Organisatieplan - Archeologie in Nederland

advertisement
Blad: 1
BIJLAGE
ORGANISATIEPLAN M.B.T.
AANVRAAG
OPGRAVINGSVERGUNNING
RIJKSDIENST VOOR HET CULTUREEL
ERFGOED
Organisatieplan ter voldoening aan artikel 17 en 18
van het Besluit op de archeologische monumentenzorg
1. Algemene gegevens
Naam van de
organisatie:
2. Samenstelling van de organisatie
een organisatie die niet eerder onder vergunning/toestemming
heeft opgegraven
een bestaande organisatie; de organisatie bestaat sinds:
De organisatie richt
inventariserend veldonderzoek door boringen
zich op:
inventariserend veldonderzoek door proefsleuven
archeologische begeleiding
opgraven
opgraven onder water
De organisatie richt zich op de volgende regio’s en perioden:
Periode tot Midden Bronstijd Pleistoceen
Periode tot Midden Bronstijd Holoceen
De organisatie is:
Midden Bronstijd tot en met Volle Middeleeuwen Pleistoceen
Midden Bronstijd tot en met Volle Middeleeuwen Holoceen
Late Middeleeuwen – Nieuwe Tijd (steenbouw) Pleistoceen
Late Middeleeuwen – Nieuwe Tijd (steenbouw) Holoceen
Is binnen uw organisatie voldoende relevante kennis en kunde aanwezig om
de aangegeven focus/ambitie van de organisatie verantwoord te kunnen
ja
nee
invullen ?
Zo nee, op welke wijze zorgt de organisatie voor de aanwezigheid van relevante kennis over
periode(n) en regio’(s) voor het verrichten van archeologisch onderzoek (waarvoor kennis en
kunde niet in eigen gelederen aanwezig is)?
 = aankruisen wat van toepassing is
RCE/20100811
Blad: 2
3. Organogram met personele invulling per organisatieonderdeel
Geef in een organogram aan wie (naam) werkt als leidinggevende
en als senior archeoloog en het periodespecialisme
RCE/20100811
Blad: 3
4a. Voldoende leidinggevenden
Welk aantal leidinggevenden heeft de organisatie in dienst?
4b. Voldoende senior-archeologen
Welk aantal senior-archeologen heeft de organisatie in dienst?
(c.v. volgens model aan het organisatieplan toevoegen)
5. Voorbehouden handelingen
Binnen de organisatie worden voorbehouden handelingen uitgevoerd door:
Naam:
Actor:
aard dienstverband:
Prospector
Prospector
Prospector
Prospector
Prospector
Prospector
Prospector
Prospector
Prospector
Prospector
Prospector
Prospector
Prospector
Prospector
Prospector
Prospector
Prospector
Prospector
Prospector
Prospector
Prospector
Prospector
Prospector
RCE/20100811
Blad: 4
5. Voorbehouden handelingen
Binnen de organisatie worden voorbehouden handelingen uitgevoerd door:
Naam:
Actor:
aard dienstverband:
Prospector
Prospector
Prospector
Prospector
Prospector
Prospector
Prospector
Prospector
Prospector
Prospector
Prospector
Prospector
Prospector
Prospector
Prospector
Prospector
Prospector
Prospector
Prospector
Prospector
Prospector
Prospector
Prospector
Prospector
Prospector
Prospector
Prospector
RCE/20100811
Blad: 5
5. Voorbehouden handelingen
Binnen de organisatie worden voorbehouden handelingen uitgevoerd door:
Naam:
Actor:
aard dienstverband:
Prospector
Prospector
Prospector
Prospector
Prospector
Prospector
Prospector
Prospector
Prospector
6. Processtappen
Binnen de organisatie worden de volgende processtappen (en bijbehorende
productspecificaties) conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA) toegepast
(bij nee, ga naar 9 toelichting).
