PRN 1.3b flatfile-upload - Deutsche Telekom Healthcare

advertisement
Deutsche Telekom Healthcare | Regulierenring 20 | 3981 LB Bunnik
PRN 1.3b flatfile-upload
Specificatie Dataformaat
Auteur
Opdrachtgever
Documentversie
Datum
Leo van Kuijk (DT Healthcare Solutions)
Perined
1.4.0
13-7-2016
www.telekom-healthcare.com/nl
Document1 © 2017 DT Healthcare Solutions B.V.
Pagina 1/20
Deutsche Telekom Healthcare | Regulierenring 20 | 3981 LB Bunnik
Versiebeheer
Documentbeheer
Titel
PRN 1.3b flatfile-upload – Specificatie Dataformaat
Versiebeheer
Versie
Datum
Auteur
Beschrijving
1.3.0
19-10-2010
Maarten Jansonius
Eerste versie specificaties voor dataset 1.3.0.
Gebaseerd op: PRN_flatfile_upload_Specificatie_Dataformaat_v1.2.7.docx
1.3.6
28-05-2013
Rieks Swarte
Aanpassingen tbv versie 1.3.6
1.3.6
02-04-2014
Leo van Kuijk
Tekstuele aanpassingen
1.3.6
14-04-2014
Leo van Kuijk
Aanpassing code 3.1.02.01
1.3.6
06-05-2014
Leo van Kuijk
Aanpassing omschrijving codes 4.3.06.01 en 4.3.06.02
1.3.6
12-08-2014
Leo van Kuijk
Tekstuele aanpassingen in de FAQ
1.3.7
5-11-2015
Leo van Kuijk
Stichting PRN is Perined geworden
1.4.0
25-7-2016
Leo van Kuijk
Aanpassingen tbv wijziging verplichte velden
www.telekom-healthcare.com/nl
Document1 © 2017 DT Healthcare Solutions B.V.
Pagina 2/20
Deutsche Telekom Healthcare | Regulierenring 20 | 3981 LB Bunnik
Inhoudsopgave
PRN 1.3b flatfile-upload ....................................................................................................... 1
Specificatie Dataformaat...................................................................................................... 1
Versiebeheer ....................................................................................................................... 2
Documentbeheer ........................................................................................................................ 2
Versiebeheer ............................................................................................................................... 2
Inhoudsopgave .................................................................................................................... 3
1 Inleiding ........................................................................................................................... 4
1.1 Verschillen tussen versie 1.2.7 en versie 1.3.0 ..................................................................... 4
1.2 Verschillen tussen versie 1.3.0 en versie 1.3.6 ..................................................................... 5
1.3 Wijzigingen in versie 1.3.6 .................................................................................................... 8
2 Specificatie flat-file-formaat ............................................................................................ 12
3 Specificaties inhoud van het registratiebestand ............................................................... 13
3.1 Opbouw dataset .................................................................................................................. 13
3.2 Gebruik van id’s................................................................................................................... 15
3.3 Registratie over meerdere regels........................................................................................ 17
3.3.1 Voorbeeld 1 ............................................................................................................... 17
3.3.2 Voorbeeld 2 : meerdere regels met gerelateerde datablokken ............................... 18
3.3.3 Voorbeeld 3 : meerdere regels met niet-gerelateerde datablokken ........................ 18
4 Datavelden ..................................................................................................................... 19
5 FAQ ................................................................................................................................ 20
www.telekom-healthcare.com/nl
Document1 © 2017 DT Healthcare Solutions B.V.
Pagina 3/20
Deutsche Telekom Healthcare | Regulierenring 20 | 3981 LB Bunnik
1 Inleiding
Peined beheert de landelijke registraties voor de perinatale zorgverlening.
PRN-dataset
Een nieuwe, gezamenlijke dataset is gedefinieerd voor drie perinatale registraties: de Landelijke VerloskundeRegistratie 1e-lijns en 2e-lijns(LVR1 en LVR2) en de Landelijke Neonatologie-Registratie (LNR).
Flatfile
Perined maakt het mogelijk om de gegevens van de PRN-dataset aan te leveren in zgn. flatfile-formaat. Een flatfile
mag maar voor één type zorgverlener data bevatten. Dit document bevat de specificaties voor dit flatfile-formaat.
Documentatie
 Op de website van Perined vindt u documentatie over de PRN-dataset
( https://www.perined.nl/wat-doen-we/registratie/wat-wordt-geregistreerd- ).
 Veldentabel: bij dit document hoort een veldentabel (apart gepubliceerd in de vorm van een excelsheet) met
daarin de actuele uitwerking van de PRN dataset. Hierin zijn ook de coderingen etc. opgenomen.
Zie Hoofdstuk 4 “Datavelden” van dit document voor een toelichting.
De codelijsten, dit document en de veldentabel vindt u op de website van DT Healthcare Solutions Nederland:
www.telekom-healthcare.com/nl > Landelijke Medische Registraties > Landelijke Perinatale Registraties, onder
downloads
Ondersteuning
U kunt TD Healtcare Solutions voor vragen bereiken op [email protected] of op
+31 (0)30 656 97 77.
1.1 Verschillen tussen versie 1.2.7 en versie 1.3.0



Vervallen velden: In dataset 1.3 zijn de velden komen te vervallen voor het vastleggen van toestemming.
Dit heeft te maken met de veranderde juridische status van de PRN-registratie.
Nieuwe velden: In dataset 1.3 zijn er velden toegevoegd voor het registreren van vrouwelijke genitale
verminking (VGV)
Correcties zijn doorgevoerd op coderingen, condities, omschrijvingen en verplichtstatussen van enkele velden.
o Let op: de praktijkcode van de eigen praktijk (veld 1.1.03) dient nu als een vijfcijferige code aan te
worden geleverd (zie veldentabel).
Markering van de verschillen in de veldentabel
In de veldentabel (geleverd als een excelsheet) zijn de wijzigingen t.o.v. versie 1.2.7 gemarkeerd met een blauwe
kleur. Uiterst rechts in de veldentabel is bovendien een nieuwe kolom opgenomen, waarin “dataset 1.3” staat bij de
items die zijn gewijzigd, zodat u deze eenvoudig kunt filteren.
www.telekom-healthcare.com/nl
Document1 © 2017 DT Healthcare Solutions B.V.
