Inhoudsopgave: Hoofdstuk 1: De context van het ontwikkelde pedagogisch beleidsplan 1.1 Inleiding 1.2 De uitgangspunten van De Verbinding Hoofdstuk 2: Visie van De Verbinding 2.1 Visie op opvoeding en ontwikkeling 2.2 Gordonmethode 2.4 Scholing medewerkers 2.5. De Verbinding is een erkend leerbedrijf Hoofdstuk 3: Doelstellingen pedagogisch beleid 3.1 Het bieden van emotionele veiligheid 3.2 Het ontwikkelen van persoonlijke competentie 3.3.Het stimuleren van sociale competentie 3.4 Overbrengen van waarden en normen 3.5 Gezondheid en veiligheid 3.6 Respect voor diversiteit 3.7. Uw kind verlaat de stamgroep voor een dagdeel. Hoofdstuk 4: De samenwerking met de ouders Hoofdstuk 5: De ondersteuning en begeleiding van zorgkinderen Hoofdstuk 6: klachtencommissie Hoofdstuk 7: vier ogen principe Hoofdstuk 8: VVE beleid van De Verbinding Hoofdstuk 9: De Ruilkaart Pedagogisch beleid aangepast op 18-03-2014 Pagina 1 Vooraf: De Verbinding is een organisatie die opvang biedt aan kinderen van 0-12 jaar. Wij bieden opvang aan kinderen waarvan de ouders graag willen blijven werken. De naam De Verbinding is gekozen om uit te drukken dat we ons verbonden voelen met de vraag van uw kind en u als ouder/verzorger. De Verbinding verwijst ook naar de visie op zorg en dienstverlening die voor al onze locaties gelijk is. De Verbinding is 1 januari 2006 tot stand gekomen en bestaat uit 7 dagopvang locaties groepen van 0-4 jaar. Daarnaast vier peutergroepen en zes bso groepen. Organisatorisch en inhoudelijk vormen de dagopvang,de peuter groepen en de buitenschoolse opvang 1 organisatie. De Verbinding is een kwalitatief hoogstaand kindercentrum die opvang en optimale ontwikkelingskansen biedt aan jonge kinderen in de leeftijd van 0 tot 12 jaar. Alle groepen zijn kleinschalig, waardoor er veel kwaliteit geboden kan worden. Respect voor de ouders/verzorgers en de kinderen staat bij De Verbinding voorop. Op alle locaties van De Verbinding staan begrippen als, kwaliteit, professionaliteit, openheid en sfeer centraal. De Verbinding wil zich onderscheiden door kwalitatief goede opvang te verzorgen, passend bij de wensen van de ouders/verzorgers en hun kinderen. Professionaliteit van de opvang wordt met name geboden door goed opgeleide en gemotiveerde groepsleiding. Zij nemen met hart en ziel de dagelijkse zorg voor het kind van de ouders/verzorgers over. Een andere basis van goede kwaliteit is openheid, duidelijkheid en structuur. Dit geldt zowel voor de ouders/verzorgers als voor de kinderen. Deze kwaliteit kan alleen gewaarborgd worden in een omgeving die een vertrouwde uitnodigende sfeer kent. De Verbinding staat voor kwalitatief goede en verantwoorde kinderopvang, peuter groepen, Tussenschoolseopvang en buitenschoolse opvang. De Verbinding is een organisatie die geleid wordt door twee directieleden: Nellie van der Kruis - van Gastel en Patty van den Biggelaar - van der Kruis. De voorwaarden om dit te realiseren zijn: • betrokken en professionele pedagogisch medewerkers; • een pedagogisch verantwoorde visie en werkwijze; • een kindgerichte omgeving; • een veilige en stimulerende accommodatie; • aantrekkelijk ontwikkelingsmateriaal; • een goede organisatie; • samenwerking met ouders; • samenwerkingspartners zoals onderwijs en jeugdgezondheidszorg. Pedagogisch beleid aangepast op 18-03-2014 Pagina 2 Omdat de zienswijze en opvattingen rondom pedagogisch beleid in de kinderopvang en peutergroepen veranderd zijn, is het nu tijd om het pedagogisch beleid opnieuw vast te stellen en te beschrijven. Het pedagogisch beleidsplan De Verbinding zet het pedagogisch beleid op de website zodat ouders een beeld krijgen hoe en vanuit welke visie onze organisatie met de kinderen in het kindercentrum omgaat. Ons pedagogisch beleid maakt dat we aanspreekbaar zijn op onze uitgangspunten en werkwijze. Het pedagogisch beleid is ook een handleiding voor alle pedagogisch medewerkers van De Verbinding; zowel in de kinderopvang als op de peutergroepen en in de buitenschoolse opvang, bijvoorbeeld: • Nieuwe medewerkers worden ingewerkt volgens het pedagogisch beleidsplan. H et uiteindelijke doel is dat alle medewerkers werken zoals in het pedagogisch beleid omschreven staat. • Het pedagogisch beleid is tevens een richtlijn voor alle andere beleidsterreinen van De Verbinding zo is het pedagogisch beleid uitgangspunt voor het personeelsbeleid. Afspraak is dat er altijd minimaal 1 a 2 vaste pedagogisch medewerker aan de groep verbonden Zijn. Het wettelijke kind-leidster-ratio wordt daarbij gehanteerd. De Verbinding heeft een goed beleid ten aanzien van ziekteverzuim en ziektevervanging. Het pedagogisch beleidsplan is de basis voor de verschillende werkvormen. In het werkplan van de peuterroepen wordt nader ingegaan op het voor- en vroegschoolse educatieprogramma. Om een constante kwaliteit van de uitvoering te waarborgen wordt het beleids- en werkplan aangevuld met protocollen. Deze maken onderdeel uit van het kwaliteitshandboek. Het pedagogisch werkplan vormt een interne handleiding voor de medewerkers waarin de concrete uitwerking van de visie en de werkwijze van de specifieke kindercentra van De Verbinding staan beschreven. staan beschreven. Het beleidsplan vormt samen met het pedagogisch werkplan één geheel. Jaarplan: Naast het pedagogisch beleids- en werkplan werkt De Verbinding met jaarplannen. In het jaarplan staat wat de ontwikkelingen bij De Verbinding op de langere termijn zijn en welke verbeterpunten aangepakt worden. Dit jaarplan is onderdeel van een meerjarenplan dat we jaarlijks naar de oudercommissies sturen en dat ter inzage ligt op iedere vestiging. De veiligheid van het gebouw en de materialen wordt jaarlijks geëvalueerd door middel van een risico-inventarisatie. Deze inventarisatie (met actielijst) wordt gecontroleerd door de GGD. De oudercommissie krijgt ieder jaar een rapportage van Pedagogisch beleid aangepast op 18-03-2014 Pagina 3 de GGD. De Rapporten van de GGD zijn te vinden op onze website; www.deverbinding-sintoedenrode.nl. Kritische werkhouding: Het pedagogisch beleid en de werkplannen zijn tot stand gekomen door en afgestemd op een grote diversiteit aan mensen, zoals pedagogisch medewerkers van kinderopvang, peutergroepen en buitenschoolse opvang, leden van de oudercommissies, bestuursleden en medewerkers van basisscholen en jeugdgezondheidszorg. Het pedagogisch werkplan is een dynamisch document, geen vaststaand gegeven: het blijft zich in de loop van de tijd steeds verder ontwikkelen. Bijvoorbeeld naar aanleiding van nieuwe inzichten of signalen van de pedagogisch medewerkers of ouders. Pedagogisch beleid aangepast op 18-03-2014 Pagina 4 Hoofdstuk 1: DE CONTEXT VAN HET ONTWIKKELDE PEDAGOGISCH BELEID • Inleiding: Het door De Verbinding ontwikkelde pedagogisch beleid moet worden gezien binnen de kaders van de Wet op de kinderopvang zoals die door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is vastgelegd. Wat is kinderopvang? Kinderopvang houdt in dat gediplomeerde medewerkers, pedagogisch medewerkers, voor de kinderen zorgen op de momenten dat ouders werken, een studie volgen of op enig andere wijze geen dagzorg kunnen geven. De kinderen verblijven in een kindercentrum. De kinderen kunnen daar het hele jaar door twee of meer dagdelen per week terecht. De gemeentelijke gezondheidsdienst (GGD), de gemeente Sint- Oedenrode en de landelijke overheid bewaken de kwaliteit van de kinderopvang. De Verbinding heeft geregistreerde kinderopvang, waarvoor ouders mogelijk kinderopvangtoeslag krijgen. In de Wet kinderopvang staan de regels voor kwaliteit, het toezicht op de kwaliteit