nieuwsbrief TAAL & ONDERWIJS maart 2014 (W)ondertitels voor de vreemdetaalleerder? Over het stimuleren van woordenschatverwerving d.m.v. ondertitels In november 2013 verdedigde Maribel Montero Perez haar doctoraal proefschrift “Watch and Learn?! Five studies into the use and effectiveness of captioned video for listening comprehension and vocabulary acquisition” dat ze tussen 2009 en 2013 heeft voorbereid binnen de onderzoeksgroep iMinds-ITEC op KU Leuven Kulak, onder supervisie van Prof. Dr. Piet Desmet en Dr. Elke Peters. Kun je toelichten waarover jouw onderzoek gaat? Wat heb je precies in kaart willen brengen? De bedoeling van dit project is om te onderzoeken hoe videomateriaal verrijkt kan worden om luistervaardigheid te ondersteunen en woordenschatverwerving te stimuleren bij vreemdetaalleerders. Zowel luistervaardigheid als woordenschatverwerving zijn gebaseerd op een aantal complexe cognitieve processen. Om tot een succesvolle luisterervaring te komen moet de taalleerder tegelijk de klankstroom decoderen, begrijpen en interpreteren. Om een nieuw woord te leren uit tekst- of videomateriaal moet de leerder het woord opmerken en er voldoende aandacht aan schenken. De taalleerder moet dan proberen de vorm aan de betekenis(sen) van het woord te linken door de betekenis van dat woord af te leiden of door de betekenis ervan op te zoeken bijvoorbeeld. Voldoende herhaling zorgt er uiteindelijk voor dat het woord volledig verworven wordt. Niet alleen luistervaardigheid maar ook woordenschatverwerving bestaat dus uit een hele reeks aspecten en processen. Met dit onderzoek wilde ik nagaan hoe die cognitieve processen efficiënt ondersteund en gestimuleerd kunnen worden. Je hebt een vrij innovatieve techniek gebruikt in je onderzoek. Hoe werkte die techniek? Waarvoor heb je die gebruikt? Ik heb hoofdzakelijk verschillende types ondertitels, of captioning, bestudeerd. Zowel de video als de ondertitels waren opgesteld in een vreemde taal. In mijn studies was de doeltaal het Frans. Voormalig onderzoek focuste hoofdzakelijk op het effect van volledige captioning, maar ik wilde in dit onderzoek een stap verder gaan door de visualisatie van die ondertitels aan te passen. Zo wilde ik het luisteren ondersteunen en de processen die aan de basis liggen van woordenschatverwerving stimuleren. © Centrum voor Taal en Onderwijs nieuwsbrief TAAL & ONDERWIJS maart 2014 Verschillende types ondertiteling of ‘Captioning’ 1 Afbeelding 1: volledige captioning 3 Afbeelding 3: volledige captioning mèt gemarkeerde kernwoorden 2 Afbeelding 2: kernwoord-captioning 4 Afbeelding 4: kernwoord-captioning met ‘glos’ (toegang tot vertaling van het woord) Dat heb ik geprobeerd door naast volledige captioning (afbeelding 1) ook kernwoord-captioning (afbeelding 2) en volledige captioning mét gemarkeerde kernwoorden (afbeelding 3) te bestuderen. Die technieken laten namelijk toe om de hoofdgedachte van de zin opvallender voor te stellen, aangezien die ofwel alleen op het scherm verschijnt (kernwoord caption) ofwel oplicht in de volledige ondertitel. Ook de ongekende woorden werden op die manier voorgesteld. Speciaal voor dit project werd bovendien het type kernwoord-captioning met ‘glos’ (afbeelding 4) ontwikkeld. Dat type ondertitel laat de leerder toe om de vertaling van het kernwoord in de moedertaal op te roepen. Daarbij pauzeert de video. De resultaten van de verschillende woordenschattesten leerden me namelijk dat studenten veel moeite hadden om de betekenis van de ongekende woorden af te leiden. Om het leren van de nieuwe woorden te stimuleren werd dus bij de kernwoord-captioning die zogenaamde ‘glos’ toegevoegd. De effecten van de vier verschillende ondertitels werden vervolgens niet alleen onderling met elkaar vergeleken, maar ook met een controlegroep met studenten die geen captioning te zien kregen. © Centrum voor Taal en Onderwijs nieuwsbrief TAAL & ONDERWIJS maart 2014 Daarnaast werd voor het onderzoeksgedeelte naar woordenschatverwerving ook het effect van testaankondiging onderzocht. Dat betekent dat studenten ofwel op de hoogte gebracht werden van de woordenschattoetsen voor ze de video bekeken (intentionele groep) ofwel niet op de hoogte gebracht werden (incidentele groep). Dankzij die techniek kon ik zowel incidentele als intentionele woordenschatverwerving bestuderen. Welke filmpjes heb je gebruikt? De filmpjes die gebruikt werden in dit onderzoek waren korte authentieke TV-reportages. Aangezien ik wilde meten of studenten ook woordenschat bijleerden, bevatten de filmpjes ook een aantal ongekende woorden. Die woorden werden dan opgenomen in de woordenschattesten die ik achteraf afnam. De ondertitels heb ik zelf toegevoegd. De videobestanden en de ondertitels werden gevisualiseerd in de Franel-videospeler, zoals die gebruikt wordt in de Franelleeromgeving (www.franel.eu). Hoe heb je het onderzoek precies aangepakt? Om de onderzoeksvragen te beantwoorden, heb ik vier experimentele studies uitgevoerd. Over de vier studies heen hebben zo’n 660 (Nederlandstalige) studenten van de KU Leuven-Kulak en KU Leuven met een verplicht vak Frans in hun opleiding deelgenomen aan een de experimenten. Het ging hoofdzakelijk om eerste- en tweedejaarsstudenten van de richtingen Rechten, Economie en Bedrijfswetenschappen. Door zoveel deelnemers te betrekken kon ik ervoor