Pagina 4/20
Deutsche Telekom Healthcare | Regulierenring 20 | 3981 LB Bunnik
1.2 Verschillen tussen versie 1.3.0 en versie 1.3.6
Positie
Scherm
Veld
Nr
Korte
omschrijving
V
G
K
140
ZWASCHA
PROMAXMETEIWKRE
4.2.02.04.03.04
Proteïnurie
maximum bij
meting via
eiwitkreatinine
ratio
J
J
N
219
KIND
SOOBIJSTITIJBAR
5.4.02.02
Periode
bijstimulatie
tijdens de
baring
N
J
N
235
KIND
INDCONBAR
5.5.01.03
Consult
baring:
indicatie
J
J
N
236
KIND
VERACTCONBAR
5.5.01.04
Consult
baring:
vervolgactie
J
J
N
www.telekom-healthcare.com/nl
Document1 © 2017 DT Healthcare Solutions B.V.
Definitie
variabele/
Conditie
Indien
zwangerschapsgerelateerde
hypertensie =ja
en proteïnurie
gemeten =ja en
wijze van meten
=4:
maximumwaarde
gemeten
eiwituitscheiding
bij meting via
eiwit-kreatinine
ratio
indien
bijstimulatie = ja.
Bijstimulatie
gegeven tijdens
de baring.
Meerdere
antwoorden
mogelijk
indien consult
tijdens baring =
ja. Indicatie voor
consult.
(maximaal 6
antwoorden
mogelijk)
indien consult
tijdens baring =
ja. Actie naar
aanleiding van
consult.
Meerdere
antwoorden
mogelijk
Codering
Ver plicht
0.0 - 99.8
Ja, indien
4.2.01.04=2 en
4.2.02.04.01=2
en
4.2.02.04.02=4
A= tijdens
ontsluitingsperiode
<= 3 cm;
B=tijdens
ontsluitingsperiode
> 3 cm; C=tijdens
uitdrijving; D=wel
gewenst maar niet
beschikbaar.
Codelijst A VILcodes
Ja
Codelijst F1.
Vervolgacties na
interventies/na
constatering
problemen vrouw
Ja
Pagina 5/20
Ja
Mis
sing
Onbe
kend
Range
Aanpassingen
PRN
99.9
0.0 99.8
Dataset 1.3.6:
Uitbreiding
range van
geldige
waarden: 0.0 99.8 (was: 0.0
– 30.0)
A t/m
D
Dataset 1.3.6:
correctie van
de
omschrijving:
'periode
bijstimulatie'
(was: 'soort
bijstimulatie')
1000 8499
Dataset 1.3.6 :
max. 6
antwoorden
A t/m
I, Y, Z
Dataset 1.3.6 :
Aanpassing
range "A t/m I,
Y, Z" (was: A
t/m K)
9999
Deutsche Telekom Healthcare | Regulierenring 20 | 3981 LB Bunnik
Positie
296
311
Scherm
Veld
ZWASCHA
TOEREGVROKIN
INDSUBOPTFACZOR
OPOS
www.telekom-healthcare.com/nl
Document1 © 2017 DT Healthcare Solutions B.V.
Nr
Korte
omschrijving
V
G
K
1.2.01.01
Vrouw,
toestemming
registratie
vrouw en
kind
J
J
J
7.1.16.01
Suboptimale
factoren in
zorgverlening
aan vrouw en
kind
N
N
J
Definitie
variabele/
Conditie
Toestemming aan
vrouw gevraagd
voor het
geïdentificeerd
registreren in
Perinatale
Registratie van
perinatale
zorggegevens
(inclusief kind) en
verkregen, na het
uitdelen van de
Folder Zwanger?
Hebben naar uw
mening in de
ketenzorg
suboptimale
factoren een rol
gespeeld die de
uitkomsten van
het kind hebben
beïnvloed (reden
voor
nabespreking in
multidisciplinair
team)
Codering
Ver plicht
1= Ja,
toestemming;
2=Geen
toestemming
vrouw om
persoonsgegevens
te registreren;
3=Geen
toestemming
vrouw om enig
gegeven te
registreren; 4=Nog
niet gevraagd of
nog geen
antwoord
verkregen
1=nee; 2=ja,
zonder opgave
casus perinatale
auditbespreking;
3=ja, met opgave
casus perinatale
auditbespreking;
9=onbekend
Ja
Pagina 6/20
Nee
Mis
sing
Onbe
kend
9
9
Range
Aanpassingen
PRN
1-4
Dataset 1.3.6:
toegevoegd
1 tm 3
Dataset 1.3:
niet meer voor
PA; en niet
meer verplicht ;
Dataset 1.3.6:
code voor “ja”
gesplitst in 2
codes: met en
zonder opgave
perinatale
auditbespreking
Deutsche Telekom Healthcare | Regulierenring 20 | 3981 LB Bunnik
Aanpassing: 14-5-2013:
Code 4.1.04.04, format aangepast van Numeriek naar Character.
Code 4.2.01.05, format aangepast van Numeriek naar Character.
Code 4.2.07.02, format aangepast van Numeriek naar Datum.
Code 5.02.01.03, format aangepast van Numeriek naar Character.
Codes 6.5.05.05, 6.5.05.06, 6.5.05.07, 6.5.05.08, 6.5.05.09, 6.5.05.10, 6.5.05.11, 6.5.05.12, 6.5.05.13 verplichtings voorwaarde aangepast.
Aanpassing: 14-4-2014: Code 3.1.02.01 niet verplicht
3.1.02.01 vrouw Vrouw geboorteland
Nederland
J
J
J
Is vrouw in Nederland
geboren?
Num
F1.0
1=Nee, 2=Ja, 9=Onbekend
Nee
Aanpassing: 06-05-2014: omschrijving code 4.3.06.01 en 4.3.06.02
 Code 4.3.06.01 alleen invullen als het een gynaecologen bericht is en als code 4.3.01 een waarde 3 bevat.
 Als 4.3.06.01 code 7140, 7290 of 7499 bevat heb je de mogelijkheid om vrije tekst op te nemen in code 4.3.06.02.