en de financiering van de kinderopvang. Peutergroepen De peutergroepen bij De Verbinding zijn een combinatie van opvang en peuteropvang. Het onderscheid tussen de peutergroepen en de kinderopvang is: • De peutergroep is voor kinderen vanaf 2 jaar en 3 maanden. • De peutersgroepen bieden maximaal 1 dagdeel per dag opvang, minimaal twee dagdelen per week • We gaan zo veel mogelijk uit van vaste combinaties van dagdelen; indien gewenst kunnen ouders ook een derde dagdeel afnemen. De peuters krijgen een gespreid programma aangeboden, gericht op de ontwikkeling en op de voorbereiding op de basisschool. De peutergroep bestaan uit maximaal 14 peuters. Geleid door twee pedagogisch medewerkers. • Het voor- en vroegschoolse educatieprogramma (VVE) stimuleert kinderen in hun ontwikkeling; ook de kinderen die extra ondersteuning nodig hebben. • Bij de kinderdagverblijven groepen van 0-4 jaar wordt opvang aangeboden in verticale groepen. Er kunnen maximaal 12 kinderen geplaatst worden in een stamgroep. In de groep mogen maximaal drie baby’s onder de 1 jaar geplaatst worden. De groep wordt geleid door twee pedagogisch medewerkers. Pedagogisch beleid aangepast op 18-03-2014 Pagina 5 Basisscholen en kinderopvang De WMO (Wet maatschappelijke ondersteuning) geeft opdracht aan peutergroepen en basisscholen om de ontwikkelingskansen te vergroten met VVE. De peutergroepen dragen bij aan het vroeg signaleren van ontwikkelingsachterstanden en zij leveren een bijdrage aan een goede start van het kind in het basisonderwijs. Ook bij de kinderopvang wordt een grote bijdrage verwacht op het gebied van VV E en de doorgaande leerlijn met de basisscholen. Dit is een van de redenen dat de samenwerking met de peutergroepen en basisscholen intensiever is geworden. Basisscholen zijn wettelijk verplicht voor buitenschoolse opvang te zorgen tussen 7.30 en 18.30 uur; dus voor, tussen, en na schooltijd. De Verbinding biedt al deze vormen van opvang. Voor de buitenschoolse opvang geldt dat er maximaal 20 kinderen in een groep geplaatst kunnen worden onder leiding van twee pedagogisch medewerkers. Als er minder dan 10 kinderen bezoeken werkt één vaste pedagogisch medewerker op de groep. de pedagogisch medewerker wordt daarbij ondersteund door een andere volwassene, bijvoorbeeld een stagiaire. Oudercommissie kinderopvang: Elke locatie van De Verbinding heeft een oudercommissie. Afgevaardigden van deze oudercommissies zijn vertegenwoordigd in de centrale oudercommissie. De oudercommissies geven (op aanvraag, dan wel op eigen initiatief) advies aan de directie. Ouders die gebruikmaken van het kindercentrum ontvangen het reglement van de oudercommissie. Alles is tevens vastgelegd in een mandaat, zodat iedere oudercommissie van iedere locatie een eigen stemrecht heeft. De uitgangspunten van De Verbinding: .De Verbinding is een openbare instelling die toegankelijk wil zijn voor alle kinderen van 12 weken tot 4 jaar (kinderdagverblijf) en van 4 jaar tot einde basisschool (buitenschoolse opvang). • De Verbinding is er voor kinderen van ouders die werken, studeren of op enig andere wijze geen dag zorg kunnen geven. • De Verbinding is er voor peuters die goed voorbereid worden voor de basisschool. De Verbinding streeft naar een VVE programma voor kinderen die extra ondersteuning nodig hebben. Pedagogisch beleid aangepast op 18-03-2014 Pagina 6 Hoofdstuk 2: VISIE EN KERNWAARDEN De Verbinding: 2.1 Visie De Verbinding: Ontwikkelingsgericht, deskundig en betrouwbaar: De Verbinding is een kwalitatief hoogstaande, kindgerichte voorziening die opvang en optimale ontwikkelingskansen biedt aan kinderen van 0 tot 12 jaar. Wij zijn een organisatie waarin de kernwaarden ‘betrouwbaar’ ‘ontwikkelingsgericht’ en ‘deskundig’ zichtbaar tot uiting komen. In de algemene visie van De Verbinding staan de begrippen kwaliteit, professionaliteit, openheid en sfeer centraal. De Verbinding wil zich onderscheiden door kwalitatief goede kinderopvang te verzorgen, passend bij de wensen van de ouders/verzorgers en hun kinderen. Professionaliteit van de opvang wordt met name geboden door goed opgeleide en gemotiveerde medewerkers. Een andere basis voor goede kwaliteit is openheid, duidelijkheid en structuur, zowel voor de ouders/verzorgers als voor de kinderen. Deze kwaliteit kan alleen gewaarborgd worden in een omgeving die een uitnodigende, vertrouwde sfeer kent. Ontwikkelingsgericht; De Verbinding werkt ontwikkelingsgericht. We zoeken steeds weer naar een balans tussen het stimuleren van de verschillende ontwikkelingsgebieden en de rust voor het kind om deze eigen te kunnen maken. Ook streven we telkens naar de balans tussen aanspreken van de ontwikkeling individueel en in groepsverband. Deskundig en betrouwbaar; De Verbinding is deskundig en betrouwbaar. Onze pedagogisch medewerkers hebben een kindgerichte opleiding, en worden door De Verbinding gestimuleerd zich te blijven ontwikkelen. We streven erna om steeds meer hoog opgeleide medewerkers op de groepen te krijgen met minimaal een nivo vier opleiding of HBO opleiding. Zij creëren een sfeer in de groep waarbij kinderen zich vertrouwd en geborgen voelen. De pedagogisch medewerkers begeleiden de kinderen individueel en in groepsverband in hun ontwikkeling. Ze gaan daarbij uit van het spel van het kind: het plezier dat een kind beleeft aan spelen staat voorop. De Verbinding is een professionele organisatie. De ouders zijn onze klanten, zij vertrouwen ons hun kind(eren) toe, op basis van heldere afspraken en vertrouwen. Om dit vertrouwen waar te maken is vanuit de stichting betrokkenheid, deskundigheid en stabiliteit nodig. Wij streven ernaar om samen met de ouders partners te zijn in de opvoeding van het kind. Integriteit, respect en een open houding zijn de basis voor het vertrouwen tussen kinderen, ouders en medewerkers. Pedagogisch beleid aangepast op 18-03-2014 Pagina 7 Onze deskundigheid komt eveneens tot uiting in onze flexibiliteit. We willen inspelen op een veranderende maatschappij, zodat ouders en kinderen op ons kunnen blijven bouwen. Dit vraagt om een marktgerichte, proactieve en belangstellende houding. De Verbinding kent 3 werkterreinen: • Peuteropvang • Kinderdagopvang • Buitenschoolse opvang Naast een gemeenschappelijke basis heeft elk werkterrein zijn eigen specifieke kenmerken. 1. Peuteropvang: De kernfunctie van het peuteropvang is het creëren van optimale ontwikkelingskansen voor alle peuters (in de leeftijd van 2 jaar en 3 maanden tot 4 jaar) door het aanbieden van veelzijdige en passende speelmogelijkheden. Het gaat daarbij om stimuleren, volgen en signaleren van de ontwikkeling en om het vormgeven van een doorgaande ontwikkelingslijn.. De peuteropvang heeft vaste groepen en vaste medewerkers. We plannen 3 keer per jaar een overleg met de onderbouw van alle basisscholen in Sint-Oedenrode zodat er goede doorgaande leerlijnen komen voor de kinderen wat de ontwikkelingskansen weer vergroot. 