De cursief vermelde nummers verwijzen naar de processtappen uit de KNA.
ja
nee
1. Proces proefsleuvenonderzoek (IVO-P):
1.1 Opstellen plan van aanpak door een KNA-archeoloog vóór het begin van
het veldwerk (1.1)
1.2 Uitzetten hoofdmeetsysteem door gekwalificeerde landmeter vóór het
begin van de graafwerkzaamheden (2.1)
1.3 Uitvoeren van het proefsleuvenonderzoek onder leiding van een KNAarcheoloog * (2.2)
1.4 Schrijven van dag- en weekrapporten door een KNA-archeoloog * (2,3)
1.5 Uitwerken van sporen en structuren door een KNA-archeoloog (3.1)
1.6 Uitwerken van vondsten en monsters door een KNA-archeoloog (3.2)
1.7 Opstellen van het standaardrapport en de waardering door een KNAarcheoloog (3.3)
1.8 Opstellen van een selectieadvies door een KNA-archeoloog (3.4)
2.1
2.2
2.3
2.4
2.5
2.6
3.1
3.2
3.3
2. Proces inventariserend veldonderzoek – overig
Opstellen plan van aanpak door een prospector, vóór het begin van het
veldwerk (1.1)
Uitvoeren van het inventariserend veldonderzoek - overig door een
prospector (1.3)
Uitwerken van vondsten en monsters door een prospector (2.1)
Analyseren van de resultaten door een prospector (2.2)
Opstellen van het standaardrapport en de waardering door een
prospector (2.3)
Opstellen van een selectieadvies door een prospector (2.4)
3. Proces opgraving
Opstellen plan van aanpak door een KNA-archeoloog en event. een
specialist, vóór het begin van het veldwerk (1.1)
Uitzetten hoofdmeetsysteem door gekwalificeerde landmeter, vóór het
begin van de graafwerkzaamheden 2.1)
Aanleggen van een leesbaar vlak door een KNA-archeoloog * (2.2.)
RCE/20100811
Blad: 6
6. Processtappen
Binnen de organisatie worden de volgende processtappen (en bijbehorende
productspecificaties) conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA) toegepast
(bij nee, ga naar 9 toelichting).
De cursief vermelde nummers verwijzen naar de processtappen uit de KNA.
ja
nee
3.4 Aankrassen en interpreteren van sporen door een KNA-archeoloog *
(2.3)
3.5 Interpretatie van coupes door een KNA-archeoloog * (2.4)
3.6 Inkrassen en interpreteren van profielen door een KNA-archeoloog *
(2.6)
3.7 Schrijven van dag- en weekrapporten door een KNA-archeoloog * (2.8)
3.8 Vondsten en monsters waarderen en beoordelen op geschiktheid voor
analyse door een KNA-archeoloog of een specialist (3.1)
3.10 Opstellen van een uitwerkingsplan en een evaluatierapport door een
KNA-archeoloog (3.1)
3.11 Selectie van vondsten en monsters voor uitwerking door een KNAarcheoloog of een specialist (3.2)
3.12 Selectie van vondsten voor actieve conservering door een KNAarcheoloog of een specialist (3.2)
3.13 Opstellen van een selectierapport door een KNA-archeoloog of een
specialist (3.2)
3.14 Uitwerken van sporen, structuren en profielen door een KNA-archeoloog
(4.1)
3.15 Uitwerken van vondsten door een KNA-archeoloog of een specialist (4.2)
3.16 Opstellen van een standaardrapport door een KNA-archeoloog of een
specialist (4.3)
* of daaraan gelijkgestelde senior-veldtechnicus
7. Kwaliteitscontrole
