lesplan

advertisement
De weg naar de politiek
Lessenserie LLB Kerntaak 3 Politiek
Sjors Lansing
4 juli 2015
Landstede Harderwijk
Vormgeving en Entertainment
Inhoudsopgave
Inleiding
2
Handleiding
3
Les 1
3
Lesplanformulier 1
5
Voorbeeld cartoons
8
Les 2
9
Lesplanformulier 2
10
Les 3
13
Lesplanformulier 3
14
Literatuurlijst
17
1
Inleiding
Politiek is een onderwerp wat niet of bijna niet speelt onder studenten. De studenten zijn er vaak niet
in geïnteresseerd en vinden het moeilijk. Deze lessenserie is bedoeld om met behulp van didactische
werkvormen de studenten aan het denken te zetten over politiek. Vanuit de overheid moeten de
studenten deel kunnen nemen aan politieke besluiten, actief zijn bij officiële verkiezingen doormiddel
van stemmen, inbreng hebben bij besluitvorming op de verschillende politieke besluitniveaus, hun
mening kunnen verdedigen bij besluitvorming en er moet ingespeeld worden op de actualiteit
(kwalificaties mbo, 2012). Deze lessenserie speelt in op het kunnen verdedigen van een mening en
het verdedigen van jouw eigen mening.
In deze lessenserie gaan de studenten doormiddel van didactische werkvormen aan de slag met het
vormen van een mening. Allereerst zal ik een omschrijving geven wat een didactische werkvorm nu
precies is. Volgens Hoogeveen en Winkels (2003, p. 16) is een didactische werkvorm “een principiele
weg, die de leerkracht en de student samen bewandelen om de in het schoolwerkplan omschreven
onderwijsdoelen – wat betreft vorming en opvoeding – te bereiken, en om de in het schoolwerkplan
omschreven inhouden over te dragen, respectievelijk zich eigen te maken, en wel op een
doelgerichte, geordende en effectieve wijze”.
Om hierbij aan te sluiten en een weg te nemen die voor studenten georden en effectief is, is er
gekozen voor de volgende drie didactische werkvormen:
Les 1: Cartoonanalyse.
Les 2: Storyboarden.
Les 3: Maken van een cartoon.
De studenten beginnen in les 1 met het achterhalen van iemand anders zijn mening. In les 2 gaan de
studenten hun ideale politieke toekomst tekenen en beschrijven. En in les 3 gaan zij een individueel
een cartoon tekenen met daarin hun eigen mening verwerkt.
In de handleiding staat per les beschreven wat de bedoeling is, de leerdoelen van de les beschreven
en een lesplanformulier als houvast en de benodigdheden voor de les. In de handleiding staat ook
aangeven wat er opgenomen kan worden in het LLB portfolio van de student.
2
Handleiding
De studenten die gaan werken met de verschillende didactische werkvormen hebben al kennis
gemaakt met kerntaak 3 politiek. Zij hebben al theorie verkregen over de politiek in Nederland en in
het buitenland. De studenten gaan nu ervaring op doen met het vormen van hun mening, het
verdedigen van hun mening met behulp van argumenten en het luisteren naar een mening van een
ander. Door dit te doen sluit de lessenserie aan bij wat de overheid wil en dat is dat de studenten na
afloop van hun mbo opleiding goede burgers zijn in de maatschappij en verantwoording durven te
nemen voor hun gemaakte handelingen (mbo raad 2008).
Les 1:
In deze les gaan de studenten ervaring op doen met het filteren van iemandander zijn mening. Alle
studenten krijgen een aantal cartoons, die betrekking hebben met politiek. Daarbij krijgen zij een
lijstje met vragen die beantwoord moeten. De vragen die op het lijstje of het bord komen te staan
zijn:
1. Waar speelt de cartoon zich af?
2. Waar gaat de cartoon over?
3. Wat is er te zien?
4. Waarom is de cartoon grappig?
5. Wat is de mening van de tekenaar?
6. Wat is jouw mening?
7. Bedenk een (nieuwe) titel voor deze cartoon.
(Van den Berg et al., 2009, p. 165)
De studenten doen dit in groepjes van drie. Per groepje krijgen zij vijf cartoons. Iedere cartoon moet
beantwoord worden met de bovenstaande vragen. Als het antwoord in eerste instantie niet gegeven
kan worden, mag de student gebruik maken van andere informatiebronnen. De studenten kunnen zo
achtergrond informatie opzoeken die hun helpt bij het beantwoorden van de verschillende vragen.
