geschiedenis datum - Het Examenbureau Suriname

advertisement
MINISTERIE VAN ONDERWIJS,
WETENSCHAP EN CULTUUR
UNIFORM HEREXAMEN VWO 2015
VAK: GESCHIEDENIS
DATUM: VRIJDAG 24 JULI 2015
TIJD: 10.45-12.45 UUR
N.B. DEZE TAAK BESTAAT UIT 7 OPDRACHTEN OP 6 PAGINA’S.
CONTROLEER ZORGVULDIG OF ALLE PAGINA’S IN DE GOEDE VOLGORDE AANWEZIG ZIJN. NEEM
IN GEVAL VAN EEN AFWIJKING ONMIDDELLIJK CONTACT OP MET EEN SURVEILLANT.
Modelantwoorden zijn richtinggevend. Andere antwoorden van gelijke strekking zijn ook goed te rekenen. In geval van twijfel (bij
grote afwijkingen van het correctiemodel) kan een bespreking met minstens één lid van de opstellingscommissie plaatsvinden.
Soms kan een bepaalde formulering een heel ander antwoord mogelijk maken dan de opstellers hadden voorzien.
I.
(2)
(4)
(4)
De typisch Europese expansie, die aan het eind van de 19e eeuw haar hoogtepunt
bereikte, begon reeds in de 15e eeuw. Nauwkeurig bekeken is het, het economisch
aspect van het 19de eeuwse imperialisme dat zich in hoofdzaak onderscheidt van
vroegere vormen van imperialisme.
1. Noem twee (2) imperia op in de Amerika’s die vóór de 15e eeuw bestonden.
Het Azteekse rijk / Inca rijk / Maya rijk.
2. Verklaar van welke imperialistische theorie er sprake was in de oudheid.
Klassiek politieke imperialistisme theorie, omdat het doel hiervan was uitbreiding van
het grondgebied buiten de eigen grenzen om een wereldrijk te vestigen.
3. Welke economische uitingsvorm van het imperialisme komt thans nog voor?
Thans zijn het multinationals die hun dochterondernemingen vestigen in de
derdewereldlanden om zoveel mogelijk winsten te maken / Het verstrekken van
leningen tegen een “zachte” rente aan derdewereldlanden.
II.
Tussen 1870 en 1914 werden grote delen van Afrika en Azië door Europese landen
gekoloniseerd. Deze onderwerping leidde uiteindelijk tot veranderingen op politiek,
economisch, sociaal als cultureel gebied in de traditionele samenlevingen.
(2)
1. Hoe wordt de fase van imperialisme tussen 1870-1914 ook wel genoemd?
De fase van het Moderne imperialisme.
2. Wat beoogden de Europeanen op cultureel gebied met het imperialisme?
Bij de Europeanen leefde de gedachte dat zij de taak hadden de blanke beschaving
over de hele wereld uit te dragen (The White Mans Burden) .
3. Geef aan welke twee (2) negatieve sociale gevolgen het imperialisme had voor de
koloniale volkeren op lang termijn.
Etnische of andere saamhorigheidsbanden werden verbroken / Afname van de
bevolking / De introductie van Europese ziekten / Gedwongen migratie.
(4)
(4)
Page 1 of 6
De opkomst van het nationalisme in Indonesië
In Indonesië was het nationalisme al vroeg tot ontwikkeling gekomen, met name op Java dat
grotendeels onder direct Nederlands gezag stond. Op Java, waar driekwart van de Indonesische
bevolking leefde, vormde vooral de Islam een goede voedingsbodem voor de ontwikkeling van
het nationalisme. De Nederlandse regering was nogal beducht voor de sociaal-religieuze ideeën
van de Sarekat Islam, een beweging die in 1912 werd opgericht. De Islamoloog Snouck
Hurgronje adviseerde de beweging om het Nederlands onderwijs te stimuleren. Hierdoor
kwamen de Indonesische jongeren in aanraking met westerse ideeën.
