Van traditioneel ontwerpproces naar Systems Engineering

advertisement
Van traditioneel ontwerpproces naar
Systems Engineering
Een onderzoek naar het verminderen van knelpunten in de planstudiefase van infrastructuur
projecten doormiddel van verificatiematrices volgens Systems Engineering
Dhr. P. Smit
Bachelor Scriptie
December 2010
Colofon
Titel
Van traditioneel ontwerpproces naar Systems Engineering
Een onderzoek naar het verminderen van knelpunten in de planstudiefase
van infrastructuur projecten doormiddel van verificatiematrices volgens
Systems Engineering
Plaats en datum
Stageperiode
Omvang
Bijlagen
Status
Enschede, 9 december 2010
mei - november 2010
33 pagina’s (exclusief bijlagen)
5
Definitief
Auteur
Studentnummer
E-mailadres
P. Smit
0155438
[email protected]
Begeleiders
ing. J.M. Kruitwagen
Provincie Overijssel
ir. A.T.A.P. Adriaansen
Tauw
Eerste corrector
Dr. ir. R.S. de Graaf
Universiteit Twente
Tweede corrector
Drs. J.L.M. Schretlen
Universiteit Twente
Organisaties
Provincie Overijssel
Afdeling Wegen en Kanalen Projecten (WKP)
Luttenbergstraat 2
Postbus 10087
8012 EE
Zwolle
Tauw
Sector Civiel
Handelskade 11
Postbus 133
7400 AC
Deventer
Universiteit Twente
Faculteit: Construerende Technische Wetenschappen
Opleiding: Civiele Techniek
Postbus 217
7500 AE
Enschede
2
Samenvatting
Het doel van dit onderzoek was om te inventariseren wat de belangrijkste knelpunten waren binnen
het proces van de traditionele planstudiefase van projecten zoals de N34 en of een verbetervoorstel
op basis van Systems Engineering deze knelpunten kon verminderen. De N34 is een provinciale weg
tussen Coevorden en Hardenberg die opnieuw zal worden ingericht als een zogenaamde stroomweg.
De provincie Overijssel is de opdrachtgever van het project en een combinatie van ingenieursbureaus
Tauw en Goudappel Coffeng de opdrachtnemers. Het onderzoek is bij beide organisaties uitgevoerd
en bestond uit een inventarisatieonderdeel en een implementatieonderdeel.
In het inventarisatieonderdeel werden interviews en enquêtes afgenomen met specialisten en
projectleiders van de provincie Overijssel en de combinatie van Tauw/Goudappel Coffeng. Uit dit
onderdeel kwamen de volgende vier hoofdknelpunten naar voren:
1. Raakvlakken tussen specialisten: de planstudiefase vergde intensieve samenwerking tussen
verschillende disciplines, maar de specialisten werkten geregeld langs elkaar heen.
2. Structurering van informatie: informatie over het project werd onvoldoende gestructureerd,
waardoor belangrijke informatie soms maar deels werd meegenomen bij beslissingen.
3. Interpretatie van de vraagspecificatie: door het impliciete karakter van de vraagspecificatie was
het moeilijk voor opdrachtgever en opdrachtnemer om af te stemmen wat men werkelijk van
elkaar verwachtte, dat leidde ondermeer tot onnodige ontwerpherzieningen.
4. Moeilijke herleidbaarheid van eisen: de eisen die werden gesteld aan een te ontwerpen weg of
een te ontwikkelen rapportage waren veelal moeilijk herleidbaar.
De methode Systems Engineering was gekozen om de ondervonden knelpunten te verminderen.
Systems Engineering is een specificatie- en ontwerpmethode die sinds de jaren negentig haar opmars
maakt in de Nederlandse bouw- en infrastructuurwereld. Systems Engineering speelt in op het
beheersbaar, gestructureerd en transparant maken van complexe projecten.
De ondervonden knelpunten uit het inventarisatieonderzoek hadden voornamelijk betrekking op het
structureren en beheren van informatie over het project en tussen de disciplines. Binnen Systems
Engineering wordt het structureren en beheren van informatie vormgegeven door verificatiematrices
gevuld met eisen die samen de oplossingsruimte bepalen en afspraken vastleggen. Als
verbetervoorstel is daarom gekozen voor deze oplossing. Binnen het implementatieonderdeel is er
eerst een format voor een verificatiematrix ontwikkeld en onderbouwd op basis van de theorie van
Systems Engineering. Daarna is het verbetervoorstel toegepast voor een aspect van het project N34.
De uitgangspunten voor het implementatieonderdeel waren het vinden van een goede balans tussen
de theorie van Systems Engineering en de functionele toepasbaarheid voor in de praktijk.
De resultaten van het implementatieonderzoek waren dat de toepassing van het verbetervoorstel de
ondervonden knelpunten in het proces van de planstudiefase van de N34 grotendeels konden
verminderen. De projectinformatie was beter gestructureerd en de behoefte van belanghebbenden
kon explicieter worden overgebracht. Daarnaast waren de eisen (beter) herleidbaar naar bronnen en
bovenliggende en onderliggende eisen én specialisten konden elkaar beter onderling een expliciete
‘deelopdracht’ meegeven. Door de vermindering van de hoofdknelpunten wordt verwacht dat het
proces van de planstudiefase in de toekomst minder te maken zal hebben met o.a. vertragingen en
budgetoverschrijdingen. Dat de knelpunten niet in het geheel werden verminderd, werd veroorzaakt
door afwegingen die zijn gedaan aan het verbetervoorstel om de balans met de praktische
toepasbaarheid te behouden. De afwegingen zijn mogelijk van tijdelijke aard. De aanbevelingen voor
de provincie Overijssel en Tauw/Goudappel Coffeng waren vooral gericht op de toekomst. Daarbij
was aandacht voor het ontwikkelen van één technische taal voor Systems Engineering, waarbij
kennis en ervaring uitwisselbaar en toepasbaar zal zijn voor toekomstige projecten.
3
Voorwoord
Na een interessant project op de universiteit waarbij gebruik werd gemaakt van de Systems
Engineering methodiek, sprak een bachelor opdracht rondom dit onderwerp mij erg aan. Mede door
deze interesse ben ik uiteindelijk terecht gekomen bij de provincie Overijssel en Tauw, waar ik een
onderzoek heb mogen uitvoeren over de implementatie van Systems Engineering rondom het
project van de herinrichting van de N34. Het komt niet vaak voor dat bij twee verschillende
organisaties een bachelor opdracht wordt uitgevoerd. Dit maakte de stage voor mij extra interessant,
maar soms ook complex.
Deze scriptie is de uitkomst van vijf maanden hard werken. Het was een interessante tijd waarin ik
veel heb geleerd en veel ervaring heb opgedaan. Er zaten af en toe wat hobbels op de weg, maar
uiteindelijk zijn deze overwonnen en presenteer ik met trots mijn scriptie.
Graag wil ik enkele mensen bedanken die belangrijk waren tijdens de uitvoer van de opdracht.
Allereerst wil ik Joost Kruitwagen van de provincie Overijssel en Rogier Adriaansen van Tauw
bedanken voor hun begeleiding en de vele interessante gesprekken die we onderling hebben gehad.
Zij hebben mij verder geholpen op momenten dat ik even vastzat en zij hebben mij inzicht gegeven
om dingen van verschillende kanten te belichten. Daarnaast hebben zij mij een kijkje gegeven in de
wereld van de civiele techniek en hebben mij daardoor ook op een breder terrein kennis bijgebracht.
Daarnaast wil ik projectleider Maurice Lunenborg van de N34 bedanken voor tevens de vele
interessante gesprekken en zijn hulp bij het onderzoek. Ook wil ik mijn voormalige collega’s van de
provincie Overijssel en Tauw bedanken voor hun gezelligheid, de koffieronden en de medewerking
aan het onderzoek. Vanuit de universiteit wil ik dhr. De Graaf bedanken voor zijn begeleiding, zijn
advies en goede terugkoppeling. Tot slot wil ik bepaalde mensen in mijn persoonlijke omgeving
bedanken, namelijk mijn ouders en vrienden voor hun interesse en mijn vriendin Roos voor haar
steun en geduld.
4
Inhoudsopgave
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Inleiding .................................................................................................................................................... 6
1.1.
Aanleiding ....................................................................................................................................... 6
1.2.
Doelstelling ..................................................................................................................................... 6
1.3.
Vraagstelling ................................................................................................................................... 7
1.4.
Leeswijzer ....................................................................................................................................... 7
Achtergrond Informatie ............................................................................................................................. 8
2.1.
Planstudiefase ................................................................................................................................ 8
2.2.
Systems Engineering ...................................................................................................................... 8
2.3.
Deelconclusie en relevantie voor onderzoek ................................................................................ 13
Inventarisatie traditionele planstudiefase ............................................................................................... 14
3.1.
Methode ........................................................................................................................................ 14
3.2.
Resultaten inventarisatieronden ................................................................................................... 16
3.3.
Typologieën .................................................................................................................................. 17
3.4.
Deelconclusie................................................................................................................................ 19
Theorie verbetervoorstel......................................................................................................................... 21
4.1.
Methode ........................................................................................................................................ 21
4.2.
Omschrijving verbetervoorstel ...................................................................................................... 21
4.3.
Theoretische onderbouwing .......................................................................................................... 22
4.4.
Deelconclusie................................................................................................................................ 25
Toepassing verbetervoorstel .................................................................................................................. 26
5.1.
Methode ........................................................................................................................................ 26
5.2.
Kernpunten voor het opstellen van een specificatie ..................................................................... 26
5.3.
Verantwoording werkwijze ............................................................................................................ 27
5.4.
Deelconclusie................................................................................................................................ 29
Aanbevelingen voor organisaties ........................................................................................................... 30
6.1.
Standaardisatie van definities en werkwijzen ............................................................................... 30
6.2.
Overnemen van verbetervoorstel .................................................................................................. 31
6.3.
Informatiepunten, kennisverspreiding en draagvlak ..................................................................... 32
6.4.
Deelconclusie................................................................................................................................ 32
Conclusies .............................................................................................................................................. 33
Referenties .................................................................................................................................................... 35
5
1. Inleiding
1.1.
Aanleiding
Overheden zoals Rijkswaterstaat meten zich de laatste tien jaar een andere rol als opdrachtgever
aan. Ze nemen meer afstand van het te ontwikkelen product en verwachten een actievere rol van de
opdrachtnemer. Daarnaast worden de infrastructuur- en bouwprojecten complexer, doordat steeds
meer aspecten bij de projecten worden betrokken en er een toename is van eisen vanuit
belanghebbenden. De ontwikkelingen hebben tot gevolg dat grote infrastructuur- en bouwprojecten
moeilijker beheersbaar worden voor zowel opdrachtgever als opdrachtnemer. Dit heeft weer invloed
op de kwaliteit van het te ontwikkelen product en het proces daarvan. Mede door deze
ontwikkelingen lopen projecten vertragingen op, blijven niet binnen het vastgestelde budget of
sluiten niet aan op het verwachtingspatroon van de belanghebbenden. Dit vormt een belangrijke
problematiek binnen de Nederlandse bouwwereld. De ontwikkelingen van een terugtredende
overheid en complexer wordende projecten zijn voornamelijk externe invloeden op het proces van
projecten. Het is echter onduidelijk welke knelpunten binnen het proces van de projecten de
problemen van vertragingen, kostenoverschrijdingen en kwaliteitseisen veroorzaken.
Het project omvorming N34 is een voorbeeld van een complex en multidisciplinair project. De N34 is
een provinciale weg tussen Coevorden en Hardenberg en vervult een belangrijke functie voor de
ontsluiting van het noordoosten van de provincie Overijssel en het zuidoosten van de provincie
Drenthe. De provincie Overijssel wil de N34 inrichten als een stroomweg, waar veilig met 100 km per
uur gereden kan worden. Bij een zogenaamde stroomweg kan het autoverkeer goed doorrijden
zonder dat er vertragingen optreden door bijvoorbeeld de aanwezigheid van uitritten of rotondes en
verkeerslichten. In de huidige situatie zijn er veel gelijkvloerse kruisingen (verkeerslichten) en
uitritten van woningen aanwezig. Het project bevindt zich momenteel in de planstudiefase, wat
onderdeel is van het MIT-traject voor grote infrastructuurprojecten.
