Begrippenlijst

advertisement
Begrippenlijst
KNO-triage
Adenoïd
Neusamandel.
Adenotomie
Het verwijderen van de neusamandelen.
Adenotonsillectomie
Het verwijderen van de neus- en keelamandelen.
Aminoglycosiden
Een soort antibiotica die werkt door de eiwitaanmaak van bacteriën te remmen (“bactericide”).
Bekendste voorbeelden zijn gentamicine en tobramycine.
Audicien
Iemand die gespecialiseerd is in de problemen van slechthorenden en handelt in gehoorapparaten.
Bone anchored hearing aid
Een hoortoestel dat op een titanium schroef geklikt wordt, dit hoortoestel wordt tijdens een ingreep
onder lokale verdoving in het bot achter het oor geïmplanteerd.
Buis van Eustachius
Ook wel de tuba auditiva genoemd. De deels kraakbenig, deels benige buis verbindt het middenoor
met de keelholte.
Bulb syringe
Bulb = bol en syringe = (injectie)spuit. Zelfhulpmiddel waarmee mensen thuis hun oren kunnen
uitspuiten.
Cerumen
Oorsmeer.
Cerumenhaakje of -lusje
Hulpmiddel voor het verwijderen van een losliggende cerumenprop.
Cerumenprop
Een prop oorsmeer die voor verstopping van het oor kan zorgen.
Ceruminose
Ophoping van het oorsmeer.
Chronische tonsillolithiasis
Kleine grijswitte brokjes met een vette substantie die achter uit de keel komen.
Cochlea
Het slakkenhuis (denk aan: cochleair implantaat).
Combinatiepreparaten
Geneesmiddel met verschillende werkzame bestandsdelen die elkaar aanvullen of versterken,
bijvoorbeeld een bètablokker met een thiazidediureticum of een ACE-remmer met calciumantagonist.
Corticosteroïd
Een groep van synthetische geneesmiddelen die uitwendig (denk aan eczeem) en inwendig (astma)
gebruikt kunnen worden.
Detritus tonsillaris
Zie chronische tonsillolithiasis.
Fletcher-index
Voor het bepalen van het gemiddelde gehoorverlies wordt er uitgegaan van het gemiddelde dB-verlies
bij 1000, 2000 en 4000 Hz, dit is de zogenoemde Fletcher-index.
Fluisterspraaktest
Test om eenvoudig vast te stellen of de patiënt last heeft van een gehoorverlies van meer dan 30 dB.
Geleidingsverlies
Een stoornis van de uitwendige gehoorgang, het trommelvlies, het middenoor en/of de drie
gehoorbeentjes. Een geleidingsverlies kan herstellen als de stoornis over is.
LHMO
Luchthoudend middenoor.
Loopoor
Het vloeien van een stinkende etterige vloeistof uit de gehoorgang.
Malleolus
De hamersteel.
Mastoïd
Het rotsbeen.
Meningitis
Hersenvliesontsteking (in de volksmond ook wel: nekkramp). Vooral bacteriële meningitis is berucht,
daarnaast zijn er ook virale en schimmelvarianten.
Nasofarynx
Naso = (van de) neus en farynx = keelholte of slokdarmhoofd. De nasofarynx of neus-keelholte is het
gedeelte van de farynx dat achter de neus en boven het weke gehemelte ligt.
Otitis Externa (OE)
Ontsteking van de uitwendige gehoorgang.
Otitis Media Acuta (OMA)
Een ontsteking van het middenoor met een plotseling begin en een duur korter dan drie weken..
Otitis Media met Effusie (OME)
Een vochtophoping in het middenoor zonder tekenen van infectie.
Otorroe
Zie loopoor.
Otoscoop
Een oorspiegel.
Otoscopie
Een inspectie van de uitwendige gehoorgang, het trommelvlies en beoordeling van de
middenoorconditie met behulp van een otoscoop.
Palatoschisis
Hazenlip. Palatum = gehemelte en schisis = spleet of groef.
Perceptief verlies
Een stoornis in het slakkenhuis, de haarcellen, zenuwcellen, de gehoorzenuw en/of de hersenen. Een
perceptief gehoorverlies is meestal progressief en onomkeerbaar, dus het kan niet herstellen. Perceptie
= waarneming.
Presbyacusis
Gehoorverlies, ook wel hardhorendheid.
Proef van Rinne
Proef om het verschil in het gehoor rechts en links te bepalen. Met behulp van een stemvork wordt
gekeken naar eventuele gehoorproblemen. Bij een positieve uitslag heeft de patiënt een normaal
gehoor of een oor met perceptieverlies. Bij een negatieve uitslag, is er een probleem in het middenoor
(= geleidingsverlies van geluid van meer dan 25 dB).
Proef van Weber
De proef van Weber volgt na de proef van Rinne en wordt gebruikt om een beter beeld te krijgen waar
het geluidsverlies vandaan komt. Bij deze proef wordt ook gebruik gemaakt van een stemvork, deze
wordt aangeslagen en midden op het hoofd geplaatst. Bij normaal gehoor zal het geluid in het midden
gehoord worden. Bij een perceptief verlies wordt het geluid in het beste oor gehoord en bij een
geleidingsverlies in het slechtste oor.
Spirometrie
Het meten van de ademhalingsgrootheden.
Stemvorkproeven
Met de stemvorkproeven kun je een geleidingsverlies waarnemen van meer dan 25 dB.
Tonsil
Keelamandel.
Tonsillectomie
Het verwijderen van de keelamandelen.
Tonsillitis
Ontsteking van de amandelen.
Tonsilloliet
Amandelsteen: kleine grijswitte brokjes met een vette substantie die achter uit de keel komen.
Umbo
De puntvorige uitpuiling aan de binnenkant, midden op het trommelvlies, ook wel de navel van het
trommelvlies genoemd.
Download