2. Kinderdagverblijf: Het kinderdagverblijf is voor kinderen van 12 weken tot 4 jaar. Zij verblijven hier minimaal 2 dagdelen per week. Het kinderdagverblijf richt zich zowel op de verzorging van het kind als op het stimuleren van de ontwikkeling. Ouders en pedagogisch medewerkers zijn partners in de zorg voor en de opvoeding van het kind. 3. Buitenschoolse opvang: De buitenschoolse opvang is voor schoolgaande kinderen. Het gaat om kinderen in de leeftijd van 4 tot 13 jaar die de basisschool bezoeken. Bij de buitenschoolse opvang gaat het om de vrije tijd van het kind. Deze opvang komt tegemoet aan de behoefte aan rust na een schooldag, en biedt tegelijkertijd een uitdagend programma voor de vrijetijdsbesteding. De Verbinding zijn we samen. Alle medewerkers delen de visie van De Verbinding en de liefde voor het vak. We willen niet alleen het beste uit het kind, maar ook uit onszelf halen. Daarom maken we actief gebruik van ieders talent. Pedagogisch beleid aangepast op 18-03-2014 Pagina 8 2.2 Visie op opvoeding en ontwikkeling; Een belangrijke voorwaarde voor een goede ontwikkeling van het kind bij de kinderopvang en op de peutergroepen, is dat het kind zich thuis voelt. Kinderen hebben een veilige omgeving nodig om zich optimaal te kunnen ontplooien. Als een kind zich emotioneel veilig voelt kan het zich openstellen voor zijn omgeving en is er ruimte voor persoonlijke en sociale ontwikkeling. De Verbinding werkt met de methode van Thomas Gordon. 2.2.1 De Gordon methode; Bij de kinderopvang, de peutergroepen en buitenschoolse opvang werken we in beginsel volgens de methode van Gordon. Hij voert als belangrijkste punt in zijn theorie het ‘actief luisteren’ en het geven van ‘ik-boodschappen’ aan. Thomas Gordon, een vooraanstaand Amerikaanse kinderpsycholoog, heeft zich in zijn dagelijkse praktijk gespecialiseerd in de communicatie tussen ouders (en volwassenen in het algemeen) en kinderen. Kinderen hun eigen problemen laten oplossen (eventueel ondersteund door een volwassene) is de kern van zijn ideeën. Een paar van de belangrijkste manieren omdat te stimuleren zijn actief luisteren en de overlegmethode. Gordon introduceert hiermee een andere manier van omgaan met kinderen. De theorie van Gordon is gebaseerd op de volgende waarden: • Het kind is belangrijk; elk kind heeft bepaalde behoeftes en het recht dat die behoeftes bevredigd worden. De pedagogisch medewerker heeft de specifieke taak om naar het kind te luisteren en het kind hierin te begeleiden. • De pedagogisch medewerker is belangrijk; ook de pedagogisch medewerker heeft behoeftes en het recht dat die behoeftes bevredigd worden. Zij hoeft zich niet op te offeren voor de kinderen, maar geeft haar eigen grenzen aan. De relatie tussen de pedagogisch medewerker en het kind en de relaties tussen de kinderen onderling zijn belangrijk. Het streven is om deze relaties op een prettige manier te laten verlopen en om ze daarmee in stand te houden. In conflictsituaties zal de pedagogisch medewerker elke keer opnieuw naar een oplossing zoeken die tegemoet komt aan beide partijen. 2.2.2 Aanschaf methode uk en puck In 2013 heeft De Verbinding de methode Uk en Puk aangeschaft. Pedagogisch beleid aangepast op 18-03-2014 Pagina 9 2.2.3 Scholing medewerkers Alle pedagogisch medewerkers van De Verbinding hebben ten minste de vereiste diploma’s. Daarnaast krijgen de medewerkers trainingen over de Gordonmethode en de medewerkers die met peuters werken volgen ook leergangen over de VV E. Daarnaast volgen de pedagogisch medewerkers een cursus over de nieuwe methode Uk en Puk waar De Verbinding in 2013 mee is gaan werken. De medewerkers van de buitenschoolse opvang kijken naar de ontwikkelingsmethoden die de basisscholen in de gemeente Sint- Oedenrode gebruiken. Bijvoorbeeld project Mind (een manier om goed om te gaan met kinderen die hoogbegaafd zijn). Zo is De Verbinding niet alleen bezig met de ontwikkeling van de kinderen tijdens hun aanwezigheid in het kindercentrum, maar ook al met de toekomst: de voorbereiding en doorgaande lijn met de basisschool. Alle medewerkers van De Verbinding leveren bij aanvang van het dienstverband een Verklaring Omtrent Gedrag in. Dit is een wettelijke verplichting en houdt in dat de medewerker niet in aanraking met Justitie is geweest. Daarnaast gaan alle medewerkers op herhaling voor de BHV. 2.5 De Verbinding als leerbedrijf: De Verbinding is een erkend leerbedrijf. Dat wil zeggen dat we aangesloten zijn bij het Calibris Kenniscentrum voor leren in de praktijk in sectoren gezondheid, welzijn, sport en dienstverlening. Hiervoor is een certificaat beschikbaar dat ingezien kan worden bij alle locaties van De Verbinding. De Verbinding werkt met stagiaires die een minimaal een half jaar stagelopen. De stagiaires waar De Verbinding gebruik van maakt, komen van de opleiding Helpende Welzijn en SPW 2, 3 en 4 (BBL en BOL). Daarnaast zijn er stagiaires van HBO- opleidingen. De stagiaires komen 2, 3 of 4 dagen per week en worden begeleid door een van de gekwalificeerde groepsleidsters. Met de stagiaires vinden afzonderlijke gesprekken plaats, waarin hun leerproces besproken wordt. De Begeleiding van deze stagiaires wordt door de pedagogisch medewerksters zoveel mogelijk in de praktijk gedaan. Houdingslijsten worden daar ingevuld. Het werkproces wordt begeleid door de werkbegeleider. De werkbegeleider verzorgt de gesprekken met de docenten op de scholen. We streven erna om zoveel mogelijk de HBO opgeleide pedagogisch medewerkers de stagiaires te begeleiden. Stagiaires worden bij De Verbinding boventallig ingezet. Wanneer De Verbinding kampt met een plotseling personeel te kort mogen stagiaires incidenteel worden ingezet. Dit staat aangegeven in de wet kinderopvang. Pedagogisch beleid aangepast op 18-03-2014 Pagina 10 Hoofdstuk 3 De PEDAGOGISCHE DOELSTELLING VAN DE Verbinding: De Verbinding wil een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van kinderen tot mondige, zelfstandige en onafhankelijke mensen met een eigen persoonlijkheid. Door het aanbieden van veelzijdige speelmogelijkheden wordt de ontwikkeling van de kinderen gestimuleerd. Hierdoor leren kinderen zelfstandig te functioneren en hun eigen individuele mogelijkheden te ontdekken, met respect voor anderen en in harmonie met zichzelf en hun omgeving. Voor een optimale ontwikkeling heeft een kind een omgeving nodig die veilig is en waar groei mogelijk is. Als een kind zich emotioneel veilig voelt, kan het zich openstellen voor andere kinderen en de wereld om zich heen. Er is ruimte voor persoonlijke groei en ontwikkeling. In het pedagogisch handelen sluiten de pedagogisch medewerkers van kinderopvang, peuteropvang en buitenschoolse opvang aan bij de vier pedagogische doelen van Marianne Riksen-Walraven (hoogleraar op de leerstoel “ Theorievorming en empirisch onderzoek op het gebied van de kinderopvang) en voegen er nog twee belangrijke pedagogische doelstellingen aan toe. De Verbinding wil alle kinderen het volgende bieden: • Emotionele veiligheid. • Stimuleren van persoonlijke competentie. • Stimuleren van sociale competentie. • Overbrengen van waarden en normen. • Gezondheid en veiligheid. • Respect voor diversiteit. 