FACT SHEET BIJSCHRIFTEN AFBEELDINGEN Vroegmiddeleeuws aardewerk van de wierde van Ezinge Ca. 350-500 na Chr.; opgegraven tussen 1923-1934. Dit drietal aardewerken potten is in het begin van de twintigste eeuw bij opgravingen bij de wierde van Ezinge ontdekt, door de archeoloog Van Giffen, de oprichter van het Biologisch Archeologisch Instituut in Groningen en grondlegger van de huidige Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Ezinge werd al bewoond vanaf de 5de eeuw v.Chr. en is een van de langst bewoonde wierden. Binnen het Odyssee-project werden 15000 vondsten opnieuw bestudeerd. Odyssee-project 7, projectleider Annet Nieuwhof, [email protected] Bruikleen van: Noordelijk Archeologisch Depot, Nuis. Foto: Rijksmuseum van Oudheden. Been en gewei van de terp van Wijnaldum Ca. 400-800 na Chr. ; opgegraven in 1991-1993. Faunaresten van de terp in Wijnaldum wijzen duidelijk op de rol van veeteelt, jacht en visvangst. Een wervel van een steur, een fluit uit de ellepijp van een zwaan en een stemsleutel van een lier uit hertengewei, wijzen op de belangrijke status van sommige bewoners van deze terp Odyssee-project 21, projectleider Wietske Prummel, [email protected] Bruikleen van: Noordelijk Archeologisch Depot, Nuis. Foto: Rijksmuseum van Oudheden. Gereedschap van metaal en hout Ca. 40-275 na Chr. Gereedschap uit de uitrusting van een Romeinse soldaat te Vechten: een koperen kookpot, een boetnaald om visnetten te repareren, een mes, een speerpunt en een houten lepel. Odyssee-project 11, projectleider Rien Polak, [email protected]/[email protected] Bruikleen uit particuliere collectie. Foto: Rijksmuseum van Oudheden. Fact sheet Bijschriften foto’s bij tentoonstelling Bij nader inzien/ Rijksmuseum van Oudheden/2014 Romeinse ruiterhelm 175-200 na Chr. Een rijk versierde ijzeren Romeinse ruiterhelm afkomstig van het castellum te Vechten. Over de top van de helm kronkelt een slang. Odyssee-project 11, projectleider Rien Polak, [email protected]/ [email protected] Bruikleen uit particuliere collectie. Foto: Rijksmuseum van Oudheden. Romeins schrijfgerei 1ste-2de eeuw na Chr. Schrijfgerei uit Romeins Vechten. Dergelijke schrijfstiften werden gebruikt om in was te schrijven, op plankjes. De achterzijde van de schrijfstiften kon gebruikt worden om fouten uit te wissen. Odyssee-project 11, projectleider Rien Polak, [email protected]/ [email protected] Bruikleen uit particuliere collectie. Foto: Rijksmuseum van Oudheden Houten plankje Ca. 300-500 na Chr. Door de uitstekende conserveringsomstandigheden te Ezinge is er veel organisch materiaal bewaard gebleven. Waaronder de houten funderingen van huizen uit de IJzertijd, Romeinse tijd en de Middeleeuwen en dit bat-vormige houten plankje. Mogelijk werd het gebruikt als snijplank. Odyssee-project 7, projectleider Annet Nieuwhof, [email protected] Bruikleen van: Noordelijk Archeologisch Depot, Nuis. Foto: Rijksmuseum van Oudheden. Schelpen en vissenwervel 400-800 na Chr.; opgegraven in 1991-1993 Schelpmateriaal en een vissenwervel afkomstig uit een afvalkuil op de terp van Wijnaldum wijzen op de rijkdom aan voedselbronnen in de omgeving. Odyssee-project 21, projectleider Wietske Prummel, [email protected] Bruikleen van: Noordelijk Archeologisch Depot, Nuis. Foto: Rijksmuseum van Oudheden. Fact sheet Bijschriften foto’s bij tentoonstelling Bij nader inzien/ Rijksmuseum van Oudheden/2014 Mesolithische werktuigen Datering ca. 7000-5000 v.Chr. opgegraven tussen 1971 en 1974. Vuurstenen krabbers, het fragment van een vuurstenen kers, een bijl, stekers en pijlpuntjes afkomstig van het mesolithische kampement. De mesolithische vindplaats bij het Bergumermeer. Odyssee-project 2, Marcel Niekus, [email protected] Bruikleen van: Rijksuniversiteit Groningen/Gronings Instituut voor Archeologie. Foto: Rijksmuseum van Oudheden. Afvalkuil Westerbork 1940-1945; opgegraven in 21ste eeuw. Confronterend materiaal uit de Tweede Wereldoorlog, gevonden in een afvalkuil bij de opgravingen van kamp Westerbork. Odyssee-project 21, projectleiders Ruurd Kok, [email protected], Jan Kolen, [email protected] Bruikleen van: Noordelijk Archeologisch Depot, Nuis. Foto: Rijksmuseum van Oudheden. Valkenburg De Woerd (Zuid Holland) Romeinse vicushuizen, boerderijen en andere gebouwplattegronden direct langs de limes-weg in Preatorium Agrippinae. Valkenburg aan de Rijn is bekend geworden door de grootste en meest gedetailleerde opgravingen van een Romeins fort in Nederland. Door de recente uitwerking van de opgravingen uit de jaren ’70 en ‘80 van de vorige eeuw, is het nu ook de best onderzochte locatie van een nederzetting die bij zo’n fort hoorde: de vicus. De vicus van Valkenburg lag een kilometer ten zuiden van het fort, langs de Rijn. Hier woonden honderden handelaars, ambachtslieden, veteranen en vrouwen en kinderen van de soldaten in lange huizen met diepe achtererven. Een weg verbond het dorp met het fort. In de tweede helft van de eerste eeuw legden rivierschepen er aan om waren te laden en te lossen. Die waren in de eerste plaats bedoeld voor het leger, maar de vicusbewoners zullen er dankbaar gebruik van hebben gemaakt. Odyssee-project 15, projectleider dr. Wouter Vos, [email protected] Reconstructietekening vicus: ©Mikko Kriek Fact sheet Bijschriften foto’s bij tentoonstelling Bij nader inzien/ Rijksmuseum van Oudheden/2014 Romeins Aardenburg (Zeeland) Het karakter van de meest zuidwestelijke vindplaats van Romeins Nederland, Aardenburg in ZeeuwsVlaanderen, heeft a sinds de eerste opgravingen in de jaren ’50 ter discussie gestaan: is het een versterkte stad of een puur militaire structuur die is aangelegd in het kader van de tweede- en derdeeeuwse kustverdediging? De recente analyse van sporen en structuren en vondstmateriaal uit de periode 1955-1988 heeft uiteindelijk uitgewezen dat het om een fort gaat, met een veelbewogen geschiedenis. De eerste aanleg dateert uit circa 170 na Chr., de tijd van Germaanse aanvallen vanuit zee op de kusten van de Romeinse provincies. Het fort is daarna nog herbouwd en versterkt, om rond 245 te worden verwoest. Het werd vijftien jaar later weer opgebouwd, met zware stenen muren en torens. Deze versterking ging tussen 280 en 290 ten onder. Het lijkt erop dat groepen Germanen dit laatste Romeinse steunpunt aan de Zeeuwse kust toen hebben overgenomen. Odyssee-project 20, projectleider: drs. Robert van Dierendonck, Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland, [email protected] Reconstructietekening castellum: ©Mikko Kriek Het openen van de schatkist van Noord-Holland. Enkelgrafcultuur in een getijdegebied: een gevarieerd boerenbestaan Dit onderzoek concentreerde zich op de vindplaatsen van de laatneolithische Enkelgrafcultuur (EGK, circa 2900-2500 v.Chr.) in de Kop van Noord-Holland, waar in de jaren ’70 en ’80 van de 20ste eeuw goed bewaarde resten in nederzettingscontext werden gevonden. Het gaat om unieke informatiebronnen voor Nederland en Europa, die door een breed, multidisciplinair team werden bestudeerd. Het 4500 jaar oude skelet van een man dat in 1990 werd gevonden tussen Hoogwoud en Aartswoud bleek de oudste, min of meer compleet teruggevonden mens van Noord-Holland. Deze Steentijdman wordt door de onderzoekers ‘Cees’ genoemd. Zijn botten zijn zo goed bewaard dat zijn gezicht levensecht kon worden nagemaakt. De reconstructie van Maja d’Hollosy is vanaf 2015 te zien in het Huis van Hilde, het nieuwe archeologiecentrum Noord-Holland, in Castricum. Odyssee-project 4, projectleider: dr. Liesbeth Theunissen, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, [email protected] Foto: Provincie Noord Holland, Huis van Hilde Wrak Aanloop Molengat (Noordzee). Analyse en presentatie van de eerste onderwateropgraving in Nederland. In 1984 werd even ten westen van Texel het wrak ontdekt van een 17de-eeuwse vrachtvaarder. Het werd het object van de eerste wetenschappelijke opgraving onder water in Nederland en alleen daarom al van historische betekenis. Maar ook de bouwwijze en de bijzondere lading vertellen een eigen verhaal. Odyssee-project 31, nadere informatie: Alice Overmeer, [email protected] Foto: RCE Fact sheet Bijschriften foto’s bij tentoonstelling Bij nader inzien/ Rijksmuseum van Oudheden/2014