Provincie Overijssel is de opdrachtgever van het project en een combinatie van ingenieursbureaus
Tauw en Goudappel Coffeng (hierna te benoemen: de combinatie) de opdrachtnemer. Zowel de
provincie Overijssel als de combinatie hebben ervaring met vergelijkbare infrastructuurprojecten en
ondervinden de genoemde problemen van vertragingen, kostenoverschrijdingen en discussies over
kwaliteit. Het project van de N34 is daarmee een duidelijke illustratie van de maatschappelijke
ontwikkelingen in Nederland van het laatste decennia. Provincie Overijssel en de combinatie geven
aan dat er knelpunten zijn binnen het proces van de planstudiefase waardoor projecten worden
geconfronteerd met de genoemde problemen, maar wat deze knelpunten zijn is nog onduidelijk. Om
de beheersbaarheid van het project te vergroten en de problemen te verminderen hebben de
provincie Overijssel en de combinatie gekozen voor de methode Systems Engineering. Systems
Engineering is een gestructureerde specificatie- en ontwerpmethode die sinds de jaren negentig
professioneel wordt toegepast in Nederland. Dit onderzoek is er op gericht om te onderzoeken wat
de knelpunten zijn waar de planstudiefase van projecten zoals de N34 mee worden geconfronteerd
en of de implementatie van Systems Engineering deze knelpunten kan verminderen.
1.2.
Doelstelling
Het doel van dit onderzoek is om te inventariseren wat de belangrijkste knelpunten zijn binnen het
proces van planstudiefase van projecten zoals de N34 en of een verbetervoorstel op basis van
Systems Engineering de belangrijkste knelpunten kan verminderen.
6
1.3.
Vraagstelling
Hoofdvraag:
Wat zijn de belangrijkste knelpunten binnen het proces van de planstudiefase van projecten
vergelijkbaar met de N34 en hoe kan de implementatie van Systems Engineering deze
knelpunten verminderen?
Deelvragen:
1. Wat zijn de belangrijkste kenmerken van Systems Engineering, hoe werkt de methode en
welke rol speelt Systems Engineering binnen Nederland?
2. Wat zijn de belangrijkste knelpunten binnen het proces van de planstudiefase van projecten
vergelijkbaar met de N34 en wat zijn de oorzaken en gevolgen hiervan?
3. Hoe zou een verbetervoorstel op basis van de theorie van Systems Engineering kunnen
worden vormgegeven om de belangrijkste knelpunten in de planstudiefase te verminderen?
4. Hoe zou het verbetervoorstel kunnen worden toegepast voor het project N34 en welke
afwegingen en problemen komen daarbij kijken?
5. Kan de toepassing van het verbetervoorstel de belangrijkste knelpunten in de planstudiefase
verminderen?
6. Welke aanpassingen dienen te worden doorgevoerd bij de provincie Overijssel en de
combinatie om de implementatie haalbaar te maken?
1.4.
Leeswijzer
In het hoofdstuk Achtergrond Informatie worden de termen planstudiefase en Systems Engineering
uitgebreid toegelicht aan de hand van literatuur en informatie van organisaties zoals Rijkswaterstaat.
Het hoofdstuk vormt een theoretische basis voor zowel het inventarisatieonderdeel als het
implementatieonderdeel. Het hoofdstuk zal worden afgesloten met een beantwoording van
deelvraag 1 en een opsomming van de onderdelen die relevant zijn voor het onderzoek.
In het hoofdstuk Inventarisatie traditionele planstudiefase, wordt het inventarisatieonderdeel
beschreven. In dit hoofdstuk worden de methoden van onderzoek, de gevonden resultaten en de
hoofdknelpunten van de traditionele planstudiefase beschreven. De projecten N34 en N340 zullen
als casestudy dienen. In de deelconclusie zal antwoord worden gegeven op deelvraag 2.
In het hoofdstuk Theorie verbetervoorstel wordt het verbetervoorstel eerst beschreven en vervolgens
vormgeven aan de hand van de theorie van Systems Engineering. Gemaakte afwegingen worden
hierin toegelicht. In de deelconclusie zal antwoord worden gegeven op deelvraag 3.
In het hoofdstuk Toepassing verbetervoorstel wordt beschreven hoe de toepassing van het
verbetervoorstel in de praktijk vorm is gegeven en welke afwegingen daar opnieuw bij kwamen
kijken. Tot slot wordt in de deelconclusie antwoord gegeven op de deelvragen 4 en 5.
In het hoofdstuk Aanbevelingen wordt toegelicht welke aanpassingen binnen de organisaties van
Provincie Overijssel en de combinatie nodig zijn om de implementatie van Systems Engineering
mogelijk te laten maken. In de deelconclusie wordt antwoord gegeven op deelvraag 6.
In de Conclusie worden de resultaten van het onderzoek bijeen gebracht en een eindoordeel gegeven
over de mogelijkheid om de belangrijkste knelpunten in de planstudiefase van projecten zoals de
N34 te verminderen doormiddel van de implementatie van Systems Engineering.
7
2. Achtergrond Informatie
In dit hoofdstuk worden de termen planstudiefase en Systems Engineering toegelicht aan de hand
van literatuur en informatie van organisaties zoals Rijkswaterstaat en ProRail. Het doel van dit
hoofdstuk is om uiteen te zetten wat de belangrijkste kenmerken van Systems Engineering zijn, hoe
de methode werkt en welke rol Systems Engineering speelt binnen Nederland. Daarnaast heeft dit
hoofdstuk tot doel een theoretische basis te vormen voor het inventarisatieonderdeel en het
implementatieonderdeel van het onderzoek.
2.1.
Planstudiefase
De planstudiefase maakt onderdeel uit van het Meerjarenprogramma Infrastructuur en Transport, de
zogenaamde MIT-procedure van het ministerie van Verkeer en Waterstaat. De MIT-procedure is een
standaard voor omvangrijke infrastructuurprojecten boven een bepaald aanbestedingsbedrag. De
MIT-procedure onderscheidt een verkenningsfase, planstudiefase en realisatiefase en binnen deze
fasen zes beslismomenten. De procedure geeft per fase en beslismoment aan wat de rol en
verantwoordelijkheden zijn van de betrokken partijen, welke wettelijke regels van toepassing zijn en
welke informatie nodig is om een beslissing te kunnen nemen (Rijksoverheid, 2010).
Planstudiefase
De planstudiefase van de MIT-procedure bestaat uit twee delen: (1) de planvorming waarbij een
oplossing wordt gezocht voor het verkeers- en vervoersprobleem en (2) de voorbereiding voor de
uitvoering (Van Netten, 2005). Binnen de planvorming worden haalbare oplossingsvarianten
gegenereerd, afgewogen en de gekozen variant verder uitgewerkt. Tijdens dit proces volgen een
structuurontwerp, voorlopig ontwerp en definitief ontwerp elkaar op, waarbij de oplossing steeds
gedetailleerder wordt uitgewerkt. Het planvormingsproces heeft een sterk multidisciplinair karakter.
Binnen het proces wordt nadrukkelijk gekeken naar zaken als inpassing, milieu, ruimtegebruik,
verkeersveiligheid en economische effecten (Rijksoverheid, 2010).
m.e.r. procedure
Een milieueffectrapportage (m.e.r.) kan een onderdeel vormen van de planstudiefase. De m.e.r. is
een procedure die tot doel heeft de milieugevolgen van plannen en projecten in kaart brengt en
daarmee tracht het milieubelang volwaardig mee te laten wegen bij besluitvorming. De m.e.r.
procedure wordt omschreven in de Wet Milieu Beheer. De procedure is verplicht voor plannen met
een grote veronderstelde impact op het milieu of de omgeving. Europese wetgeving bepaalt welke
projecten daarvoor in aanmerking komen. Het milieueffectrapport (MER) beschrijft de resultaten van
de uitgevoerde onderzoeken voor de MER. In de Wet Milieu Beheer staan de eisen vermeld ten
aanzien van de inhoudelijke eisen voor de MER en de eisen voor de te volgen procedure
(Rijksoverheid, 2010).
2.2.
Systems Engineering
In deze paragraaf wordt Systems Engineering beschreven op basis van beschikbare literatuur. Daarbij
wordt ingegaan op het ontstaan van de methode, het proces, de belangrijkste kenmerken en de
meerwaarde. Vervolgens wordt Systems Engineering beschouwd in de context van organisaties zoals
Rijkswaterstaat en ProRail. Rijkswaterstaat en ProRail hebben deels een eigen definitie en
interpretatie aan de methode Systems Engineering gegeven, die meer is toegespitst op de
werkzaamheden van de organisaties. De paragraaf wordt afgesloten met de beantwoording van de
eerste deelvraag.
8
2.2.1. Het ontstaan van Systems Engineering
De basis voor Systems Engineering ligt in de algemene systeemtheorie die is ontwikkeld halverwege
de twintigste eeuw door Von Bertalanffy (Strijbos, 1988). Von Bertalanffy omschreef de algemene
systeemtheorie als ‘het wetenschappelijk onderzoek in gehelen en totaliteit’. De algemene
systeemtheorie was een nieuwe benadering in het streven naar een eenheidswetenschap, waarbij de
wetenschap het systeem voorstelt dat als een geheel of totaal moest worden bezien. Vanuit de
algemene systeemtheorie is het systeemdenken ontwikkeld. Systeemdenken kan worden
omschreven als een doorontwikkeling van de algemene systeemtheorie (Strijbos, 1988). Van Netten
(2005) omschrijft systeemdenken als een methode waarbij vanuit een holistische visie naar complexe
problemen en mogelijke oplossingen wordt gekeken.
Systems Engineering is een van de disciplines waarbinnen het systeemdenken wordt toegepast. Door
de jaren heen is Systems Engineering verder ontwikkeld door en voor ingenieurs (Van Netten, 2005).
Systems Engineering als methode is voor het eerst toegepast in de telefoniesector en daarna
doorontwikkeld en toegepast in de ruimtevaart, vliegtuigbouw en de Amerikaanse defensie-industrie
(Department of Defence, 2001). In de jaren negentig is Systems Engineering vanuit de Verenigde
Staten overgewaaid naar Nederland. Binnen Nederland zijn Rijkswaterstaat en ProRail de grote
opdrachtgevers die werken met de methode (Van Netten, 2005).
2.2.2. Omschrijving Systems Engineering
Systems Engineering is de discipline van het ontwikkelen van producten en processen, waarbij alles
wordt bekeken vanuit het perspectief van het totaalsysteem en het belang van alle aspecten
zorgvuldig wordt afgewogen (INCOSE, 2006). Deze definitie voor Systems Engineering is afkomstig
van het International Council on Systems Engineering (INCOSE). INCOSE is een toonaangevende
organisatie op het gebied van kennisvorming over Systems Engineering (Van Netten, 2005).
INCOSE (2006) benadert Systems Engineering als een discipline. Systems Engineering is niet alleen
een stappenplan, maar een denkwijze (Van Netten, 2005). Met het totaalsysteem perspectief
bedoeld INCOSE dat het te ontwikkelen product of proces wordt bezien als een groot systeem en kan
worden onderverdeeld in elementen die onderling interactie ondervinden. Deze omschrijving komt
overeen met de gedachte van de algemene systeemtheorie en het systeemdenken. Verder beschrijft
INCOSE (2006) dat Systems Engineering zorgvuldig een afweging maakt tussen het belang van diverse
aspecten. Deze aspecten kunnen de behoefte van de opdrachtgever of andere belanghebbenden zijn
of de beperkingen ten aanzien van wetgeving of techniek (Ter Huerne & Veenvliet, 2007).
Systems Engineering concentreert zich op het vroegtijdig specificeren van een behoefte en het
helder krijgen van het probleem (Bahill & Dean, 2005). Het proces van Systems Engineering
ontwikkelt een pakket aan klantwensen en eisen dat vervolgens op een transparante en navolgbare
wijze wordt omgezet in (systeem) producten en procesbeschrijvingen (Van Netten, 2005). Systems
Engineering is voornamelijk geschikt voor complexe, unieke en multidisciplinaire projecten zoals
grote infrastructuur- en bouwprojecten (Martin, 1997).
2.2.3. Het proces van Systems Engineering
Bahill & Dean (2005) onderscheiden vijf belangrijke processtappen binnen de methode Systems
Engineering: (1) het expliciet specificeren van eisen waaraan een te ontwikkelen product of proces
dient te voldoen, (2) het op een gestructureerde wijze ontwerpen van een passende oplossing aan de
hand van deze opgestelde specificatie, (3) het realiseren van deze oplossing, (4) het verifiëren en
9
valideren en (5) het onderhouden van de gerealiseerde oplossing. De Systems Engineering methode
werkt van abstract naar concreet, waarin de genoemde processtappen iteratief worden toegepast in
verschillende ontwikkelfasen (Bahill & Dean, 2005). Een andere veelvoorkomende procesbeschrijving
van Systems Engineering komt van Martin (1997) en gaat uit van de volgende drie fundamentele
processtappen binnen Systems Engineering: (1) eisenanalyse, (2) functionele analyse en allocatie en
(3) ontwerp synthese.