Dit is een niet verplicht veld en hier zal je dus ook geen fout melding op krijgen.
Scherm
Nr
Korte omschrijving
V
G
K
Definitie variabele/ Conditie
Format
Codering
Verplicht
OPOSVRO
4.3.06.01
Vastgestelde afwijkingen
tijdens opname vrouw in
zwangerschap.
N
J
N
Indien opname. Vastgestelde
afwijkingen tijdens opname vrouw
in de zwangerschap Meerdere
antwoorden mogelijk
Char
Codelijst A alleen de 7000-7500
codes met extra vrije tekst.
Ja, indien
4.3.01=3
OPOSVRO
4.3.06.02
Vrije tekst overige
vastgestelde afwijkingen
tijdens opname vrouw in
zwangerschap.
N
J
N
Indien opname en 4.3.06.01=
7140, 7290 of 7499. Benoeming
extra vastgestelde afwijkingen
tijdens opname vrouw in de
zwangerschap
Char
Vrije tekst overige gemeten
afwijkingen vrouw bij opname
tijdens zwangerschap.
Nee
www.telekom-healthcare.com/nl
Document1 © 2017 DT Healthcare Solutions B.V.
Pagina 7/20
Deutsche Telekom Healthcare | Regulierenring 20 | 3981 LB Bunnik
1.3 Wijzigingen in versie 1.3.6
Aanpassingen: 14-6-2016: De onderstaande velden zijn niet verplicht geworden
Nr
Korte omschrijving
V G K Definitie variabele/ Conditie
Format Codering
Verplicht
8.3.02
8.3.04
Datum van sterfte vrouw.
Is obductie vrouw verricht.
J
J
J
J
N Indien vrouw overleden: Datum van het overlijden
N Indien vrouw overleden: Is obductie vrouw verricht?
Datum
Num
dd-mm-jjjj
1=Nee; 2=Ja; 3 = intentie tot obductie
maar nog niet verricht.
Nee
Nee
8.3.05
Aanmelding vrouw bij Com. Maternale
sterfte
J
J
N Indien vrouw overleden: aanmelding sterfte vrouw bij
Commissie Maternale Sterfte
Num
1=Nee; 2=Ja; 3 = intentie tot
aanmelden maar nog niet verricht.
Nee
8.3.06
Sterfte vrouw, Doodsoorzaak voorlopig
J
J
N Indien vrouw overleden: (voorlopige) doodsoorzaak
vrouw. Maximaal 3 antwoorden mogelijk. gewijzigd
mag nog maar 1 antwoord (AM 11/03/2008)
Char
1= (pre)eclampsie (vooral de daarbij
optredende hersenbloeding); 2=
trombo-embolie; 3=verbloeding
(bijvoorbeeld door placenta praevia,
solutio placentae met
stollingsstoornissen, fluxus post
partum); 4= puerperale sepsis of
kraamvrouwenkoorts; 5= extrauteriene graviditeit;
6=vruchtwaterembolie; 7=overig
Nee
8.4.01
Datum van eindevaluatie vrouw 3
maanden na overlijden.
J
J
N Indien vrouw overleden: Datum van 3 maands
followup meting
Datum
dd-mm-jjjj
Nee
8.4.02
Uitslag 3 maands followup: Uitslag
obductie vrouw
J
J
N Indien vrouw overleden en obductie is 2 of 3: Vrouw
overleden, Uitslag obductie
Num
1= (pre)eclampsie (vooral de daarbij
optredende hersenbloeding); 2=
trombo-embolie; 3=verbloeding
(bijvoorbeeld door placenta praevia,
solutio placentae met
stollingsstoornissen, fluxus post
partum); 4= puerperale sepsis of
kraamvrouwenkoorts; 5= extrauteriene graviditeit;
6=vruchtwaterembolie; 7=overig
Nee
www.telekom-healthcare.com/nl
Document1 © 2017 DT Healthcare Solutions B.V.
Pagina 8/20
Deutsche Telekom Healthcare | Regulierenring 20 | 3981 LB Bunnik
8.4.03
Audit vrouw uitslag bij 3 maanden.
J
J
N Indien vrouw overleden en audit is 2 of 3: Vrouw
overleden, Uitslag Landelijke Perinatale sterfte audit
Num
1= (pre)eclampsie (vooral de daarbij
optredende hersenbloeding); 2=
trombo-embolie; 3=verbloeding
(bijvoorbeeld door placenta praevia,
solutio placentae met
stollingsstoornissen, fluxus post
partum); 4= puerperale sepsis of
kraamvrouwenkoorts; 5= extrauteriene graviditeit;
6=vruchtwaterembolie; 7=overig
Nee
8.4.04
Doodsoorzaak vrouw definitief bij 3
maanden
J
J
N Indien vrouw overleden: definitieve doodsoorzaak
vrouw Meerdere antwoorden mogelijk, 1 antwoord
mogelijk 11/03 (AM)
Char
1= (pre)eclampsie (vooral de daarbij
optredende hersenbloeding); 2=
trombo-embolie; 3=verbloeding
(bijvoorbeeld door placenta praevia,
solutio placentae met
stollingsstoornissen, fluxus post
partum); 4= puerperale sepsis of
kraamvrouwenkoorts; 5= extrauteriene graviditeit;
6=vruchtwaterembolie; 7=overig
Nee
Chorioniciteit
N J
N Indien foetus aantal (3.4.02.01) = 2 t/m 8.
Chorioniciteit en Amnioniteit
Num
1= dichoriaal en diamniotisch; 2=
monochoriaal en diamniotisch; 3=
monochoriaal en monoamniotisch.
Nee
Type Geneesmiddelengebruik tijdens
zwangerschap
J
J
N Indien geneesmiddelen gebruikt intake is ja:
Geneesmiddelengebruik deze zwangerschap.
Incidentele medicaties uitgesloten. Meerdere
antwoorden mogelijk
Char
Codelijst D2. Geneesmiddelen
Nee
4.2.02.04.01
Proteïnurie meten
J
J
N Indien zwangerschaps-gerelateerde hypertensie =ja:
proteïnurie gemeten
Num
1=Nee; 2=Ja: 9=Onbekend.