Binnen de organisatie worden de volgende kwaliteitscontroles conform de KNA toegepast (bij
nee, altijd toelichten bij 9):
1. Proces proefsleuvenonderzoek (IVO-P)
ja
nee
CONTROLE:
op
het
plan
van
aanpak
1.1
DOOR:
senior KNA-archeoloog
MOMENT:
vóór het begin van het veldwerk
VASTLEGGING: paraaf op het plan van aanpak
1.2
CONTROLE:
op de archismelding
DOOR:
senior KNA-archeoloog
MOMENT:
vóór het begin van het veldwerk
VASTLEGGING:
1.3
1.4
1.5
CONTROLE:
op het uitgezette hoofdmeetsysteem, het afgeleide
meetsysteem, de opgravingsputten en de NAP-punten
DOOR:
KNA-archeoloog
MOMENT:
vóór de graafwerkzaamheden
VASTLEGGING: paraaf op grondslagpuntenkaart en grondslagpuntenlijst
CONTROLE:
op de uitvoering
DOOR:
senior KNA-archeoloog
MOMENT:
bij afronding veldwerk
VASTLEGGING: paraaf op puttenlijst, puttenkaart, vlakkenlijst,
vlaktekeningen, vondstenlijst, monsterlijst, sporenlijst,
spoorformulieren, tekeningenlijst, vullingenlijst,
structuurlijst, segmentlijst, lijst met waterpasmetingen,
coupetekeningen, fotoformulier en fotolijst
CONTROLE:
op de dag- en weekrapporten
DOOR:
senior KNA-archeoloog
MOMENT:
bij afronding veldwerk
VASTLEGGING: paraaf op dagrapporten en weekrapporten
RCE/20100811
Blad: 7
7. Kwaliteitscontrole
Binnen de organisatie worden de volgende kwaliteitscontroles conform de KNA toegepast (bij
nee, altijd toelichten bij 9):
1. Proces proefsleuvenonderzoek (IVO-P)
ja
nee
1.6
CONTROLE:
op de melding van de eerste bevindingen
DOOR:
KNA-archeoloog
MOMENT:
uiterlijk twee weken na het veldwerk; vóór de
uitwerking
VASTLEGGING:
1.7
1.8
1.9
1.10
CONTROLE:
DOOR:
MOMENT:
VASTLEGGING:
CONTROLE:
DOOR:
MOMENT:
VASTLEGGING:
CONTROLE:
op de uitwerking van sporen en structuren
senior KNA-archeoloog
vóór de aanlevering van het standaardrapport
paraaf op het deelrapport
op de uitwerking van vondsten en monsters
senior KNA-archeoloog
vóór de aanlevering van het standaardrapport
paraaf op het deelrapport
op het opstellen van het standaardrapport, inclusief
waardering en selectieadvies
DOOR:
senior KNA-archeoloog
MOMENT:
vóór de aanlevering van het standaardrapport
VASTLEGGING: paraaf op het standaardrapport
CONTROLE:
op het aanleveren van het standaardrapport
DOOR:
senior KNA-archeoloog
MOMENT:
vóór beëindiging van het proces
VASTLEGGING:
1.11
CONTROLE:
op het doen van de vondstmelding in Archis
DOOR:
senior KNA-archeoloog
MOMENT:
vóór beëindiging van het proces
VASTLEGGING:
1.12
CONTROLE:
DOOR:
MOMENT:
VASTLEGGING:
1.13
2.1
2.2
op de aanlevering van de documentatie en het
vondstmateriaal
senior KNA-archeoloog
vóór beëindiging van het proces
CONTROLE:
op overdracht digitale documentatie aan het e-depot
DOOR:
senior KNA-archeoloog
MOMENT:
vóór beëindiging van het proces
VASTLEGGING:
2. Proces inventariserend veldonderzoek – overig
CONTROLE:
op het plan van aanpak
DOOR:
senior prospector
MOMENT:
bij afronding veldwerk
VASTLEGGING: paraaf op het plan van aanpak
CONTROLE:
op de archismelding
DOOR:
senior prospector
MOMENT:
bij afronding veldwerk
VASTLEGGING:
ja
nee
RCE/20100811
Blad: 8
2.3
2.4
2.5
2.6
2.7
2.8