De Eerste Wereldoorlog en de Russische revolutie lieten ook hun sporen na in Nederlands-Indië.
Ten eerste werd in 1918 een Volksraad ingesteld, die de bevolking de gelegenheid bood een
adviserende stem te laten horen. Ten tweede werd in 1920 de Indonesische Communistische
Partij (PKI) opgericht. Spanningen tussen de Sarekat Islam en de PKI verzwakten het
opkomende nationalisme, maar het gevolg was dat de bestaande aspiraties een meer politiek
karakter kreeg. Zo werd in 1927 de Indonesische Nationalistische Partij (PNI) opgericht met
Soekarno als leider. De Japanse bezetting van Nederlands-Indië tijdens de Tweede Wereldoorlog
in 1942 leidde tot verdeelde gevoelens onder de nationalisten. Deze verdeeldheid werd mede in
de hand gewerkt door de verschillende beleidslijnen van de Japanse autoriteiten. Zo was het
ministerie van Buitenlandse Zaken in Tokio bereid om Indonesië enige mate van autonomie te
geven.
Het Japanse leger zag Indonesië echter als een wingewest en voerde een harde bezettingspolitiek,
die vooral op het platteland voor grote ellende zorgde. Hierdoor groeide het anti-Japanse verzet,
waarin de nationalistische leider Sutan Sjahrir een belangrijke rol speelde. Een nieuwe
maatschappelijke factor die in deze tijd ontstond waren de pemudas, leden van veelal linkse
jongerenorganisaties. Zij vormden de schakel tussen het stedelijke radicalisme en het platteland.
Het waren deze pemudas die Sukarno en Hatta op 11 augustus 1945, twee dagen na de Japanse
capitulatie, dwongen de Republiek Indonesië uit te roepen. Beide leiders hadden deze stap niet
willen doen zonder overleg met de nog aanwezige Japanse aanwezige autoriteiten, aangezien ze
samen met hen de onafhankelijkheid hadden voorbereid.
De Nederlandse regering besloot in 1947 twee “politionele akties” uit te voeren die in feite
grootscheepse militaire operaties behelsden. De militaire successen werden echter op politiek
Page 2 of 6
vlak tenietgedaan. Nederland werd veroordeeld in de Verenigde Naties en door de Verenigde
Staten onder druk gezet om tot een vreedzame oplossing te komen. Belangrijk in dit verband was
dat de PKI in 1948 een slecht voorbereide poging tot staatsgreep deed. Doordat Sukarno deze
poging wist te verijdelen, kon hij op de gunst van de Amerikanen rekenen. Tenslotte maakte de
Ronde Tafel Conferentie te Den Haag in 1949 een eind aan het Nederlands-Indonesische geschil.
Nederland erkende Indonesië’s onafhankelijkheid.
Toch zorgden de Nederlanders nog voor een “tijdbom”, die overigens in hun eigen gezicht zou
ontploffen. De Indonesiërs hadden gedacht dat het grondgebied van Indonesië gelijk zou zijn aan
dat van het vroegere Nederlands-Indië. De Nederlanders behielden echter westelijk NieuwGuinea, onder het motief dat de bevolking van dat eiland geen Indonesische bevolking was.
Opnieuw oefende de Verenigde Staten druk uit op Nederland en in 1962 stonden de
Nederlanders ook westelijk Nieuw-Guinea af.
P.A.J Calje en J.C. den Hollander; De Nieuwste Geschiedenis, overzicht van de algemene contemporaine
geschiedenis vanaf 1870 tot heden;1996: blz: 423-427 (bewerkt)
III.
Tekstinhoudelijke vragen
(2)
1. Noem twee (2) redenen op waarom het Indonesisch nationalisme vrij vroeg opkwam in
Java.
Met name Java stond grotendeels onder direct Nederlands gezag / Op Java leefde
driekwart van de Indonesische bevolking.
2. Waaruit blijkt dat het opkomende Indonesische nationalisme een religieuze
achtergrond had?