De tijdsduur van deze opdracht is ongeveer 25-30 minuten. Daarna is er nog tijd nodig voor de
nabespreking van de opdracht. Bij het nabespreken van de opdracht gaan de studenten de vragen
klassikaal bespreken. De nadruk moet liggen op de mening van de tekenaar en hun eigen mening.
Hierin moeten zij ervaring op doen.
Benodigdheden:
- Lokaal met een whiteboard.
- Whiteboard stiften.
- Vijftal cartoons over politiek.
- Vragen voor het analyseren van de cartoons.
Portfolio:
Analyse van de cartoons.
3
Leerdoelen:
- Aan het eind van de les kan de student een cartoon/karikatuur analyseren aan de hand zeven
stappen.
- Aan het eind van de les heeft de student inzicht in de Nederlandse politieke doormiddel van
cartoons/karikatuur.
- Aan het eind van de les kent de student de betekenis van een cartoon/karikatuur.
- Aan het eind van de les kan de student de boodschap uit de cartoon/karikatuur halen en
verwoorden in zijn/haar eigen woorden.
- Aan het eind van de les heeft de student ervaring met het destilleren van de boodschap in een
cartoon.
- Aan het eind van les hebben de studenten gediscussieerd binnen hun groep over hun
meningen bij de verschillende cartoons.
- Aan het eind van de les kan de student zijn mening geven over een cartoon aan de hele klas.
4
Lesplanformulier 1
Docent:
Les: 1 van 3
Datum:
Onderwerp v.d. les: Cartoonanalyse
Vaardigheden/kennis die studenten nodig
hebben voor deze les:
Voor deze les moeten de studenten weten
hoe ons politiek systeem in elkaar zit, welke
politicus bij welke partij hoort, hoe zij een
spotprent/karikatuur moeten bekijken en
hun mening verwoorden naar anderen toe.
Te verwachten problemen bij het leren en
onderwijzen:
Het probleem is dat studenten het moeilijk
vinden om een mening te vormen over
politiek.
Duur van de les:60 min. Aantal lln:
Korte beschrijving van de vorige les met deze klas:
De vorige les hebben de studenten geleerd wat LLB
inhoudt en waarom zij het krijgen binnen het mbo.
Tijdens deze les hebben de studenten theorie uitleg
gehad over het politieke systeem in Nederland.
Waarom politiek belangrijk is en het stemmen in
Nederland. De studenten weten dat zij de komende
lessen drie actief bezig gaan met het verwerken van
hun mening en visie over politiek.
Lesdoel:
- Aan het eind van de les kan de student een
cartoon/karikatuur analyseren aan de hand
zeven stappen.
- Aan het eind van de les heeft de student inzicht
in de Nederlandse politieke doormiddel van
cartoons/karikatuur.
- Aan het eind van de les kent de student de
betekenis van een cartoon/karikatuur.
- Aan het eind van de les kan de student de
boodschap uit de cartoon/karikatuur halen en
verwoorden in zijn/haar eigen woorden.
- Aan het eind van de les heeft de student
ervaring met het destilleren van de boodschap
in een cartoon.
- Aan het eind van les hebben de studenten
gediscussieerd binnen hun groep over hun
meningen bij de verschillende cartoons.
- Aan het eind van de les kan de student zijn
mening geven over een cartoon aan de hele
klas.
Benodigdheden:
Bij deze les hebben de studenten het volgende nodig:
- Schrijfspullen.
- Schrift.
De docent heeft het volgende nodig:
- Lokaal met een whiteboard.
- Whiteboard stiften.
- Vijftal cartoons over politiek.
