patiënteninformatie neus-keel-oor Cholesteatoom ALGEMEEN ZIEKENHUIS SINT-JOZEF Oude Liersebaan 4 - 2390 Malle tel. 03 380 20 11 - fax 03 380 28 90 [email protected] - www.azsintjozef-malle.be Dit ziekenhuis maakt deel uit van de groep Emmaüs 1. Inleiding Met deze brochure willen we u zoveel mogelijk schriftelijke informatie geven over de behandeling van een cholesteatoom, een chronische middenoorontsteking. Deze informatie wordt door de arts en de verpleegkundige ook mondeling toegelicht. Indien deze uitleg voor u onvoldoende is, kunt u verdere vragen stellen aan uw chirurg of verpleegkundige. Mocht daarna nog niet alles duidelijk zijn, stel dan gerust verdere vragen aan uw behandelend arts of verpleegkundige. Tijdens de dagelijkse verzorging en tijdens de zaalronde van de arts, krijgt u uitleg over het verdere verloop van uw verblijf. Gelieve deze brochure mee te brengen naar het ziekenhuis. 2. Het oor 1. schedel het oor bestaande uit: A. buitenoor: 2. gehoorgang 3. oorschelp B. middenoor: 4. trommelvlies 5. ovaal venster 6. hamer 7. aambeeld 8. stijgbeugel 12. buis van Eustachius C. binnenoor: 9. labtrint 10. slakkenhuis 11. gehoorzenuw Het middenoor is een met lucht gevulde ruimte waarin de drie gehoorbeentjes te vinden zijn: hamer (6), aambeeld (7), stijgbeugel (8). Door het middenoor lopen ook de smaak- en aangezichtszenuw. De stijgbeugel (8) staat in verbinding met het binnenoor. Dit binnenoor heeft de vorm van een slakkenhuis (10) en staat in verbinding met het evenwichtsorgaan. Het geluid wordt via het trommelvlies (4), de gehoorbeentjes (6,7,8) en de gehoorzenuw (11) naar de hersenen geleid. 3. Onderzoek Met de microscoop wordt onderzocht of er zichtbare afwijkingen aan de uitwendige gehoorgang, het trommelvlies of de gehoorbeentjes zijn. Via een hoortest (audiogram) wordt het gehoorverlies gemeten. Hierbij kan de NKO-arts zien of de oorzaak van de slechthorendheid in het middenoor of het binnenoor zit. Waarom een operatie? Een cholesteatoom ontstaat door invasie of ingroei van de huid die de uitwendige gehoorgang bedekt, naar het middenoor, waarin zich de gehoorbeentjes bevinden. Een cholesteatoom begint met een beperkte intrekking van het trommelvlies naar binnen toe. Zodra die intrekking te diep wordt, beginnen zich dode huidresten van de gehoorgang op te stapelen in het middenoor. Dit gaat gepaard met ontsteking van het omliggende weefsel wat aanleiding kan geven tot oorloop. De ontstekingscellen produceren schadelijke stoffen, die beetje bij beetje de structuren van het middenoor vernietigen. Meestal worden eerst de gehoorbeentjes beschadigd, waardoor er gehoorverlies ontstaat. In een later stadium kan echter ook de harde, benige wand van het binnenoor worden afgebroken, waardoor de inhoud van het binnenoor wordt blootgesteld aan ontsteking en kan leiden tot aantasting van het evenwichtsorgaan met evenwichtsstoornissen tot gevolg. Wanneer het cholesteatoma niet tijdig heelkundig wordt verwijderd, kan tenslotte de gelaatszenuw of nervus facialis, die de beweeglijkheid (mimiek) van het gelaat bestuurt, worden aangetast. Er ontstaat dan een gelaatsverlamming. 4. Voorbereiding Indien nodig heeft de arts u preoperatieve onderzoeken voorgeschreven. Deze onderzoeken moeten zijn gebeurd voor de opname en de uitslagen moeten ter beschikking zijn in het ziekenhuis bij de opname. Belangrijk: 4 uren voor de operatie mag u niet meer eten of drinken 5. De operatie In de operatiekamer zal men eerst een naaldje in de ader van de arm plaatsen. Langs deze weg zal men vocht en medicatie geven. De operatie gebeurt onder algemene verdoving. De operatie wordt uitgevoerd onder lage bloeddruk om bloedingen te voorkomen. De operatie kan gebeuren door de achterwand van de gehoorgang te verwijderen (evidementsholte) of door de gehoorgang (configuratie) te bewaren. 