Dit voorschrift beoogt de klant te helpen bij de specificatie van de middenspanningstoestellen van het compacte Ring Main Unit-type. 1. Algemene voorwaarden ...................................................................................................... 2 2. Normen............................................................................................................................... 2 3. Gebruiksvoorwaarden......................................................................................................... 2 4. Kenmerken ......................................................................................................................... 3 5. Mogelijke configuratie ......................................................................................................... 4 6. Algemene aanbevelingen voor het ontwikkelen en ontwerpen van het toestel .................... 4 6.1. Inleiding ...................................................................................................................... 4 6.2. Bedieningspaneel ........................................................ Error! Bookmark not defined. 6.3. De diëlektrische omgeving .......................................................................................... 4 6.4. Aarding ....................................................................................................................... 5 6.5. Aarding van de hoofdkring .......................................................................................... 5 6.6. Lusschakelaars ........................................................................................................... 5 6.7. Transformatorbeveiliging d.m.v. een lastschakelaar met smeltveiligheden.................. 5 6.8. Transformatorbeveiliging d.m.v. vermogenschakelaars............................................... 6 6.9. Beveiliging van het lijnvertrek ...................................................................................... 7 6.10. Meetcel ....................................................................................................................... 8 6.11. AA20 : Arc killer .......................................................................................................... 8 6.12. Druk beperking in geval van interne boog met RMU type AA10 ................................. 8 6.13. Uitbreidbaarheid.......................................................................................................... 8 6.14. Doorvoeringen en kabeleindsluitingen ........................................................................ 8 6.15. Vergrendelinrichtingen ................................................................................................ 8 6.16. Spanningsdetectoren .................................................................................................. 9 6.17. Bedieningshendel ....................................................................................................... 9 6.18. Synoptisch paneel op de voorzijde volgens Synergrid ................................................ 9 6.19. Afstandsbediening van de RMU’s ............................................................................... 9 6.20. Afmetingen................................................................................................................ 10 6.21. Afwerking .................................................................................................................. 10 7. Type- en routineproeven ................................................................................................... 10 8. Kwaliteit ............................................................................................................................ 