Nee
4.2.02.04.02
Proteïnurie, wijze van meten
maximumwaarde
J
J
N Indien zwangerschaps-gerelateerde hypertensie =ja
en proteïnurie gemeten =ja: wijze waarop
maximumwaarde is gemeten
Num
1= gram/24 uur; 2=gram/liter;
3=dipstick; 4=eiwit-kreatinine ratio
Nee
4.2.02.04.03.01 Proteïnurie maximum bij meting via
gram/24 uur
J
J
N Indien zwangerschaps-gerelateerde hypertensie =ja
en proteïnurie gemeten =ja en wijze van meten =1:
maximumwaarde gemeten eiwituitscheiding bij
meting via gram/24 uur
Num
0.0 - 30.0
Nee
4.2.02.04.03.02 Proteïnurie maximum bij meting via
gram/liter
J
J
N Indien zwangerschaps-gerelateerde hypertensie =ja
en proteïnurie gemeten =ja en wijze van meten =2:
maximumwaarde gemeten eiwituitscheiding bij
meting via gram/liter
Num
0.0 - 30.0
Nee
3.4.02.05
3.3.04.01
www.telekom-healthcare.com/nl
Document1 © 2017 DT Healthcare Solutions B.V.
Pagina 9/20
Deutsche Telekom Healthcare | Regulierenring 20 | 3981 LB Bunnik
4.2.02.04.03.03 Proteïnurie maximum bij meting via
dipstick
J
J
N Indien zwangerschaps-gerelateerde hypertensie =ja
en proteïnurie gemeten =ja en wijze van meten =3:
maximumwaarde gemeten eiwituitscheiding bij
meting via dipstick
Num
1=+; 2=++; 3=+++
Nee
4.2.02.04.03.04 Proteïnurie maximum bij meting via eiwitkreatinine ratio
J
J
N Indien zwangerschaps-gerelateerde hypertensie =ja
en proteïnurie gemeten =ja en wijze van meten =4:
maximumwaarde gemeten eiwituitscheiding bij
meting via eiwit-kreatinine ratio
Num
0.0 - 99.8
Nee
4.3.05.01
Behandelingen tijdens opname vrouw in
zwangerschap.
N J
J
Indien opname. Behandelingen vrouw tijdens
opname
Num
1=Nee; 2=Ja: 9=Onbekend.
Nee
4.3.05.02
Soort behandelingen tijdens opname
vrouw in zwangerschap.
N J
J
Indien opname en behandelingen= ja:
Behandelingen vrouw tijdens opname Meerdere
antwoorden mogelijk
Char
Codelijst F3. Behandelingen
gynaecologen/ verloskundig
zorgverleners
Nee
5.3.03.01
Foetale bewaking tijdens ontsluiting
J
J
N Wijze van bewaking conditie kind tijdens ontsluiting.
Meerdere antwoorden mogelijk.
Char
A=Auscultatie; B=CTG eenmalig
extern; C=CTG intermitterend extern;
D=CTG continu, extern; E=CTG
continu, intern; F=MBO,
STAN;G=Overige foetale bewaking;
Z=Onbekend.
Nee
5.3.03.02
Foetale bewaking tijdens uitdrijving
J
J
N Wijze van bewaking conditie kind tijdens uitdrijving
Meerdere antwoorden mogelijk.
Char
A=Auscultatie; B=CTG eenmalig
extern; C=CTG intermitterend extern;
D=CTG continu, extern; E=CTG
continu, intern; F=MBO, STAN;
G=Overige foetale bewaking; Y=n.v.t.
(wegens sectio); Z=Onbekend.
Nee
5.3.08.01
Verdenking foetale nood
J
J
N Verdenking op foetale nood tijdens ontsluiting en/of
uitdrijving.
Num
1=Nee; 2=Ja; 9=Onbekend.
Nee
5.6.08.01
Reanimatie kind door verloskundig
zorgverlener
J
J
N Reanimatie door verloskundig zorgvelener. In te
vullen door de zorgverlener die de interventie doet.
Num
1=Nee, 2=Ja; 9=Onbekend.
Nee
5.6.08.03
5.6.08.04
Reanimatie kind door kinderarts
Middel reanimatie kind door kinderarts
N N J
N N J
Num
Char
1=Nee, 2=Ja; 9=Onbekend.
A=Masker/ballon/neopuff;
B=Endotracheale beademing;
C=Hartmassage; D=Adrenaline;
E=Overige reanimatie.
Nee
Nee
5.6.09.01
5.7.02.02
5.7.02.03
Problemen kind eerste 24 uur postnataal
Gedeelde placenta
Placenta: gedeeld met
J
J
J
Num
Num
Num
1=Nee, 2=Ja; 9=Onbekend.
1=nee, 2=ja, 9=onbekend
1 t/m 8
Nee
Nee
Nee
www.telekom-healthcare.com/nl
Document1 © 2017 DT Healthcare Solutions B.V.
J
J
J
Reanimatie door kinderarts.
Indien reanimatie kind door kinderarts: Welke vorm.
Meerdere antwoorden mogelijk.
N Problemen kind eerste 24 uur na de geboorte.
N Indien meerling: wordt de placenta gedeeld
N Indien meerling en gedeelde placenta: met welk kind
werd placenta gedeeld
Pagina 10/20
Deutsche Telekom Healthcare | Regulierenring 20 | 3981 LB Bunnik
8.2.01
Datum van 9 maands followup meting
indien kind is overleden.
J
J
J
Indien kind overleden: datum van followup meting
Datum
dd-mm-jjjj
Nee
8.2.04
Doodsoorzaak kind 9 maands follow-up.
J
J
J
Indien kind overleden: Kind, Definitieve
Doodsoorzaak (TULIP).
Maximaal 1 code
Char
Codelijst J. Doodsoorzaken
classificatie kind (TULIP)
Nee
6.4.01.03
Follow-up kind: datum
J
J
N Indien probleem kind followup is ja: Datum follow-up
probleem kind
Datum
dd-mm-jjjj
Nee
6.4.01.04
Follow-up kind: actie
J
J
N Indien probleem kind follow-up=ja: Is er actie
ondernomen?
