Trommelvliesbuisjes (diabolo`s)

advertisement
Inleiding
In overleg met uw behandelende arts heeft u
besloten tot een ooroperatie op de afdeling
Neus-, Keel- en Oorheelkunde van het
Universitair Ziekenhuis Gent.
Deze folder geeft informatie over operatie
en nazorg.
Heeft u na het lezen van deze folder nog
vragen, stel deze dan gerust aan de
behandelende arts.
Trommelvliesbuisjes
(diabolo’s)
UZ Gent – polikliniek 1
Het oor
Om inzicht te krijgen in de oorzaak van uw
klachten ziet u hieronder een tekening van
het oor.
Het oor bestaat uit drie delen: het uitwendig
oor [oorschelpen (4) en gehoorgang (3)], het
middenoor (2) en het binnenoor (1). Het
middenoor is een met lucht gevulde ruimte,
naar buiten toe begrensd door het
trommelvlies (9). In het middenoor bevinden
zich de drie gehoorbeentjes: de hamer (5),
het aambeeld (6) en de stijgbeugel (7).
Bovendien lopen door het middenoor ook de
smaaken
aangezichtszenuw.
De
stijgbeugel staat in verbinding met het
binnenoor. Dit binnenoor heeft de vorm van
een slakkenhuis en staat in verbinding met
het evenwichtsorgaan. Het geluid wordt via
het trommelvlies (9), de gehoorbeentjes, het
binnenoor en de gehoorszenuw naar de
hersenen geleid.
Onderzoek
Met de microscoop wordt onderzocht of er
zichtbare afwijkingen aan de uitwendige
gehoorgang, het trommelvlies of de
gehoorbeentjes zijn. Bovendien wordt
eventueel via een gehoortest (audiogram)
het gehoorverlies gemeten. Hierbij kan de
NKO-arts zien of de oorzaak van de
slechthorendheid in het midden- of
binnenoor zit.
Wanneer trommelvliesbuisje plaatsen
Periodes van vochtuitstorting in het
middenoor komen vaak voor vooral bij
(jonge) kinderen. Dit heeft te maken met
een nog minder goede werking van de
buis van Eustachius bij kinderen en het
vaak voorkomen van infecties van de
bovenste luchtwegen. De belangrijkste
klacht hierbij is vooral gehoorsverlies.
Andere kinderen doen heel vaak periodes
van oorontsteking met koorts en ziek zijn.
Wanneer deze problematiek blijft bestaan
of wanneer er hierdoor afwijkingen aan het
trommelvlies worden vastgesteld of
wanneer het gehoorverlies te groot is
wordt de beslissing genomen om
trommelvliesbuisjes te plaatsen. Dit kan
aan één oor of beide oren nodig zijn.
Wat is een trommelvliesbuisje?
Een trommelvliesbuisje is een klein
kunststof buisje met een opening
waardoor het middenoor kan worden
verlucht en het vocht naar buiten kan
lopen. Er bestaan verschillende types
buisje (Shepard, Donaldson, duravent, Ttube). De keuze hangt af van verschillende
factoren en wordt door uw NKO arts
gemaakt.
Operatie
U mag uw kind vergezellen tot in de
operatiezaal en U blijft bij uw kind tot het
slaapt. De jonge kinderen worden in slaap
gedaan met een ballon masker waarin het
kind moet blazen. Oudere kinderen krijgen
soms eerst een prikje om de verdoving in
te leiden. Nadat het kind slaapt wordt een
infuusje aangelegd om eventueel
geneesmiddelen te kunnen toedienen,
indien nodig. De Neus- Keel- Oorarts gaat
onder de microscoop een sneetje maken
in het trommelvlies. Er wordt een
hoeveelheid vocht of slijm opgezogen.
Nadien wordt het buisje geplaatst in het
trommelvlies. Soms worden nadien wat
oordruppeltjes in het oor gedaan.
Na de ingreep zal uw kind nog een uurtje
in de ontwaakzaal blijven tot het goed
wakker is. U kan daar opnieuw bij zijn. Uw
kind heeft geen oorpijn, er kan wel wat
vocht of bloed uit het oortje lopen.
Met zwemmen moet gewacht worden tot
na de eerste controle op de polikliniek
ongeveer 2 weken na de ingreep; ter
gelegenheid hiervan moet u expliciet
toelating vragen tot zwemmen. Eventueel
kan ook een zwemdop worden gedragen,
een elastieken haarband daarboven en
een badmuts. In geen geval DUIKEN!
Oordoppen kunnen in het hoorcentrum op
de polikliniek besteld worden. Eventueel
kan men ook de maat nemen en een
bestelling doen bij een externe medische
firma of een winkel van gehoorapparaten.
Na de operatie
Na een routineonderzoek op de polikliniek
de dag van de operatie mag u de kliniek
verlaten.
Wanneer het kind lastig of onrustig is,
wanneer het klaagt over pijn, mag een
pijnstillende zetpil gegeven worden. bij
matige koorts de eerste en de tweede dag
kan je best een zetpil geven en het kind
binnenhouden. Indien er verder geen
bijzonderheden optreden mag het kind
naar school de dag na de ingreep.
Tot één à twee dagen na de ingreep kan
er soms wat vocht uit de gehoorgang
lopen. Hierbij kunt u het beste de
oorschelp uitwendig reinigen (niet in
gehoorgang zelf reinigen). Duurt de
oorloop langer dan moet u contact op
nemen met uw NKO arts.
Controle
Wij stellen driemaandelijkse controles voor
tot het buisje uitgestoten is. Die controles
kunnen gebeuren door de huisarts, de
kinderarts of de NKO arts.
In de loop van gemiddeld zes maanden tot
een jaar groeit het buisje uit het
trommelvlies. Het belandt in de
gehoorgang en vindt spontaan zijn weg
naar buiten. Het gaatje in het trommelvlies
sluit zich vrijwel altijd vanzelf.
Soms hervalt uw kind na het uitstoten van
de buisjes, dan kan de beslissing worden
genomen opnieuw buisjes te plaatsen.
Beperkingen na de operatie
Het kind mag baden en douchen. Na
enkele dagen mag het haar gewassen
worden. U kunt voor het wassen even de
gehoorgang afsluiten met een vet
wattenpropje.
Complicaties
Oorloop kan optreden. Wanneer dit enkele
dagen aanwezig is neemt U het beste
contact op met uw huisarts, kinderarts of
NKO arts.
Soms, gelukkig zelden, kan na het
uitstoten van het buisje een gaatje in het
trommelvlies blijven bestaan. Dit kan dan
later, indien nodig, chirurgisch worden
gesloten.
Download