11 Document1 Page 1 1. Algemene voorwaarden De te voeden uitrusting bestaat uit een compact geheel dat de volgende eigenschappen bezit: Makkelijk te installeren Eenvoudig en veilig te gebruiken Compact Vergt weinig onderhoud De leverancier moet minstens 5 jaar ervaring hebben met compacte producten van het type Ring Main Unit (RMU). De RMU wordt geclassificeerd onder apparatuur met “minimaal risico” volgens de C2-112, editie van maart 2015, uitgebracht door Synergrid, de federatie van de beheerders van het elektriciteits- en aardgasnetwerk in België (zie www.synergrid.be) en is gehomologeerd als type AA10 of AA20 volgens de C2-117 van de netbeheerder. De leverancier moet in zijn catalogus toestellen hebben die standaard in compacte uitvoering verkrijgbaar zijn maar eveneens in uitbreidbare uitvoering. De details m.b.t. de uitbreidbaarheid zijn opgenomen in de standaardoperaties. De uitbreiding kan eenvoudig on site uitgevoerd worden door de gebruiker, zonder behandeling van gas (SF6), zonder speciale vloerbehandeling en zonder specifiek gereedschap. Na de montage moet de uitbreidingseenheid de volledige isolatie verzekeren en ongevoelig zijn voor de omgeving. 2. Normen Om aanvaard te kunnen worden, moet het toestel voldoen aan de eisen opgenomen in de laatste edities van de volgende aanbevelingen en normen: IEC-normen Algemene voorwaarden voor MS-onderbrekings- en scheidingsapparatuur Metaalomsloten MS-onderbrekings- en scheidingsapparatuur MS-vermogenschakelaars Scheidingschakelaars en aardingsscheiders MS-lastschakelaars Gecombineerde MS-lastschakelaar met zekeringen Stroomtransformatoren Spanningstransformatoren MS-smeltveiligheden Beschermingsklasse van de kasten (IP-code) IEC 62271-1 IEC 62271-200 IEC 60271-100 IEC 60271-102 IEC 60271-103 IEC 62271-105 IEC 60044-1 IEC 60044-2 IEC 60282 IEC 60529 3. Gebruiksvoorwaarden De RMU is geschikt voor gebruik in installaties die zich op een hoogte van minder dan 1000 m boven de zeespiegel bevinden. De RMU kan normaal werken binnen het volgende temperatuurbereik: Maximale omgevingstemperatuur: + 40° C Minimale omgevingstemperatuur: -25° C De RMU moet een extreem laag lekniveau hebben die een levensduur van 40 jaar bij 40°C garandeert in plaats van 30 jaar bij 20°C volgens de IEC norm. De RMU moet kunnen werken in lokalen met zware elektrische omstandigheden De RMU moet kunnen werken in een omgeving met hoge relatieve vochtigheidsgraad en vervuilde omgevingslucht. Document1 Page 2 4. Karakteristieken Algemeenheden Constructietype Isolatie Verwachtte levensduur Partitioneringsklasse Continuïteitsklasse Beschermingsgraad -) MS-componenten -) Frontpaneel -) LS-compartiment -) Mechanismes -) Kabelcompartiment -) Bescherming tegen mechanische impact Metaalomsloten apparatuur SF6 40 jaar PM LSC2A IP67 IP3X IP3X IP2XC IP2XC IK07 Elektrisch Aansluiting Isolatiespanning Gebruiksspanning Gebruiksfrequentie Isolatieklasse Tussen fasen, tussen fase en aarde Isolatie bij industriële frequentie rms 1mn Toegekende stroom Lusschakelaar Vermogensschakelaar beveiliging lijn Vermogensschakelaar beveiliging transfo Toelaatbare korte-duurstroom (1 sec) Ur F Up Ud Ir Ik tk Inschakelvermogen bij kortsluiting van de lastschakelaars Ima en van de aarding Aantal schakelingen bij vol kortsluitvermogen op de lusschakelaars, de aardingsschakelaars en de vermogensschakelaars. Onderbrekingsvermogen van een nominale laadstroom op de lusschakelaars Onderbrekingsvermogen van onbelaste kabels Onderbrekingsvermogen van onbelaste transformator Aantal mechanische schakelingen Lus- en aardschakelaars en gecombineerde Vermogenschakelaars 200 en 630 A Aantal schakelingen bij toegekende stroom Aantal schakelingen bij maximaal kortsluitvermogen voor de vermogenschakelaars Klasse interne boogweerstand IAC Driefasig - drie