4.1. Mastoïd-operatie met vergroting van de gehoorgang Achter het oor wordt een huidsnede gemaakt en een holte geboord, waardoor een verbinding ontstaat met de gehoorgang. Het cholesteatoom en een deel van het trommelvlies worden verwijderd en het middenoor wordt gesloten met een bindweefselvliesje van een spier boven het oor. Indien mogelijk wordt zo nodig de gehoorbeenketen hersteld. Aan het eind van deze operatie wordt de holte gevuld met een intern ondersteunend verband. Daarnaast krijgt u een drukverband om het hoofd. De hechtingen worden na een week verwijderd. Bij controlebezoeken op de polikliniek zal het interne ondersteunend verband worden verwijderd. Een open holte vraagt regelmatige controle door de oorarts om te verwijderen. 4.2. Mastoïd-operatie met bewaren van de gehoorgang Bij deze operatie wordt de gehoorgang niet gebruikt. Er wordt een huidsnede gemaakt achter het oor. Dan doorboort men het bot. Via deze weg wordt het middenoor bereikt en is het cholesteatoom te verwijderen. Het is mogelijk meteen de gehoorbeenketen te herstellen, hoewel het soms beter is dit tijdens een tweede kijkoperatie met functioneel doel uit te voeren. Aan het einde van de operatie krijgt u een drukverband om het hoofd dat er bij ontslag weer af mag. Er zit ook een oorverband in de gehoorgang welke de arts zelf zal verwijderen een week later. Ontslag uit het ziekenhuis volgt meestal de dag na de operatie. Te verwachten resultaat Het belangrijkste doel van de operaties is het verwijderen van het cholesteatoom. Zeker na een tweede kijkoperatie is de kans groot dat het cholesteatoom in de toekomst wegblijft. Wanneer ook een gehoorbeenketenreconstructie wordt gedaan, is door de aanwezigheid van oplosbaar verband, het gehoorresultaat pas na zo’n zes weken te beoordelen. Pijnmeting Op de afdeling zal de verpleegkundige naar uw pijn vragen. Het is belangrijk dat u zelf aangeeft hoeveeel pijn u ervaart. Denk hierbij aan: kan ik goed slikken, doorademen, hoesten, bewegen, stappen … Dt zijn activiteiten die van belang zijn voor een spoedig herstel. Om een duidelijik beeld te krijgen van uw pijn maakt de verpleegkundige gebruik van een score die gaat van 0 tot 10 (al dan niet gebruikmakend van een latje). 0 = geen pijn, ook niet bij hoesten, bewegen, stappen en ademen 3 = normale pijn na een operatie 5 = pijnmedicatie om comfort te verbeteren bij hoesten, bewegen, stappen en ademen 7 = zeer hevige pijn 10 = onvoorstelbare pijn Na toediening van pijnmedicatie vraagt de verpleegkundige nog een aantal keren naar uw pijn. Het is daarbij van belang dat u duidelijk aangeeft wanneer de pijn meer of minder wordt. Verdere pijnbehandeling wordt mede hierdoor bepaald. 5. Na de operatie Men is enkele uren in de ontwaakkamer omwille van algemene observatie maar vooral om de bloeddruk weer op peil te brengen. Na de observatie in de ontwaakkamer zal de verpleegkundige u ophalen en terugbrengen naar uw kamer. Het infuus (vocht) dat via het naaldje in uw arm komt, wordt verwijderd als uw bloeddruk in orde is en als men zich algemeen goed voelt. De naald blijft zitten om langs deze weg antibiotica, cortisonen en pijnmedicatie te kunnen geven. Uw bloeddruk en polsslag worden gedurende 12 uren gevolgd. Gedurende 12 uren kan