3.1 Het bieden van emotionele veiligheid De pedagogisch medewerkers bieden aan de kinderen een sfeer van geborgenheid en een veilige, vertrouwde en stimulerende omgeving. Kinderen ontwikkelen een gevoel van veiligheid als zij kunnen rekenen op de pedagogisch medewerker en er een uitdagende speelruimte wordt geboden waarin zij op houvast en steun kunnen rekenen. We bieden emotionele veiligheid door: 1 Het contact tussen het kind en de pedagogisch medewerker Als een kind zich geborgen wil voelen, dan moet het zich gekend weten. Dit kan alleen met vaste pedagogisch medewerkers die het kind goed kennen. Vanuit het kind is het belangrijk dat het de groepsleiding kent, dat het bekende gezichten zijn. Dan weet het kind dat hij ze kan vertrouwen. De pedagogisch medewerker handelt consequent en voorspelbaar. Het persoonlijke contact van pedagogisch medewerkers met kinderen is bij uitstek geschikt voor het creëren van emotionele veiligheid en voor het stimuleren van de persoonlijke competentie, het zelf Pedagogisch beleid aangepast op 18-03-2014 Pagina 11 doen. De pedagogisch medewerker geeft het kind individuele aandacht en raakt het kind aan door het op schoot te nemen of te knuffelen. Het kind ervaart die aandacht als positief en voelt zich gezien en gerespecteerd. De pedagogisch medewerkers gaan hier zorgvuldig mee om. Pedagogisch beleid aangepast op 18-03-2014 Pagina 12 2 Het contact tussen de pedagogisch medewerkers en de ouders De pedagogisch medewerkers van De Verbinding vinden het belangrijk om een goed contact met de ouders te hebben om het kind goed te kunnen begeleiden. Dat geeft vertrouwen aan het kind. Bij het halen en brengen streven de medewerkers ernaar de ouders even te spreken. Er zijn regelmatig individuele gesprekken met ouders en er wordt gebruikgemaakt van een contactschrift. Dit contactschrift geld met name voor kinderen in de leeftijd van 0-1 jaar. (Zie daarvoor hoofdstuk 4) 3 Het contact tussen de pedagogisch medewerkers onderling Van even groot belang als het contact tussen pedagogisch medewerker en kinderen en pedagogisch medewerker en ouders, vindt De Verbinding het contact tussen de pedagogisch medewerkers onderling. Opvoeders hebben voor kinderen een voorbeeldfunctie. In het kindercentrum geldt dit voor de pedagogisch medewerkers. Hier tonen zij hoe mensen goed met elkaar om kunnen gaan. Om een veilige en vertrouwde sfeer in de groep te creëren is het belangrijk dat pedagogisch medewerkers goed met elkaar samenwerken en beschaafd communiceren. 4 De structuur in de dag en in de aangeboden activiteiten Een duidelijke dagstructuur is volgens De Verbinding belangrijk. Dit geeft het kind zekerheid en grip op de gebeurtenissen. Babyactiviteiten: De pedagogisch medewerkers houden zo veel mogelijk rekening met het slaap- en voedingspatroon van een baby. Elke baby heeft zijn eigen ritme. Op het kindercentrum zijn er uiteenlopende mogelijkheden om met de baby tijd door te brengen: even lekker bij de pedagogisch medewerker op schoot voor een knuffel, liedjes zingen, spelletjes doen of spelen in de hoge box. Er is een speelkussen en een wipstoel met babygym. Als de baby wat groter is kruipt hij al snel op de grond of op de daarvoor bestemde plateaus. tussen de andere kinderen, waar hij de wereld om zich heen kan verkennen. Activiteiten en thema’s De pedagogisch medewerkers werken met thema’s en activiteiten die aansluiten bij de belevingswereld van de kinderen. Daarnaast schenken zij ruim aandacht aan het vieren van verjaardagen, of het afscheid nemen van de groep. De verjaardagen van de pedagogisch medewerkers worden ook gevierd. 5 Een kindvriendelijke omgeving Een overzichtelijke, duidelijk ingedeelde ruimte met verschillende hoeken draagt bij aan het gevoel van veiligheid van een kind. Het is een voorwaarde voor een kind om in de groepsruimte zijn eigen weg te kunnen vinden zodat hij zelfstandig kan kiezen waar hij wil spelen. In de verticale groep is een veilig hoekje gecreëerd waar baby’s veilig de omgeving kunnen verkennen. Op momenten dat de oudere kinderen naar Pedagogisch beleid aangepast op 18-03-2014 Pagina 13 bed zijn kunnen de baby’s vrijuit de ruimte verkennen. Op andere momenten kunnen ze in de hoge boxen het speelgoed onderzoeken. De hoge boxen bieden een rustige plek waar de baby’s goed zicht hebben op de groep. Op deze manier liggen/spelen ze veilig en worden ze niet overprikkeld door spelende kinderen. 3.2 Het ontwikkelen van persoonlijke competentie Met persoonlijke competenties bedoelen we: emotionele vrijheid, veerkracht, zelfstandigheid, nieuwsgierigheid, zelfvertrouwen, flexibiliteit en creativiteit. Deze kenmerken zijn belangrijk en onderling nauw met elkaar verbonden. Belangrijk is dat deze competenties in balans zijn. Jonge kinderen gaan op zoek naar nieuwe ervaringen en de grenzen van het eigen kunnen. De omgeving moet voldoende stimulerend en geordend zijn zodat een kind zelf zijn keuzes kan maken, naar die keuzes kan handelen en de mogelijkheden ervan leert ontdekken. 3.3 Het stimuleren van sociale competentie Kinderen leren bijna als vanzelfsprekend contact te leggen met andere kinderen en pedagogisch medewerkers. Met sociale competentie bedoelen we de kennis en vaardigheden op het gebied van samen spelen, andere kinderen helpen, op je beurt wachten, voor jezelf opkomen, om kunnen gaan met conflictsituaties, rekening houden met elkaar. Kinderen leren deze sociale vaardigheden in interactie met andere kinderen en met de pedagogisch medewerkers. De pedagogisch medewerkers kunnen deze interactie tussen kinderen versterken en verbeteren. We letten hierbij op de volgende aspecten: • Het kind deel uit laten maken van de groep De Verbinding vindt het belangrijk dat kinderen ook zelf de zorg hebben voor de gang van zaken in de groep. Bijvoorbeeld door oudere kinderen te betrekken bij het gezellig maken van de speelruimte of door de oudere kinderen de jongere kinderen te laten helpen. Kinderen vinden het heel erg leuk om te helpen en om klusjes te doen. Ze voelen zich hierdoor erg belangrijk enze groeien ervan. De taken zijn uiteraard aangepast aan het niveau van het kind. De peutergroepen werken volgens de VV E methode. Ter voorbereiding op de basisschool wordt een duidelijke structuur geboden bij de dagelijkse activiteiten. Er wordt themagericht gewerkt en er wordt spelenderwijs gewerkt aan het aanleren van schoolse vaardigheden zoals het zitten in de kring, luisteren naar elkaars verhalen en activiteiten die op samenwerking / elkaar helpen gericht zijn. • Het bevorderen van het samen leren spelen Pedagogisch beleid aangepast op 18-03-2014 Pagina 14 Samen spelen betekent naar elkaar luisteren, samen praten, overleggen, afspreken wie doet wat, samen plezier hebben, op elkaar wachten, samen delen. • Stimuleren van vriendschappen Wanneer kinderen in de leeftijd tussen 1 en 3 jaar zijn ontstaan er echte vriendschappen die heel belangrijk zijn voor kinderen. • Pedagogisch medewerkers leren kinderen zelf conflicten op te lossen Bij het contact maken hoort ook dat kinderen botsen met elkaar. Conflicten zijn leermomenten en vaak bedenken kinderen daar zelf een oplossing voor. Op deze manier leren zij het meest van elkaar en groeit het zelfvertrouwen en het eigen kunnen. • Groepsruimte biedt mogelijkheden voor samenspel en contact De inrichting van de groepsruimte is overzichtelijk en heeft uitdagende speelplekken die het contact leggen en het samenspel bevorderen. 3.4 Overbrengen van waarden en normen Waarden en normen gaan over de wijze waarop mensen met elkaar willen omgaan. De waarde geeft de kwaliteit aan voor een prettige omgang met elkaar, zoals eerlijkheid, betrouwbaarheid en behulpzaamheid. Normen zijn de gedragsregels die de waarde aangeven. Als iedereen zich aan de normen houdt laten we daarmee de waarden zien. Zonder waarden hebben normen geen betekenis. • Het eigen maken van waarden en normen Het gedrag van de pedagogisch medewerker zelf speelt een belangrijke (voorbeeld)rol. De medewerker leert de kinderen hoe zij met behulp van gedrags- en omgangsregels respectvol met elkaar om kunnen gaan. • Kinderen ervaren verschillende achtergronden en kunnen daarmee omgaan Kinderen leren makkelijk gedragsregels aan door dat de groep uit een bredere samenleving bestaat dan het gezin. Kinderen komen zo in aanraking met andere gewoonten en andere culturen. Respect hebben voor anderen door niet te pesten, door te luisteren; boos worden mag, maar zonder verbaal of fysiek geweld te gebruiken. • Groepsruimte en materialen vormen een afspiegeling van geldende waarde en normen De groepsruimtes zijn in inrichting en materiaalgebruik afgestemd op leeftijd en naar de eisen van de