geleiders 12 kV 17,5 kV 24 kV .. kV 50/60 Hz 75 kV 28 kV 95 kV 38 kV 125 kV 50 kV 630 A 630 A 200A 25 kA 20 kA 20 kA eff. 1 s eff. 1 s eff. 1 s 63 kA 50 kA 40 kA piek piek piek 5 uitschakelbedieningen 630 A 30 A 16 A 1000 O/C 2000 O/C 100 O/C cyclus : O – 3 min. – CO – 3 min – CO AA10: A-FL AA20: B-FLR Alle schakelaars moeten deze stroom kunnen onderbreken zonder dat enig ongeval wordt veroorzaakt volgens de IEC-normen 62271-1 § 4.5, 4.6, 4.7 en IEC 62271-200. Document1 Page 3 5. Mogelijke configuraties De volgende configuraties zijn mogelijk: I Q D B O BC Lusschakelaar Transformatorbeveiliging met zekeringen Transformatorbeveiliging met vermogensschakelaar Lijnbeveiliging met vermogensschakelaar Directe verbinding op het railstel Koppelingsschakelaar rails 6. Algemene aanbevelingen voor het ontwikkelen en ontwerpen van het toestel Inleiding De RMU zal in hetzelfde omhulsel beschikken over het benodigde aantal functionele MS-eenheden voor de aansluiting van de voedingen en de beveiliging van de transformatoren: 2, 3 of 4 “net”-lusschakelaars, 1 of 2 lijn- of transformatorbeveiligingen met vermogensschakelaars, de aardingsschakelaars. De apparatuur De lastschakelaar en het railstel bevinden zich in een gelaste metalen kuip die gevuld is met SF6-gas op een relatieve druk van 0,2 bar (200 hPa) in AA10 en 0,3 bar (300hPA) in AA20, om de isolatie en de onderbrekingsfuncties te verzekeren. Dit permanent gelaste omhulsel voldoet aan de eisen gesteld aan “verzegelde druksystemen” volgens de IEC 61271-1, namelijk een systeem dat geen enkele gasbehandeling vereist gedurende de levensduur van 40 jaar bij 40°C. Er is bijgevolg geen klep voor hervulling nodig. Bovendien moet de fabrikant verzekeren dat het maximale verlies kleiner is dan 0,1% per jaar. De volledig gevulde kuip maakt de schakelaars ongevoelig voor de omgeving (tijdelijke overstroming, hoge vochtigheidsgraad, enz) en biedt beschermingsgraad IP67 volgens de norm IEC 60529 §14.2.7. Bij een volledig afgewerkt toestel zijn de actieve delen van de onderbrekingsinrichtingen onderhoudsvrij terwijl het bedieningspaneel een minimaal onderhoud vergt. Het bedieningspaneel heeft beschermingsgraad IP2XC. De kuip is vervaardigd uit ongeschilderd roestvrij staal AISI304 van 2 mm, om te weerstaan tegen een interne druk van 3 bar (3000 hPa). De kleur van de behuizing is RAL 9003 en RAL9005 voor het synoptisch paneel. Elk toestel moet worden geïdentificeerd door een duidelijk etiket waarop de functies en de elektrische kenmerken zijn aangegeven. Het toestel en het bedieningspaneel worden zo uitgevoerd dat de stand van de verschillende onderbrekingsorganen zichtbaar zijn voor de operator die zich voor het bedieningspaneel bevindt. Het toestel is ontworpen om elke toegang te beletten tot de onder spanning staande delen aan de hand van een mechanische vergrendeling van de toegangspanelen. De toegang tot het kabelcompartiment is enkel mogelijk indien verbonden met de aarde. Het diëlektrisch medium SF6-gas biedt de voorkeur als diëlektrisch medium voor toestellen van het type RMU. Het gebruik van olie is hiervoor niet aanvaardbaar. Het SF6-gas dat gebruikt wordt voor het bijvullen moet voldoen aan de IEC-norm 60376. In de kuip worden absorberende materialen geïntegreerd om de resten op te nemen en het SF6-gas te regenereren na het optreden van een vlamboog veroorzaakt door een onderbreking in het toestel. Document1 Page 4 Aarding De continuïteit van de metalen massa’s van het toestel en de kabels wordt verzekerd om magnetische velden in de omgevende lucht te vermijden, met het oog op de veiligheid van personen. De aarding van het onderstation wordt op de hoofdaardingsrail van het toestel aangesloten zonder dat men hiervoor een rail moet demonteren. Aarding van de hoofdkring De