Bahill & Dean (2005) beschrijven met hun vijf processtappen de gehele levenscyclus van Systems
Engineering. Martin (1997) richt zich met zijn drie processtappen voornamelijk op het specificatie- en
ontwerpproces en de gelaagdheid daarbinnen, waarbij het te ontwikkelen systeem wordt ontrafeld
in subsystemen en elementen. Om een volledig beeld van werking van de methode Systems
Engineering te krijgen, zal eerst worden ingegaan op het brengen van gelaagdheid binnen het
systeem, waarbij de termen decompositie en integratie worden geïntroduceerd. Vervolgens zal het
proces van Bahill & Dean (2005) worden beschreven, waarbij voornamelijk zal worden ingegaan op
de processen van specificatie, ontwerp en verificatie en validatie.
Decompositie
Decompositie is het opdelen van het project in overzichtelijke onderdelen of niveaus, met als doel de
complexiteit van het project terug te brengen en het project beheersbaar te houden (Van Netten,
2005). De onderdelen of niveaus worden gezien als subsystemen binnen het hoofdsysteem van het
totale project. Deze gedachte sluit aan op het systeemdenken. Decompositie kan ondermeer worden
vormgegeven in een niveauopdeling, geografische opdeling, activiteitenopdeling en functionele
opdeling (Van Netten, 2005). Het opnieuw verbinden van afzonderlijke onderdelen of elementen tot
een nieuw geheel wordt binnen Systems Engineering gedefinieerd als integratie of synthese (Martin,
1997).
Systems Engineering hecht veel aandacht aan de inhoudelijke verbindingen tussen de subsystemen
of onderdelen van het totaalsysteem, als gevolg van decompositie. Deze verbindingen worden
omschreven als interne raakvlakken. Systems Engineering kent ook de term externe raakvlakken en
deze worden beschreven als inhoudelijke verbanden tussen het systeem en zijn omgeving (INCOSE,
2006). De raakvlakken worden gedetailleerd omschreven en vormen een belangrijk onderdeel van de
specificatie. Raakvlakken tussen subsystemen, of raakvlakken tussen een totaalsysteem en zijn
omgeving, zijn vaak de oorzaken van problemen. Het ene systeem dient aan te sluiten op het andere,
maar de systemen worden apart van elkaar ontwikkeld en dat vormt een risico wanneer de systemen
in elkaar worden gepast (Van Netten, 2005).
Specificatie en ontwerp
Bahill en Dean (2005) maken onderscheid tussen het eerst specificeren van de eisen waar een te
ontwikkelen product of proces aan dient te voldoen (processtap 1) en het vervolgens ontwerpen van
een passende oplossing aan de hand van de specificatie (processtap 2). Deze splitsing tussen
specificatie en ontwerp is een belangrijk kenmerk van Systems Engineering (Van Netten, 2005).
Specificeren wordt gedefinieerd als het formuleren en vervolgens geordend vastleggen van eisen en
functies die gezamenlijk bepalen waar een te ontwikkelen product of proces (of onderdeel daarvan)
aan dient te voldoen. Ontwerpen wordt beschouwd als het proces om tot een optimale oplossing te
komen binnen de kaders van de specificatie (Van Netten, 2007). In de specificatiefase zijn de wensen
van de klant en andere belanghebbenden uitgangspunt (Bahill & Dean, 2005). Volgens Van Netten
(2005) zijn specificeren en ontwerpen parallel lopende processen waarbij steeds voor een niveau of
onderdeel van het te ontwikkelen product of proces wordt gespecificeerd en vervolgens eisen
gestuurd wordt ontworpen. Bij een gedetailleerder of onderliggend niveau van het te ontwikkelen
product of proces vindt opnieuw specificatie en ontwerp plaats. Zo ontstaat er een proces dat leidt
tot decompositie van het systeem en tot een volledige specificatie en ontwerp van het te
ontwikkelen product of proces.
10
Volgens Van Netten (2005) dwingt het eerst specificeren en vervolgens ontwerpen de ontwerpers
om beter na te denken over de eisen waar een te ontwikkelen product of proces aan dient te
voldoen. De splitsing schept bovendien een kader waarbinnen ruimte is voor innovatie en het vaak
efficiënter en doeltreffender vormgeven van een oplossing (Ter Huerne & Veenvliet, 2005).
Verificatie en validatie
De splitsing tussen het vooraf specificeren en vervolgens ontwerpen, realiseren of beheren van een
product of proces biedt de mogelijkheid tot controle. Systems Engineering kent twee methoden van
controle: verificatie en validatie. Verificatie is het proces waarbij wordt vastgesteld of de uitwerkte
oplossingsvariant of gerealiseerde product of proces voldoet aan de vooraf gespecificeerde eisen.
Validatie is het proces waarbij wordt vastgesteld of de uitwerkte oplossingsvariant of gerealiseerde
product of proces voldoet aan de behoefte van de klant (Van Netten, 2005). Validatie gebeurt in
navolging van verificatie en is een subjectievere toets. Binnen de verschillende ontwikkelfasen van
Systems Engineering vindt ‘continue’ controle plaats. Met continue controle wordt bedoeld dat
veelvuldig en op verschillende momenten binnen het procesverloop van Systems Engineering wordt
gecontroleerd of het ontwikkelde product of proces in overeenstemming is met de vooraf opgestelde
specificatie. In de toepassing van Systems Engineering kunnen de eisen van de specificatie, de
gebruikte verificatiemethode en het resultaat daarvan worden omschreven in zogenaamde
verificatiematrices (Van Netten, 2005).
Verificatie en validatie worden binnen de literatuur ook in verband gebracht met het decomponeren
en integreren (synthese) van een systeem (INCOSE, 2006). Tijdens het decomponeren spelen
verificatie en validatie een rol bij het controleren of de specificatie van een bepaald niveau in lijn is
met de specificatie van een onderliggend of bovenliggend niveau (INCOSE, 2006). Tijdens de
integratiefase spelen verificatie en validatie een rol bij het samenvoegen van componenten en
subsystemen. Deze wijze van controle wordt beschreven als ‘verticale’ controle, omdat de
gelaagdheid binnen het ontwikkelproces wordt gecontroleerd. De beschrijvingen van verificatie en
validatie in de voorgaande alinea wordt beschreven als ‘horizontale’ controle. Internationaal is er
geen eenduidig standpunt over de termen verificatie en validatie (Van Netten, 2005). Voor dit
onderzoek worden de definities van Van Netten (2005) aangenomen omdat deze overeenkomen met
de veelgebruikte definitie binnen Nederland van Rijkswaterstaat.
De levenscyclus als uitgangspunt
De levensloop van projecten als uitgangspunt nemen is een ander belangrijk kenmerk van Systems
Engineering (Van Netten, 2005). In de specificatiefase worden daarom eisen en functies
meegenomen voor het kunnen onderhouden van het product gedurende de gehele levenscyclus en
de sloop. De term levenscyclus wordt ook gebruikt als een aanduiding voor de verschillede fases
waarin het te ontwikkelen systeem zich bevindt. De output van elke levenscyclusfase is de input voor
een opeenvolgende levenscyclusfase (Martin, 1997).
2.2.4. Systems Engineering werkwijze
Systems Engineering wordt gekenmerkt door expliciet formuleren en een gestructureerde werkwijze
(INCOSE, 2004). Expliciet formuleren wordt omschreven als het zodanig formuleren dat niets kan
worden geïmpliceerd of slechts gesuggereerd blijft van wat wordt bedoeld (Van Dale, 2004). Controle
in de vorm van verificatie en validatie kan niet goed plaatsvinden wanneer eisen niet expliciet zijn
omschreven, omdat een eis dan op meerdere manieren te interpreteren valt (Van Netten, 2005).
Daarom speelt de expliciete werkwijze voornamelijk binnen de specificatiefase een belangrijke rol,
zodat de vervolgfases van ontwerp en realisatie correct en toetsbaar uitgevoerd kunnen worden.
De gestructureerde werkwijze binnen Systems Engineering wordt vorm gegeven door een werkwijze
waarbij afwegingen, keuzes, definities, wijzigingen en afspraken worden vastgelegd zodat er zo min
11
mogelijk onzekerheden en onduidelijkheden optreden. Het gestructureerd werken is een vorm van
informatiebeheersing en vindt gedurende het gehele proces van Systems Engineering plaats (Martin,
1997).
2.2.5. Meerwaarde van Systems Engineering
Diverse onderdelen van Systems Engineering zijn niet nieuw en draaien al een langere tijd mee in
ondermeer de civiele wereld (Van Netten, 2005). Een functionele analyse of decompositie zijn daar
voorbeelden van. Het nieuwe van Systems Engineering is dat al deze onderdelen samen worden
gebracht onder één procesmodel en dat daarmee een methode ontstaat dat complexe projecten
beheersbaar kan houden van begin tot afronding van het project.
In de literatuur wordt verder ingegaan op de meerwaarde van Systems Engineering: Honour (2004)
geeft aan dat Systems Engineering leidt tot een verzwaring van de eerste fase van het
ontwikkelproces van een project, maar dat de methode over de gehele projectcyclus leidt tot een
vermindering van: (1) de totaalinspanning, (2) de totale ontwikkelkosten en (3) het aantal
ontwerpwijzigingen gedurende het proces. Martin (1997) voegt hieraan toe dat de toepassing van
Systems Engineering leidt tot: (4) een betere aansluiting op de eisen van de opdrachtgever en (5) het
opleveren van een beter kwalitatief product.
2.2.6. Systems Engineering in Nederland
Rijkswaterstaat en ProRail hebben deels een eigen definitie en interpretatie aan de methode Systems
Engineering gegeven, die meer is toegespitst op de werkzaamheden van de eigen organisaties. De
organisaties beschrijven Systems Engineering in essentie als een gestructureerde specificatie- en
ontwerpmethode. Systems Engineering heeft daarbij tot doel structuur te geven aan en inzicht te
verschaffen in de complexiteit van het te realiseren object. Met behulp van Systems Engineering
kunnen risico’s die ontstaan door verkeerde of niet volledige informatie en uitgangspunten worden
beheerst. Belangrijk is dat het systeem als totaal wordt beschouwd, over de gehele levenscyclus,
inclusief de samenhang met zijn omgeving. Systems Engineering biedt een geïntegreerde en
gestructureerde set methodieken om projecten succesvol te verwezenlijken en te beheren.
Voor Rijkswaterstaat en ProRail is Systems Engineering een methode om enerzijds een groot deel van
het ontwikkelproces uit te besteden aan de markt en anderzijds toch beheersbaarheid te houden op
de gewenste uitkomt. Dit is voornamelijk mogelijk door de top-down benadering van Systems
Engineering in combinatie met de expliciete controle bij de processen van decompositie en
integratie. De opdrachtgever formuleert een oplossingskader doormiddel van topfuncties en
topeisen en de opdrachtnemer specificeert deze gedetailleerder en ontwikkeld een (eisen gestuurde)
oplossing. De opdrachtnemer past daarbij continue controle toe, zowel verticaal als horizontaal.
Daarmee kan Systems Engineering inspelen op de ontwikkelingen van een terugtredende overheid,
steeds maar complexer wordende projecten en de roep om transparantie en beheersbaarheid in het
ontwikkelproces (Rijkswaterstaat e.a., 2007).
Rijkswaterstaat en ProRail richten zich met Systems Engineering op zowel het product dat dient te
worden ontwikkeld als het proces wat daar aan te grondslag ligt. Voor de toepassing van Systems
Engineering voor grote infrastructuurprojecten worden daarom ook twee soorten specificaties
ontwikkeld (Rijkswaterstaat e.a., 2007). Er worden inhoudelijke eisen opgesteld die gelden voor het
uiteindelijk op te leveren (fysieke) product en er worden proceseisen opgesteld. Proceseisen worden
binnen Systems Engineering omschreven als eisen aan activiteiten die nodig zijn om het systeem of
product tot stand te brengen (Rijkswaterstaat e.a., 2007).
12
2.3.