tijd. Momenteel wordt de nadruk gelegd op veiligheid en op het Pedagogisch beleid aangepast op 18-03-2014 Pagina 15 creëren van knusse hoekjes met speelgoed dat de ontwikkeling van kinderen stimuleert. Met plaatjes of foto’s wordt duidelijk voor kinderen waar iets opgeruimd is. 3.5 Gezondheid en veiligheid Gezondheid. Ten aanzien van gezondheid gelden onder andere de volgende richtlijnen. Wanneer de weersomstandigheden goed zijn, gaan de kinderen iedere dag naar buiten. Bij zonnig weer worden beschermende maatregelen genomen. Er wordt onder andere gezorgd voor een schaduwplek. De Verbinding gaat er vanuit dat de kinderen zijn of worden ingeënt volgens het landelijk vaccinatieschema. Wanneer een kind op De Verbinding ziek wordt, belt de pedagogisch medewerker de ouders/verzorgers op. Het is mede daarom noodzakelijk dat de ouders/verzorgers altijd bereikbaar zijn. In overleg wordt besloten wat de actie zal zijn die moet worden ondernomen. In geval van besmettelijke ziekten, diarree en luizen informeert de groepsleiding de ouders/ verzorgers en neemt zij op De Verbinding extra hygiënische maatregelen. Bij ongevallen wordt direct gehandeld. De ouders/verzorgers worden zo snel mogelijk gewaarschuwd, maar indien zij niet bereikbaar zijn wordt toch gehandeld en worden de ouders/verzorgers achteraf geïnformeerd. Als de hulp van een huisarts is gewenst, wordt in eerste instantie de huisarts van het kind zelf ingeschakeld. Is dit om wat voor een reden niet mogelijk, dan kan de leidster een beroep doen op een plaatselijke huisarts waarmee afspraken zijn gemaakt. De leiding is in het bezit van een EHBO-diploma en een BHVdiploma, zodat men weet hoe te handelen in geval van ongevallen. Binnen De Verbinding heerst een uiterst milieubewuste houding bij de medewerkers. Zo wordt bijvoorbeeld al het afval gescheiden en worden de in de dagverblijven gebruikte luiers voor recycling aangeboden. Jaarlijks voert De Verbinding de risico inventarisatie gezondheid uit. Hier worden verslagen van gemaakt. Deze verslagen liggen ter inzage op de locatie en worden jaarlijks met de oudercommissie besproken. Daarnaast worden deze inventarisaties gecontroleerd door de GGD. Veiligheid. De Verbinding voldoet aan de veiligheidsnormen zoals deze staan beschreven in de Wet Kinderopvang en de daaruit voortvloeiende regels. Dit betekent dat De Verbinding zich houdt aan de hierin genoemde eisen ten aanzien van het aantal vierkante meters voor de ruimten binnen en de speelruimte buiten. Daarnaast worden de aanvullende richtlijnen van de GGD, o.a. door het uitvoeren van risicoinventarisaties en richtlijnen voor de brandveiligheid, opgevolgd. Een aantal voorbeelden om de veiligheid op locaties van De Verbinding te waarborgen of te vergroten zijn: Pedagogisch beleid aangepast op 18-03-2014 Pagina 16 • er zijn geen giftige materialen in de groepsruimte aanwezig; • schoonmaakmiddelen worden veilig bewaard; • op iedere deur, aangrenzend aan de groepsruimte, zijn deurspleetbeveiligers bevestigd; • kapot materiaal wordt gerepareerd of weggegooid; • de groepsleiding let scherp op kleine voorwerpen die kinderen gemakkelijk in hun mond steken; • behalve de knuffel en/of speen, mag er geen speelgoed mee in bed genomen worden; • kinderen onder 1 jaar slapen onder dekens; • op het buitenterrein worden de nodige voorzorgsmaatregelen getroffen wanneer het heet is. Jaarlijks voert De Verbinding de risico inventarisatie veiligheid uit. Hier worden verslagen van gemaakt. Deze verslagen liggen ter inzage op de locatie en worden jaarlijks met de oudercommissie besproken. Daarnaast worden deze inventarisaties gecontroleerd door de GGD. Eten en drinken De pedagogisch medewerkers stimuleren kinderen om zelfstandig te eten en te drinken. Samen aan tafel eten is al snel een gezellige bezigheid waarbij kinderen veel zelf leren doen, bijvoorbeeld kiezen wat ze op hun brood willen. De pedagogisch medewerkers stimuleren de kinderen zo veel mogelijk om dat wat ze zelf gekozen hebben ook op te eten. Traktaties worden meegegeven in de tas, zodat kinderen de traktatie thuis kunnen laten zien. Ouders zijn vrij om te trakteren wat ze willen. Op de BSO zorgt De Verbinding voor een traktatie wanneer kinderen jarig zijn. De verjaardagen worden gezamenlijk gevierd met de groep waarin het kind in opvang is. De traktatie is een plakje cake met wat slagroom en een kleine versiering erop. Slapen Jonge kinderen slapen overdag nog regelmatig. Het naar bed brengen gaat volgens een vast ritueel. De pedagogisch medewerkers nemen de tijd zodat de kinderen rustig zijn als ze in hun bedje kruipen. De Verbinding doet er alles aan om de kans op ongelukken in bed te voorkomen. Hierover zijn duidelijke afspraken gemaakt (zie protocol: veilig slapen). Aan- en uitkleden Aan- en uitkleden is een activiteit waarbij een kind kan leren zelfstandig te zijn. Na het middageten worden kinderen die gaan slapen uitgekleed en na het slapen weer aangekleed. De medewerkers stimuleren peuters dit zelf te doen. Ook hierbij geldt dat de pedagogisch medewerker weet wat het kind wel of niet kan. Zindelijk worden Pedagogisch beleid aangepast op 18-03-2014 Pagina 17 Baby’s en peuters die nog niet zindelijk zijn worden op vaste momenten en wanneer nodig tussendoor verschoond. Het kindercentrum begeleidt en stimuleert kinderen in het zindelijk worden. Zieke kinderen Voor de meeste ziekten geldt dat de besmetting al heeft plaatsgevonden voordat de ziekte zich daadwerkelijk openbaart. Een kind dat ziek is heeft extra aandacht, rust en verzorging nodig. De pedagogisch medewerkers adviseren de ouders om een ziek kind thuis te houden. Meer informatie hierover bij de pedagogisch medewerkers zelf en in het ziektebeleid van De Verbinding dat ouders bij plaatsing uitgereikt krijgen. Persoonlijke hygiëne Veel ziektekiemen worden via hoesten, niezen, neus snuiten en de handen overgebracht. De pedagogisch medewerkers besteden aandacht aan persoonlijke hygiëne. Hiervoor is een protocol opgesteld. Er zijn bijvoorbeeld afspraken over: regelmatig met kinderen de handen wassen,hand voor de mond met hoesten en neus en mond schoonhouden. Kinderen worden uitsluitend verschoond op de daarvoor ingerichte ruimte. Pedagogisch beleid aangepast op 18-03-2014 Pagina 18 3.6 Respect voor diversiteit De kindercentra staan open voor alle kinderen ongeacht sociale of culturele achtergrond, medische, geestelijke of lichamelijke beperking. De pedagogisch medewerkers besteden hier veel aandacht aan zodat elk kind zich bij ons welkom voelt. Een kind leert respect te hebben voor zichzelf, voor anderen en voor zijn omgeving De pedagogisch medewerker besteedt aandacht aan kinderen door hen te leren respect te hebben voor zich zelf. Hiervoor bestaan geen gedragsregels. We vinden het belangrijk dat een kind leert eigen behoeftes en emoties te herkennen en te verwoorden, eigen keuzes te maken, zelfvertrouwen te ontwikkelen en dat een kind op een goede manier voor zichzelf leert op te komen. De kinderen leren ook zorgvuldig om te gaan met de aanwezige materialen. 