De Islam was een goede voedingsbodem voor de ontwikkeling van het nationalisme.
3. Op welke wijze heeft het Nederlands onderwijs het nationalisme in Indonesië nog meer
gestimuleerd?
De Indonesische jongeren kwamen in aanraking met westerse ideeën.
4. Welke twee (2) externe factoren hebben het nationalisme in Indonesië eveneens doen
versnellen?
De Eerste Wereldoorlog / De Russische revolutie.
5. Toon aan de hand van één (1) interne en één (1) externe oorzaak waarom het
nationalisme gaandeweg verzwakte.
Intern: Er ontstonden spanningen tussen de Sarekat Islam en de PKI.
Extern: De Japanse bezetting van Nederlands-Indië tijdens de Tweede Wereldoorlog in
1942 leidde tot verdeelde gevoelens onder de nationalisten.
(2)
(2)
(2)
(2)
Page 3 of 6
(2)
(2)
(2)
(2)
(2)
6. Waardoor groeide het anti-Japans verzet in Indonesië?
Het Japanse leger zag Indonesië echter als een wingewest en voerde een harde
bezettingspolitiek, die vooral op het platteland zorgde voor grote ellende.
7. Geef aan waarom de pemudas voorstanders waren van de onafhankelijkheid van
Indonesië.
Zij vormden de schakel tussen het stedelijke radicalisme en het platteland.
8. Waarom besloot Nederland in 1947 tot “politionele acties” over te gaan?
Het waren deze pemudas die Sukarno en Hatta op 11 augustus 1945 dwongen, twee
dagen na de Japanse overgave, de Republiek Indonesië uit te roepen.
9. Om welke twee (2) redenen leed Nederland gezichtsverlies als gevolg van de
“politionele acties”?
Nederland werd veroordeeld in de Verenigde Naties / Nederland werd door de
Verenigde Staten onder druk gezet om tot een vreedzame oplossing te komen.
10. Toon aan dat Nederland voor een “tijdbom” zorgde na de onafhankelijkheid van
Indonesië.
De Nederlanders behielden echter westelijk Nieuw-Guinea, onder het motief dat de
bevolking van dat eiland geen Indonesische bevolking was.
IV.
Tekstgerelateerde vragen
(2)
1. Geef aan van welke fase van het imperialisme er sprake is in de tekst.
Het imperialisme tussen de Wereldoorlogen of het imperialisme tijdens het
Interbellum
2. In welk politiek opzicht verschilde de opkomst van het nationalisme in Europa met het
nationalisme in de koloniën?
In Europa werd het accent gelegd op de staatsgrenzen en de maatschappijvorm die
men binnen de staat wilde vestigen terwijl het nationalisme in de koloniën streefde
naar onafhankelijkheid en ontwikkeling.
3. Toon aan hoe Indonesië van een land met een hoge sociaal-economische structuur
degradeerde tot een Hollandse plantage.
Door de invoering van het cultuurstelsel werden de Indonesiërs gedwongen om
bepaalde handelsgewassen te verbouwen en zelfs tegen wettelijke verplichtingen
goedkoop te verkopen aan de Nederlanders.
4. Hoe is het te verklaren dat de binnenlandse handel in Indonesië in de 18e eeuw
eveneens achteruitging?
De Chinezen werden ingezet als tussenhandelaren waardoor de huisnijverheid
achteruitging evenals de handel die opkwam buiten de landbouwsector.
5. Noem twee (2) koloniale instituten op die de sociaal-economische structuur van de
indianen in Latijns-Amerika hebben vernietigd.
(4)
(4)
(4)
(2)
Page 4 of 6
(4)
(2)
Het Ecomienda systeem / Het Repartimiento systeem.
6. Welk landbouwsysteem pasten de indianen in Latijns-Amerika toe om te overleven?
Het “slash and burn” systeem.
7. Op welke manier bleef Nederland na de onafhankelijkheid invloed uitoefenen op
Suriname?
Het verstrekken van ontwikkelingshulp onder Nederlandse voorwaarden.