Deelconclusie en relevantie voor onderzoek
Dit hoofdstuk had tot doel om uiteen te zetten wat de belangrijkste kenmerken van Systems
Engineering zijn, hoe de methode werkt en welke rol Systems Engineering speelt binnen Nederland.
Daarnaast diende dit hoofdstuk een theoretische basis te vormen voor het inventarisatieonderdeel
en het implementatieonderdeel van het onderzoek.
Systems Engineering is een specificatie- en ontwerpmethode voor het ontwikkelen van producten en
processen, waarbij alles wordt bekeken vanuit het perspectief van het totaalsysteem en het belang
van alle aspecten zorgvuldig wordt afgewogen. Systems Engineering heeft tot doel structuur te geven
aan en inzicht te verschaffen in de complexiteit van een te realiseren systeem. Systems Engineering is
een van de disciplines waarbinnen het systeemdenken wordt toegepast. De belangrijkste kenmerken
van Systems Engineering zijn:
1. Het systeemdenken en decompositie: een te ontwikkelen project, product of proces wordt binnen
Systems Engineering benaderd als een systeem. Dat systeem kan worden opgedeeld in
overzichtelijke onderdelen of niveaus en dat wordt decompositie genoemd. Decompositie van
het systeem heeft als doel de complexiteit terug te brengen en het totaalsysteem beheersbaar te
houden. Het systeem heeft raakvlakken met de omgeving en tussen de systeemelementen.
2. Het proces van specificatie, ontwerp en (continue) controle: de essentie is dat eerst wordt
specificeert waar een te ontwikkelen product of proces aan dient te voldoen, vervolgens wordt
het product of proces ontworpen aan de hand van de specificatie en uiteindelijk vindt er een
controleslag plaats waarin wordt vastgesteld of het product of proces voldoet aan de vooraf
opgestelde specificatie. Continue controle is van toepassing omdat op meerdere momenten in
het proces wordt gecontroleerd. Controle vindt plaats met behulp van verificatiematrices.
3. De levenscyclus als uitgangspunt: Systems Engineering kent hier enerzijds een inhoudelijke
benadering, waarin de methode aandacht heeft voor het opstellen van voorwaarden en
prestaties ten aanzien van de gehele levensloop van het product of proces. Systems Engineering
onderscheid anderzijds een procesmatige benadering van de levenscyclus waarin het van
toepassing is op alle levensstadia van het project. Van ontwerp tot realisatie en sloop.
Systems Engineering wordt gekenmerkt door expliciet formuleren en een gestructureerde werkwijze.
Systems Engineering is voornamelijk geschikt voor complexe, unieke en multidisciplinaire projecten
zoals grote infrastructuur- en bouwprojecten. Systems Engineering leidt tot een verzwaring van de
eerste fase van het ontwikkelproces van een project, maar over de gehele projectcyclus leidt de
methode tot een vermindering van de totaalinspanning, de totale ontwikkelkosten en het aantal
ontwerpwijzigingen gedurende het proces. Binnen Nederland geven o.a. Rijkswaterstaat en ProRail
vorm aan de ontwikkeling en standaardisering van Systems Engineering. Systems Engineering speelt
binnen Nederland in op de ontwikkelingen van een terugtredende overheid, steeds maar complexer
wordende projecten en de roep om transparantie en beheersbaarheid in het ontwikkelproces.
Relevantie voor onderzoek
Het onderzoek is opgebouwd in een inventarisatiefase en implementatiefase. In de inventarisatiefase
zal onderzoek plaatsvinden naar knelpunten binnen het proces van de traditionele planstudiefase,
waarbij wordt gekeken naar planstudiefases van projecten vergelijkbaar met de N34 en waarbij geen
gebruik wordt gemaakt van de methode Systems Engineering.
In de implementatiefase van het onderzoek zal Systems Engineering worden geïmplementeerd voor
het project N34. De planstudiefase van het project N34 is voorbeeld van een complex, uniek en
multidisciplinair project. Voor het project N34 dient tevens een MER te worden opgesteld. De
processtappen van specificeren, ontwerpen en controleren en decompositie zullen worden
geïmplementeerd voor het project N34 en er wordt gekeken of de ondervonden knelpunten uit de
inventarisatiefase kunnen worden verminderd door de methode Systems Engineering.
13
3. Inventarisatie traditionele planstudiefase
In dit inventarisatieonderdeel van het onderzoek is gekeken naar de knelpunten binnen het proces
van de planstudiefase van multidisciplinaire infrastructuurprojecten zoals de N34. Tijdens de
inventarisatie wordt onderzocht waar in het proces deze knelpunten zich bevinden, wat de oorzaken
en gevolgen daarvan zijn en welke knelpunten als belangrijkste worden ondervonden.
3.1.
Methode
In het onderzoek is gekeken naar planstudiefases van multidisciplinaire infrastructuurprojecten die
op de traditionele wijze zijn uitgevoerd, daarmee wordt bedoeld: zonder implementatie van Systems
Engineering. Enkele voorbeeldprojecten waren: de omvorming van de N34 en N340.
Organisaties
Het onderzoek is uitgevoerd bij de provincie Overijssel en de combinatie. Voor deze organisaties is
gekozen omdat zij continue planstudiefases van multidisciplinaire infrastructuurprojecten zoals de
N34 en N340 doorlopen. Daardoor hebben deze organisaties veel kennis en ervaring opgedaan met
deze projecten en de knelpunten die daarbij kwamen kijken. Er is voor een inventarisatie bij beide
organisaties gekozen omdat dan een vollediger beeld van de problematiek kon worden verkregen. In
bijlage 2 is aanvullende informatie te vinden over de organisaties van de provincie Overijssel en de
combinatie.
Onderzoeksstrategie
Onder een onderzoeksstrategie wordt verstaan het geheel met elkaar samenhangende beslissingen
over de wijze waarop het onderzoek wordt uitgevoerd. (Verschuren & Doorewaard, 2007) Er kunnen
een vijftal strategieën worden onderscheiden, namelijk: (1) survey, (2) experiment, (3) casestudy, (4)
gefundeerde theoriebenadering en (5) bureauonderzoek. Volgens Verschuren en Doorewaard (2005)
bepalen drie kernbeslissingen de afweging voor een onderzoeksstrategie:
1. Breedte versus diepgang
2. Kwalitatief versus kwantitatief onderzoek
3. Empirisch versus bureauonderzoek
Bij de eerste afweging is gekozen voor diepgang. Er zijn onvoldoende mogelijkheden om een breed
scala aan planstudiefases van projecten te onderzoeken. Bovendien geeft een diepgaand onderzoek
meer inzicht in de achtergronden en de oorzaken en gevolgen van de knelpunten. Bij de tweede
afweging is gekozen voor een kwalitatief onderzoek. Opnieuw is bij deze keuze van belang dat er
inzicht wordt verkregen in de achtergronden van het project en de knelpunten. Bij de derde afweging
is gekozen voor empirisch onderzoek. In het implementatieonderdeel van het onderzoek wordt
namelijk Systems Engineering voor het project N34 toegepast en daarom is het juist van belang om
projecten zoals de N34 te onderzoeken. Momenteel is er onvoldoende specifieke informatie over dit
soort projecten beschikbaar voor het uitvoeren van een bureauonderzoek om de knelpunten te
achterhalen. Voor het inventarisatieonderdeel dient er dus een diepgaand, kwalitatief en empirisch
onderzoek plaats te vinden en daarom is gekozen voor een (meervoudige) casestudy als
onderzoeksstrategie.
Een voordeel van een casestudy is dat het de mogelijkheid biedt om een integraal beeld te vormen
van het onderzoeksobject. Hierin wijkt de casestudy af van een survey en experiment. Het integrale
beeld kan een voordeel zijn voor een onderzoek dat is gericht op een verandering van een bestaande
situatie, zoals bij dit onderzoek. Een ander voordeel van een casestudy is dat het gegevens oplevert
die meer herkenbaar zijn en beter geaccepteerd worden dan in een survey. De acceptatie door de
‘mensen in het veld’ is vaak een voorwaarde om een daadwerkelijke bijdrage aan een
14
veranderingsproces te kunnen leveren. Een mogelijk nadeel van de casestudy is dat de externe
geldigheid van de resultaten soms onder druk staan. Naarmate minder gevallen worden bestudeerd,
is het moeilijker de bevindingen van toepassing te verklaren. (Verschuren & Doorewaard, 2007)
Delphi-techniek
Om de knelpunten in de planstudiefase te achterhalen is gebruik gemaakt van de Delphi-techniek.
Deze ondervragingstechniek verloopt in meerdere interviewronden. In de eerste interviewronde
worden vragen voorgelegd aan een aantal deskundigen op het gebied van het onderzoek. De respons
wordt daarbij zorgvuldig geanalyseerd en de grote lijnen worden aangegeven. De uitkomsten gaan
vervolgens terug naar de ondervraagden in de vorm van een enquête, met het verzoek aan te geven
hoe ze tegen hun eigen antwoorden en de antwoorden van andere ondervraagden staan. Vervolgens
worden de uitkomsten van deze tweede ronde verwerkt en kunnen conclusies worden getrokken.
(Verschuren & Doorewaard, 2007)
Het belangrijkste voordeel van de Delphi-techniek is dat de deelnemers tot een weloverwogen
oordeel kunnen komen, waarin diverse mogelijke standpunten tegen elkaar worden afgewogen. Dit
is belangrijk omdat de uitkomsten van de interviews anders losse analyses blijven waaruit moeilijk
een conclusie te vormen is. Als er maar één ronde van interviews zou worden afgenomen, zou het
daarnaast arbitrair zijn om te bepalen welke knelpunten als belangrijkste worden aangezien.
Daarnaast biedt het alleen afnemen van een enquête onvoldoende de mogelijkheid om open te
staan voor nieuwe knelpunten die tijdens de interviews naar boven komen en de interpretaties van
knelpunten. Door het afnemen van een enquête kan juist worden bepaald welke knelpunten als
belangrijkste worden ondervonden door de ondervraagden. Door het toepassen van de Delphitechniek kunnen beide voordelen van een interview en enquête worden behaald en daarom is voor
deze methode gekozen. In bijlage 3.1 wordt dieper ingegaan is de Delphi-techniek en welke
afwegingen zijn gemaakt om het onderzoek uit te voeren.
15
3.2.
Resultaten inventarisatieronden
In deze paragraaf worden de resultaten van de inventarisatieronden besproken. Eerst zullen de
resultaten van de interviewronden worden uiteengezet, daarna van de enquêteronde.
3.2.1. Resultaten Interviews
Uit de interviewronden met de ondervraagden van provincie Overijssel en de combinatie kwamen
acht knelpunten met bijbehorende oorzaken en gevolgen naar voren. De ondervonden knelpunten
worden weergegeven in tabel 3.1. De inhoudelijke beschrijving van de knelpunten zijn toegelicht in
bijlage 3.3. De knelpunten kunnen worden gezien als stellingen, die zijn gebaseerd op de interviews.
Knelpunt
I
Raakvlakken
tussen
specialisten
Oorzaak
Onvoldoende vastleggen
(expliciet maken) wat input en
output van specialisten onderling
dient te zijn
II
Impliciete
toetsingscriteria
Toetsingscriteria zijn impliciet en Ontwerpfouten,
daardoor kan de kwaliteit moeilijk vertraging proces,
worden gewaarborgd
kosten
III
Onvoldoende afstemming
(impliciet) wat opdrachtgever en
Interpretatie
vraagspecialisatie opdrachtnemer van elkaar
verwachten
IV
Herleidbaarheid
ontwerpkeuzes
V
Structurering
informatie
VI
Herleidbaarheid
eisen
VII
Herleidbaarheid
aanpassingen
Financieel
VIII schrappen in
vage aspecten
Gevolg
Vertraging proces,
oplopende kosten
Aanpassingen aan
producten, vertraging,
kosten
Onvoldoende vastgelegd waarom Opnieuw discussies,
ontwerpkeuzes zijn gemaakt
vertraging, kosten
Veel informatie en weinig
structurering daarvan
Onvolledige ontwerpen
en daardoor vertraging
en oplopende kosten
Moeilijk herleidbaar waar eisen
vandaan komen
Vergrootte kans
bezwaarschriften,
vertraging
Moeilijk kunnen aantonen wat
met de terugkoppeling van de
opdrachtgever is gebeurd
Ontwerpfouten,
aanpassingen,
vertraging en kosten
Als aspecten vaag zijn, zoals
Ambities komen
ecologie kunnen ze gemakkelijker onvoldoende tot
worden geschrapt
uitwerking
Tabel 3.1: Oorzaak-gevolg matrix
Tabel 3.1 geeft de oorzaken en gevolgen van de knelpunten beknopt weer. Opvallend is dat veel
knelpunten worden veroorzaakt door impliciete formulering van eisen en wensen en daarnaast
onvoldoende structurering en herleidbaarheid van informatie. De gevolgen van de knelpunten zijn
vertragingen in het planstudieproces, ontwerpfouten en oplopende kosten.