kabels moeten worden geaard door een aardingsschakelaar met vol inschakelvermogen volgens de IEC-norm 60271-102. De aardingsschakelaar kan slechts worden gebruikt wanneer de lusschakelaar geopend is. Het aarden gebeurt door haar eigen sluitingsmechanisme en de handmatige sluiting gebeurt d.m.v. een mechanisme met bruuske omschakeling, onafhankelijk van de operator. Dankzij transparante afdekkappen zijn de mobiele contacten van de aardingsschakelaar zichtbaar in gesloten stand. Een mechanisch vergrendelsysteem verhindert de toegang tot de opening voor de bedieningshendel; hierdoor worden operatorfouten zoals het aarden wanneer de lusschakelaar gesloten is, vermeden. Lusschakelaars De lusschakelaars zijn onderhoudsvrij en van het type met SF6-gas met verminderde druk. De stand van de vermogens- en aardingscontacten is duidelijk zichtbaar op de voorzijde van het bedieningspaneel. De standindicator geeft een positieve indicatie van de contacten overeenkomstig de IEC-norm 60271-103. Bovendien moet de fabrikant de betrouwbaarheid van de indicatie bewijzen overeenkomstig de IEC-norm 62271-102. De schakelaars zijn van het type met hoge schakelfrequentie overeenkomstig de IEC-norm 60265-103 § 3.104 . Ze hebben 3 vaste standen: open met scheidingsafstanden, gesloten en geaard. In elk van deze standen belet de bedieningsvergrendeling elke verkeerde bediening. De schakelaars worden gemonteerd en getest in de fabriek. Het openen en sluiten gebeuren beide met behulp van een mechanisme met bruuske omschakeling, onafhankelijk van de operator. Elke schakelaar kan on site worden gemotoriseerd zonder het bedieningsmechanisme te wijzigen. Het mechanisme van de schakelaar en van de aardingsschakelaar heeft een mechanische levensduur van minstens 1000 schakelingen. Transformatorbeveiliging d.m.v. een gecombineerde lastschakelaar met smeltveiligheden De lastschakelaars zijn onderhoudsvrij en zijn gevuld met SF6-gas onder verminderde druk. De stand van de vermogen- en aardingscontacten is duidelijk zichtbaar op de voorzijde van het bedieningspaneel. De standindicator geeft een positieve indicatie van de contacten overeenkomstig de IEC-norm 60271103. Bovendien moet de fabrikant de betrouwbaarheid van de indicatie bewijzen overeenkomstig de IECnorm 62271-102. De schakelaars zijn van het type met hoge schakelfrequentie overeenkomstig de IEC-norm 60271-103 § 3.104 . Ze hebben 3 vaste standen: open met scheidingsafstanden, gesloten en geaard. In elk van deze standen belet de bedieningsvergrendeling elke verkeerde bediening. De schakelaars worden gemonteerd en getest in de fabriek. Er wordt een bedieningsmechanisme gebruikt om de gecombineerde lastschakelaar handmatig te sluiten en het mechanisme te bekrachtigen in één enkele beweging. Hij is uitgerust met een drukknop voor handmatige uitschakeling. De zekeringen worden geplaatst in 3 afzonderlijke, loskoppelbare kamers die langs de buitenzijde gemetalliseerd zijn zodat ze ongevoelig zijn voor variaties van het elektrisch veld door vocht, overstroming, vervuiling. Ze worden in serie geplaatst met een driefasig mechanisch uitschakelsysteem van de gecombineerde lastschakelaar met zekeringen in geval een zekering smelt wegens een fout. Document1 Page 5 De individuele kamers laten elk een warmtedissipatie van de zekeringen van 50W toe. De veiligheid van de operator wordt verzekerd door de stroomop- en stroomafwaarte aarding van de zekeringen. Transformatorbeveiliging d.m.v. vermogensschakelaars De vermogensschakelaars zijn onderhoudsvrij en zijn gevuld met SF6-gas onder verminderde druk. De stand van de vermogen- en aardingscontacten is duidelijk zichtbaar op de voorzijde van het bedieningspaneel. De standindicator geeft een positieve indicatie van de contacten overeenkomstig de IEC-norm 