Bijlage : Voorlichtingsbrochure V2 T.8B VOOR WERKGEVERS/COLLEGA'S VAN PERSONEN MET EEN AUTISME SPECTRUM STOORNIS Bijlage : Voorlichtingsbrochure V2 T.8B Woord vooraf Deze brochure is bedoeld voor werkgevers en collega's van mensen met een Autisme Spectrum Stoornis (ASS). In het kort worden de relevante aandachtspunten, waar deze personen mee geconfronteerd kunnen worden op een arbeidsplek, benoemd en uitgelegd aan de hand van voorbeelden. Verschillen, maar ook overeenkomsten binnen de ASS bepalen het individuele functioneren van de autistische werknemers. In de bijlage worden de drie belangrijkste stoornissen uit het autistisch spectrum kort beschreven. Uiteraard zijn niet alle behandelde punten van toepassing op elke werknemer met autisme. Daarom is een mondelinge toelichting altijd belangrijk. Deze toelichting kan zowel door de werknemer zelf als door zijn eventuele jobcoach of een andere begeleider worden verstrekt. Toelichting Het is de bedoeling dat deze werkgeversvoorlichting altijd met een toelichtend gesprek aan een werkgever/collega wordt gegeven. Elke cliënt met autisme is uiteraard anders en het is vervelend als men hem/haar dingen toe gaat schrijven die in haar/zijn geval niet van toepassing zijn. Bovendien is het zaak dat dit schrijven niet zomaar ergens komt te liggen. In vertrouwen dus en met een gesprek waarbij de betreffende cliënt centraal staat. Dit gesprek kan met of zonder de cliënt zelf plaatsvinden. Het is wel belangrijk dat hij/zij er van weet en ermee akkoord gaat. De jobcoach staat in dienst van de cliënt tenslotte. Bijlage : Voorlichtingsbrochure V2 T.8B Aandachtspunt Stoornis in het waarnemen Omschrijving De wereld wordt fragmentarisch (in stukjes) waargenomen. Toelichting Het is moeilijk om betekenis te geven aan de samenhang tussen diverse activiteiten. Voorbeeld Men kan zich geen voorstelling maken van wat de werkelijke betekenis is van het hebben van een baan. Men moet het aan den lijve ondervinden voordat men hier betekenis aan kan geven. Generalisatie Wat in de ene situatie geleerd Datgene wat geleerd is, moet bij verandering en/of getraind is, wordt niet van de situatie (of bijv. een afspraak) opnieuw automatisch meegenomen worden besproken. Het is belangrijk om te naar een andere situatie. checken of de informatie is begrepen. Schakelproblemen Mensen met autisme hebben Het is belangrijk om veranderingen van tevoren vaak problemen met aan te kondigen.Wanneer dit niet mogelijk is, is veranderingen en extra aandacht van belang. onvoorspelbaarheid. Tegenstellingen Het kunnen en kennen ligt ver Voorbeeld tussen taalgebruik uit elkaar. Iemand met een HAVO opleiding en een vlotte en functioneren babbel blijkt weinig inzicht te hebben in eenvoudig werk (vakken vullen bij de supermarkt). Voorbeeld Communicatie (I) Men vindt het vaak moeilijk om niet-gesproken taal te Een fronsende blik van een collega is moeilijk begrijpen. of wordt niet opgemerkt. Communicatie (II) Contacten zijn vaak Het gebrek aan wederkerigheid in het contact oppervlakkig en niet kan als storend/pijnlijk ervaren worden. wederkerig. Voorbeeld Men kan in pauzemomenten wat zwijgzaam zijn of apart gaan zitten (omdat de persoon in kwestie dit zelf prettig vindt). Ook kan het zijn dat men juist wel veel praat, maar nauwelijks hoort wat een ander zegt. Voorbeeld Communicatie (III) Men pakt de taal vaak letterlijk op. Bij een fietstochtje wordt geroepen: “Let goed op de weg !” (i.p.v. op