TOELICHTING BIJ DE BEREKENINGSFICHE 2016 Schematische

TOELICHTING BIJ DE BEREKENINGSFICHE 2016
Schematische voorstelling
1/55ste van het geïndexeerd jaarinkomen, minstens leefloon
- patrimoniumkorting (op basis van de marktwaarde)
- gezinskorting (op basis van het aantal personen ten laste)
____________________________________________________________________________________
= AANGEPASTE HUUR (op basis inkomen, gezinssamenstelling en marktwaarde)
OF MINIMALE HUURPRIJS (= ondergrens; indien minimale huurprijs groter is dan aangepaste huurprijs)
OF BASISHUURPRIJS (= bovengrens; indien basishuurprijs kleiner is dan aangepaste huur)
____________________________________________________________________________________
= REËLE HUUR
+ HUURLASTEN
____________________________________________________________________________________
MAANDELIJKS TE BETALEN HUUR
Verduidelijking gebruikte begrippen
De huurprijs wordt berekend op basis van het inkomen, de patrimoniumkorting en het aantal personen ten laste (gezinskorting).
Dat is de aangepaste huur.
Dit resultaat wordt vergeleken en desgevallend begrensd enerzijds door een minimale huurprijs als de aangepaste huur te laag is,
en anderzijds door de basishuurprijs, als de aangepaste huurprijs te hoog is.
Gezinsinkomen:
Voor de huurberekening 2016 wordt het geïndexeerde inkomen
2013 (aanslagjaar 2014) in aanmerking genomen. Het inkomen
(minimum gelijkgesteld aan het leefloon) is de som van
- de aan de personenbelasting onderworpen inkomsten;
- de niet belastbare vervangingsinkomsten van de huurder en
van alle andere personen die met hem in dezelfde woning
samenwonen.
De inkomsten van ongehuwde kinderen die zonder onderbreking
deel hebben uitgemaakt van het gezin en minder dan 25 jaar oud
zijn, worden niet mee in rekening gebracht.
Het inkomen van inwonende ouders en grootouders wordt slechts
voor de helft aangerekend. Het wordt niet aangerekend voor de
familieleden tot de tweede graad die erkend zijn als ernstig
gehandicapt of die ten minste 65 jaar oud zijn.
Indien het geïndexeerde gezinsinkomen lager ligt dan het leefloon,
dan wordt de huurprijs automatisch berekend op het leefloon, dat
samengesteld is naargelang de gezinssamenstelling/gezinssituatie.
Er zijn 3 categorieën van rechthebbenden op leefloon:
1. samenwonende personen →
€ 6.538,91
2. alleenstaanden
→
€ 9.808,37
3. alleenstaande met kinderlast →
€ 13.077,84
(*)
(*)
(*)
(*)
geïndexeerde bedragen van toepassing voor huurprijsberekening 2016.
Patrimoniumkorting:
De patrimoniumkorting is afhankelijk van de marktwaarde.
De marktwaarde van een sociale huurwoning is de huurprijs die voor
een woning van vergelijkbaar type en vergelijkbare leeftijd en met
vergelijkbare onderhoudstoestand in een vergelijkbare omgeving op
de private huurmarkt zou worden betaald.
- Voor woningen met een lagere marktwaarde, die bv. van mindere
kwaliteit zijn of die minder goed gelegen zijn, krijgt de huurder een
grotere patrimoniumkorting.
- Voor woningen met een hogere marktwaarde, die bijvoorbeeld van
betere kwaliteit zijn of die beter gelegen zijn, krijgt de huurder een
kleinere patrimoniumkorting.
Gezinskorting:
Voor iedere persoon ten laste (= kinderen ten laste en personen
met een ernstige handicap), die in de sociale huurwoning
gedomicilieerd is,
wordt een gezinskorting van € 18,00 toegekend.
Een kind ten laste dat tevens ernstig gehandicapt is, krijgt een
gezinskorting van € 36,00.
Er wordt slechts de helft van de korting toegekend voor:
- kinderen (ten laste) die niet gedomicilieerd zijn bij de huurder
maar er wel op regelmatige basis verblijven (bezoekrecht/
co-ouderschap) ;
- kinderen (ten laste) die gedomicilieerd zijn bij de huurder maar
waarvan de andere ouder (met bezoekrecht/co-ouderschap) ook
huurder is van een sociale woning.
Minimale huurprijs:
De ondergrens van de huurprijs in functie van de marktwaarde is de
minimale huurprijs.
Hoe hoger de marktwaarde is, hoe hoger de minimale huurprijs.
De berekende minimale huurprijs wordt ieder jaar geïndexeerd en
opnieuw berekend bij wijziging van de basishuurprijs.
Voor iedere woning is er een minimaal te betalen huurprijs,
ongeacht het inkomen van het gezin.
Basishuurprijs:
De bovengrens van de huurprijs in functie van de marktwaarde is de
basishuurprijs.
Op het ogenblik van het aangaan van een huurovereenkomst wordt
de marktwaarde van de woning, zoals die op dat ogenblik van
kracht is, vastgelegd in de huurovereenkomst.
Die waarde wordt de basishuurprijs genoemd.
De te betalen huurprijs kan nooit hoger liggen dan deze
basishuurprijs.
Huurlasten:
Iedere huurder betaalt maandelijks, bovenop de reële huur, een
bedrag voor de verleende diensten (vergoeding/onderhoud/
verbruik).
Dit bedrag wordt beschouwd als een voorafbetaling.
Het verschil tussen de maandelijkse voorafbetaling en de werkelijke
kost wordt elk jaar afgerekend. Voor eind juni 2016 ontvangt u de
afrekening van de diensten 2015.