60265-1. Bovendien moet de fabrikant de betrouwbaarheid van de indicatie bewijzen overeenkomstig de IEC-norm 62271-102. De vermogenschakelaars hebben 3 vaste standen: open met scheidingsafstanden, gesloten en geaard. In elk van deze standen belet de bedieningsvergrendeling elke verkeerde bediening. Ze worden gemonteerd en getest in de fabriek. Er wordt een bedieningsmechanisme gebruikt om de gecombineerde lastschakelaar handmatig te sluiten en het mechanisme te bekrachtigen in één enkele beweging. Hij is uitgerust met een drukknop voor handmatige uitschakeling. De vermogenschakelaar wordt gecombineerd met een geïntegreerde beveiliging zonder hulpvoeding en beschikt over: Een geheel van drie geïntegreerde torustransformatoren met een erg laag verbruik van het type LPCT (Low Power Current Transformer) die een spanning weergeven die proportioneel is met de stroom en met een uitgangscontact voor de voeding van het elektronisch relais. Een automatisch gevoed elektronisch relais met: -) weergave van de ogenblikkelijke en maximale stromen in directe waarden -) de historiek met tijdstempel van de 5 laatste fouten -) de historiek van het werkingsgebied -) 3 niveaus van foutcurven voor de fase-fase stromen en fase-aarde stromen zodoende een betere selectiviteit met de laagspanning te verzekeren -) de mogelijkheid om de 2e harmonische te blokkeren om de inschakeling van de transformatoren mogelijk te maken -) een permanente automatische controle -) Een spoel met zeer lage energie (MITOP), -) Optioneel kan het relais beschikken over: een externe uitschakeling een zeer gevoelige aarding een voeding van het type “dual powered” voor Modbus-communicatie RS485 Het beveiligingssysteem garandeert de uitschakeling van de vermogensschakelaar i.f.v. de gekozen instelling zoals gedefinieerd in het volgende gamma van 10 tot 200 A in trappen van 1A. Fasebeveiliging met drie instellingen. De lage en de intermediaire instelling kunnen worden gekozen met de DT- of IDMT-curve. De IDMTcurve voldoet aan de IEC-norm 255-3. Daarnaast zijn er ook de SIT-, EIT- en VIT- curves. De lage instelling kan ook worden gebruikt met de RI-curve. De hoge instelling wordt gebruikt met de DT-curve. Aardbeveiliging De werking van de aardbeveiliging steunt op het meten van de residuele stromen. Hierbij wordt de som van de secundaire stromen van de captoren gebruikt. Net zoals bij de fasebeveiliging zijn er twee instellingen mogelijk voor de aardbeveiliging. De elektrische kenmerken van de vermogenschakelaar moeten minstens de volgende zijn: Nominale stroom: 200 A Onderbrekingsstroom : 25 kA / 12kV 20 kA / 17,5 kV 16 kA / 24 kV Document1 Page 6 Beveiliging van het lijnvertrek De vermogenschakelaars zijn onderhoudsvrij en zijn gevuld met SF6-gas onder verminderde druk. De stand van de vermogen- en aardingscontacten is duidelijk zichtbaar op de voorzijde van het bedieningspaneel. De standindicator geeft een positieve indicatie van de contacten overeenkomstig de IEC-norm 60271-103. Bovendien moet de fabrikant de betrouwbaarheid van de indicatie bewijzen overeenkomstig de IEC-norm 62271-102. De vermogenschakelaars hebben 3 vaste standen: open met scheidingsafstanden, gesloten en geaard. In elk van deze standen belet de bedieningsvergrendeling elke verkeerde bediening. Ze worden gemonteerd en getest in de fabriek. Er wordt een bedieningsmechanisme gebruikt om de gecombineerde lastschakelaar handmatig te sluiten en het mechanisme te bekrachtigen in één enkele beweging. Hij is uitgerust met een drukknop voor handmatige uitschakeling. De vermogenschakelaar wordt gecombineerd met een geïntegreerde beveiliging zonder hulpvoeding en beschikt over: Een geheel van drie geïntegreerde torustransformatoren met een erg laag verbruik van het type LPCT (Low Power Current