16
3.2.2. Resultaten Enquête
Tijdens de enquête konden de ondervraagde specialisten en projectleiders 10 punten verdelen over
de 8 knelpunten. De tabel met resultaten is opgenomen in bijlage 3.4. De volgende knelpunten
werden als belangrijkste aangemerkt:
1.
2.
3.
4.
Raakvlakken tussen specialisten
Onvoldoende structurering van informatie
Verkeerde interpretatie van vraagspecificatie
Moeilijke herleidbaarheid van eisen
Voornamelijk de bovenste drie belangrijkste knelpunten kwamen duidelijk naar voren door het hoge
puntenaantal. De herleidbaarheid van eisen wordt als vierde belangrijkste knelpunt geselecteerd. Het
knelpunt financieel schrappen in vage aspecten krijgt alleen punten van de twee ecologen, dat zegt
dat het knelpunt lijkt te zijn gerelateerd aan een specialisme. De herleidbaarheid van ontwerpkeuzes
en ontwerpaanpassingen worden niet als belangrijke knelpunten gezien. Impliciete toetsingscriteria
wordt wel als een redelijk belangrijk knelpunt gezien.
3.3.
Typologieën
In figuur 3.2 staan de resultaten van het onderzoek ingedeeld naar groepen van generalisten en
specialisten en opdrachtgever en opdrachtnemer. De aanleiding voor deze figuur is het aantonen of
er grote verschillen zijn tussen de typologieën. Daarmee kunnen de resultaten beter worden
geïnterpreteerd.
Opdrachtnemer
Opdrachtgever
Specialisten
Generalisten
Een generalist wordt gezien als een persoon die voornamelijk met het project als geheel bezig is,
zoals een projectleider of een projectmedewerker. Een specialist wordt gezien als een persoon die
zich voornamelijk met één aspect bezighoudt. De opdrachtgever is provincie Overijssel en de
opdrachtnemer is de combinatie. In bijlage 3.2 is uiteengezet welke ondervraagden als generalist en
welke als specialist worden gezien.
I
Knelpunten
Raakvlakken tussen specialisten
8
4
4
8
II
Impliciete toetsingscriteria
4
3
4
3
III
Interpretatie vraagspecificatie
9
4
4
9
IV
Herleidbaarheid ontwerpkeuzes
4
0
0
4
V
Structurering informatie
8
5
6
7
VI
Herleidbaarheid eisen
5
5
5
5
VII Herleidbaarheid aanpassingen
2
2
4
0
VIII Financieel schrappen in vage aspecten
0
7
3
4
Figuur 3.2: Typologieën [Gebaseerd op figuur 3.4.1 in bijlage 3.4]
17
3.3.1. Generalisten versus specialisten
Tabel 3.2 toont de belangrijkste knelpunten volgens de ondervraagde generalisten enerzijds en de
specialisten anderzijds. De generalisten zien voornamelijk de interpretatie van de vraagspecialisatie,
raakvlakken tussen specialisten en de structurering van informatie als belangrijkste knelpunten.
Specialisten zien voornamelijk financieel schrappen in vage aspecten, structurering van informatie en
herleidbaarheid van eisen als belangrijkste knelpunten.
Generalisten
Specialisten
1 Interpretatie vraagspecificatie (9)
1 Financieel schrappen in vage aspecten (7)
2 Raakvlakken tussen specialisten (8)
2 Structurering van informatie (5)
3 Structurering van informatie (8)
3 Herleidbaarheid eisen (5)
Tabel 3.2: Top 3 knelpunten Generalisten/Specialisten
De overeenkomt in de top 3 van beide groepen ondervraagden is het knelpunt van structurering van
informatie. Het grote verschil tussen is het knelpunt van financieel schrappen in vage aspecten. Dit
verschil kan worden verklaard doordat generalisten het project als een geheel aanschouwen en de
specialisten het project vaak vanuit hun eigen discipline. Specialisten kunnen snel het gevoel krijgen
dat juist op hun aspect wordt bezuinigd. Daarnaast is opvallend dat juist de generalisten de
raakvlakken tussen specialisten als een belangrijk knelpunt ervaren, terwijl de specialisten zelf dit
niet in belangrijke mate ondervinden.
3.3.2. Opdrachtgever versus opdrachtnemer
Tabel 3.3 toont de belangrijkste knelpunten volgens de ondervraagde deskundigen van de
opdrachtgevende partij enerzijds en de opdrachtnemende partij anderzijds. De opdrachtgever ziet
voornamelijk de structurering van informatie en de herleidbaarheid van eisen als belangrijkste
knelpunten. Een derde belangrijke knelpunt is moeilijk te bepalen, omdat vier knelpunten een derde
plaats delen. De scores van de opdrachtgever over de knelpunten zijn redelijk verdeeld over de
knelpunten. De opdrachtnemer ziet voornamelijk de interpretatie van de vraagspecificatie,
raakvlakken tussen specialisten en de structurering van informatie als belangrijkste knelpunten.
Opdrachtgever
Opdrachtnemer
1 Structurering van informatie (6)
1 Interpretatie vraagspecificatie (9)
2 Herleidbaarheid eisen (5)
2 Raakvlakken tussen specialisten (8)
3 – (Viermaal gelijke score)
3 Structurering van informatie(7)
Tabel 3.3: Top 3 knelpunten Opdrachtgever/Opdrachtnemer
De overeenkomst in de top 3 van belangrijkste knelpunten tussen beide groepen is de structurering
van informatie, net zoals bij het onderscheid tussen generalisten en specialisten. Het grote verschil
tussen beide groepen is dat de opdrachtnemer vooral de interpretatie van de vraagspecialisatie als
belangrijkste knelpunt ziet. Dit verschil met de opdrachtgever kan worden verklaard doordat de
opdrachtnemer vaak degene is die moet aftasten bij de opdrachtgever wat deze nou eigenlijk wil.
Daarnaast is het ook de opdrachtnemer die het product dient aan te passen, wanneer blijkt dat de
opdrachtgever wat anders voor ogen had. Een ander belangrijk verschil is het knelpunt van
raakvlakken tussen specialisten. Dit verschil kan worden verklaard doordat de opdrachtnemer over
het algemeen intensiever moet samenwerken met verschillende specialisten, dan de opdrachtgever.
De opdrachtnemer moet een product vervaardigen met verschillende specialisten en de output van
de ene specialist is de input van de andere. De vele raakvlakken tussen specialisten maakt het proces
complex. De opdrachtgever controleert voornamelijk de producten. Daarbij is in mindere mate
samenwerking tussen specialisten en zijn er minder raakvlakken waar problemen kunnen ontstaan.
18
3.4.
Deelconclusie
Dit hoofdstuk had tot doel de belangrijkste knelpunten in de planstudiefase van projecten zoals de
N34 te achterhalen en de oorzaken en gevolgen daarvan uiteen te zetten. Daarvoor hebben
interviews en een enquête met specialisten en projectleiders van de provincie Overijssel en de
combinatie plaatsgevonden. Tijdens de interviews zijn acht knelpunten naar voren gekomen, tijdens
de enquête zijn de knelpunten teruggekoppeld en de vier belangrijkste geselecteerd.
Voor een specifieke beantwoording van deelvraag 2, worden de vier belangrijkste knelpunten die
zich voordoen in de planstudiefase van projecten zoals de N34 zijn overzichtelijk uiteen gezet met
oorzaken en gevolgen:
1. Raakvlakken tussen specialisten: De planstudiefase vergt een intensieve samenwerking tussen
verschillende disciplines, maar de specialisten werken geregeld langs elkaar heen. Hierdoor
wordt niet de juiste informatie aan elkaar afgeleverd of te laat afgeleverd. Dit heeft weer tot
gevolg dat er vertragingen in het proces ontstaan. Bij projecten zoals de N34 is dit juist een
belangrijk knelpunt omdat veel specialisten afhankelijk van elkaar zijn, door het multidisciplinaire
karakter van het project. De oorzaak van het knelpunt is dat specialisten elkaar niet goed
informeren of te weinig communiceren, het gevolg is dat specialisten worden opgehouden door
het wachten op producten van andere specialisten en daardoor het proces wordt vertraagd.
2. Onvoldoende structurering van informatie: Informatie wordt onvoldoende gestructureerd
opgeslagen en verwerkt. Bij projecten zoals de N34 is dit juist een probleem omdat het project
een langdurig proces is waar veel informatie wordt geproduceerd en veel verschillende
belanghebbenden bij betrokken zijn. Als informatie niet goed gestructureerd is, wordt het vaak
maar deels meegenomen in het project en dat heeft invloed op de kwaliteit van de producten.
Een oorzaak voor het knelpunt kwam niet duidelijk naar voren, mogelijk heeft tijdsdruk een
invloed. Het gevolg van het knelpunt is dat producten deels moeten worden aangepast en dat
vertraagt het proces en verhoogt de kosten.
3. Verkeerde interpretatie van vraagspecificatie:Het is voor opdrachtgever en opdrachtnemer
moeilijk om af te stemmen wat men van elkaar verwacht en wat elkaars interpretatie is van een
vraagspecificatie. Vaak komt dit pas naar boven op het moment dat de eerste versie wordt
aangeleverd. Dit knelpunt geldt in versterkte mate voor projecten zoals de N34, omdat het
project zich in de planstudiefase bevindt en opdrachtgever en opdrachtnemer in bepaalde mate
nog zoekende zijn naar een product en de eisen waar het aan dient te voldoen. Daardoor zijn
eisen vaak minder expliciet geformuleerd waardoor er ruimte in de interpretatie ontstaat. Het
gevolg daarvan is dat ontwerpen moeten worden aangepast en opnieuw een afstemming nodig
is. Dit heeft uiteindelijk tot gevolg dat het proces wordt vertraagd en dat kosten oplopen.
4. Moeilijke herleidbaarheid van eisen: De eisen die worden gesteld aan een te ontwerpen weg of
een te ontwikkelen rapportage zijn soms moeilijk herleidbaar. Het gevolg is dat een
opdrachtgever moeilijk kan aantonen wat er met een bepaalde eis is gebeurd en of deze eis is
meegenomen in het ontwerp of de rapportage. Voor projecten zoals de N34 is dit een belangrijk
knelpunt, omdat de opdrachtgever (vaak politieke instantie) gehoor wil geven aan een steeds
grotere roep aan transparantie naar de burger toe. Dit wordt bemoeilijkt door het moeilijk
herleidbaar zijn van eisen. Het knelpunt kan leiden tot een slechtere relatie met omwonenden en
mogelijk tot meer bezwaarschriften, wat een vertraging van het planvormingproces tot gevolg
kan hebben.
Opvallend is dat veel knelpunten worden veroorzaakt door impliciete formulering van eisen en
wensen en daarnaast onvoldoende structurering en herleidbaarheid van informatie. De gevolgen van
de knelpunten zijn over het algemeen vertraging van de planstudiefase en oplopende kosten. De
hoofdlijn in de vier benoemde knelpunten is vooral de structurering van informatie. Alle knelpunten
hebben daar in meer of mindere mate betrekking op. Bij het ontwikkelen van het verbetervoorstel
dient daarom de nadruk te worden gelegd op het structureren van informatie.
19
Typologieën
Tijdens het onderzoek is tevens gekeken naar typologieën. De ondervraagden zijn ingedeeld in
groepen van generalisten en specialisten, en opdrachtgever en opdrachtnemer en daarbij is gekeken
naar welke knelpunten zij als belangrijkste aanduiden. Bij de generalisten en specialisten viel het op
dat het knelpunt van structurering van informatie bij beiden in de top drie van belangrijkste
knelpunten was opgenomen. Verder waren er geen overeenkomsten. Het grote verschil tussen de
generalisten en specialisten omvatte het knelpunt van financieel schrappen in vage aspecten.
Daarnaast was het opvallend dat juist de generalisten de raakvlakken tussen specialisten als een
belangrijk knelpunt aanmerkten, terwijl de specialisten dit knelpunt in mindere mate ondervonden.
