- Hertalan

advertisement
INSTALLATION MANUEL
01.16.v1
HERTALAN®-RHINOBOND SYSTEEM
Verwerkingsrichtlijnen voor het HERTALAN®-RhinoBond systeem, een systeem met mechanisch
bevestigde HERTALAN® EPDM membranen.
HET HERTALAN-RHINOBOND SYSTEEM
Het systeem bestaat uit de Rhinobond drukverdeelplaatjes (DVP) met een speciale coating voor Hertalan
EPDM en het RhinoBond inductie-apparaat, inclusief koelmagneten:
RhinoBond inductie apparaat
Standaard RhinoBond DVP
RhinoBond koelmagneten (6 st.)
DVP met tules (TreadSafe)
Beschermplaatje tbv
toepassing op smeltbare
ondergronden
TOEPASSING VAN HET SYSTEEM
Het RhinoBond inductiesysteem wordt toegepast in combinatie met Hertalan easy cover membranen
(indien nodig easy cover FR). Door middel van inductie wordt de coating op het DVP verwarmd, waardoor
de coating gaat vloeien. Door de Hertalan op de coating te drukken, wordt er een verbinding met de
hertalan EPDM gemaakt.
Op basis van de windlastberekening voor het object kan de
plaatsing van de DVP’s bepaald worden. De plaatsing
van de DVP’s is onafhankelijk van de overlappen in het
daksysteem. Hierdoor kunnen ze optimaal geplaatst worden
en zijn er vaak minder DVP’s nodig dan bij conventioneel
mechanisch bevestigde systemen het geval is. Voor advies
kunt u contact opnemen met onze buitendienst.
Installation Manual
1/3
IM-nl/HERTALAN®-RhinoBond/07.01.16.v1
Indien er isolatieplaten (nieuwbouw of na-isolatie) geplaatst worden dient er rekening gehouden te
worden met de voorschriften van de fabrikant tav de werkparkers. Werkparkers en RhinoBond DVP’s
kunnen gecombineerd worden waardoor er minder bevestigers ingezet hoeven te worden.
Het RhinoBond systeem kan niet direct toegepast worden op metaal ondergronden, zoals aluminium
gecacheerde isolatieplaten. De werking van de inductieapparatuur wordt hierdoor verstoord. Dit kan
verholpen worden door het plaatsen van minimaal 40 mm isolatie met een geschikt oppervlak.
Bij de toepassing van het RhinoBond systeem op smeltbare ondergronden zoals EPS isolatie dient een
beschermplaatje tussen de DVP en de ondergrond geplaatst te worden. Dit om insmelting van de
ondergrond te voorkomen waardoor er speling tussen DVP en ondergrond kan ontstaan.
PLAATSEN VAN DE BEVESTIGERS
Aan de hand van de windlastberekening en de voorschriften van de isolatiefabrikant wordt een patroon
voor de DVP’s vastgesteld. Hierbij uiteraard ook rekening houdend met de onderconstructie. Maximale
afstand tussen DVP’s is 60 cm.
Teken het patroon uit
op het dakvlak
Breng de DVP’s aan volgens
het patroon
Indien nodig inclusief het
beschermplaatje
Zorg dat de bovenkant van de DVP’s schoon en droog blijven teneinde een optimale verbinding te
kunnen maken.
PLAATSEN VAN HET MEMBRAAN
Voordat begonnen wordt met het inductielassen van het Hertalan membraan aan de DVP’s, moet de
machine-instelling aangepast worden aan de (weers-)omstandigheden. Hiertoe wordt met een los stuk
Hertalan EPDM een serie proeflassen gemaakt met verschillende energieniveaus. Deze worden handmatig
en optisch beoordeeld.
Lees hiertoe ten alle tijden eerst de handleiding van het RhinoBond inductie apparaat.
Installation Manual
2/3
IM-nl/HERTALAN®-RhinoBond/07.01.16.v1
Haal het membraan
uit de verpakking
Positioneer het membraan
en rol het uit.
Vouw het membraan
volledig uit
Voor het gaan werken met het RhinoBond inductie apparaat, eerst de handleiding van het apparaat lezen.
Las het EPDM membraan op de DVP’s met het RhinoBond inductie-apparaat (6 plaatjes/min netto).
Positioneer het RhinoBond inductie-apparaat, boven
een DVP, op de EPDM folie.
Aktiveer het RhinoBond inductie-apparaat (druk op
knop). Na 5 seconden geeft apparaat geluidssignaal.
Verplaats apparaat (naar de volgende DVP) en plaats
direct de koelmagneet op de EPDM folie ter plaatse van
de eerste DVP, zodat de Hertalan EPDM op de
gesmolten coating wordt gedrukt. Door het afkoelen en de druk van de magneet ontstaat dan de
verbinding.
Na ca. 1 minuut kan de koelmagneet verwijderd worden om op een volgende bevestiger te gebruiken.
Minimaal 6 koelmagneten zijn nodig om ononderbroken te kunnen doorwerken.
Herhaal dit tot alle RhinoBond bevestigers met het
Hertalan membraan verbonden zijn.
AFWERKING EN DETAILS ALS OP ELK ANDER DAK MET HERTALAN MEMBRANEN
De naadverbinding tussen de membranen kan met kleefstoffen (ks137 en ks96) of met easy weld
naadband gerealiseerd worden.
Kim- en randfixatie wordt uitgevoerd met ks205 of ks137.
Details worden zo veel mogelijk afgewerkt met prefab details als hoeken, HWA’s, en manchetten.
Lees hiervoor de algemene Hertalan verwerkingsrichtlijnen.
Installation Manual
3/3
IM-nl/HERTALAN®-RhinoBond/07.01.16.v1
Download