Transformer) die een spanning weergeven die proportioneel is met de stroom en met een uitgangscontact voor de voeding van het elektronisch relais. Een automatisch gevoed elektronisch relais met: -) weergave van de ogenblikkelijke en maximale stromen in directe waarden -) de historiek met tijdstempel van de 5 laatste fouten -) de historiek van het werkingsgebied -) 3 niveaus van foutcurven voor de fase-fase stromen en fase-aarde stromen zodoende een betere selectiviteit met de laagspanning te verzekeren -) de mogelijkheid om de 2e harmonische te blokkeren om de inschakeling van de transformatoren mogelijk te maken -) een permanente automatische controle -) Een spoel met zeer lage energie (MITOP), -) Optioneel kan het relais beschikken over: een externe uitschakeling een zeer gevoelige aarding een voeding van het type “dual powered” voor Modbus-communicatie RS485 Het beveiligingssysteem garandeert de uitschakeling van de vermogensschakelaar i.f.v. de gekozen instelling zoals gedefinieerd in het volgende gamma van 32 tot 630 A in trappen van 1A en met maximum 2 sets van torussen. Fasebeveiliging met drie instellingen. De lage en de intermediaire instelling kunnen worden gekozen met de DT- of IDMT-curve. De IDMTcurve voldoet aan de IEC-norm 255-3. Daarnaast zijn er ook de SIT-, EIT- en VIT- curves. De lage instelling kan ook worden gebruikt met de RI-curve. De hoge instelling wordt gebruikt met de DT-curve. Aardbeveiliging De werking van de aardbeveiliging steunt op het meten van de residuele stromen. Hierbij wordt de som van de secundaire stromen van de captoren gebruikt. Net zoals bij de fasebeveiliging zijn er twee instellingen mogelijk voor de aardbeveiliging. De elektrische kenmerken van de vermogenschakelaar moeten minstens de volgende zijn: Nominale stroom: 630 A Onderbrekingsstroom : 25 kA / 12kV 20 kA / 17,5 kV 16 kA / 24 kV Document1 Page 7 Meetcel De leverancier van de RMU beschikt in zijn catalogus over een meetcel. De combinatie van meetcellen van andere fabrikanten met de RMU is verboden. De meetcel type AA31 wordt gebruikt stroomafwaarts van een lastschakelaar met zekeringen. De meetcel type AA10 wordt gebruikt in alle andere gevallen. De stroomtransformatoren en spanningstransformatoren zijn getest in combinatie met de meetcel. De meetcel kan uitgerust zijn met 2 sets van TP’s, de ene voor de meting en de andere voor een eventuele ontkoppelbeveiliging. De TI’s en TP’s moeten on site kunnen vervangen worden zonder dat de meetcel moet vervangen worden. AA20 : Arc killer De fabrikant van de RMU moet beschikken over een versie AA20, “apparatuur zonder externe verschijnselen” volgens de C2-112 van Synergrid. De arc killer bevindt zich binnen in de inox kuip. Een arc killer in de lucht of zal niet aanvaard worden als “apparatuur zonder externe verschijnselen”. Zo ook zal een metallische afkoeler niet aanvaard worden als “apparatuur zonder externe verschijnselen”. Drukbeperking in geval van interne boog voor RMU type AA10 De fabrikant van de RMU moet een goedgekeurde sokkel kunnen aanbieden die de druk in het gebouw limiteert in geval van een interne boog. De sokkel heeft een drukvastheid van 500hPa en een gekalibreerde opening van 200*200 mm² voor de afvoer van de gassen. Een beperking van de overdruk door middel van afkoeler is verboden. Uitbreidbaarheid De fabrikant van de RMU moet beschikken over een versie die uitbreidbaar is naar links of naar rechts rechts of langs weerszijden. De uitbreiding gebeurd lateraal door middel van 3 moffen geleverd door de fabrikant. Een uitbreidbaarheid langs boven van de RMU is verboden. Doorvoeringen en kabeleindsluitingen De doorvoeringen voor de aansluiting van de kabels moeten zich vooraan bevinden. Aansluitingen op de zij-, boven- of de achterkant worden