- Vragen voor het analyseren van de cartoons.
5
De les:
Tijd
(Sub)doelen
Activiteit Docent
Voor de
les.
Duidelijkheid creëren
voor de studenten.
De docent schrijft eerst de
planning van de les op het bord.
Daarna de zeven stappen om
een cartoon te analyseren op het
bord schrijven:
1. Waar speelt de cartoon
zich af?
2. Waar gaat de cartoon
over?
3. Wat is er te zien?
4. Waarom is de cartoon
grappig?
5. Wat is de mening van de
tekenaar?
6. Wat is jouw mening?
7. Bedenk een (nieuwe)
titel voor deze cartoon.
(Van den Berg et al., 2009, p.
165)
Ook is het aan te raden om de
leerdoelen van de les in het kort
te noteren op het bord. Zo zien
de studneten wat zij gaan leren
deze les en wordt het inzichtelijk
voor hun.
Vragen zichtbaar op
het bord zetten voor de
studenten.
Leerdoelen inzichtelijk
maken voor de
studenten.
2 min.
3 min.
10 min.
Band creëren met de
studenten. Studenten
aanspreken die een pet
op hebben of ander
ongewenst gedrag
vertonen.
Als de studenten binnenkomen
staat de docent bij de deur om
de studenten te begroeten.
Voorkennis activeren
bij de studenten.
Herhaling van de
geleerde kennis bij de
Verschillende aspecten van de
vorige les worden herhaald. Wat
belangrijk om sowieso te
herhalen zijn de verschillende
Als de studenten allemaal zitten
wordt de planning duidelijk
gemaakt:
 Leerdoelen inzichtelijk
maken voor de
studenten.
 Herhaling van de vorige
les.
 Uitleggen van de
cartoonanalyse.
 Bespreken van de
verschillende meningen.
 Reflecteren op de
leerdoelen.
Activiteit Student
De studenten worden begroet
door de docent. Sommige
docenten worden aangesproken
door de docent.
De planning van de les wordt
inzichtelijk gemaakt door de
docent. De studenten zien de
planning op het bord staan.
De studenten halen hun
voorkennis op van de vorige LLB
les over politiek.
Zij geven antwoord op de vragen
6
30 min.
studenten.
politici met daarbij hun partij,
hoe ons politiek systeem in
elkaar zit en hoe er beslissingen
genomen worden binnen de
politiek. Dit is belangrijk voor de
studenten, omdat zij politieke
cartoons gaan analyseren en
daarover een mening moeten
vormen.
van de docent en leggen uit hoe
ons politiek systeem in elkaar zit.
Ook geven zij aan welke politicus
bij welke partij hoort en wat de
naam van deze partij is.
Uitleggen van de
werkvorm.
Na de herhaling wordt de
werkvorm uitgelegd. De
studenten krijgen een vijftal
cartoons, die betrekking hebben
op de politiek. Op het bord staan
de vragen die bij iedere cartoon
beantwoord moeten worden
(Hoogeveen & Winkels, 2003).
Als de studenten moeite hebben
met de cartoons, bijvoorbeeld
wie er op te zien zijn, mogen zij
gebruik maken van hun laptop of
andere informatiebronnen.
Vijf voorbeeld cartoons staan
onderaan deze les. Deze kunnen
gebruikt worden, hoeft niet.
De studenten krijgen de werkvorm
uitgelegd.
Zij gaan in groepen van drie
personen vijf cartoons analyseren
aan de hand van de zeven vragen
die op het bord genoteerd staan.
De studenten verwoorden bij
iedere cartoon hun persoonlijke
mening. Ze mening verwoorden zij
binnen de groep. Binnen de groep
wordt er gediscussieerd over de
verschillende meningen.
Aanbieden van
hulpmogelijkheden bij
het verwerken van de
cartoons.
Mening vormen bij de
verschillende cartoons.
Kerninformatie voor de
docent.
Groepsgrootte: drie studenten.
Aantal cartoons: vijf per groep.
Tijdsduur: 25 – 30 minuten.