Num
1=nee; 2=ja; 9=onbekend
Nee
6.4.01.05
Follow-up kind: soort actie
J
J
N Indien probleem kind followup=ja en actie=ja: soort
actie probleem kind. Meerdere antwoorden mogelijk
Char
Codelijst F2. Vervolgacties na
interventies/na constatering
problemen kind
Nee
Als één van de onderstaande rubriekblokken op “Ja” staat, moet binnen dit blok de verplichte velden worden aangeleverd.
FF.08
JN_MORTALVRO
Is datablok 'Mortaliteit vrouw' Ingevuld
1=nee, 2=ja
FF.09
JN_FOLUPMORVRO
Is datablok 'FollowUp Mortaliteit moeder'
Ingevuld
1=nee, 2=ja
FF.10
JN_PARTUS
Is datablok 'Partus' Ingevuld
1=nee, 2=ja
FF.11
JN_DIBE
1=nee, 2=ja
FF.12
JN_MORTAL
Is datablok 'Diagnose behandeling'
Ingevuld
Is datablok 'Mortaliteit kind' Ingevuld
FF.13
JN_FOLUPMOR
1=nee, 2=ja
FF.14
JN_FOLUP6WK
Is datablok 'FollowUp Mortaliteit kind'
Ingevuld
Is datablok 'FollowUp 0-6 weken' Ingevuld
FF.15
JN_FOLUP2JR
Is datablok 'FollowUp na 2 jaar' Ingevuld
1=nee, 2=ja
www.telekom-healthcare.com/nl
Document1 © 2017 DT Healthcare Solutions B.V.
1=nee, 2=ja
1=nee, 2=ja
Pagina 11/20
Deutsche Telekom Healthcare | Regulierenring 20 | 3981 LB Bunnik
2 Specificatie flat-file-formaat
Hier volgen de technische specificaties voor het aanleveren van PRN-gegevens als een databestand in zgn. flat-fileformaat.
1. Codering:
utf-8;
2. Tekenset:
westers (Latin-1 oftewel iso-8859-1)
De communicatie verloopt in utf-8; echter, door beperkingen aan de database is het alleen mogelijk om de
tekens op te slaan die voorkomen in de Latin1 (iso-8859-1) tekenset.
3. Regeleindes:
Naar keuze Windows of Unix ( CRLF of LF).
4. Scheiding velden: tabs
5. Verboden tekens: de inhoud van de velden mag geen regeleindes of tabtekens bevatten. Indien deze
voorkomen, vervang ze dan door een spatie.
6. Scheiding meervoudige waarden:
Indien er meerdere waarden in een veld gezet worden (zoals meerdere diagnosecodes), dan dienen deze
waarden van elkaar gescheiden te zijn door puntkomma’s.
Voorbeeld:
1234;2345;5667
7. Definitie en volgorde velden:
Zie de tabel datavelden, in de volgorde zoals bepaald in de kolom Positie.
8. Aantal velden:
Elke regel moet alle velden bevatten als gespecificeerd in hoofdstuk 4, Datavelden .
(aantal tabscheiders op de regel = aantal velden - 1)
9. Headerregel: Het is toegestaan (maar niet verplicht) om de veldnamen in de eerste regel van het bestand te
plaatsen, gescheiden door tabs, in de juiste volgorde (zie punt 5).
o De headerregel dient te beginnen met een hekje (‘#’) direct vóór de eerste veldnaam (VER). De
headerregel begint dus met:
#VER
o De headerregel wordt niet gebruikt voor de verwerking van de dataregels. De headerregel met de
veldnamen is uitsluitend voor uw gemak tijdens verwerking of controle van het databestand.
U kunt dus de headerregel niet gebruiken om de volgorde van de velden of het aantal velden te
beïnvloeden. Zie de twee voorgaande punten.
10. Lege velden:
Wanneer u voor een bepaald veld geen data aanlevert, plaatst u niets tussen de tabscheiders (dus direct
opeenvolgende tabtekens). Dit veld wordt dan niet meegenomen.
o Bij een eerste aanlevering wordt in dit geval de default-waarde toegekend (indien van toepassing).
o Bij een update blijft een eventueel bestaande waarde behouden.
11. Veld wissen:
Een minteken (“-“) in het veld geeft expliciet aan dat het veld leeg moet worden in de database.
o Gebruik het minteken niet wanneer u het betreffende veld niet aanlevert omdat het niet voor uw
beroepsgroep bestemd is.
o Eventuele default-waarden worden niet toegekend bij gebruik van het minteken..
o Het leegmaken van een veld is vooral van nut bij updates of correcties, maar niet verboden bij
eerste aanlevering van gegevens.
12. Meerdere regels per registratie: ·Indien er meerdere entiteiten zijn in één set gegevens (zoals meerdere
kinderen per zwangerschap), dan worden deze verspreid over meerdere regels (records) aangeleverd.
Zie ook 3.3 Registratie over meerdere regels.
www.telekom-healthcare.com/nl
Document1 © 2017 DT Healthcare Solutions B.V.
Pagina 12/20
Deutsche Telekom Healthcare | Regulierenring 20 | 3981 LB Bunnik
13. Id’s:
De id’s aan het begin van het bestand, koppelen de registraties die verspreid zijn over meerdere regels. Ook
koppelen ze latere updates van de gegevens aan de eerder ingezonden gegevens.
Zie ook 3.2 Gebruik van id’s
3 Specificaties inhoud van het registratiebestand
3.1 Opbouw dataset
De PRN-dataset is hiërarchisch opgebouwd in datablokken (soms ook modules genoemd), zoals aangegeven in
onderstaande figuur.
Hiërarchisch betekent dat bijvoorbeeld een Kind bericht niet kan worden verwerkt als de voorgaande berichten ,
zoals Zorgverlener, Vrouw , Zwangerschap en Partus niet aanwezig zijn.
Dit betekent ook dat de bijbehorende id’s en eventuele blokindicatie op 2 gezet dienen te worden.
www.telekom-healthcare.com/nl
Document1 © 2017 DT Healthcare Solutions B.V.
