Beiaardconcert Sint Tillotoren Izegem Maandag 9 juli 2012 om 20u30 Carl Van Eyndhoven Beiaardier van Tilburg (NL) en Mol 1. Django Bells! Improvisatie over het ‘Hot Club de France’ - repertoire 2. Une jeune Fillette (naar het klavierboek van Vincentius de la Faille 1625) 3. Giovanni Ferretti (1540 - 1609?) - Bon Cacciator Donna crudel 4. Het versteekboek van Hendrick Claes (ca. 1616 - 1633) Improvisatie over liederen en dansen van o.m. Planson, Gastoldi… 5. Giovanni da Palestrina (1525 - 1594) - Vestiva i colli Dies Sanctificatus 6. Oh Cara armonica (Introductie, thema en variaties) (uit: Il Flauto Magico van W.A.Mozart) 7. Dansen - Almande de St Nicolas Passamezzo Bergamaska 8. Swinging bells! Improvisatie over bekende jazz standards Intavolaties en bewerkingen: Carl Van Eyndhoven Fernando Sor (1778 – 1839) Carl Van Eyndhoven (1959) laat zich vooral horen in de beiaardwereld als stadsbeiaardier van Tilburg en Mol. Gecombineerd met zijn liefde voor jazz en Béla Bartók levert dit soms merkwaardige klanken op. Hij gebruikt dan ook graag de term ‘swinging bells’ om zijn programma’s te omschrijven. Hij is diensthoofd onderzoek van het Lemmensinstituut te Leuven. Sinds enkele jaren doet hij doctoraatsonderzoek naar de uitvoeringspraktijk van zeventiende-eeuwse beiaardmuziek in de Zuidelijke Nederlanden. Als voorzitter van de Vlaamse Beiaardvereniging zet hij zich o.m. in voor de bewaring van de beiaardcultuur als immaterieel erfgoed. Toelichting Op de twee hoekdelen na, bestaat het programma bijna volledig uit muziek die in de eerste helft van de zeventiende eeuw te horen was op de beiaarden in de Zuidelijke Nederlanden. Enerzijds levert dat enkele ‘toppers’ op die al in de zestiende eeuw ontstonden, maar nog steeds enorm populair waren (bv. Bonjour mon coeur, Une jeune fillette). Anderzijds treffen we in het versteekboek (een manuscript met bewerkingen voor de beiaardautomaat) van Hendrick Claes een behoorlijk actueel en modieus lied- en dansrepertoire aan van Franse origine (o.a. airs, ballets de cour). Uit onderzoek blijkt dat beiaardiers niet alleen improviseerden over deze muziek, maar dat zij ook intavolaties maakten: zij bewerkten meerstemmige, vocale werken (bv. madrigalen, motetten) voor hun instrument door het aantal stemmen te reduceren en de overblijvende stemmen te diminueren (lange noten in steeds kleinere noten onderverdelen). Deze diminutiepraktijk - die ik in mijn doctoraatsonderzoek tracht te reconstueren - doet op een bijzondere manier denken aan de improvisatiepraktijk door jazzmusici. De Bergamaske, een basostinaat waarover geïmproviseerd werd, toont aan dat de twee hoekdelen veel minder afstaan van de zeventiende eeuw dan men op het eerste zicht zou denken… De variaties van Sor over een thema van Mozart laten op overtuigende wijze horen waar het uiteindelijk om gaat: de melodie!