3.7 uw kind verlaat zijn of haar eigenstamgroep voor een dagdeel: Het kan weleens voorkomen dat kinderen in een andere stamgroep verblijven dan hun eigen stamgroep. Wanneer dit voorkomt vragen wij als organisatie aan de ouders om een overeenkomst te ondertekenen ter goedkeuring. Deze overeenkomst zijn te vinden op de locaties van De Verbinding. Kinderen gaan in een andere stamgroep spelen wanneer wij denken dat dit bijvoorbeeld beter is voor de ontwikkeling van het kind, of wanneer er in de vakanties maar weinig kinderen zijn om mee te spelen. We doen dit wel zo min mogelijk zodat het kind zich ten alle tijden veilig en goed kan voelen, het gebeurd alleen in goed overleg met de ouders. Pedagogisch beleid aangepast op 18-03-2014 Pagina 19 Hoofdstuk 4: De samenwerking met de ouders De verbinding vindt het belangrijk dat pedagogisch medewerkers een goed contact hebben met de ouders. Dat is in het belang voor het vertrouwen van een kind. De kinderen maar ook de ouders moeten zich welkom voelen bij ons. 4.1 Oudercontacten De pedagogisch medewerkers streven ernaar bij het halen en brengen alle ouders even te spreken. Ze verwelkomen de ouders en bespreken belangrijke zaken over het kind voor een goede afstemming tussen thuis en kinderopvang. Pedagogisch medewerkers schrijven in de schriftelijke overdracht hoe het op de groep gegaan is en ouders kunnen reactie geven of bijzonderheden melden totdat het kind 1 jaar is geworden. Voor de overdracht bij kinderen ouder dan 1 jaar gelden per locatie andere afspraken. Twee keer per jaar verschijnt er een informatieblad voor ouders. Minimaal twee keer per jaar ontvangen ouders een nieuwsbrief van de directeur en/of locatiemanager. Minimaal eenmaal per jaar wordt er een ouderavond georganiseerd. 4.2 Individuele oudercontacten De ouders en het kindercentrum zijn samen verantwoordelijk voor de opvoeding van het kind. Voor een evenwichtige ontwikkeling is het van belang dat de opvoedingssituatie thuis en in het kindercentrum niet te ver uiteenliggen. Het is niet erg dat er verschillen zijn. Kinderen kunnen hier goed mee om gaan. Het is wel belangrijk dat ouders en medewerkers weten wat de verschillen zijn en daar ook respect voor hebben. Intake gesprek: Bij De Verbinding worden alle ouders in de gelegenheid gesteld om op een intake gesprek te komen. Deze intake gesprekken worden gehouden door de Directrice. Wanneer ouders een positief gevoel hebben overgehouden aan het intake gesprek en een goed gevoel hebben bij de sfeer en de locatie die de opvang uitstraalt volgt er een Plaatsingsgesprek in dit gesprek stelt de pedagogisch medewerker ouders op de hoogte van de gewoonten en regels in het betreffende kindercentrum. 10 minutengesprek: In de 4 jaar dat kinderen het kindercentrum bezoeken worden ouders 3 keer uitgenodigd voor een 10 minutengesprek. Aan de hand van observatieverslagen wordt de voortgang en de ontwikkeling van het kind besproken. Als ouders daarvoor Pedagogisch beleid aangepast op 18-03-2014 Pagina 20 toestemming geven, stuurt de pedagogisch medewerker het observatieverslag naar de basisschool als het kind 4 jaar wordt. Ouders kunnen bij zorgen over hun kind ook zelf een gesprek aanvragen bij de pedagogisch medewerker. Op het moment dat een kind naar de buitenschoolse opvang gaat wordt voorafgaand een plaatsingsgesprek met de ouders gevoerd. Bij de BSO zijn geen vaste momenten voor oudergesprekken, deze kunnen op aanvraag altijd plaatsvinden. Indien wij het nodig achten, nemen we zelf het initiatief tot een gesprek. Tijdens de dagelijkse overdracht bij het ophalen informeren de pedagogisch medewerkers de ouders hoe de dag is gegaan en of zich bijzonderheden hebben voorgedaan. Pedagogisch beleid aangepast op 18-03-2014 Pagina 21 Hoofdstuk 5: De ondersteuning en begeleiding van zorgkinderen Zorgkinderen zijn kinderen die in hun ontwikkeling bedreigd worden door eigen aanleg, gezinsfactoren of een combinatie hiervan. Deze kinderen vragen speciale aandacht. De pedagogisch medewerkers houden elke dag de ontwikkeling van deze kinderen in de gaten. Als het nodig is passen zij de begeleiding aan. 5.1 Professionele kwaliteit Observeren, registreren en evalueren De pedagogisch medewerkers volgen ieder kind op een systematische en methodische wijze in zijn ontwikkeling met behulp van het observatieformulier. Dit gebeurt door de pedagogisch medewerker van het kind. Bij zorgen met betrekking tot ontwikkeling, gedrag en welbevinden bieden het model Tevens heeft De Verbinding een protocol liggen wat te doen bij zorgkinderen. 5.2 De ondersteuning en begeleiding De kinderopvang en peuteropvang willen toegankelijk zijn voor alle kinderen, mits dit niet ten koste gaat van de veiligheid. De Verbinding besteedt extra aandacht aan zorgkinderen die dit (tijdelijk) nodig hebben. Hierbij krijgen wij ondersteuning van de consultatiebureauverpleegkundige die observeert en de Integrale Vroeghulp die de mate van zorg beoordeelt. Uiteraard gebeurt dit altijd in overleg met de ouders. Als extra zorg een medische oorzaak heeft, zetten de ouders op papier hoe de medewerkers het kind eventuele medicijnen kunnen toedienen. Hierbij houden de pedagogisch medewerkers rekening met de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Big). Per aanmelding zal gekeken worden hoe De Verbinding eventuele extra zorg kan aanbieden. De Verbinding is echter geen medisch kindercentrum en stelt grenzen waar het gaat om intensieve verzorging bij medische problemen. 5.3 De samenwerking met andere organisaties Voor de ontwikkeling van jonge kinderen is het belangrijk dat er sprake is van een doorgaande lijn met de onderbouw van het basisonderwijs. Voor zorgkinderen is de samenwerking met het consultatiebureau, en Centrum voor Jeugd en Gezin. belangrijk. 5.5 Zorg Advies Team (ZAT) Het ZAT is een zorgstructuur voor kinderen van 0-18 jaar die zich ten doel stelt een goede en effectieve samenwerking te realiseren tussen de zorg en de professionals in het onderwijs, voorschoolse voorzieningen en andere professionals die met kinderen en jongeren werken. Pedagogisch beleid aangepast op 18-03-2014 Pagina 22 Als we een probleem signaleren bij een ouder of gezin, kunnen we dit inbrengen in het ZAT. Hierover zal altijd eerst overleg met de ouders zijn. Pedagogisch beleid aangepast op 18-03-2014 Pagina 23 Hoofdstuk 6 Klachtencommissie • Klachtencommissie De Verbinding heeft een onafhankelijke klachtencommissie bestaande uit mevrouw E.Vernooy, tel. 0413-474456, voormalig voorzitster van de peuterspeelzaalgroepen, de heer drs. T van Dijck, orthopedagoog, tel. 0413-478164 en mevrouw W. Vermeulen tel. 0413-472042. Met hen kunt u contact opnemen wanneer u niet tevreden bent met de oplossingen van een klacht die u bij de directie heeft neergelegd. Reglement van de klachtencommissie ligt ter inzage op de locaties. Daarnaast is De Verbinding aangesloten bij de Stichting Klachtencommissie Kinderopvang. Dat is een onafhankelijke, landelijk werkende, klachtencommissie. Ook daar kunnen klachten en ongenoegens worden geuit. Wij verwijzen u daarvoor naar de betrokken website www.klachtkinderopvang.nl. Stage beleid/ omgang stagiaires Bij De Verbinding zijn zowel MBO als HBO studenten met een relevante opleiding welkom om stage te lopen. MBO leerlingen krijgen van school een stage plek toegewezen. HBO leerlingen benaderen De Verbinding zelf. Wanneer er een nieuwe stagiaire stage komt lopen heeft de stagiaire eerst een intake gesprek met Patty van de Biggelaar. Zij is degene die je in een groep plaatst, de stagiaires op de opvanglocaties plaatst. Wanneer een stagiaire bij De Verbinding stage komt lopen moet de stagiaire er eerst voor zorgen dat ze in bezit is van een VOG. Stagiaires kunnen pas bij De Verbinding stage lopen wanneer de VOG aanwezig is. MBO en HBO leerlingen worden op de groep begeleid door een praktijk begeleider. De praktijk begeleider geeft feedback op handelen op de groep. Verslagen en opdrachten worden nagekeken door de werk begeleider. Dat is in de meeste gevallen Patty van de Biggelaar. Het kan voorkomen dat een stagiaire op een groep komt te staan waar iemand met een HBO diploma staat. Het kan dan ook zijn dat de stagiaire door die persoon begeleid wordt. Wanneer er een pedagogisch medewerker met een HBO diploma op de groep staat wordt de stagiaire door deze persoon begeleid. Er wordt iedere 2 weken een voortgangsgesprek geplant met de stagiaire. In dat gesprek kunnen opdrachten besproken worden en wordt er besproken hoe het op de groep gaat. Hoe de stagiaire functioneert op de groep. Stagiaires worden altijd boventallig ingezet. Het kan incidenteel voorkomen dat stagiaires niet boventallig ingezet worden. Dit geld alleen voor niveau 4 stagiaires en derde jaars niveau 3 stagiaires. Pedagogisch medewerkers staan 's ochtends een half uur alleen op de groep. Dat is van 07:45 tot 08:15 dan komt er een tweede gekwalificeerde leidster/ pedagogisch medewerker bij. Stagiaires worden 's ochtends ingezet om te voorkomen dat pedagogisch medewerkers 's ochtends alleen op de groep staan. 