Pagina 13/20
Deutsche Telekom Healthcare | Regulierenring 20 | 3981 LB Bunnik
Structuur PRN dataset
1
0..n
1
0..1
Zorgverlener (V,G,K)
Vrouw (V,G,K)
Zwangerschap (V,G,K)
Mortaliteit vrouw (V,G)
Partus (V,G,K)
Follow Up Mortaliteit moeder (V,G)
Opname Ontslag Vrouw (G,K)
Kind (V,G,K)



Opname/Ontslag (K)
Mortaliteit kind (V,G,K)
Diagnose/Behandeling (K)
Follow Up Mortaliteit kind (V,G,K)
Follow Up 0-6 weken (V,G)
De datablokken met een onderstreepte naam zijn verplicht.
De datablokken waarnaar een dikke pijlpunt verwijst, kunnen meerdere keren voorkomen binnen de context van een bovengelegen datablok.
V = Verloskundige, G = Gynaecoloog, K = Kinderarts
www.telekom-healthcare.com/nl
Document1 © 2017 DT Healthcare Solutions B.V.
Pagina 14/20
Follow Up na 2 jaar (K)
Deutsche Telekom Healthcare | Regulierenring 20 | 3981 LB Bunnik
Als we de vergelijking maken met een papieren registratie, kunt u denken aan een registratie bestaande uit
meerdere deelformulieren. Sommige daarvan kunnen meerdere keren worden ingeleverd, bijvoorbeeld ‘Kind’ in het
geval van een meerling.
Ook de schermen van de PRN-webapplicatie, zoals de kinderartsen die gebruiken (LNR), komen overeen met
bovenstaande structuur.
In de tabel Datavelden is van elk veld aangegeven bij welk datablok het hoort
Tabel: PRN dataset : datablokken
Datablok
codenaam
Omschrijving
Flat-file metadata
flat-file
Gegevens uitsluitend ten behoeve van de aanlevering in flatfile-formaat. Zie 3.2.
Zorgverlener
ZORVER
Gegevens over de identiteit van de zorgverlener en de praktijk.
Vrouw
VROUW
Basisgegevens over de vrouw (o.m. identiteit)
Mortaliteit vrouw
MORTALVRO
Gegevens in geval van overlijden van de vrouw
FollowUp mortaliteit vrouw
FOLUPMORVRO
Gegevens in te leveren bij follow-up na overlijden vrouw
Opname/Ontslag vrouw
OPOSVRO
Gegevens over opname van de vrouw in een ziekenhuis.
In geval meerdere (her)opnames, meerdere keren inleveren.
Zwangerschap
ZWASCHA
Gegevens over het verloop van de zwangerschap.
Dit datablok kan meermaals worden aangeleverd in één feitelijke zwangerschap.
Partus
PARTUS
Gegevens over de partus.
Kind
KIND
Gegevens over een kind.
In geval van een meerling, meerdere keren inleveren.
Opname/Ontslag kind
OPOS
Gegevens over opname van het pasgeboren kind.
In geval meerdere (her)opnames, meerdere keren inleveren.
Diagnose/Behandeling
DIBE
Gegevens over diagnose en behandeling tijdens opname van het kind.
Mortaliteit Kind
MORTAL
Gegevens in geval van overlijden kind
FollowUp Mortaliteit Kind
FOLUPMOR
Follow-up gegevens in geval overlijden kind
FollowUp 0-6 weken
FOLUP6WK
Gegevens follow-up controle in eerste levensweken
FollowUp na 2 jaar
FOLUP2JR
Gegevens follow-up na 2 jaar
3.2 Gebruik van id’s
Bij de registratie dienen verschillende id's te worden toegekend. De id's identificeren een registratie of een datablok
binnen een registratie. Dit is van belang bij
a) Registraties die verspreid zijn over meerdere regels in hetzelfde bericht.
Zie ook de sectie Registratie over meerdere regels hieronder.
b) Het updaten/aanvullen van gegevens in een later bericht.
Het is daarom van belang dat deze id’s
a) Uniek zijn binnen de praktijk/afdeling, ook over tijd.
b) Bewaard blijven of gereconstrueerd kunnen worden in het aanleverende systeem, indien het gewenst is dat
later een update/correctie kan worden gedaan.
Een Id is maximaal 25 tekens lang en kan uit de volgende tekens bestaan : hoofdletters A-Z, cijfers 0-9,
underscores (“_” ) en liggende streepjes (“-“).
 ID-velden: Voor elk datablok dat meer dan eens kan voorkomen direct onder het bovenliggende datablok (bijv.
meerdere ‘Kind’-blokken onder één ‘Partus’-blok, in geval van een meerling), geldt dat een uniek id moet
worden aangegeven.
www.telekom-healthcare.com/nl
Document1 © 2017 DT Healthcare Solutions B.V.
Pagina 15/20
Deutsche Telekom Healthcare | Regulierenring 20 | 3981 LB Bunnik

JN-velden: Voor alle overige datablokken is dient enkel te worden aangegeven of het wel of niet wordt ingevuld.
Let op: alléén als deze Ja/Nee indicator op “ja” is gezet, worden de gegevens in de kolommen van het
betreffende datablok, verwerkt in het systeem.
Verplichte id’s: de id’s Vrouw en contact zijn verplicht. Zonder id’s wordt de registratie niet verwerkt.
Optionele id’s: de id’s Opname Vrouw, Zwangerschap, Kind, en Opname kind zijn niet verplicht, maar als ze
worden weggelaten, worden de velden uit de bijbehorende datablokken – en alle hiërarchisch
eronder vallende datablokken – niet verwerkt.
U kunt deze id’s dus leeglaten wanneer u de betreffende datablokken niet aanlevert.
Tabel : flat-file metadata
Nr
Veldnaam
Verplicht
Omschrijving
Vereisten
Suggesties invulling
FF.01
VER
Ja
Versienummer specificatie flatfile
Versienummer specificaties flat-file
1.3.6
FF.02
ID_VROUW
Ja
Id Vrouw
Uniek nummer, ook buiten uw praktijk.
Dit kan op twee manier worden ingevuld:
a) BSN
b) ander unieke code (bijv PID of oplopend volgnummer).
Bij b) is het verplicht om ID_VROUW te beginnen met:
vijfcijferig praktijknummer (1.1.03)+ underscore.
