FACT SHEET KONINGINNEN VAN HET NIEUWE RIJK (1539-1077 V.CHR.) Tentoonstelling ‘Koninginnen van de Nijl’ 18 november 2016 t/m 17 april 2017 Koningin Ahmose Nefertari Ahmose Nefertari (ca. 1562-1494 v.Chr.) was de eerste koningin met de titel ‘Godsgemalin van Amon’. Deze priesterfunctie was de hoogst denkbare maatschappelijke rol voor een vrouw. Ahmose Nefertari trouwde met haar broer, farao Ahmose I, de stichter van het Nieuwe Rijk. Zij kregen minstens vijf kinderen. Toen Ahmose I stierf, volgde hun zoon Amenhotep I zijn vader op. Hij huwde zijn zus: Meritamon. Die stierf echter op jonge leeftijd, waarna Ahmose Nefertari de rol van ‘Grote Koningin’ overnam. Ahmose Nefertari speelde een belangrijke rol bij de overgang van oorlog naar vrede aan het begin van de 18de dynastie. Na haar dood verkreeg zij een goddelijke status en werd zij nog lang door de bevolking vereerd. Mogelijk werd zij wel zeventig jaar oud. Haar oorspronkelijke graf is nooit gevonden. Haar mummie belandde in een bergplaats voor koninklijke mummies in de Thebaanse dodenstad en werd daar in 1871 teruggevonden. Ahmose Nefertari wordt vaak afgebeeld met een zwart gezicht. Die kleur refereert aan de vruchtbare aarde als bron van nieuw leven en is een verwijzing naar de verheerlijkte status van de koningin. Foto: Koningin Ahmose Nefertari; hout, bepleisterd en beschilderd; hoogte 48 cm.; ca. 1200 v.Chr.; uit Deir elMedina (Luxor). Collectie en foto Museo Egizio, Turijn, cat. C. 1369. Koningin Hatsjepsoet Hatsjepsoet (ca. 1508-1458 v.Chr.) was de eerste vrouwelijke farao van het Nieuwe Rijk. Zij regeerde 22 jaar, langer dan enige andere vrouwelijke koning in het oude Egypte. Hatsjepsoet werd zo’n vijftig jaar oud. Ze trouwde met haar halfbroer Thoetmosis II. Hij stierf echter jong. Bij een andere vrouw, Isis, liet hij de zoon Thoetmosis na. Hatsjepsoet werd regentes van dit prinsje, dat als Thoetmosis III op de troon kwam. Na enkele jaren liet zij zichzelf tot farao kronen, waarbij ze zich meestal als mannelijke farao liet afbeelden. Dit zeldzame beeld van roze graniet toont haar echter tegelijkertijd als vrouw èn als koning. Het stond in Hatsjepsoets dodentempel in Thebe (Luxor). Haar stiefzoon Thoetmosis III liet na haar dood al haar beelden kapotslaan en begraven. Millennia later kwam de romp terecht in het Rijksmuseum van Oudheden en het hoofd en het onderstuk in het Metropolitan Museum of Art in New York. In 1998 zijn de delen weer samengevoegd. Sindsdien is het beeld afwisselend te zien in het Metropolitan Museum en het Rijksmuseum van Oudheden, en momenteel in de tentoonstelling ‘Koninginnen van de Nijl’. Koningin Hatsjepsoet; roze graniet; hoogte 1.70 m.; ca. 1460 v.Chr.; uit Luxor. Collectie Rijksmuseum van Oudheden, Leiden, cat. F 1928/9.2 en Metropolitan Museum of Art, New York, nr. 29.3.3; Foto Rijksmuseum van Oudheden. Rijksmuseum van Oudheden, Rapenburg 28, Leiden, www.rmo.nl, facebook.com/Oudheden Koningin Teje Teje (ca. 1395–1345 v.Chr.) was niet van koninklijke afkomst, maar werd toch de koningin van Amenhotep III. Hij trouwde met haar in zijn tweede regeringsjaar, toen hij tussen de elf en dertien jaar oud was. Het koppel kreeg minstens zeven kinderen, waaronder de troonopvolger Amenhotep IV (de latere farao Achnaton). Teje had opmerkelijk veel invloed op haar echtgenoot en werd vaak afgebeeld op koninklijke monumenten. Zij onderhield zelfs haar eigen diplomatieke correspondentie met buitenlandse vorsten. Na de dood van haar echtgenoot bracht Teje haar laatste jaren waarschijnlijk door in de nieuwe hoofdstad Amarna, die gesticht was door haar zoon. Uit onderzoek naar haar mummie bleek dat zij hooguit vijftig jaar oud is geworden. Haar mummie vertoont de neerhangende mondhoeken die zo karakteristiek zijn voor haar gezicht in verschillende beeltenissen. Koningin Teje; kalksteen; hoogte 42 cm., breedte 39 cm.; regeringsperiode van Amenhotep III (ca. 1390-1353 v.Chr.); reliëf uit het graf van de Opzichter van de koninklijke harem, Oeserhat, in Luxor. Collectie en foto Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis, Brussel, cat. nr. E. 2157. Koningin Nefertiti Koningin Nefertiti (1370-1334 v.Chr.) en haar roemruchte echtgenoot farao Achnaton zorgden voor een totale revolutie in de oud-Egyptische kunst, de religie en de politiek. Ze verkondigden het geloof in één god, de zonnegod