is en overeenkomt met wat we bij een kunstwerk ervaren" [Lees verder.......] 5.5.1.- De negentiende eeuw ging er prat op de eeuw van de industriële revolutie te zijn en van de toename van de massaproduktie door nieuwe technische vindingen. Voor een musicus betekent een machine een regelmatig ritme; machinemuziek. [Lees verder.....] Opdracht 5.5.A.- Antheil en Leger "Ballet Mecanique" 5.5.1.1.- Tot de mechanische muziekinstrumenten worden de traditionele muziekinstrumenten gerekend, evenals de menselijke stem. De futuristische instrumenten van Luigi Russolo zoals de Intonarumori en het meer ontwikkelde Rumorarmonio worden ook gerekend tot deze categorie. [Lees verder..] 5.5.1.2.- Electrische en electronische muziekinstrumenten. Deze muziekinstrumenten hebben een langere geschiedenis dan men algemeen veronderstelt: de eerste experimenten gaan terug tot in de negentiende eeuw. Het kwam door een technische onvolkomenheid dat het eerste instrument, de 'zingende boog', werd ontwikkeld. [Lees verder...] 5.5.7.- Het zou het een alternatief van de grammofoonplaat kunnen noemen. Maar wel een zeek kostbaar en ingewikkeld alternatief.- een soort externe robot die op de toetsen van een piano kan spelen met behulp van geperforeerde papieren muziekrollen. Het systeem kon ook in piano's en vleugels worden ingebouwd, waardoor die 'gewoon' bespeelbaar blijven. De pianola werd in het begin van de vorige eeuw in massaproductie genomen en vond al snel zijn weg naar de gefortuneerde burgers.[Lees verder] Dada: 5.3.4.1.- Picabia 'Reláche' [Lees verder..................] Surrealisme Montage