Voorbeeld: 50123_648588 : kinderartsenpraktijk 50123, uniek
nummer moeder 648588
* Als u als kinderarts geen nummer voor de moeder hebt, en uw
systeem nummert niet zelf door, kunt u bijv. het PID van het kind
gebruiken met een M ervóór
unieke code binnen praktijk;
Suggesties:
identificeert alle hulpverlening
- PID vrouw + graviditeitsnr
tijdens/na één feitelijke
- voor kinderartsen: bijv PID
zwangerschap
kind (indien geen meerling)
unieke code binnen één Contact;
Suggesties:
- datumcode (datum
bezoek/meting), of
- volgnummer (bijhouden!) of
- voor kinderartsen: vaste
waarde, bijv: '0'
uniek nummer binnen datablok
Suggesties:
Zwangerschap
- opname ID uit ZIS, of
- volgnummer (bijhouden!)
uniek nummer binnen datablok
Suggesties:
Zwangerschap
- PID kind, of
- meerlingvolgnummer
uniek nummer binnen datablok Kind
Suggesties:
- opname ID uit ZIS, of
- volgnummer (bijhouden!)
1=nee, 2=ja*
FF.03
ID_CONTACT
Ja
Id Contact
FF.04
ID_ZWASCHA
Nee
Id datablok 'Zwangerschap'
FF.05
ID_OPOSVRO
Nee
Id datablok 'Opname Vrouw'
FF.06
ID_KIND
Nee
Id datablok 'Kind'
FF.07
ID_OPOS
Nee
Id datablok 'Opname Kind'
FF.08
JN_MORTALVRO
Nee
FF.09
JN_FOLUPMORVRO
Nee
Is datablok 'Mortaliteit vrouw'
Ingevuld
Is datablok 'FollowUp
Mortaliteit moeder' Ingevuld
FF.10
JN_PARTUS
Nee
Is datablok 'Partus' Ingevuld
1=nee, 2=ja*
FF.11
JN_DIBE
Nee
1=nee, 2=ja*
FF.12
JN_MORTAL
Nee
FF.13
JN_FOLUPMOR
Nee
FF.14
JN_FOLUP6WK
Nee
FF.15
JN_FOLUP2JR
Nee
Is datablok 'Diagnose
behandeling' Ingevuld
Is datablok 'Mortaliteit kind'
Ingevuld
Is datablok 'FollowUp
Mortaliteit kind' Ingevuld
Is datablok 'FollowUp 0-6
weken' Ingevuld
Is datablok 'FollowUp na 2 jaar'
Ingevuld
1=nee, 2=ja*
1=nee, 2=ja*
1=nee, 2=ja*
1=nee, 2=ja*
1=nee, 2=ja*
* Let op: alléén als deze Ja/Nee indicatoren op “ja” zijn gezet, worden de gegevens in de kolommen van het betreffende
datablok verwerkt in het systeem.
www.telekom-healthcare.com/nl
Document1 © 2017 DT Healthcare Solutions B.V.
Pagina 16/20
Deutsche Telekom Healthcare | Regulierenring 20 | 3981 LB Bunnik
3.3 Registratie over meerdere regels
Een regel in het aanleverbestand kan elk veld maar één keer bevatten. Soms kan een registratie eenzelfde datablok
meermaals bevatten (zie ook 3.1 Opbouw dataset):
Wanneer een registratie meerdere datablokken van hetzelfde type bevat (bijv. meerdere blokken Kind in het geval
van een meerling), dienen deze te worden verspreid over meerdere regels. Deze regels bevatten hetzelfde id voor de
gegevens die hetzelfde zijn (hoger in de hiërarchie), en een verschillend id voor de gegevens die horen bij de andere
invulling van het datablok (lager in de hiërarchie).
Heeft u datablokken die variëren maar die niet van elkaar afhankelijk zijn volgens de structuur (zie 3.1 Opbouw
dataset) , dan kunt u deze datablokken onafhankelijk van elkaar over meerdere regels verspreiden.
3.3.1 Voorbeeld 1
Mevr. Jansen(V001) heeft na een zwangerschap (Z001) van 280 dagen een tweeling gekregen, Anna (K001) en Bert
(K002). De registratie wordt verspreid over twee regels
Datablok
Vrouw
Zwangerschap
Kind
Regelnr
id_vrouw
Achternaam
vrouw
id_zwangerschap
duur
id_kind
Voornaam kind
1 V001
Jansen
Z001
280d
K001
Anna
2 V001
Jansen
Z001
280d
K002
Bert
.
Dit voorbeeld is uiteraard zeer versimpeld.
NB. Ook het ‘id contact’ is hetzelfde voor de kinderen Anna en Bert (niet getoond).
3.3.1.1 Uitvoer meerdere regels vanuit SQL
De verspreiding over meerdere regels komt overeen met de uitvoer die u krijgt als u een SQL query maakt van het
volgende soort:
SELECT vrouw.id_vrouw,
vrouw.achternaam,
zwascha.id_zwascha,
zwascha.duur,
kind.id_kind,
kind.voornaam
FROM
vrouw
JOIN
zwascha ON vrouw.id_vrouw = zwascha.id_vrouw
JOIN
kind
ON zwascha.id_zwascha = kind.id_zwascha
Uitgaande van de volgende SQL tabelstructuur:
Vrouw
id_vrouw
voornaam
achternaam
Zwascha
id_zwascha
id_vrouw
duur
www.telekom-healthcare.com/nl
Document1 © 2017 DT Healthcare Solutions B.V.
Kind
id_kind
id_zwascha
voornaam
Pagina 17/20
Deutsche Telekom Healthcare | Regulierenring 20 | 3981 LB Bunnik
3.3.2 Voorbeeld 2 : meerdere regels met gerelateerde datablokken
Mevr. De Vries (V002) heeft een tweeling gekregen, Fatima (K003) en Mehmet (K004). Fatima moest tot tweemaal
toe worden opgenomen na de geboorte. Mehmet slechts éénmaal.
De registratie wordt verspreid over drie regels. De datablokken die de opnames van Fatima aangeven, staan op
dezelfde regel als het blok KIND over Fatima , dat daarom moet worden herhaald.