Bij de generalisten en specialisten was het knelpunt van de structurering van informatie bij beide
groepen in de top drie van belangrijkste knelpunten opgenomen, net zoals bij de generalisten en
specialisten. Het grote verschil tussen de opdrachtgever en opdrachtnemer was dat de
opdrachtnemer de interpretatie van de vraagspecialisatie als belangrijkste knelpunt ondervond en
opdrachtgever niet.
Rapportage versus ontwerp
In het project van de N34 zijn eigenlijk twee op te leveren producten: een planstudie MER en een
omgevormde N34. Het ene product is kort gezegd een stapel papieren en het andere een weg van
asfalt. De opdrachtgever ziet vooral de weg als eindproduct, de opdrachtnemer de rapportage. De
opdrachtnemer is namelijk alleen ingehuurd voor de planstudie MER fase. Het gevolg hiervan is dat
de insteek van personen in het project soms verschilt. Een voorbeeld is dat voor het aspect ecologie
de opdrachtnemer voornamelijk kijkt naar de wettelijke toetsingskaders, zodat de MER rapportage
wordt goedgekeurd. Echter wil de ecoloog van de opdrachtgever meer nieuw beleid vertaald hebben
in het ontwerp.
20
4. Theorie verbetervoorstel
Hoofdstuk 3 maakte duidelijk welke knelpunten binnen het proces van de planstudiefase voorkomen.
Dit hoofdstuk heeft tot doel om op basis van de theorie van Systems Engineering een
verbetervoorstel te ontwerpen, dat de knelpunten in het proces van de planstudiefase zou kunnen
verminderen.
4.1.
Methode
Het verbetervoorstel op basis van Systems Engineering kan op verschillende manieren worden
vormgegeven. Onderstaand wordt aangegeven welke uitgangspunten leidend zijn geweest voor het
vormgeven van het verbetervoorstel:
I.
II.
Het verbetervoorstel diende zoveel mogelijk te zijn gebaseerd op de uitgangspunten en de
definities van Rijkswaterstaat. Rijkswaterstaat* is de trendgevende organisatie binnen
Nederland op het gebied van Systems Engineering en heeft veel kennis en ervaring opgedaan
met de methode. Daarnaast stimuleert het overnemen van de werkwijzen en definities van
Rijkswaterstaat het ontstaat van één ‘technische taal’ voor Systems Engineering binnen
Nederland. Daarmee wordt informatie uitwisselbaar en zijn vaardigheiden met betrekking
tot Systems Engineering ook toepasbaar voor toekomstige projecten.
Het verbetervoorstel diende zo praktisch en functioneel mogelijk te zijn voor de toepassing in
de praktijk. Efficiëntie en draagvlak binnen de organisaties nam daarbij een belangrijke rol in.
Binnen de provincie Overijssel en de combinatie heeft lang niet iedere projectwerknemer
voldoende inzicht in de werking en werkwijze van Systems Engineering. Een te theoretische
benadering, diende dus voorkomen te worden.
Binnen de paragraaf Theoretische onderbouwing verbetervoorstel wordt specifieker ingegaan op hoe
de uitgangspunten zijn vertaald in keuzes voor het verbetervoorstel. Voor het vormgeven van het
verbetervoorstel zijn de volgende informatiebronnen geraadpleegd:
 Handreiking Functioneel Specificeren (2005)
 Leidraad SE voor GWW (2003)(2009)
 Lessons Learned (2009)
*Rijkswaterstaat werkt bij de ontwikkeling van Systems Engineering nauw samen met organisaties
zoals ProRail, Bouwend Nederland en CROW. Uit praktische overwegingen wordt vanaf nu alleen de
organisatie van Rijkswaterstaat genoemd.
4.2.
Omschrijving verbetervoorstel
Systems Engineering bestaat uit een veelomvattende set methodieken die op verschillende manieren
een project kunnen beheersen en structureren. Gezien de tijdsbeperkingen van dit onderzoek is het
niet mogelijk om het gehele proces van Systems Engineering te implementeren. Daarom is gekeken
naar onderdelen van Systems Engineering die zo effectief mogelijk de ondervonden hoofdknelpunten
uit het implementatieonderzoek zouden kunnen verminderen.
De ondervonden knelpunten hadden voornamelijk betrekking op het structureren en beheren van
informatie over het project en tussen de disciplines. Binnen Systems Engineering wordt het
structureren en beheren van informatie vormgegeven door verificatiematrices gevuld met eisen die
samen de oplossingsruimte vastleggen. Keuzes, wijzigingen en afspraken kunnen tevens expliciet
21
worden vastgelegd in eisen en worden vervolgens opgenomen en beheerd in de matrix. Om deze
reden is gekozen voor het opstellen van verificatiematrices als verbetervoorstel.
De verificatiematrices zijn ‘levendige’ producten, die groeien naarmate het project vordert. De
verschillende matrices vormen samen de specificatie van de oplossingsruimte gedurende het project.
Doordat de eisen expliciet worden opgesteld (SMART), zijn ze verifieerbaar. Met de verificatiematrix
kan daardoor worden vastgesteld of de ontwerpen en rapportages voldoen aan de eisen.
4.3.
Theoretische onderbouwing
In deze paragraaf worden de verschillende onderdelen van de verificatiematrix omschreven en
onderbouwd. Het format van de verificatiematrix is hierbij opgedeeld in vier delen: (1) Specificatie,
(2) Eisinformatie, (3) Verificatieplan en (4) Verificatierapport. Het gehele verbetervoorstel is
opgenomen in bijlage 4.3.
4.3.1. Specificatie
Een specificatie is een document met daarin een verzameling geordende eisen die samen bepalen
waaraan een te ontwikkelen object of activiteit dient te voldoen. Alle specificaties samen vormen het
Programma Van Eisen (PVE) voor het project (Functioneel Specificeren, 2005). De specificatie is
opgebouwd uit een unieke code (ID), een onderwerp van de eis, de omschrijving van de eis en de
bovenliggende en onderliggende eis(en).
ID
1.1
1.1.1
Onderwerp
Keren hemelwater,
opvangen en afvoeren
Keren hemelwater,
maatgevende regenbui
Specificatie
Eis
De verbinding dient zodanig te zijn uitgevoerd dat hemelwater op
afdoende wijze wordt opgevangen en afgevoerd.
De verbinding dient gedimentioneerd te zijn op een maatgevende
regenbui met een hoeveelheid hemelwater van 184 l/s per hectare
Bovenl. Eis
1
Onderl. Eisen
1.1.1
1.1
Geen
Figuur 4.1: Voorbeeld Specificatie
Aandachtspunten
 de beschrijving van de eis: Rijkswaterstaat hanteert het gebruik van de term ‘dienen’ voor
het stellen van voorwaarden in een eis, niet ‘zullen’ en zeker niet een combinatie van beide
termen. Rijkswaterstaat vermijdt daarnaast: voornaamwoorden, bijvoeglijk naamwoorden en
bijwoorden, zoals: tijdig, precies, ongeveer, veel etc.
 gelaagdheid in de eisen: niet elke eis kan en hoeft expliciet of SMART te zijn. Een beleidseis
of systeemeis kan maar zelden expliciet zijn. Beleidseisen staan vaak ten grondslag aan een
visie voor het project. Impliciete eisen kunnen doorvertaald worden naar onderliggende
eisen. De eisen in tabel 4.1 zijn daar een voorbeeld van: daar wordt een niet toetsbare eis
expliciet gemaakt doormiddel van een onderliggende eis. Binnen het verificatieproces is de
bovenliggende eis dan te verifiëren doormiddel van de onderliggende eis. Naast een
specificatieboom, ontstaat op deze manier een eisenboom. Het is belangrijk om de eisen te
specificeren op het juiste niveau.
 het nut van het weergeven van het onderwerp: organisaties buiten Rijkswaterstaat kiezen er
geregeld voor om het onderwerp van de eis niet te benoemen. Binnen het verbetervoorstel
is hier wel voor gekozen. Door het benoemen van het onderwerp van de eis wordt het
duidelijker welke groepen van eisen te onderscheiden zijn. Dat verhelderd de structuur van
de specificatie en daardoor kan beter worden gecontroleerd of de specificatie volledig is.
Bovendien kunnen eisen gemakkelijker worden opgezocht in de specificatie.
 het nut van de bovenliggende eis: organisaties buiten Rijkswaterstaat kiezen er tevens
geregeld voor om alleen de onderliggende eis te benoemen in de specificatie en niet de
22



bovenliggende eis. Hiermee wordt een belangrijk kenmerk van Systems Engineering
bemoeilijkt, namelijk het traceerbaar maken van eisen vanuit het meest gedetailleerde
niveau tot aan het beleidsniveau. Met het weergeven van de bovenliggende en
onderliggende eisen, is elke eis te traceren en tevens te verantwoorden.
tegenstrijdigheid tussen eisen: in bepaalde gevallen kunnen zich strijdigheden tussen de
eisen onderling voordoen. Een voorbeeld hiervan is het behoud van bepaalde gebouwen in
de omgeving versus de dimensionering van een weg. Uit het ontwerp moet blijken of aan
beide eisen kan worden voldaan. Indien dit niet het geval is dient één van de eisen te worden
aangepast.
oplossingsvrijheid van eisen: Rijkswaterstaat hanteert het principe dat eisen zoveel mogelijk
oplossingsvrij dienen te zijn. Echter geldt dit alleen voor een opdrachtgever, een
opdrachtnemer zoals de combinatie dient de eisen door te vertalen naar oplossingvervullers.
Zij kunnen zich dus niet beperken tot oplossingsvrije eisen. Het is wel aan te raden de eisen
zo lang mogelijk in de eisenboom oplossingsvrij te houden, om toch een zoveel mogelijk
innovatief en efficiënt ontwerp te ontwikkelen.
de ‘knip’ tussen opdrachtgever en opdrachtnemer: binnen Systems Engineering wordt
gesproken over een zogenaamde ‘knip’ tussen opdrachtgever en opdrachtnemer. Daarmee
wordt verwezen naar op welk punt in de eisenboom, de verdere uitwerking van de eisen aan
de opdrachtnemer wordt overgelaten. De ‘knip’ balanceert tussen het bieden van zoveel
mogelijk oplossingsruimte aan de opdrachtnemer en de mate van sturing over waar de
grenzen van de oplossingsruimte zich bevinden. Binnen het verbetervoorstel dient hier ook
een goede balans in te worden gevonden. De provincie Overijssel moet enerzijds concreet
genoeg zijn in haar eisen, zodat de combinatie de juiste oplossingsruimte kan identificeren
en de eisen kan doorspecificeren. Anderzijds moet de provincie Overijssel niet teveel de
oplossingsruimte beperken, zodat innovatie en efficiëntie worden bevorderd.
4.3.2. Eisinformatie
De kolommen van de eisinformatie zijn formeel onderdeel van de specificatie, maar worden niet
altijd weergegeven. De eisinformatie vormt de aanvullende informatie over de eis en verwijst naar
een initiator, een bron, een bijlage en kwalificeert het type eis. De kolommen in de eisinformatie zijn
over het algemeen alleen van belang wanneer er problemen zijn met de eisen, bijvoorbeeld wanneer
eisen conflicteren. Doormiddel van de eisinformatie kan bij een conflict tussen eisen de herkomst
van de eisen worden bepaald en overlegd worden met de eisinitiator(en).
Eisinitiator
Rijkswaterstaat
Eis-informatie
Bron
Bijlage
Nota van inlichtingen Nee
d.d. 9/6/09
Type eis
Functionele eis
Figuur 4.2: Voorbeeld Eisinformatie
Aandachtspunten:
 indeling in type eisen: Rijkswaterstaat hanteert in elke specificatie clusters van typen eisen.
Daarbij wordt elk type eis apart benoemd in een paragraaf van de specificatie.
Rijkswaterstaat onderscheid vijf typen eisen: (1) functionele eisen, (2) randvoorwaarden, (3)
interne raakvlakeisen, (4) externe raakvlakeisen en (5) aspecteisen. In bijlage 4.1 staan de
typen eisen toegelicht. Binnen het verbetervoorstel is niet voor gekozen voor een clustering
in type eisen. Er is gekozen de eisen te rangschikken op basis van het onderwerp, zodat er
clusters van gerelateerde eisen op basis van inhoud ontstaan. Deze werkwijze is meer
toereikend voor het ontwikkelen van structuur en volledigheid in de specificatie.