zorgen dat er in elke conditie ongeveer 30 deelnemers zaten, wat belangrijk is voor de statistische validiteit van de resultaten. De studenten werden ingedeeld in verschillende groepen en kregen, afhankelijk van de conditie, een video met of zonder type ondertitel te zien. Tijdens de experimentele sessie, die ongeveer 90 minuten duurde, vulden de studenten niet alleen begripstesten maar ook een aantal woordenschattesten in. Door verschillende woordenschattesten aan te bieden konden verschillende aspecten van woordenschatverwerving in kaart gebracht worden (bv. vormherkenning, betekenisherkenning). Ik probeerde ook het gebruik van de ondertitels te achterhalen. Daarvoor werd in één studie bijvoorbeeld eyetrackingtechnologie gebruikt. Die laat toe om de oogbeweging van de taalleerder op het scherm, en dus hun fixatie op de video en de ondertitels, te registreren. Zo kon ik analyseren hoe lang studenten naar een bepaald woord kijken. Onderstaande afbeeldingen tonen hoe de eyetrackingresultaten zichtbaar zijn op de filmpjes. Hoe roder de kleur op het woord, hoe langer de fixatie van de student op dat woord. We zien een voorbeeld van eye-trackingresultaten bij volledige captioning (afbeelding 1) en bij kernwoord-captioning (afbeelding 2). De beschikbaarheid van tracking en logging data maakte het mogelijk te analyseren hoe en hoe vaak studenten de kernwoorden met glos activeerden. Omdat studenten natuurlijk niet allemaal hetzelfde beheersingsniveau hebben, vulden ze voordien ook een test in, zodat ik hun woordenschatomvang kon meten. Zo kon ik individuele verschillen in kaart brengen, die ik ook heb opgenomen in de statistische analyses. © Centrum voor Taal en Onderwijs nieuwsbrief TAAL & ONDERWIJS maart 2014 Wat waren de resultaten? Wat heb je eruit geleerd? Wat de effectiviteit van de ondertitels voor luisterbegrip betreft, toonden de resultaten aan dat de studenten in de groep met volledige captioning significant beter scoorden dan de controlegroep en de groep met kernwoord-captioning. Bovendien gaven de studenten ook aan volledige captioning zeer nuttig te vinden, omdat het hen kan helpen om de klankstroom op te splitsen en zo de inhoud beter te begrijpen. De resultaten op de woordenschattesten gaven aan dat studenten in de groepen met gelijk welk type ondertitel significant beter scoorden op vormherkenningstesten dan studenten in de controlegroep. Op betekenistesten scoorden de studenten in de groep met glos (kernwoord met toegang tot vertaling) significant beter dan de andere groepen. Niet alleen de effectiviteit maar ook het gebruik van de types captioning werd bestudeerd. Zo gaven de eye-trackingresultaten aan dat de studenten aandacht besteedden aan de ongekende woorden in de (kernwoord)-caption en dat het aankondigen van een test ervoor zorgt dat ze significant langer op een ongekend woord fixeerden dan wanneer er geen testaankondiging was. De techniek kan de aandacht van studenten dus naar ongekende woorden richten, al vertaalt dat zich niet noodzakelijk in hogere scores op de woordenschattesten. Door eye-trackingdata en woordenschattesten te combineren vond ik een positieve relatie tussen de fixatietijd op een ongekend woord in de volledige captioning en de score op dat woord in de test. Tussen het gebruik van de glos voor een bepaald woord en het leren van dat woord was er ook een significante en positieve relatie. Door ook de woordenschatomvang van de studenten op te nemen in de analyses kon de relatie tussen die omvang en hun gebruik van captioning en hun scores op de testen achterhaald worden. Resultaten geven aan dat een grotere woordenschat niet alleen positief gerelateerd is aan beter begrip, maar ook leidt tot meer woordenschatverwerving tijdens het bekijken van de video. Bovendien tonen de resultaten aan dat studenten met een kleinere woordenschatomvang de glos frequenter gebruiken dan studenten met hogere scores op de woordenschatomvangtest. Welke tips kun je meegeven aan leerkrachten op basis van je onderzoek? De onderzoeksresultaten verschaffen een aantal indicaties over efficiënte implementatie van videomateriaal in de klascontext. Eerst en vooral geeft de studie aan dat volledige captioning de meest aangewezen optie lijkt om videomaterialen begrijpelijker te maken voor de vreemdetaalleerder. Wanneer het gaat over het opmerken en herkennen van nieuwe woorden, dan lijkt elk type captioning dat bestudeerd werd in deze thesis geschikt. Als we studenten echter willen aanzetten om ook de betekenis van het woord te verwerven, dan bieden we best kernwoord captioning met glos aan, die bieden snel toegang tot de betekenis van de kernwoorden. Daarnaast benadrukken de bevindingen van dit proefschrift ook het belang van de woordenschatomvang van de taalleerder. Aangezien de resultaten van de studies, samen met vorige studies rond lees- en luistervaardigheid, een duidelijk positieve relatie aantonen tussen woordenschatomvang en begrip enerzijds, en woordenschatomvang en woordenschatverwerving anderzijds, kunnen we er niet genoeg voor zorgen dat activiteiten aangeboden worden om de woordenschatomvang van studenten te verbreden. Het bekijken van video met gelijk welk type captioning zou zo’n activiteit kunnen zijn. Reageren op dit interview? Mail [email protected] © Centrum voor Taal en Onderwijs naar [email protected] of