Let op: ieder groepslid moet
zijn/haar mening verwoorden bij
iedere cartoon.
Controlefunctie docent.
Studenten discussiëren
en verwoorden hun
mening binnen de
groep.
De docent loopt rond om te
kijken of de studenten eruit
komen. Ook om studenten aan
het werk te zetten die iets
anders doen dan moet.
De studenten worden op weg
geholpen door de docent als zij
vastlopen. Als zij iets verkeerd
doen worden zij hierop
aangesproken door de docent.
Klassikale bespreking.
Eigen mening
verwoorden naar een
grote groep.
Na 25 – 30 minuten worden de
studenten klassikaal geroepen.
Bij iedere cartoon wordt stil
gestaan en wordt er vooral
geluisterd naar de mening van
de studenten. Het doel is
meningsvorming.
Verschillende studenten
verwoorden hun mening over een
cartoon naar de gehele klas.
Hierop wordt gereageerd en er
kan een discussie ontstaan. De
docent laat de discussie in goede
banen lopen.
Leerrendement wordt
gemeten door de
docent. Afsluiting van
de les.
Aan het eind van de les worden
de leerdoelen herhaald en wordt
er gekeken naar het
leerrendement van de les.
De studenten reflecteren op de
leerdoelen van de les.
De studenten ruimen op en gaan
naar de volgende les.
10 min.
5 min.
7
Voorbeeld Cartoons:
8
Les 2
In deze les gaan de studenten storyboarden. De studenten moeten doormiddel van deze werkvorm
(storyboarden) een ideale toekomst indenken en die beschrijven in woord en beeld. Het onderwerp
is de politieke toekomst in Nederland. Deze werkvorm helpt de studenten om zich mogelijkheden
voor te stellen en die te concretiseren. Ze vertellen een verhaal met een happy end en zaaien
minuscule zaadjes voor een andere toekomst, hun toekomst (Gray et al., 2012).
De studenten doen dit in subgroepjes van twee, drie of vier personen. Dit hangt af van de klas groote.
De stappen van de werkvorm gaan als volgt:
1. Het onderwerp van het feelgoodverhaal is ‘de ideale toekomst voor de politiek in Nederland’.
De opdracht is om het verhaal in een serie tekeningen te visualiseren en aan de rest van de
groep te vertellen.
2. De subgroepen gaan uiteen – liefst in afzonderlijke ruimtes – 20 tot 25 minuten de tijd om (1)
het eens te worden over een ideale situatie, (2) te bepalen welke stappen ze zouden nemen
om er te komen en (3) elke stap uit te beelden ia een serie grote tekeningen of scenes.
3. Haal de subgroepen bij elkaar. Vraag of er een groep vrijwillig wil beginnen met het
presenteren.
4. Nadat alle subgroepen hun verhaal hebben gepresenteerd, ga je vragen welk verhaal het
meest inspirerend is.
5. Reflectie op de opdracht.
(Gray et al., 2012, p. 93).
De studenten verwoorden hun mening in de tekening, maar ook in woorden. Zij moeten namelijk aan
het eind van de les hun tekening presenteren en verdedigen.
Benodigdheden:
- A3 papier om hun storyboard op te tekenen.
- Potloden (grijs en kleur).
- Schrijfspullen.
- Schrift.
- Whiteboard.
- Whiteboard stiften.
Portfolio:
De toekomst over politiek in woord en beeld.
Leerdoelen:
- Aan het eind van de les moet de student een ideale toekomst hebben bedacht.
- Aan het eind van de les heeft de student zijn ideale toekomst beschreven in woord.
- Aan het eind van de les heeft de student zijn ideale toekomst beschreven in beeld.
- Aan het eind van de les heeft de student een visie gevormd over de toekomst van politiek.
- Aan het eind van de les kan de student zijn visie verwoorden.
- Aan het eind van de les kan de student zijn visie beargumenteren aan de hand van zijn
mening.
9
Lesplanformulier 2
Docent:
les: 2 van 3
datum:
groep :
duur van de les:50 min.