2. Proces inventariserend veldonderzoek – overig
CONTROLE:
op de uitvoering
DOOR:
senior prospector
MOMENT:
bij afronding veldwerk
VASTLEGGING: paraaf op verspreidingskaart, vondstenlijst, monsterlijst,
fotoformulier, fotolijst en boorbeschrijvingen
CONTROLE:
op de melding van de eerste bevindingen
DOOR:
prospector
MOMENT:
uiterlijk twee weken na het veldwerk; vóór de
uitwerking
VASTLEGGING:
CONTROLE:
DOOR:
MOMENT:
VASTLEGGING:
CONTROLE:
DOOR:
MOMENT:
VASTLEGGING:
CONTROLE:
DOOR:
MOMENT:
VASTLEGGING:
CONTROLE:
DOOR:
MOMENT:
VASTLEGGING:
CONTROLE:
op het doen van de vondstmelding in Archis
DOOR:
prospector
MOMENT:
vóór beëindiging van het proces
VASTLEGGING:
2.10
CONTROLE:
ja
nee
op de aanlevering van de documentatie en het
vondstmateriaal
prospector
vóór beëindiging van het proces
2.11
CONTROLE:
op overdracht digitale documentatie aan het e-depot
DOOR:
prospector
MOMENT:
vóór beëindiging van het proces
VASTLEGGING:
3.1
CONTROLE:
DOOR:
MOMENT:
VASTLEGGING:
CONTROLE:
DOOR:
MOMENT:
VASTLEGGING:
3,2
nee
op de uitwerking van sporen en monsters
senior prospector
vóór de aanlevering van het standaardrapport
paraaf op het deelrapport
op de analyse van de resultaten
senior prospector
vóór de aanlevering van het standaardrapport
paraaf op het deelrapport
op het standaardrapport, inclusief het selectieadvies
senior prospector
vóór de aanlevering van het standaardrapport
paraaf op het standaardrapport
op het aanleveren van het standaardrapport
prospector
vóór beëindiging van het proces
2.9
DOOR:
MOMENT:
VASTLEGGING:
ja
3. Proces opgraven
op het plan van aanpak
KNA-archeoloog
vóór het begin van het veldwerk
paraaf op het plan van aanpak
op de archismelding
KNA-archeoloog
vóór het beging van het veldwerk
RCE/20100811
Blad: 9
3.3
3.4
3.5
3.6
3. Proces opgraven
op het uitgezette hoofdmeetsysteem, het afgeleide
meetsysteem, de opgravingsputten en de NAP-punten
DOOR:
KNA-archeoloog
MOMENT:
vóór de graafwerkzaamheden
VASTLEGGING: paraaf op grondslagpuntenkaart en grondslagpuntenlijst
CONTROLE:
op het onderzoeken van vlakken en sporen
DOOR:
KNA-archeoloog
MOMENT:
vóór het couperen van sporen
VASTLEGGING: paraaf op puttenlijst, puttenkaart, vlakkenlijst,
vlaktekeningen, vondstenlijst, monsterlijst, sporenlijst,
spoorformulieren, tekeningenlijst, vullingenlijst,
structuurlijst, segmentlijst, lijst met waterpasmetingen,
fotoformulier en fotolijst
CONTROLE:
op het onderzoeken van coupes en het afwerken van
sporen
DOOR:
KNA-archeoloog
MOMENT:
vóór het onderzoek van profielen
VASTLEGGING: paraaf op vlaktekeningen, vondstenlijst, monsterlijst,
sporenlijst, spoorformulieren, tekeningenlijst,
vullingenlijst, structuurlijst, segmentlijst, lijst met
waterpasmetingen, coupetekeningen, fotoformulier en
fotolijst
CONTROLE:
op het onderzoeken van de profielen
DOOR:
senior KNA-archeoloog
MOMENT:
vóór afronden veldwerk
VASTLEGGING:
3.7
CONTROLE:
op het op orde brengen en houden van de documentatie
DOOR:
senior KNA-archeoloog
MOMENT:
doorlopend tijdens het veldwerk
VASTLEGGING:
3.8
CONTROLE:
DOOR:
MOMENT:
VASTLEGGING:
CONTROLE:
3.9
DOOR:
MOMENT:
VASTLEGGING:
3.10
CONTROLE:
DOOR:
MOMENT:
VASTLEGGING:
3.11
3.12
3.13
ja
nee
CONTROLE:
op de dag- en weekrapporten
senior KNA-archeoloog
doorlopend tijdens het veldwerk
paraaf op dagrapporten en weekrapporten
op de verwerking van vondsten en monsters en de
tijdelijke opslag
senior KNA-archeoloog
doorlopend tijdens de opgraving
op de melding van de eerste bevindingen
KNA-archeoloog
uiterlijk twee weken na het veldwerk; vóór de
uitwerking
CONTROLE:
DOOR:
MOMENT:
VASTLEGGING:
op de evaluatie en de selectie
senior KNA-archeoloog
vóór de uitwerking
paraaf op evaluatierapport, selectierapport, dozenlijst
en vondstnummerlijst
CONTROLE:
op de uitwerking van sporen en structuren
DOOR:
senior KNA-archeoloog
MOMENT:
vóór de aanlevering van het standaardrapport
VASTLEGGING: paraaf op het deelrapport
CONTROLE:
op de uitwerking van vondsten en monsters
DOOR:
senior KNA-archeoloog
MOMENT:
vóór de aanlevering van het standaardrapport
VASTLEGGING: paraaf op het deelrapport
RCE/20100811
Blad: 10
3.14
3.15
3.16
CONTROLE:
DOOR:
MOMENT:
VASTLEGGING:
CONTROLE:
DOOR:
MOMENT:
VASTLEGGING:
CONTROLE:
DOOR:
MOMENT:
VASTLEGGING:
3. Proces opgraven
op de actieve conservering
senior KNA-archeoloog
vóór aanlevering van het standaardrapport
paraaf op het deelrapport
op het opstellen van het standaardrapport
senior KNA-archeoloog
vóór de aanlevering van het standaardrapport
paraaf op het standaardrapport
op het aanleveren van het standaardrapport
senior KNA-archeoloog
vóór beëindiging van het proces
3.17
CONTROLE:
op het doen van de vondstmelding in Archis
DOOR:
senior KNA-archeoloog
MOMENT:
vóór beëindiging van het proces
VASTLEGGING:
3.18
CONTROLE:
DOOR:
MOMENT:
VASTLEGGING:
3.19
ja
nee
op de aanlevering van de documentatie en het
vondstmateriaal
senior KNA-archeoloog
vóór beëindiging van het proces
CONTROLE:
op overdracht digitale documentatie aan het e-depot
DOOR:
senior KNA-archeoloog
MOMENT:
vóór beëindiging van het proces
VASTLEGGING:
8. Opleidingsplan
Geef aan met welke middelen de kennis en vaardigheden van de medewerkers onderhouden
worden. Besteed daarbij aandacht aan de daarvoor ingezette tijd op jaarbasis en specificeer
voorzover mogelijk op functie medewerker
RCE/20100811
Blad: 11
9. Toelichting
Hieronder is ruimte voor een nadere toelichting. Vermeld allereerst het onderdeel van het
organisatieplan waar de nadere toelichting betrekking op heeft (bijvoorbeeld nummer 6
processtappen – proces proefsleuvenonderzoek – processtap 1.1).
De toelichting mag ook in een of meerdere bijlagen worden gegeven. Vermeld in het laatste
geval hieronder alle bijlagen.
RCE/20100811
Blad: 12
9. Toelichting (vervolg)
Hieronder is ruimte voor een nadere toelichting. Vermeld allereerst het onderdeel van het
organisatieplan waar de nadere toelichting betrekking op heeft (bijvoorbeeld nummer 6
processtappen – proces proefsleuvenonderzoek – processtap 1.1).
De toelichting mag ook in een of meerdere bijlagen worden gegeven. Vermeld in het laatste
geval hieronder alle bijlagen.
RCE/20100811
Download