V.
In de eerste helft van de 20e eeuw kwamen vele onderworpen volkeren in verzet
tegen de Europese overheersing. De aanpak en verloop van het verzet verschilde per
land. Ook al hebben de landen al dan niet verschillende fasen van het verzet
doorlopen, het doel was gericht op het verkrijgen van de onafhankelijkheid.
(2)
1. Noem één (1) overéénkomst op van het nationalistisch verzet in Mexico en Kongo.
Zowel in Mexico als in Kongo was er sprake van massaverzet.
2. Leg uit waarom gesteld kan worden dat de kolonisator zelf het
bourgeois-nationalisme tot ontwikkeling heeft gebracht in bepaalde koloniën.
De bourgeois-nationalisten bestonden voor een groot deel uit een groep intellectuelen
die hoger onderwijs hadden genoten in Europa en hierdoor in aanraking kwamen met
ideeën als democratie, zelfbestuur, zelfbeschikkingsrecht, gelijkheid en deze opeisten
na hun terugkeer.
3. Welke invloed heeft de Japans-Russische oorlog gehad op het nationalisme in de
koloniën?
Tijdens de Japans-Russische oorlog werd voor het eerst een blank volk verslagen
door een gekleurd volk. Hierdoor werd voor de koloniale bevolking duidelijk dat de
Europeanen niet onoverwinnelijk waren. Het moedigde ze aan om zich te verzetten
tegen de overheerser.
(4)
(4)
VI.
Latijns-Amerika heeft lange tijd na de onafhankelijkheid geprobeerd om de
economische ontwikkeling op gang te brengen door middel van importsubstitutie of
door buitenlandse interventie van de VS.
(4)
1. Noem één (1) reden op waarom in Latijns-Amerika de importsubstitutie gedoemd was
te mislukken.
Doordat de fase van productie van kapitaalgoederen niet bereikt was, werd dan weer
gezorgd voor import. Er was een kleine markt, geen afzetgebieden en allen
produceerden hetzelfde.
Page 5 of 6
(4)
(2)
2. Leg uit waarom er in grote delen van Latijns-Amerika een anti-Amerikaanse houding
bestaat onder de bevolking.
De VS wordt geassocieerd met de rol van multinationals, het verlengstuk van
dictatoriale regiems, bemoeienis van de C.I.A. in de binnenlandse aangelegenheden
van de Latijns-Amerikaanse landen.
3. Welke politieke strategie heeft de VS in Latijns-Amerika toegepast om het antiAmerikanisme de kop in te drukken?
De VS kwam o.a met het politiek programma “The Alliance for Progress”.
VII.
Na de Tweede Wereldoorlog werden de meeste derdewereldlanden geconfronteerd
met een reeks van revoluties die voor veranderingen moesten zorgen op
verschillende gebieden. De reactie van de imperialistische mogendheden op iedere
revolutie was verschillend.
(4)
1. Motiveer welke type revolutie van toepassing was op Tanzania.
Nationalistisch-reformistische revoluties: de bestaande instituties werden niet
vernietigd om nieuwe te creëren maar ze werden gewoon gereformeerd.
2. Vergelijk de ontwikkelingsmodellen van Kenia en Mozambique aan de hand van
a. de rol van het buitenland
b. de sociale veranderingen
a. Kenia voerde een sterk pro-westers georiënteerd beleid en de nationale
economie werd gedomineerd door de Europeanen terwijl Portugal in Mozambique,
met een revolutie kwam die een eind bracht aan de bevrijdingsstrijd en na de
onafhankelijkheid werd de zwakke economie verder ontwricht door de massale
exodus van de Europeanen.
b. In Kenia is er sprake geweest van een groeiende zwarte middenklasse, maar voor
het hele volk was er geen sprake van ontwikkeling terwijl in Mozambique er gratis
sociale voorzieningen waren als scholen en gezondheidszorg voor het hele volk.
(2)
(2)
Cijfer = (score +10) : 10= 10
Page 6 of 6
Download