Aton, en stichtten een nieuwe hoofdstad, Amarna, waar in korte tijd 40.000 Egyptenaren kwamen te wonen. Hun revolutionaire visie op de eeuwenoude Egyptische tradities komt tot uiting in fascinerende nieuwe vormen van kunst, die voor het eerst mensen en hun emoties toonden. Nefertiti was een machtige koningin. Met haar echtgenoot Achnaton kreeg zij zes dochters. Vroeger werd verondersteld dat zij in het twaalfde regeringsjaar van Achnaton plotseling van het toneel verdween. Dit voedde theorieën over een eventuele (onverwachte) dood. In 2012 vond een Vlaams opgravingsteam echter een inscriptie over Nefertiti uit Achnatons zestiende regeringsjaar. Tegenwoordig wordt aangenomen dat Nefertiti na de dood van Achnaton mogelijk zelf farao is geweest. Haar mummie en graf zijn nooit gevonden. Archeoloog Nicholas Reeves meende in 2015 dit graf te hebben gelokaliseerd, dat verborgen zou zijn achter gepleisterde wanden in het graf van Toetanchamon. Tot op heden is niet duidelijk of deze bewering waar is. Dit beroemde portret van koningin Nefertiti is gevonden in Amarna, in het atelier van een beeldhouwer met de naam Thoetmosis. Het is gemaakt van kalksteen en gips en had ingelegde ogen. De kroon heeft een specifieke vorm die alleen Nefertiti droeg. De betekenis of de oorsprong daarvan is niet bekend. Het beeld diende waarschijnlijk als model voor de beeldhouwer. Replica van beschilderd gips; gemaakt tussen 1913 en 1932; origineel in Neues Museum (Berlijn), uit regeringsperiode van farao Achnaton (1353-1336 v.Chr.), gevonden in Amarna. Collectie en foto Rijksmuseum van Oudheden, cat. F 1932/5.1. Koningin Nefertari, de echtgenote van farao Ramses II Het huwelijk tussen koningin Nefertari en farao Ramses II (ca. 1301-1245 v.Chr.) begon waarschijnlijk als een politieke overeenkomst, maar ging over in echte liefde. Ramses trouwde met haar op vijftienjarige leeftijd, tien jaar voor hij de troon besteeg. Nefertari was toen dertien. Ramses liet op monumenten blijken hoeveel hij van haar hield en bezong in teksten haar schoonheid. Ze werd ‘mooi van gezicht’ en ‘godin van charme’ genoemd. Ze woonden in de nieuwe hoofdstad Piramesse in de oostelijke Nijldelta. Naast Nefertari had Ramses II vele andere vrouwen, waarmee hij zo’n honderd kinderen kreeg. Met Nefertari had hij acht kinderen, maar geen van hen leefde lang genoeg om Ramses op te kunnen volgen. Rijksmuseum van Oudheden, Rapenburg 28, Leiden, www.rmo.nl, facebook.com/Oudheden Nefertari begeleidde Ramses II bij diens ceremoniële taken en kreeg al tijdens haar leven een goddelijke status. De Hathortempel bij Aboe Simbel is aan haar opgedragen. Haar graf in het Dal der Koninginnen behoort tot de mooiste graven van het oude Egypte. In de tentoonstelling ‘Koninginnen van de Nijl’ is een zaal geheel aan dit graf gewijd. Wandschilderingen in het graf van Nefertari in het Dal der Koninginnen (Luxor). Foto’s Olaf E. Kaper. Koningin Takhat (ca. 1240-1200 v.Chr.), wandschildering in het graf van haar zoon Amenmesse in het Dal der Koningen Takhat was een dochter van Ramses II, en een belangrijke koningin aan het einde van de 19de dynastie. Haar naam staat in hiërogliefen naast haar portret. Zoals gebruikelijk is bij koninklijke namen is die geschreven in een ‘cartouche’, een ovale ring. Lithografie, ingekleurd met de hand, door de Italiaanse egyptoloog Ippolito Rosellini (1800-1843). Uit de publicatie: Monumenti dell'Egitto e della Nubia (1832 en 1834). Collectie en foto: Rijksmuseum van Oudheden. De koningin van farao Ramses VII (ca. 1138-1131 v.Chr.), wandschildering in diens graf in het Dal der Koningen De naam van deze koningin is niet bekend, maar dat ze een koningin is, is duidelijk te zien aan haar kleding en haar kroon. Ze is hier afgebeeld in de rol van de godin van het koningschap, Weret-hekaoe. Op haar kleding zijn veel meer details weergegeven dan gebruikelijk. Langs de onderzijde hangt franje en ook de stof zelf is versierd. Haar pruik heeft versiering van een rij metalen cobra’s, zoals dat ook soms bij de godin Hathor wordt weergegeven. Lithografie, ingekleurd met de hand, door de Italiaanse egyptoloog Ippolito Rosellini (1800-1843). Uit de publicatie: Monumenti dell'Egitto e della Nubia (1832 en 1834). Collectie en foto: Rijksmuseum van Oudheden. Rijksmuseum van Oudheden, Rapenburg 28, Leiden, www.rmo.nl, facebook.com/Oudheden