Aantal lln:
Voor de les:
Onderwerp v.d. les: Storyboarden
Korte beschrijving van de vorige les met deze klas:
De vorige les hebben de studenten ervaring opgedaan
met het verwoorden van hun eigen mening aan de hand
van cartoons. De mening bij deze cartoons hebben de
studenten verwoord in kleine groepjes en aan het eind
van de les hebben sommige studenten hun mening
verwoord naar de gehele groep. Hun mening ging over
politiek.
Vaardigheden/kennis die studenten
Lesdoel:
nodig hebben voor deze les:
- Aan het eind van de les moet de student een
Voor deze les moeten de studenten hun
ideale toekomst hebben bedacht.
ideale toekomstbeeld van de politiek
- Aan het eind van de les heeft de student zijn
kunnen tekenen. Ook moeten de
ideale toekomst beschreven in woord.
studenten zich hun toekomstbeeld ten
- Aan het eind van de les heeft de student zijn
aanzien van de politiek concretiseren.
ideale toekomst beschreven in beeld.
- Aan het eind van de les heeft de student een visie
gevormd over de toekomst van politiek.
- Aan het eind van de les kan de student zijn visie
verwoorden en beargumenteren.
Te verwachten problemen bij het leren
Benodigdheden:
en onderwijzen:
Bij deze les hebben de studenten het volgende nodig:
Bij deze les is te verwachten dat de
- A3 papier om hun storyboard op te tekenen.
studenten het lastig vinden om een ideaal
- Potloden (grijs en kleur).
toekomst beeld voor te stellen over de
- Schrijfspullen.
politiek in Nederland. Zij moeten hun
- Schrift.
ideale toekomst beschrijven in woord en
beeld.
De docent heeft het volgende nodig:
- Lokaal met een whiteboard.
- Whiteboard stiften.
10
De les:
Tijd
(Sub)doelen
Activiteit Docent
Voor de
les.
Duidelijkheid creëren
voor de studenten.
De docent zet voor het begin van de
les de planning op het bord. Zo wordt
de planning inzichtelijk voor de
studenten.
Als er ruimte is zet de docent ook de
leerdoelen op het bord. Zo weten de
studenten wat zij gaan leren vandaag.
Leerdoelen inzichtelijk
maken voor de
studenten.
2 min.
3 min.
Band creëren met de
studenten. Studenten
aanspreken die een pet
op hebben of ander
ongewenst gedrag
vertonen.
Overzicht creëren bij
de studenten.
Leerdoelen helder
krijgen voor de
studenten.
5 min.
Uitleggen wat
storyboarden inhoudt.
Betekenis geven van
een feelgoodverhaal.
5 min.
De studenten
bedenken een ideale
toekomst voor de
politiek in Nederland.
Als de studenten binnenkomen staat
de docent bij de deur om de
studenten te begroeten.
Als de studenten allemaal zitten
wordt de planning duidelijk gemaakt:
 Leerdoelen inzichtelijk maken
voor de studenten.
 Uitleggen van Storyboarden.
 Het bespreken in groepjes de
ideale situatie.
 Maken van de ideale situatie.
 Presenteren van de ideale
situatie.
 Reflectie op het
storyboarden.
Activiteit Student
De studenten worden
begroet door de docent.
Sommige docenten worden
aangesproken door de
docent.
De planning van de les wordt
inzichtelijk gemaakt door de
docent. De studenten zien de
planning op het bord staan.
Als eerst worden de leerdoelen
besproken voor deze les. De
studenten krijgen zo inzichtelijk wat
zij deze les gaan leren.
De studenten zien wat zij
vandaag gaan leren.
Daarna komt de uitleg van
storyboarden. In dit spel moeten de
studenten zich een ideale toekomst
indenken en die beshrijven in woord
en beeld. De studenten beschrijven
een feelgoodverhaal en werken dat
uit. Een feelgoodverhaal is een
verhaal wat de ideale situatie
weergeeft en beschrijft (Gray et al.,
2012). De studenten werken in
groepjes van twee, drie of vier
personen samen. Dit is afhankelijk
van de groepsgrootte.