niet aanvaard. De doorvoeringen liggen op één lijn om het eventuele kruisen te vergemakkelijken bij een invers draaiend veld. De eindsluitingen zijn van het L-type. De aansluiting van accessoires zoals de TP’s op de eindsluitingen is strict verboden. Het type kabeleindsluitingen moet voldoen aan de norm EN-50181 type C 630 A M16 voor de lastschakelaars, lijnvermogensschakelaars en vermogensschakelaars voor de transformatorbeveiliging (I - D - B) type A 200 A voor de door smeltveiligheden beveiligde transformatorvertrekken. (Q) Vergrendelingen De vermogensschakelaars en de gecombineerde lastschakelaars met smeltveiligheden kunnen in de "open" stand worden vergrendeld. De lastschakelaars en aardingsscheiders kunnen in de "open" of "gesloten" stand worden vergrendeld. Deze vergrendelingen moeten mogelijk zijn met behulp van 1 tot 3 hangsloten met een diameter van 6 tot 8 mm. Document1 Page 8 Spanningsdetectoren Elke functie is volgens de IEC-norm 61243-5 uitgerust met een spanningsdetector van het type LRM volgens de IEC61243-5 op de voorzijde, om de aan- of afwezigheid van spanning op de kabel aan te geven. Bedieningshendel De bedieningshendel is uitgerust met een anti-reflexmechanisme dat elke poging tot onmiddellijk heropenen na een sluiting van de aardingsschakelaar belet. Alle handmatige bedieningen gebeuren via de voorzijde van het toestel. De kracht die door de operator op de hendel wordt uitgeoefend, mag niet groter zijn dan 250 N. Eén enkele hendel wordt gebruikt voor alle functies: lastschakelaar, gecombineerde lastschakelaar met zekeringen, vermogensschakelaar, aardingsscheider. Het gebruik van meerdere verschillende hendels is verboden. Synoptisch paneel op de voorzijde volgens Synergrid De voorzijde heeft een beschermingsgraad IP2XC. Het frontpaneel is voorzien van een synoptiek dat duidelijk de verschillende functies weergeeft. De standindicatoren geven de echte stand van de hoofdcontacten aan. De operator kan deze indicatoren duidelijk zien. De draairichting van de hendel is duidelijk aangegeven op het synoptisch paneel. Het kenplaatje geeft duidelijk de elektrische karakteristieken van het toestel aan. Afstandsbediening van de RMU’s Een beperkt aantal handelingen is vereist om de RMU van op afstand te bedienen. Het is mogelijk de lastschakelaars, de gecombineerde lastschakelaars met zekeringen of de vermogensschakelaars van op afstand te bedienen d.m.v. een motorisatie op de bedieningsmechanismen. Motorisaties kunnen meteen bij de bestelling in de fabriek worden gemonteerd, of later on site wanneer dit nodig blijkt. De hulpcontacten voor de indicatie van de stand zijn eveneens vereist. De plaatsing van de motorisatie mag de handmatige werking van het toestel in geen enkel geval beletten of verstoren. Een hulpcontact moet het gebruik van de motorwerking beletten als de hendel zich in het bedieningsmechanisme bevindt. Automatische wederinschakeling De RMU kan zijn voorzien worden van automatische wederinschakeling bij terugkomst van de lusspanning. De minimumspanningsfunctie wordt verzekerd door een automatisme. Om de veiligheid van de operatoren te verzekeren, zal een touchscreen de positie van de apparatuur aantonen: rood voor onder spanning staande delen, groen voor spanningsloze delen. De automatische herinschakeling wordt uitgerust met een voeding van 24Vdc vanuit een conventionele batterij van 12Vdc en deze verzekert de voeding van het automatisme en van de motorisatie. Een permanente autocontrole van de voeding zal een alarm genereren wanneer de batterij dient te worden vervangen. Een modbuscommunicatie zal beschikbaar zijn op de voedingskast. De voedingskast verhindert sterke ontladingen om te vermijden dat de batterij stuk gaat en vooral om een heropstart mogelijk te maken na een blackout