23

minimaliseren van de randvoorwaarden: binnen de specificatie moet worden getracht de
randvoorwaarden zoveel mogelijk te minimaliseren. Hiermee wordt voorkomen dat er
onnodig veel vrijheidsbeperkingen in het ontwerp optreden.
4.3.3. Verificatieplan
Het verificatieplan zet uiteen hoe zal worden aangetoond of aan een eis is voldaan. Het plan moet
iets zeggen over de methode van toetsing, het toetsingsmoment en de toetsende persoon. Het is
belangrijk om duidelijke afspraken te maken over het verificatieplan, in de praktijk komt het namelijk
geregeld voor dat er onenigheid ontstaat over het aantonen of aan een eis is voldaan. (Leidraad SE,
2007)
Verificatiemethode
Tekening
Verificatieplan
Verificatiemoment
Verificator
Definitief Ontwerp (DO) B. Jansen
Figuur 4.3: Voorbeeld Verificatieplan
Aandachtspunten:
 verificatiemethode: hiermee wordt aangegeven hoe wordt aangetoond dat het systeem
voldoet aan de eisen. Bijvoorbeeld door het maken van berekeningen, het weergeven van
kaarten. In bijlage 4.2 wordt ingegaan op de verschillende typen verificatiemethoden.
 verificatiemoment: het moment waarop zal worden vastgesteld of aan de eis is voldaan. Dit
kunnen fases in het project zijn, zoals bij afsluiting van het structuur ontwerp of
voorontwerp.
 verificator: de persoon die het product verifieert en de bewijslast levert.
4.3.4. Verificatierapport
De kolommen in het verificatierapport vormen samen de bewijslast of aan de eis is voldaan. Hierbij
hoort een resultaat, een bewijsdocument, een datum, opnieuw een verificator en de te ondernemen
corrigerende maatregelen wanneer niet aan een eis is voldaan.
Resultaat
Voldoet
Verificatierapport
Bewijsdocument
Verificatiedatum
Verificator
Tekening
1-12-2010
B. Jansen
hemelwaterafvoer
Corrigerende maatregel
Ontwerp aanpassen
Figuur 4.4: Voorbeeld Verificatierapport
Toelichting
 het dubbel voorkomen van tijdsbepaling en verificator: het verificatieplan dient onderdeel te
zijn van een vooraf overeengekomen afspraak. De bewijslast zelf, het verificatierapport,
dient daarom ook een tijdsbepaling en verificator aan te geven. Zo kan worden aangetoond
of het verificatieplan correct is uitgevoerd en dat daarmee het resultaat van de verificatie
betrouwbaar is.
24
4.4.
Deelconclusie
Dit hoofdstuk had tot doel om op basis van de theorie van Systems Engineering een verbetervoorstel
te ontwerpen dat de knelpunten in het proces van de planstudiefase zou kunnen verminderen. De
belangrijkste knelpunten uit het inventarisatieonderzoek hadden betrekking op het structureren van
informatie en daarom is als verbetervoorstel gekozen voor het ontwikkelen van een matrix waarin
informatie kan worden vastgelegd en beheerd doormiddel van het opstellen van eisen. Omdat de
eisenmatrix ook wordt gebruikt voor verificatie, wordt binnen Systems Engineering gesproken over
verificatiematrices. De structuur van de verificatiematrix is grotendeels gebaseerd op de theorie van
Rijkswaterstaat. Om praktische redenen is op bepaalde punten afgeweken van Rijkswaterstaat. De
gemaakte afwegingen zijn onderbouwd in het hoofdstuk.
Voor een specifieke beantwoording van deelvraag 3, wordt voor elk geselecteerd knelpunten uit het
inventarisatieonderzoek uiteen gezet wat de verwachte invloed is van het verbetervoorstel op de
knelpunten:
1. Raakvlakken tussen specialisten: Doormiddel van een verificatiematrix op basis van Systems
Engineering kunnen de raakvlakken tussen specialisten explicieter worden benoemd en beheerd.
Specialisten kunnen op deze manier beter van elkaar weten welke input op welk tijdstip gewenst
is. De specialisten kunnen elkaar een ‘deelopdracht’ geven.
2. Onvoldoende structurering van informatie: Informatie, ontwerpkeuzes, ontwerpwijzigingen en
afspraken kunnen worden vastgelegd in eisen en worden beheerd in het verbetervoorstel.
Daarnaast kan er worden bijgehouden welke documenten of gesprekken ten grondslag liggen
aan de eis en wie de initiator is.
3. Verkeerde interpretatie van vraagspecificatie: Door het expliciete karakter van het formuleren
van eisen en door het opstellen van onderliggende eisen, zou een verkeerde interpretatie van de
vraagspecificatie nog nauwelijks voor moeten kunnen komen. Bij de toepassing van het
verbetervoorstel zal het waarschijnlijk van belang zijn om de structuur van de matrix helder weer
te geven, om een goed totaalbeeld te ontwikkelen van het gevraagde.
4. Moeilijke herleidbaarheid van eisen: Doormiddel van het weergeven van bovenliggende en
onderliggende eis(en) kan de verificatiematrix de eisen herleiden binnen de eisenboom.
Daarnaast biedt het verbetervoorstel de mogelijkheid om eisen aan elkaar en aan de bron van de
eis te koppelen, zodat de eisen eenvoudig te herleiden zijn
De belangrijkste knelpunten uit het implementatieonderzoek kunnen in theorie worden verminderd
doormiddel van het verbetervoorstel. Het verbetervoorstel kan theoretisch leiden tot een
vermindering van alle vier knelpunten. Uit de toepassing van het verbetervoorstel zal moeten blijken
of de verificatiematrices daadwerkelijk de knelpunten kunnen verminderen. Bij de vormgeving van
het verbetervoorstel zijn er enkele afwegingen gemaakt ten aanzien van de praktische
toepasbaarheid van het verbetervoorstel. Het is de verwachting dat deze afwegingen ook voor de
toepassingsfase zullen opgaan.
25
5. Toepassing verbetervoorstel
Na het vormgeven van het verbetervoorstel, wordt in dit hoofdstuk het verbetervoorstel toegepast
voor een aspect van het project N34. Met het toepassen van het verbetervoorstel wordt het
opstellen van een specificatie met bijbehorend verificatieplan bedoeld. Het hoofdstuk heeft tot doel
om uiteen te zetten hoe het verbetervoorstel kan worden toegepast en of het de knelpunten in het
planstudieproces daarmee worden verminderd. In het hoofdstuk wordt tevens ingegaan op de
belangrijkste uitgangspunten en afwegingen die kwamen kijken bij het opstellen van de specificaties
en verificatieplannen.
5.1.
Methode
Uitgangspunten
De toepassing van het verbetervoorstel diende (opnieuw) een goede balans te vinden tussen de
uitgangspunten en de definities van Rijkswaterstaat én de functionele toepasbaarheid voor in de
praktijk. Binnen de paragraaf Kernpunten voor het opstellen van een specificatie (par. 5.2) wordt
specifieker ingegaan op hoe de uitgangspunten zijn vertaald in keuzes voor de toepassing van het
verbetervoorstel. Voor het proces van het toepassen van het verbetervoorstel zijn de volgende
informatiebronnen geraadpleegd:
 Handreiking Functioneel Specificeren (2005)
 Lessons Learned (2009)
Aspect ecologie
Gezien de beperkingen van tijd, was het niet mogelijk om het verbetervoorstel toe te passen op het
gehele project N34. In overleg met de organisaties is daarom besloten om het verbetervoorstel toe
te passen op een gedeelte van het aspect ecologie. Hiervoor waren twee redenen:
1. Binnen de combinatie kwam vaak ter sprake dat Systems Engineering alleen voor technische
afdelingen toepasbaar zou zijn, maar niet voor afdelingen die minder technisch van aard zijn.
Door het toepassen van Systems Engineering op het deelaspect ecologie zou mogelijk het
tegendeel kunnen worden aangetoond.
2. Binnen de combinatie wilde men weten of het mogelijk was om de raakvlakken tussen een
ecoloog en een MER opsteller, expliciet te maken. Op deze manier zou een MER opsteller een
explicietere ‘deelopdracht’ kunnen geven aan een ecoloog. Dit punt ging in op één van de
belangrijkste ondervonden knelpunten, namelijk het knelpunt van raakvlakken tussen de
specialisten.
5.2.
Kernpunten voor het opstellen van een specificatie
Aanvullend op de uitleg van de structuur van het verbetervoorstel (Hoofdstuk 4), zijn er belangrijke
kernpunten te onderscheiden die van belang zijn voor opstellen van een specificatie. Deze
kernpunten betreffen: (1) de structuur van de specificatie, (2) risico gestuurd specificeren en (3) de
toetsbaarheid van de specificatie. Uiteindelijk dient er een balans te worden gevonden tussen deze
kernpunten. De kernpunten zijn samengesteld op basis van de theorie van Systems Engineering.
Rijkswaterstaat hanteert meer voorwaarden aan eisen, maar binnen de toepassing van het
verbetervoorstel wordt uit praktische overwegingen hier in mindere mate naar gekeken. De
afwegingen zullen wel deels ter sprake komen in dit hoofdstuk.
1. Structuur in specificatie
Een groot risico binnen het specificatieproces is het niet weten of de specificatie volledig is. Daarmee
wordt onbedoeld oplossingsruimte open gelaten en dat kan leiden tot aanzienlijke risico’s voor het
26
project. Hoe weet een opsteller of een specificatie compleet is en hoe wordt de kans verminderd om
eisen over het hoofd te zien? Een belangrijk middel om te voorkomen dat een specificatie onvolledig
is, is het aanbrengen van structuur in de specificatie. Structuur kan worden verkregen door het
aanbrengen van een gelaagdheid in de eisen en een indeling van eisen op basis van onderwerp. Door
deze structurering wordt de context van de eis verduidelijkt en dat verbeterd de mogelijkheid om
onvolledigheid in de specificatie te constateren. Andere middelen zijn het raadplegen van
specificaties van vergelijkbare projecten en het opstellen van de specificatie samen met een tweede
opsteller. Volledigheid is belangrijk voor vertrouwen in de specificatie. Als projectmedewerkers geen
vertrouwen in de volledigheid van de specificatie hebben, zijn ze geneigd om op de traditionele
werkwijze te blijven werken.
2. Risico gestuurd specificeren
Een ander relevant uitgangspunt bij het opstellen van een specificatie is hoe gedetailleerd en
uitgebreid een specificatie moet te zijn. Moet een opsteller doorspecificeren tot ‘bout en moer’
niveau of is dat ineffectief? Een belangrijk middel om tot het juiste detailniveau te specificeren, is het
zogenaamde ‘risico gestuurd’ specificeren. Daarmee wordt bedoeld dat voornamelijk de gebieden
waar relevante risico’s worden verwacht, nader worden gespecificeerd. Deze werkwijze maakt de
specificatie effectief en het gehele proces efficiënt. Het doorspecificeren tot op alle detailniveaus kan
leiden tot een bureaucratisch en bijna onbeheersbaar proces. Daarom moet er ergens een lijn
worden getrokken. Rijkswaterstaat hanteert het principe dat er bij zowel de opdrachtgever als
opdrachtnemer genoeg ‘vertrouwen’ moet te zijn dat de belangrijkste risico’s zijn gespecificeerd. Dat
is dan een goed moment om te stoppen met het gedetailleerder specificeren. Echter blijft dit een
discutabel punt, omdat de opdrachtgever mogelijk meer risico’s ziet dan de opdrachtnemer.
3. Toetsbaarheid van de specificatie
Als de eisen binnen de specificaties niet toetsbaar zijn, kan de kwaliteit van het ontwerp niet worden
vastgesteld. Het niet kunnen vaststellen van de kwaliteit, betekent ondermeer het niet weten of het
ontwerp mogelijk is, of het ontwerp gewenst is en of de projectelementen op elkaar aansluiten.
Daarom is het zo belangrijk om eisen SMART of expliciet te formuleren. Zoals eerder omschreven in
Hoofdstuk 4, hoeft en kan niet elke eis SMART of expliciet zijn. Eisen moeten of meteen eenduidig en
meetbaar zijn, òf zodanig worden doorgespecificeerd dat de laagste eis in de eisenboom expliciet is
en dat daarmee de bovenliggende eisen kunnen worden getoetst.
5.3.
Verantwoording werkwijze
In deze paragraaf wordt ingegaan op de werkwijze waarop de specificaties zijn opgesteld. De
paragraaf dient verantwoording te geven over de gemaakte afwegingen en resultaten.