De stappen van het spel gaan als
volgt:
6. Het onderwerp van het
feelgoodverhaal is ‘de ideale
toekomst voor de politiek in
Nederland’. De opdracht is
om het verhaal in een serie
De studenten krijgen de uitleg
bij de opdracht van de les. Zij
horen wat zij gaan doen en
wat er verwacht wordt van
hun. Als er vragen zijn kunnen
zij die stellen aan de docent.
De klas wordt in verschillende
groepen verdeeld.
De studenten horen het
onderwerp van hun
feelgoodverhaal.
11
25 min.
10 min.
5 min.
De studenten
beschrijven hun ideale
toekomst in woord en
beeld.
De studenten
verwoorden hun visie
en beargumenteren
die.
De studenten geven
feedback op het
storyboarden.
tekeningen te visualiseren en
aan de rest van de groep te
vertellen.
7. De subgroepen gaan uiteen –
liefst in afzonderlijke ruimtes
– 20 tot 25 minuten de tijd
om (1) het eens te worden
over een ideale situatie, (2) te
bepalen welke stappen ze
zouden nemen om er te
komen en (3) elke stap uit te
beelden ia een serie grote
tekeningen of scenes.
8. Haal de subgroepen bij
elkaar. Vraag of er een groep
vrijwillig wil beginnen met
het presenteren.
9. Nadat alle subgroepen hun
verhaal hebben
gepresenteerd, ga je vragen
welk verhaal het meest
inspirerend is.
10. Reflectie op de opdracht.
(Gray et al., 2012, p. 93).
Bij de reflectie verwoorden de
studenten de meerwaarde van
storyboarden en wat het hun heeft
opgeleverd.
2 min.
Leerrendement wordt
gemeten door de
docent. Afsluiting van
de les.
De studenten gaan in
groepen uiteen om hun ideale
toekomst op papier te zetten
in de vorm van een tekening.
De ideale toekomst komt ook
in woorden op papier.
De verschillende subgroepen
presenteren een voor een
hun ideale toekomst.
De studenten geven feedback
op de verschillende
toekomsten en vertellen welk
verhaal het meest inspirerend
was.
Als laatst reflecteren de
studenten op het
storboarden en
beantwoorden zij de
leerdoelen van de les.
Als laatst worden de leerdoelen
herhaald en wordt er gekeken naar
het leerrendement van de les.
Extra aanvulling: De getekende
verhalen kunnen opgenomen worden
in het LLB-portfolio.
12
Les 3
Tijdens deze les gaan de studenten verder met het verwoorden van hun eigen mening. In les 1 en 2
hebben de studenten ervaring op gedaan met het verwoorden van hun mening, het verdedigen van
hun mening en het uiten van hun mening. In deze les gaan de studenten een cartoon tekenen. Iedere
student krijgt de opdracht om een cartoon te tekenen. Het onderwerp is politiek. Zij moeten hun
politieke mening verwoorden in een cartoon. Politiek is breed en kan bijvoorbeeld slaan op een
persoon, gebeurtenis of koningshuis. Wanneer de cartoons gemaakt zijn, – dit is na ongeveer een half
uur – worden ze opgehangen in het klaslokaal, gepresenteerd en besproken. De studenten doen dit
aan de hand van de zeven stappen uit les 1. De stappen zijn:
1. Waar speelt de cartoon zich af?
2. Waar gaat de cartoon over?
3. Wat is er te zien?
4. Waarom is de cartoon grappig?
5. Wat is de mening van de tekenaar?
6. Wat is jouw mening?
7. Bedenk een (nieuwe) titel voor deze cartoon.
(Van den Berg et al., 2009, p. 165)
De studenten moeten hun mening duidelijk verwoorden in de vorm van een cartoon. Het is aan de
klas om na te gaan wat de mening van de ander is.
Benodigdheden:
- A4 papier om de cartoon op tekenen.
- Potloden (grijs en kleur).
Portfolio:
De gemaakte cartoon met daarbij eeningevulde analyse.
Leerdoelen:
- Aan het eind van de les heeft de student een politieke cartoon getekend.