de persoon die achter je fietst) en de betreffende persoon kijkt meteen naar beneden naar het wegdek. Communicatie (IV) Open vragen zijn moeilijk. Men wordt liever voor een eenvoudige keuze gesteld (kiezen op zich is voor de meeste mensen met autisme ook al iets moeilijks) of bevraagd op een concrete manier. Zintuiglijke Er zijn aanwijzingen dat men Voorbeeld waarneming zintuiglijk anders (sterker of Prikkels die voor andere medewerkers zwakker dan gemiddeld) acceptabel zijn, kunnen voor deze mensen waarneemt. bijvoorbeeld al snel te luid, te fel, te sterk of te zwak zijn. Preoccuperen Sommige mensen hebben de Preoccupaties kunnen van invloed zijn op neiging om dwangmatig of concentratie, tempo en nauwkeurigheid. overdreven veel met bepaalde onderwerpen of handelingen bezig te zijn. Acceptatieproblemen Men heeft veelal geen reëel In sommige situaties leidt dit tot frustraties, m.b.t. de handicap zelfbeeld. bijvoorbeeld omdat het niveau van de werkzaamheden lager ligt dan men verwacht. Bijlage : Voorlichtingsbrochure V2 T.8B Structuurbehoefte Het is van belang dat de taken en verwachtingen duidelijk zijn. Perfectionisme Men is vaak gericht op perfectie. Betrouwbaarheid In het algemeen geldt dat men zeer gelijkmatig is qua functioneren, met name als de situatie in grote mate voorspelbaar is. Men heeft veel baat bij een duidelijk overzicht van het werk en de werksituatie. Als deze duidelijkheid er niet is, geeft dat veel onzekerheid en bovendien kunnen hoofd- en bijzaken dan gemakkelijk door elkaar gehaald worden. Soms kunnen afbeeldingen of geschreven instructies een waardevol hulpmiddel zijn. T.a.v. het werk kan dit vaak een groot voordeel zijn. In bepaalde gevallen kan het een nadeel zijn: namelijk als men té precies is en het tempo hier onder gaat leiden Dit geldt met name als het om een passende werkplek gaat. Uiteraard is de thuissituatie ook een factor die van invloed kan zijn. Bijlage : Voorlichtingsbrochure V2 T.8B Bijlage In het algemeen geldt dat structuur in ruimte, tijd en materiaal, met maximale voorspelbaarheid, continuïteit en individuele aandacht essentieel zijn voor mensen met autisme. Per individu zullen er accentverschillen zijn. De verschillen hangen ook nauw samen met de aard van de stoornis binnen het autistisch spectrum. Ten eerste heb je het klassieke beeld van autisme, er is dan sprake van: - kwalitatieve beperking in sociale interacties met name in de wederkerigheid, - kwalitatieve beperkingen in zowel verbale als non-verbale communicatie, - beperkte, zich herhalende stereotiepe patronen van gedrag, belangstelling en activiteiten. Ten tweede heb je het Syndroom van Asperger. Het verschil zit in de communicatie: personen met Asperger hebben een normale spraakontwikkeling. Bovendien hebben ze een normale of hoognormale intelligentie. Er is vaak sprake van motorische onhandigheid. Deze personen worden vaak hoger ingeschat door hun taalgebruik, maar kunnen vaak niet voldoen aan eisen en verwachtingen en lopen daardoor de kans vast te lopen op hun werk. Tenslotte de groep PDD-NOS, in het Nederlands: Pervasieve Ontwikkelings Stoornis Niet Anderszins Omschreven. Dit is een restcategorie, die slechts zeer summier en negatief omschreven wordt. Er zijn ernstige tekorten in de sociale interactie of in de communicatie of er zijn stereotiepe gedragingen, belangstellingen en activiteiten. Deze personen hebben moeite met generaliseren en met het inleven in de ander.