door te drukken op een “Reset” die toegang geeft tot de reserve-energie van de batterij. Het automatisme voorzien een weergave in drie talen voor het weergeven van de pop-up boodschappen in het nederlands, frans en engels. De druk van het SF6-gas, de vier contacten van de DGPT2/DMCR, het deurcontact van het lokaal, laten een monitoring toe met duidelijke weergave van de te ondernemen acties of hetgeen niet mag gedaan worden in geval van een alarm of fout. De automatische herinschakeling is enkel mogelijk na opening door de minimumspanningsfunctie. Document1 Page 9 Een thermische overbelasting, een overdruk of een olielek op de transformator, alsook een uitschakeling door de beveiliging en een te hoge druk van het SF6-gas blokkeren de automatische wederinschakeling. Het automatisme zorgt voor de reset van de autonome beveiliging door een onderscheid te maken tussen een uitschakeling door een controle-organisme en een werkelijke fout. Het automatisme slaat alle evenementen op en stelt een kopie beschikbaar op een USB-stick. Als optie, kan via het automatisme een monitoring gebeuren via Ethernet Modbus TCP/IP naar een sypervisiesysteem, bv. een Scada. Een tijdsvertraging van de wederingschakeling wordt voorzien volgens de eisen van Synergrid. Maximale afmetingen Compacte standaarduitvoering 1 functie 2 functies 3 functies 4 functies hoogte 1150mm 1150 mm 1150 mm 1150 mm diepte 720mm 720 mm 720 mm 720 mm breedte 580mm 840 mm 1200 mm 1630 mm Uitbreidbare uitvoering 3 functies uitbreidbaar naar rechts 4 functies uitbreidbaar naar rechts 1 dubbele uitbreidingsmodule 1150 mm 1150 mm 1150 mm 720 mm 720 mm 720 mm 1216 mm 1650 mm 640 mm Standaard gecombineerde uitvoering 2 functies 1150 mm 3 functies 1150 mm 720 mm 720 mm 1060 mm 1540 mm Uitbreidbare gecombineerde uitvoering 2 functies 1150 mm 3 functies 1150 mm 720 mm 720 mm 1120 mm 1600 mm Afwerking Het product is geschikt voor gebruik in warme en vochtige omgevingen en vergt weinig onderhoud. De fabrikant moet een testrapport kunnen voorleggen van de test waarbij het bedieningsmechanisme gedurende minstens 200 uur aan zilte mist wordt blootgesteld overeenkomstig de IEC60068-2-2. Alle metalen onderdelen hebben een corrosiewerende behandeling ondergaan. Aan de bovenzijde van het toestel zijn er 2 hijsogen voorzien voor het transport. Op de verpakking bevindt zich een schokindicator van het type shockwatch. 7. Type- en routineproeven Afhankelijk van de samenstelling van het toestel zijn verschillende typetestcertificaten verkrijgbaar: Schokgolfweerstand Verhitting Korte-duurstroom Mechanische-duurzaamheid Controle van de beschermingsgraad Inschakelvermogen van de lastschakelaars, vermogensschakelaars en aardingsscheiders Onderbrekingsvermogen van de lastschakelaars en vermogensschakelaars Interne-boog Deelontladingen De door de fabrikant uitgevoerde routinetests worden verzameld in een testverslag dat door de afdeling kwaliteitscontrole wordt ondertekend. Het verslag bevat de resultaten van de volgende tests en controles: Conformiteit met de plannen en schema’s, Meting van de openings- en sluitingstijden, Document1 Page 10 Meting van de koppels, Controle van de vuldruk, Controle van de dichtheid, Controle van de deelontladingen op de individuele componenten, Diëlektrische controle en controle van de weerstand van de vermogenkringen. 8. Kwaliteit Op verzoek van de klant dient de fabrikant te bewijzen dat hij een kwaliteitsprocedure volgt die aan de volgende normen voldoet: Gebruik van een kwaliteitshandleiding, goedgekeurd en ondertekend door een vertegenwoordiger van het topmanagement. Periodieke bijwerking van de handleidingen zodat deze het kwaliteitscontroleproces correct weergeeft. ISO 9001-certificering versie 2008 ISO 14001-certificering. Document1 Page 11