- Aan het eind van de les heeft de student zijn mening verwerkt in zijn cartoon.
- Aan het eind van de les kent de student de betekenis van zijn cartoon.
- Aan het eind van de les kan de student de diepere betekenis van zijn cartoon uitleggen aan de
rest van de klas.
- Aan het eind van de les heeft de student een cartoon gemaakt over politiek
- Aan het eind van de les heeft de student nagedacht over zijn politieke mening.
- Aan het eind van de les kan de student zijn mening beschrijven in beeld.
13
Lesplanformulier 3
Docent:
les: 3 van 3
datum:
Voor de les:
Onderwerp v.d. les: Tekenen van een
cartoon.
Vaardigheden/kennis die studenten
nodig hebben voor deze les:
Voor deze les moeten de studenten
weten wat een cartoon is en waarom er
cartoons gemaakt worden. De studenten
moeten deze les hun politieke mening
uiten in de vorm van een cartoon.
Te verwachten problemen bij het leren
en onderwijzen:
Dat studenten het moeilijk vinden een
diepere betekenis(hun mening) te
verwerken in een cartoon.
groep :
duur van de les:50 min.
Aantal lln:
Korte beschrijving van de vorige les met deze klas:
De vorige les hebben de studenten en feelgoodverhaal
gemaakt over de toekomstige politiek in Nederland. De
studenten hebben in hun verhaal hun mening naar voren
latenkomen over de politiek en wat zij graag willen. Dit
hebben de studenten beschreven in woord en beeld.
Lesdoel:
- Aan het eind van de les heeft de student een
politieke cartoon getekend.
- Aan het eind van de les heeft de student zijn
mening verwerkt in zijn cartoon.
- Aan het eind van de les kent de student de
betekenis van zijn cartoon.
- Aan het eind van de les kan de student de diepere
betekenis van zijn cartoon uitleggen aan de rest
van de klas.
- Aan het eind van de les heeft de student een
cartoon gemaakt over politiek
- Aan het eind van de les heeft de student
nagedacht over zijn politieke mening.
- Aan het eind van de les kan de student zijn mening
beschrijven in beeld.
Benodigdheden:
Bij deze les hebben de studenten het volgende nodig:
- A4 papier om de cartoon op tekenen.
- Potloden (grijs en kleur).
De docent heeft het volgende nodig:
- Lokaal met een whiteboard.
- Whiteboard stiften.
14
De les:
Tijd
(Sub)doelen
Activiteit Docent
Voor de
les.
Duidelijkheid creëren
voor de studenten.
De docent zet voor het begin van
de les de planning op het bord.
Zo wordt de planning inzichtelijk
voor de studenten.
Als er ruimte is zet de docent
ook de leerdoelen op het bord.
Zo weten de studenten wat zij
gaan leren vandaag.
Leerdoelen inzichtelijk
maken voor de
studenten.
2 min.
3 min.
Band creëren met de
studenten. Studenten
aanspreken die een pet
op hebben of ander
ongewenst gedrag
vertonen.
Overzicht creëren bij
de studenten.
Als de studenten binnenkomen
staat de docent bij de deur om
de studenten te begroeten.
Als de studenten allemaal zitten
wordt de planning duidelijk
gemaakt:
 Leerdoelen inzichtelijk
maken voor de
studenten.
 Uitleggen van de
opdracht.
 Tekenen van een
cartoon.
 Presenteren van de
cartoons.
 Nabespreken.
Activiteit Student
De studenten worden begroet
door de docent. Sommige
docenten worden aangesproken
door de docent.
De planning van de les wordt
inzichtelijk gemaakt door de
docent. De studenten zien de
planning op het bord staan.
2 min.
Leerdoelen helder
krijgen voor de
studenten.
Als eerst worden de leerdoelen
besproken voor deze les. De
studenten krijgen zo inzichtelijk
wat zij deze les gaan leren.
De studenten zien wat zij vandaag
gaan leren.
5 min.
Het gieten van een
mening in een cartoon.