je best regelmatig van houding veranderen en het hoofd op 30° hoogstand plaatsen. U mag beginnen drinken 4 uren na de ingreep. Indien de ingreep vroeg op de dag gebeurt, mag u ’s avonds eten, anders de volgende dag. Niezen doet men met open mond (schuine druk). Snuiten doet men niet. De druk in uw oor verhoogt en richt schade aan. 6. Mogelijke verwikkelingen Gehoorverlies Bij elke ooroperatie is er een zeer gering risico op blijvend gehoorverlies door schade van het slakkenhuis. Bij het opruimen van ontsteking en door het schoonmaken van de gehoorbeentjes kan er ook een beschadiging van het slakkenhuis optreden. Evenwichtsproblemen Omdat het evenwichtsorgaan in het operatiegebied ligt, kunnen evenwichtsstoornissen optreden, maar deze zullen meestal in de loop van de tijd geleidelijk verdwijnen. Aangezichtsverlamming Er bestaat ook een kleine kans op een beschadiging van de door het middenoor lopende aangezichtszenuw (de nervus facialis). Deze zenuw zorgt voor de gelaatsexpressie van het aangezicht (mimiek). Het gevolg kan een halfzijdige aangezichtsverlamming zijn. Smaakstoornissen Door het middenoor loopt een kleine zenuw (chorda tympani) die de smaak verzorgt van het voorste deel van een zijkant van de tong. Bij operaties in het middenoor kan deze zenuw (gedeeltelijk of geheel) beschadigen. Er kan bij een gedeeltelijke beschadiging een tijdelijke (weken) smaakstoornis ontstaan (in ongeveer 5 % van de ooroperaties). Het is zelden nodig de zenuw door te snijden om de ontsteking goed te kunnen verwijderen. Wanneer de smaakzenuw niet volledig is beschadigd, zal de smaakstoornis vrijwel altijd geleidelijk (tot na 6 maanden) weer overgaan. 7. Ontslag ▪ Na de operatie is de gehoorgang afgesloten en zal men tijdelijk minder goed horen. Soms is de wonde wat gevoelig en wordt er ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ pijnmedicatie gegeven. Een enkele keer sijpelt er wat bloed door het oorverbandje naar buiten hetgeen meestal spontaan stopt en in principe geen nadelige gevolgen heeft. De arts zal de hoofdwindel verwijderen en een kleefverband achter het oor aanbrengen. U krijgt een voorschrift mee voor oordruppels welke u op het oorverband in de gehoorgang moet druppelen. Na 1 week gaat u op controle bij de arts. Het verbandje wordt dan uit de gehoorgang gehaald en soms vervangen. Ook de hechtingen achter het oor worden dan verwijderd. Na de ingreep dient u er vooral op te letten dat u geen middenoordruk opbouwt: vermijd dus te snuiten, met gesloten mond te niezen, gewichten te heffen, te persen ... De eerste maand na de operatie mag u niet sporten. Contactsporten dienen best tot 8 weken na de ingreep vermeden te worden alsook vliegen en andere grote drukveranderingen op het middenoor. Watercontact moet strikt worden vermeden. Het is belangrijk dat er na de operatie minimaal zes weken geen water in het oor komt. Dit houdt in dat u de haren alleen mag wassen door het geopereerde oor af te dekken. U mag geen doppen in het oor plaatsen. De eerste 3 maanden na de operatie mag u niet zwemmen.U moet het de eerste twee weken na de operatie rustig aan doen. Hierna kunt u weer langzaam beginnen met werken. Indien nodig wordt ongeveer een jaar na de eerste ingreep door middel van een tweede kijkoperatie gekeken of er een recidief cholesteatoom voorkomt, en is het mogelijk het gehoor functioneel te verbeteren. De arts geeft de nodige informatie en voorschriften voor medicatie mee. Opdrachtgever: Lucienne Van Akeren Verantwoordelijke uitgever: algemeen directeur 2014-05-14