's Avonds van Pedagogisch beleid aangepast op 18-03-2014 Pagina 24 17:45 tot 18:15 sluit er een pedagogisch medewerkster alleen. Dit wordt ook opgevangen door stagiaires door stagiaires mee te laten afsluiten. Hierbij is vaak ook een stagiaire aanwezig. Wenprocedure. Kinderdagverblijf. Om een basis te leggen voor een vertrouwensrelatie tussen ouders /kinderen en kinderdagverblijf is een wenperiode ingesteld. Uiteraard is dit met name voor het betreffende kind van belang. Hoewel onze ervaring is dat ouders vaak ook behoefte hebben aan een wenperiode, voornamelijk bij jonge baby’s. Het doel van de wenperiode is: Het kind raakt vertrouwd met de nieuwe omgeving, de groepsruimte, het kinderdagverblijf, de pedagogisch medewerksters, de groepsgenootjes etc. De ouders raken vertrouwd met de nieuwe situatie en kunnen een vertrouwensrelatie met de pedagogisch medewerksters ontwikkelen. Zaken zoals voedingsschema ’s, slaapritmen en omgang met het kind, thuis en op he kinderdagverblijf worden op elkaar afgestemd. Het wennen betekent in feite: oefenen, zodat het kind op den duur voldoende vertrouwen heeft om te kunnen functioneren in de groep. Hiervoor is het vertrouwen van de ouders in de pedagogisch medewerksters en het kinderdagverblijf noodzakelijk. Dit vertrouwen wordt opgebouwd door samenwerking en overleg. Tijdens het intakegesprek worden de ouders op de hoogte gesteld van de wenperiode en het belang daarvan. Bij het kennismakingsgesprek met de pedagogisch medewerksters van de groep kunnen ouders het kind meenemen zodat deze ongeveer een uurtje op de groep kan wennen. Het kennismakingsgesprek zal in overleg met de pedagogisch medewerker gepland worden, zo kan er gekozen worden voor een rustig moment. Dit is ook fijner voor het kind, en krijgt het rustig de gelegenheid de groep te verkennen. De eerste dag dat het kind op het kinderdagverblijf is, zal er extra aandacht aan het kind worden besteed. Zo zorgen we ervoor dat het kind zich snel thuis zal voelen, en kan wennen aan de groep. TSO. Bij de TSO is er geen wenprocedure, dit omdat de TSO maar een erg korte tijd is. Wel zijn ouders van harte welkom om eens te komen kijken hoe het er op een TSO aan toe gaat. Hiervoor is het fijn als de ouder dit vooraf aangeeft een de pedagogisch medewerkers zodat deze hier rekening mee kunnen houden. BSO. Pedagogisch beleid aangepast op 18-03-2014 Pagina 25 De meeste kinderen die bij de Verbinding naar de BSO gaan zijn doorgestroomd van de 0-4 groep, en hebben vaak geen wenperiode nodig omdat deze de organisatie al kennen. En vaak al weten hoe het er ongeveer op de groep aan toe gaat. Bij een kennismakingsgesprek is er de mogelijkheid om het kind mee te nemen. Vaak is dit op een rustig moment, en niet altijd op de dag dat het kind ook op de opvang zal komen. Aan de ouders wordt tijdens dit gesprek gevraagd of er behoefte is aan een wenperiode. Wanneer ouders behoefte hebben aan een wenperiode wordt er door de pedagogisch medewerkers gekeken hoe lang deze wenperiode zal zijn (BSO is maar kort, het zal hier dus om ongeveer een uur gaan) en wanneer hier voldoende tijd voor is. Zodat het kind op een goede manier kan wennen, en er voldoende aandacht voor het kind zal zijn. Pedagogisch beleid aangepast op 18-03-2014 Pagina 26 Hoofdstuk 7: Vier ogen principe: De Verbinding en het vier ogen principe. Enige tijd geleden kwam in Amsterdam een grote misstand aan het licht, die leidde tot veel discussie over veiligheid in kinderdagverblijven. De commissie Gunning werd ingesteld met de bedoeling te adviseren over de verbetering van de veiligheid voor jonge kinderen in dagverblijven. De belangrijkste aanbeveling van deze commissie werd het zo genaamde vier ogen principe. Het vier ogen principe treedt op 1 juli 2013 in werking. Het ministerie vraagt van kinderdagverblijven om per die datum op een herkenbare wijze aandacht te geven aan dit uitgangspunt. Wat houdt het vier ogen principe in? Het vier ogen principe is van toepassing op groepen waar kinderen verblijven van 0 tot 4 jaar. Het vier ogen principe zegt dat altijd een volwassene moet kunnen meekijken of meeluisteren met de beroepskracht. Een beroepskracht mag nog steeds alleen op de groep staan, zolang op elk moment een andere volwassene de mogelijkheid heeft om mee te kijken of te luisteren. De Verbinding en zijn groepen van 0 tot 4 jaar. De Verbinding beheert de volgende voorzieningen voor de doelgroep; Dagcentrum: De Meijerij met 12 kindplaatsen. Dagcentrum: Odendael met 12 kindplaatsen Donkershoeve: Blauwe huisje met 12 kindplaatsen Donkershoeve: Groene huisje met 12 kindplaatsen Dagcentrum: Kienehoef met 12 kindplaatsen Dagcentrum Dommelrode met 12 kindplaatsen. Pedagogisch beleid aangepast op 18-03-2014 Pagina 27 Dagcentrum Boskant met 8 plaatsen gecombineerd dagopvang en BSO. Binnen De Boerderij, binnen Dommelrode Boskant en OBS De Springplank functioneren daarnaast specifieke peuteropvang groepen. De specifieke peuteropvang groepen kunnen in dezen onbesproken blijven; gedurende de drie uur per dagdeel zijn altijd 2 begeleidsters aanwezig in de groep zelf. Op de dagcentra zijn de hele dag door twee volwassenen aanwezig. Meestentijds gaat het om twee beroepskrachten, op een beperkt aantal momenten om een beroepskracht en een stagiaire wanneer er weinig kinderen zijn. Daarmee wordt aan het vier ogen principe voldaan. De vraag die rest is in hoeverre de veiligheid van de kinderen geborgd is, wanneer zich onverhoopt een situatie voordoet dat er geen twee volwassenen op de groep zijn. Dat zou kunnen gebeuren, wanneer er een kortdurend op een dag slechts twee of drie kinderen op de groep zijn. Van belang is dan dat andere volwassenen kunnen waarnemen waar de beroepskracht mee bezig is. In de scholen ( Dommelrode en Boskant ) is door inpandige ramen en open deuren gezorgd voor een transparante situatie, die ervoor zorgt dat het handelen van de beroepskracht gevolgd kan worden. Tijdens vakanties gaan we dit borgen door een vrijwilliger op de groep te zetten. Daarnaast zal er iemand van het management gedurende de dag binnen lopen. In het dagcentrum Kienehoef is er een directe verbinding tussen het dagverblijf en de BSO; hier zou het gebruik van een babyfoon in die uitzondering situatie de veiligheid nog extra kunnen versterken Dit zelfde principe geldt voor Donkershoeve. Dagcentrum Odendael is inpandig binnen het verzorgingshuis. Er wordt voor zorg gedragen dat medewerkenden en clienten van Odendael steeds binnen kunnen kijken en ook naar binnen kunnen in de uitzonderlijke situatie dat er slechts een beroepskracht alleen is. Binnen de Meijerij is de situatie wat meer besloten en blijft de buitendeur gesloten om geen ongewenste bezoekers toe te