Het datablok over de opname van Mehmet staat op dezelfde regel als het blok KIND over Mehmet.
Uiteraard moeten beide kinderen op dezelfde regel staan als hun moeder.
Datablok
Vrouw
Kind
Opname/Ontslag
Regelnr
id_vrouw
Achternaam
vrouw
id_kind
Voornaam
kind
id_opos
Opnameduur
(dagen)
1 V002
De Vries
K003
Fatima
OPOS01
2
2 V002
De Vries
K003
Fatima
OPOS02
5
3 V002
De Vries
K004
Mehmet
OPOS03
2
3.3.3 Voorbeeld 3 : meerdere regels met niet-gerelateerde datablokken
Mevr. Hinaoui (V003) heeft een tweeling gekregen, Carla (K006) en Dennis (K007). Mevrouw Hinaoui moest
tweemaal worden opgenomen tijdens de zwangerschap.
Omdat het datablok opname/ontslag vrouw (OPOSVRO) onafhankelijk is van het datablok KIND, kunnen deze
onafhankelijk van elkaar verspreid worden over twee regels. Welk kind op één regel staat met welke opname van de
vrouw, is daarbij niet van belang.
De voorbeelden a) en b) zijn daarom equivalent:
a)
Datablok
Vrouw
Opname/Ontslag vrouw
KIND
Regelnr
id_vrouw
Achternaam
vrouw
id_oposvro
Opnameduur id_kind
(dagen)
Voornaam kind
1 V003
Hinaoui
OV001
4
K006
Carla
2 V003
Hinaoui
OV002
7
K007
Dennis
b)
Datablok
Regelnr
Vrouw
id_vrouw
Opname/Ontslag vrouw
KIND
Achternaam
vrouw
id_oposvro
Opnameduur
(dagen)
id_kind
Voornaam kind
1 V003
Hinaoui
OV001
4
K007
Dennis
2 V003
Hinaoui
OV002
7
K006
Carla
www.telekom-healthcare.com/nl
Document1 © 2017 DT Healthcare Solutions B.V.
Pagina 18/20
Deutsche Telekom Healthcare | Regulierenring 20 | 3981 LB Bunnik
Ook is het mogelijk de informatie te verspreiden over meer regels:
c)
Datablok
Vrouw
Opname/Ontslag vrouw
Regelnr
id_vrouw
KIND
Achternaam
vrouw
id_oposvro
Opnameduur
(dagen)
id_kind
Voornaam kind
1 V003
Hinaoui
OV001
4
K006
Carla
2 V003
Hinaoui
OV002
7
K006
Carla
3 V003
Hinaoui
OV001
4
K007
Dennis
4 V003
Hinaoui
OV002
7
K007
Dennis
De eerste regel registreert het eerste kind (K006) en de eerste opname van de vrouw (OV001.
In de tweede regel wordt de tweede opname toegevoegd (OV002).
In de derde regel wordt het tweede kind toegevoegd (K007).
De vierde regel bevat geen nieuwe informatie, omdat beide opnames en beide kinderen al bekend zijn. (Omdat
Opname-Vrouw en Kind niet gerelateerd zijn, wordt met deze regel ook geen nieuwe combinatie van opname en
kinsd toegevoegd.)
Deze ‘lange’ variant is correct maar verdient niet de voorkeur, in verband met de verwerkingssnelheid.
4 Datavelden
Zie ook hoofdstuk 1 voor informatie over de dataset.
De tabel met de Datavelden wordt geleverd als een aparte spreadsheet in Microsoft Excel-formaat.
Deze tabel specificeert de velden die elke regel van het flat-file-databestand dient te bevatten.
Toelichting kolommen in de tabel Datavelden:
Positie
geeft het nummer van de kolom aan (beginnend bij 1).
Veldnaam de naam waaronder dit veld wordt opgeslagen in het systeem van DT Healthcare Solutions.
Datablok refereert aan de hiërarchische indeling van de dataset (zie 3.1 Opbouw dataset)
PRN dataset nummer
De eerste velden (datablok: flat-file) zijn geen deel van de PRN-dataset, en dienen uitsluitend voor de
geautomatiseerde aanlevering als flat-file.
Voor de overige velden specificeert deze kolom het referentienummer van het betreffende veld in de
PRN-dataset. Hiermee kunt u het veld terugvinden in de referentiedocumentatie.
V, G, K
deze kolommen geven aan of een veld van toepassing is voor Verloskundigen, Gynaecologen of
Kinderartsen, respectievelijk.
Als een veld niet voor u van toepassing is, laat u het leeg (twee opeenvolgende tabtekens).
Verplicht
Geeft aan of een veld verplicht is (voor zover het veld voor uw beroepsgroep van toepassing is , zie
kolommen V, G, K).
Een veld is bovendien alleen verplicht als u het datablok instuurt waarin het zich bevindt.
www.telekom-healthcare.com/nl
Document1 © 2017 DT Healthcare Solutions B.V.
Pagina 19/20
Deutsche Telekom Healthcare | Regulierenring 20 | 3981 LB Bunnik
5 FAQ
Vraag: Mag in één opvoerfile zowel verloskundigen, gynaecologen als kinderarts gegevens zitten?
Antwoordt: Nee, niet zomaar. In principe is één opvoerfile is altijd maar voor één beroepsgroep en voor één
praktijknummer. In overleg is hiervan af te wijken. Het bestand wordt in QMS-xml-formaat omgezet en daar zit maar
één keer de unit in (en de unit is verschillend per beroepsgroep). Ook wordt de VE- /GY/ KA- prefix maar één keer
bepaald en voor het hele bestand toegepast.

Rubriek 3.1.05 Opleiding moet met voorloop nul.

Het BSN moeder om in de schermen de moeder op te zoeken wordt gehaald uit het veld FF.02 Id Vrouw. Zet dus
bijvoorkeur hier het BSN nummer in.

Tijdvelden moeten de format hebben van: 99:99

Er is geen beperking meer op het aantal berichten in een upload bestand.
www.telekom-healthcare.com/nl
Document1 © 2017 DT Healthcare Solutions B.V.
Pagina 20/20
Download