De studenten gaan nu al hun
ervaring over het vormen van
een mening verwerken in een
cartoon. De studenten maken
individueel een cartoon met
daarin hun mening over politiek.
De studenten hebben al ervaring
doordat zij in les 1 al cartoons
hebben geanalyseerd en
voorbeelden hebben gehad.
De cartoon moet over de politiek
gaan, maar dat betekent ook dat
het mag gaan over een politicus
of een gebouw. Politiek is breed
dus alles mag als hun mening er
De studenten gebruiken hun
ervaring omtrent mening vorming
om een cartoon te tekenen met
daarin hun mening. Zij
verwoorden hun mening in een
cartoon.
Jouw mening naar
voren laten komen aan
de hand van een
cartoon.
De cartoons die gemaakt worden
hebben te maken met politiek.
15
maar in zit.
30 min.
Controle functie bij de
leerlingen.
Feedback geven.
15 min.
Presenteren van hun
cartoon aan de hand
van de gestelde
punten.
Mening achterhalen in
de gemaakte cartoons.
3 min.
Leerrendement wordt
gemeten door de
docent. Afsluiting van
de les.
Als de studenten werken, loopt
de docent rond een geeft
feedback.
De studenten krijgen ongeveer
30 minuten voor het tekenen
van een cartoon.
De studenten krijgen feedback van
de docent en kunnen vragen
stellen als dat nodig is.
Na 30 minuten gaan de
studenten hun cartoon
presenteren. De studenten
vertellen het volgende:
 Wat is er te zien.
 Wat is er grappig aan de
cartoon.
 Wat is zijn/haar mening.
De studenten presenteren hun
cartoons en vertellen wat er te
zien is, waarom het grappig is en
wat zijn/haar mening is. De
mening is verwerkt in de cartoon.
De studenten vertellen dit in het
kort. Als het een kleine klas is
kunnen de andere studenten ook
de volgende vragen
beantwoorden bij de cartoons:
1. Waar speelt de cartoon
zich af?
2. Waar gaat de cartoon
over?
3. Wat is er te zien?
4. Waarom is de cartoon
grappig?
5. Wat is de mening van de
tekenaar?
6. Wat is jouw mening?
7. Bedenk een (nieuwe)
titel voor deze cartoon.
(Van den Berg et al., 2009, p.
165)
De studenten gaan dan na of het
leuk is of niet. Wel moet de
student die het gemaakt heeft
nog zijn mening vertellen.
Nadat alle studenten hun
cartoon hebben gepresenteerd
wordt er gereflecteerd op de
werkvorm en op de leerdoelen.
Iedere student behalve de student
die de cartoon gemaakt heeft,
gaat de cartoon analyseren. Het
analyseren van de cartoon gebeurt
aan de hand van de zeven vragen.
De vragen krijgen zij van de
docent.
De studenten geven aan of de
cartoon leuk is.
Als laatst reflecteren de studenten
op de werkvorm en beantwoorden
zij de leerdoelen van de les.
16
Literatuurlijst:
Berg, G. van den, Bosschaart, A., Kolkman, R., Pauw, I., Schee, J. van der, & Vankan, L. (2009).
Handbook vakdidactiek aardrijkskunde (2e dr.) Enschede: Ipskamp Drukkers B.V.
Gray, D., Brown, S., Macanufo, J. (2012). Game storming. Spellen voor vernieuwers en veranderaars.
(2e dr.) Deventer: Kluwer.
Hoogeveen, P., & Winkels, J. (2003). Het didaktische werkvormenboek, variatie en differentiatie in de
praktijk (6e dr.) Assen: Koninklijke van Gorcum.
Kwalificaties mbo, 2012, Kwalificatie-eisen loopbaan en burgerschap (2de dr.). Geraadpleegd op 28
april 2015 via
http://www.kwalificatiesmbo.nl/files/bestanden/Bijlage%201%20amvb%20Kwalificatieeisen%20loopbaan%20en%20burgerschap.pdf.
MBO Raad. (2008). Loopbaan en burgerschap in het mbo (1ste dr.). Bunnik: Drukkerij Libertas.
17
Download