laten. Op verzoek van de ouders of op aangeven van het management van De verbinding worden in die uitzonderlijke situatie de kinderen samengevoegd met de kinderen van Odendael. De gedragslijn binnen Donkershoeve blauw en groen is identiek aan Meijerij /Odendael. In de uitzonderlijke situatie kan op verzoek van ouders of management Pedagogisch beleid aangepast op 18-03-2014 Pagina 28 worden samengevoegd dan wel extra veiligheid worden ingebouwd met een babyfoon. Gedrag en regels; Misbruik van macht, de oorzaak van regels zoals het vier ogen principe, komt helaas voor in situaties waarin sprake is van afhankelijkheid. In dagverblijven zijn kwetsbare kleine kinderen afhankelijk van de zorgverleningsrelatie die pedagogisch medewerkenden met hen aangaan. De Verbinding is zich erg bewust van het belang van liefdevolle en respectvolle relaties tussen begeleider en kind. Wij besteden daarom erg veel aandacht aan de selectie van medewerkenden. Dat gebeurt in formele zin, door het vragen om een VOG en het natrekken van referenties. In de praktijk gebeurt dat ook door het vrijwel uitsluitend aannemen van medewerkers die hebben bewezen binnen bekende scholen of andere bekende organisaties dat ze in staat zijn liefdevolle en respectvolle relaties aan te gaan en met macht te kunnen omgaan. Dat gebeurt ook door het regelmatig voeren van functioneringsgesprekken en doordat het management meewerkt in de praktijk, ten einde te kunnen zien hoe de beroepskracht zich in de praktijk gedraagt. Dat gebeurt ook door steeds weer bevorderen van een open aanspreekcultuur, zodat medewerkers onderling, maar ook medewerkers en ouders zich veilig voelen om over niet pluis gevoelens te spreken. En uiteraard er zijn protocollen die bekend zijn bij medewerkers, meldingsprocedures, een klachtencommissie enz.. Het is streven is en blijft om als organisatie te blijven groeien in integriteit en veiligheid, in het belang van het jonge kind. Pedagogisch beleid aangepast op 18-03-2014 Pagina 29 Hoofdstuk 8: VVE beleid van De Verbinding: Aanleiding: Vanaf het schooljaar 2012/2013 biedt de Verbinding peuteropvang aan in Boskant in nauwe samenwerking met basisschool sint Franciscus. De locatie grenst direct aan de speelplaats van de school. Vanaf 1 januari 2013 wordt peuteropvang aangeboden binnen de basisschool Dommelrode in nauwe samenwerking met De Dommelrodeschool. Eveneens vanaf 1 januari 2013 wordt peuteropvang aangeboden op de locatie De Boerderij in samenwerking met De Odaschool en De Dommelrodeschool. Vanaf februari 2014 wordt peuteropvang aangeboden binnen basisschool De Springplank in nauwe samenwerking met De Springplank. In het programma voor peuters die opgevangen worden in groepen voor kinderen van 0 tot 4 jaar op de locaties De Meijerij, Odendael, De Kienehoef en Donkershoeve wordt in toenemende mate rekening gehouden met het realiseren van doorgaande leerlijnen van opvang naar school. Lijnen komen samen De voorschoolse educatie krijgt op de eerste plaats vorm door het aanbrengen van samenhang op de werkvloer, in de praktijk. Leerkrachten uit de onderbouw van de basisscholen en de pedagogisch medewerksters van De Verbinding bezoeken elkaar over en weer en nemen kennis van elkaars werk. Werkwijzen, processen en procedures worden op elkaar afgestemd. Peuters oriënteren op enkele momenten binnen de door hun ouders gekozen basisschool. De brede school coördinator vervult hierin een belangrijke initiërende rol. Ten einde methodisch te kunnen werken met peuters werkt De Verbinding met de methode Uk en Puk. Op elke VVE locatie ontvangen de pedagogisch medewerksters hiervoor een cursus aangeboden door Giralis. De cursus leidt tot certificering. De cursus bestaat uit 7.bijeenkomsten en wordt gegeven van augustus 2013 tot einde schooljaar 2013/2014 Voorafgaand is door de leiding van de Verbinding en de schooldirecties de cursus VVE management gevolgd. Een aantal pedagogisch medewerksters binnen De Verbinding hebben voorafgaand samen met een aantal leerkrachten de basiscursus en verdieping VVE sterk gedaan. Pedagogisch beleid aangepast op 18-03-2014 Pagina 30 Bijzonder en toch gewoon Het VVE beleid is in het bijzonder bedoeld voor kinderen waarvan door het consultatiebureau is geconstateerd dat ze te maken hebben met een taalachterstand. Zij krijgen via het VVE programma bijzondere aandacht met het doel de achterstand zoveel als mogelijk in te lopen, zodat ze goed toegerust aan de basisschool kunnen beginnen. De samenwerking die er al is met de basisschool en verder wordt uitgebouwd biedt hen extra kansen. Omdat het VVE beleid integraal is opgenomen in het programma voor de peutergroepen voelen de VVE kinderen zich gewoon onderdeel van de groep en gaat het extra leren grotendeels spelenderwijs. Onderzoek De Verbinding en de basisscholen hebben de intentie de effecten van het gezamenlijk beleid in de komende schooljaren te laten onderzoeken met het doel steeds te kunnen verbeteren, maar ook om te zien in hoeverre door het beleid daadwerkelijk onnodige zorgkosten of onnodige doorverwijzingen worden voorkomen. Pedagogisch beleid aangepast op 18-03-2014 Pagina 31 Hoofdstuk 9: De Ruilkaart Ondanks dat De Verbinding veel belang hecht aan stabiliteit van de groepssamenstelling en vaste opvangdagen hanteert, probeert De Verbinding ook in te spelen op de behoeften van de ouders. De Verbinding heeft er daarom voor te gekozen om te gaan werken met een ruilkaart. Ouders kunnen een dag of dagdeel ruilen voor een andere dag of dagdeel. Ieder kind heeft zijn eigen ruilkaart en deze wordt bewaard op de locatie door de pedagogisch medewerkers. Ruilen is een extra service van De Verbinding en vindt plaats onder de volgende voorwaarden: 1. De ruilkaart is gebonden aan het kind. 2. Een ruildag moet minimaal 2 weken voor de oorspronkelijke dag worden aangevraagd bij de pedagogisch medewerkers. 3. De pedagogisch medewerkers geven minimaal tot 1 week voor de gewenste ruildag aan of het mogelijk is of niet. 4. Een ziektedag kan niet worden geruild. 5. Een kind kan maximaal 6 keer per jaar ruilen. Voor de kinderen op de dagopvang loopt dit jaar van september tot augustus. Voor BSO kinderen loopt dit jaar van september tot de laatste schooldag in juli. 6. Ruildagen kunnen niet worden meegenomen naar een volgend jaar. 7. Kinderen kunnen tot 1 maand voor de oorspronkelijke dag of tot 1 maand na de oorspronkelijke dag de ruildag inhalen. 8. Ruilen is gebonden aan de opvangsoort. Voor de BSO kan tijdens schoolweken geruild worden. Kinderen met een zomervakantie in hun pakket kunnen ook tijdens vakanties ruilen. Voorbeelden van ruilingen voor de dagopvang: 1x een ochtend tegen 1x een ochtend 1x een middag tegen 1x een middag 1x een hele dag tegen 1x een hele dag Voorbeelden van ruilingen voor de BSO tijdens schoolweken: 1x vso tegen 1x vso (vso=voorschoolse opvang) 1x nso tegen 1x nso (nso=naschoolse opvang) 1 x studiedag tegen 1x nso 1x nso tegen 1x studiedag Voorbeelden van ruilingen voor de BSO tijdens vakantieweken: 1x een ochtend tegen 1x een ochtend in de vakantie 1x een middag tegen 1x een middag in de vakantie Pedagogisch beleid aangepast op 18-03-2014 Pagina 32 1x een hele dag tegen 1x een hele dag in de vakantie 9. Wanneer het kind gedurende het jaar van locatie wisselt, worden de opgebouwde ruildagen meegenomen naar de nieuwe locatie. 10. Een toegezegde ruildag betekent dat de vrijgekomen plaats kan worden toegezegd aan een andere klant. De Verbinding behaalt zich het recht voor om het ruilkaartensysteem aan te passen indien daartoe aanleiding bestaat. Pedagogisch beleid aangepast op 18-03-2014 Pagina 33