Specificaties
In overleg met de organisaties zijn drie verschillende specificaties ontwikkeld:
1. Planvorming ecologie: betreffen inhoudelijke eisen voor ecologie die als input dienen voor
het ontwerp van de N34 en de omliggende landschapsinrichting.
2. Deelopdracht ecologie voor MER: betreffen inhoudelijke eisen voor de paragrafen over de
ecologische effectbeoordeling van de MER.
3. Ecologisch veldonderzoek: betreffen proceseisen voor het juist uitvoeren van de
veldonderzoeken voor het onderdeel ecologie van de MER.
Inhoudelijke informatie specificaties
De inhoudelijke informatie voor het opstellen van de specificaties zijn gebaseerd op wetgeving,
beleidsdocumenten van de provincie Overijssel, literatuur van de Universiteit van Wageningen en
optimalisaties door gesprekken met specialisten van de provincie Overijssel en de combinatie.
27
Werkwijze algemeen
Het toepassingsproces van het verbetervoorstel was iteratief van aard. Telkens werd er een
specificatie opgesteld en vervolgens besproken met specialisten. Op basis van de gesprekken zijn er
aanpassingen gedaan en zijn de resultaten opnieuw besproken. Tijdens de gesprekken werd
voornamelijk gevraagd of de specificatie volledig was en of deze duidelijk en werkbaar was voor in de
praktijk. In de onderstaande punten worden de gemaakte afwegingen weergegeven:
1. Strijdigheid tussen enkelvoudige eisen en te lange specificatie: Rijkswaterstaat hanteert het
principe dat eisen enkelvoudig dienen te zijn. Dat betekent één eis, per eis. Binnen de toepassing
van het verbetervoorstel is hier incidenteel van afgeweken, omdat anders te lange specificaties
met eisen ontstonden. Er werd geconstateerd dat te lange en ingewikkelde specificaties niet
goed werkbaar zouden zijn en tevens het draagvlak voor de methode zouden aantasten.
2. Toetsbaarheid van de specificatie: Binnen de uitgangspunten is vermeld dat eisen zoveel mogelijk
toetsbaar dienen te zijn. Binnen de toepassing is hier tevens incidenteel van afgeweken. Tijdens
het opstellen van de specificaties ontstond er een strijdigheid tussen de mate van explicietheid
van eisen en opnieuw te lange specificaties. Om eisen expliciet te maken moest er soms zoveel
worden doorgespecificeerd dat opnieuw de specificatie te lang en niet werkbaar werd. Bij de
afweging om eisen op te nemen in de specificatie, is doorgaans gebruik gemaakt van het
uitgangspunt van ‘risico gestuurd’ specificeren. (par. 5.2)
3. Complexiteit van de eiscodering: Rijkswaterstaat hanteert het principe dat eisen een unieke code
binnen het Programma van Eisen horen te hebben. (par. 4.3.1) Binnen de toepassing is hiervan
afgeweken. Het voorstel was dat de eisen de afkorting van het betreffende object of activiteit
zouden krijgen, dit had namelijk veel raakvlakken met de werkwijze van Rijkswaterstaat. De
organisaties vonden echter dat de eiscodering hierdoor te ingewikkeld werd. Uiteindelijk is er
een middenweg gekozen, waarbij binnen de specificatie eenvoudige codering van toepassing is
en alleen bij een verwijzing naar de eisen van een andere specificatie, de objectcode werd
weergegeven. Zo ontstond er toch een eisenboom door de specificaties heen en bleef de
eiscodering eenvoudig en overzichtelijk.
4. Ontwikkeling standaard specificatie: tijdens de toepassing bleek dat veel specialisten het idee
van een standaard specificatie goed beviel. Om de specificaties toepasbaar te maken voor
verschillende projecten was de gelaagdheid in de eisen erg belangrijk. Pas op een laag niveau in
de eisenboom zouden de eisen projectspecifiek worden gemaakt.
De opgestelde specificaties zijn opgenomen in bijlage 5.1 en 5.2. In bijlage 5.1 staan specificaties met
de complexere eiscodering en teveel aan eisen. In bijlage 5.2 zijn de definitieve specificaties
opgenomen. De veranderingen die zijn gedaan ter bevordering van de praktische toepasbaarheid,
hoeven mogelijk niet in de toekomst plaats te vinden. Nu is hier wel gekozen omdat het toepasbaar
zijn van het verbetervoorstel ook een belangrijk uitgangspunt vormde voor de implementatie.
Wanneer de organisaties beter gewend zijn aan het toepassen van Systems Engineering, zou meer
kunnen worden opgeschoven naar de werkwijze van Rijkswaterstaat.
Toetsingsmethode resultaten
Er heeft geen expliciete toetsing plaatsgevonden om te achterhalen of de knelpunten worden
verminderd doormiddel van de toepassing van het verbetervoorstel. Tijdens en na de toepassing
hebben zoals eerder vermeld, verschillende gesprekken plaatsgevonden waarin de opzet van het
verbetervoorstel in combinatie met vermindering van de knelpunten is besproken. Er is niet gekozen
om explicieter te toetsen op de resultaten, voornamelijk door de beperkingen van tijd. De
uitkomsten van gesprekken met specialisten staan vermeld in bijlage 5.3. De deelconclusie is
samengesteld op basis van deze gesprekken met de projectmedewerkers, de gemaakte afwegingen
en kennis van Rijkswaterstaat (Functioneel Specificeren/Lessons Learned).
28
5.4.
Deelconclusie
Dit hoofdstuk had tot doel om uiteen te zetten hoe het verbetervoorstel kon worden toegepast voor
het project N34 en of de toepassing de ondervonden knelpunten in het planstudieproces kon
verminderen. Om dit te onderzoeken zijn verificatiematrices opgesteld voor het aspect ecologie. De
structuur van de eisen en de matrix zijn grotendeels gebaseerd op de theorie van Rijkswaterstaat.
Toepassing en belangrijkste afwegingen
Het verbetervoorstel kan worden toegepast door het opstellen van inhoudelijke eisen en proceseisen
voor objecten en activiteiten voor het project N34. Daarbij dient te worden gestreefd naar een goede
balans tussen de volledigheid, effectiviteit en toetsbaarheid van de specificatie. De belangrijkste
afwegingen waren de mate van expliciet formuleren ten opzichte van de werkbaarheid en de
overzichtelijkheid van de matrix én het wel of niet aanhouden van unieke eiscodering. (Deelvraag 4)
Voor een specifieke beantwoording van deelvraag 5, wordt voor elk geselecteerd knelpunten uit het
inventarisatieonderzoek uiteen gezet wat de invloed is van de toepassing van het verbetervoorstel
op het betreffende knelpunt:
1. Raakvlakken tussen specialisten: De problemen met raakvlakken tussen specialisten kunnen
worden verminderd door de toepassing van de verificatiematrices. De specificatie voor de
‘deelopdracht’ ecologie voor het MER is hier een voorbeeld van. De betrokken specialisten geven
aan dat nu beter vaststaat wat van hen wordt verwacht, zodat zij gerichter hun taak kunnen
uitvoeren.
2. Onvoldoende structurering van informatie: De structurering van informatie is verbeterd door de
toepassing van het verbetervoorstel. De eisen zelf vormen beknopt de essentiële informatie voor
het project en kunnen worden gekoppeld aan objecten of activiteiten. Daarnaast kan goed
worden verwezen naar bijlagen, bronnen en andere eisen doormiddel van de matrix.
3. Verkeerde interpretatie van vraagspecificatie: De problemen van het verkeerd interpreteren van
de vraagspecificatie kunnen worden verminderd door de toepassing van het verbetervoorstel.
Grotendeels klopte de toepassing dus met de theorie, echter moesten er wel concessies worden
gedaan aan de explicietheid van het gevraagde, om te voorkomen dat er bureaucratische en
lange specificaties ontstonden.
4. Moeilijke herleidbaarheid eisen: Eisen konden met het verbetervoorstel zoals verwacht goed
worden herleid naar een bron(document) en initiator. Daarnaast konden detaileisen worden
getraceerd naar topeisen, door van het weergeven van bovenliggende en onderliggende eis.
De toepassing van het verbetervoorstel kan de knelpunten in het proces van de planstudiefase van
het project N34 verminderen. De toepassing wijkt op bepaalde punten af van de theorie van het
verbetervoorstel. De oorzaak hiervan is vooral de afwegingen die zijn gedaan met betrekking tot het
afzien van de unieke eiscodes en het voorkomen van te lange specificaties. Dit hoeft echter niet te
betekenen dat in de toekomst deze veranderingen ook hoeven plaats te vinden. Wanneer beide
organisaties beter gewend zijn om met Systems Engineering te werken, zou de werkwijze van de
organisaties kunnen worden geoptimaliseerd naar die van Rijkswaterstaat.
Een belangrijke reden voor de keuze voor het aspect ecologie, was de twijfel of Systems Engineering
ook geschikt zou zijn voor afdelingen die minder technisch van aard waren. Uit de resultaten van het
onderzoek kan worden opgemaakt dat Systems Engineering ook voor deze afdelingen een uitkomst
kan bieden. In essentie is Systems Engineering voor alle projectonderdelen toepasbaar, alleen weegt
de inspanning die de methode vergt, niet altijd op tegen de baten. Hierbij kan worden verwezen naar
de theorie van Honour (2004) en Martin (1997) over de meerwaarde van Systems Engineering.
(par.2.2.5) In het geval van de afdeling Ruimte voor de MER heeft de methode een meerwaarde.
29
6. Aanbevelingen voor organisaties
In deze paragraaf worden aanbevelingen gedaan omtrent de implementatie van Systems Engineering
voor het project N34 en mogelijk vervolgprojecten. De aanbevelingen zijn gedaan op basis van de
onderzoekresultaten, de theorie van Systems Engineering en de gesprekken met medewerkers van
de provincie Overijssel en de combinatie.
Allereerst wordt er geadviseerd om door te gaan met Systems Engineering bij het project N34 en
mogelijke vervolgprojecten. De resultaten van het onderzoek tonen aan dat de belangrijkste
knelpunten die de provincie Overijssel en de combinatie ondervinden, worden verminderd door de
toepassing van Systems Engineering. Bovendien maakt Systems Engineering steeds meer haar
opmars in de bouw- en infrastructuurwereld en zullen beide organisaties vroeg of laat meer in
aanraking komen met de methode. Binnen de aanbevelingen zijn drie hoofdlijnen te onderscheiden:
1. De standaardisering van definities en werkwijzen
2. Het overnemen van het verbetervoorstel en andere SE-methoden
3. Informatiepunten, kennisverspreiding en draagvlak
6.1.
Standaardisatie van definities en werkwijzen
Standaardisering algemeen
Er wordt geadviseerd om bij de implementatie van Systems Engineering toe te werken naar het
standaardiseren van definities en werkwijzen. Binnen het huidige implementatieproces is lang niet bij
iedere projectmedewerker duidelijk wat bijvoorbeeld onder verschillende typen eisen wordt
verstaan en hoe een specificatie dient te worden opgesteld. Een eerste stap is dus het afspreken hoe
vorm wordt gegeven aan Systems Engineering. Dan reikt de vraag: wat zijn de juiste definities en
werkwijzen? Daarvoor wordt met klem geadviseerd om zoveel mogelijk de werkwijzen en definities
van Rijkswaterstaat (en partners) aan te houden. Er zijn drie belangrijke redenen waarom
standaardisatie volgens Rijkswaterstaat aan te bevelen zijn:
1. Kennis en ervaring: Rijkswaterstaat (e.a.) zijn de trendgevende organisaties binnen Nederland
voor de toepassing van Systems Engineering. Rijkswaterstaat heeft kennis en ervaring met de
methode en biedt toegang tot kennis in de vorm van leidraden, workshops en handige tips &
tricks.
2. Toekomstige projecten: de combinatie doet geregeld opdrachten voor Rijkswaterstaat en de
provincie Overijssel zal hoogstwaarschijnlijk in de toekomst ook met andere opdrachtnemers
Systems Engineering toepassen. Daarom zou het verstandig zijn om een werkwijze aan te houden
waardoor kennis en vaardigheden ook toepasbaar zijn voor toekomstige projecten.
3. Kennis uitwisselen: met het overnemen van de methoden van Rijkswaterstaat wordt toegewerkt
naar een ‘technische taal’ binnen Nederland van Systems Engineering. Dat biedt beter de
mogelijkheid om bijvoorbeeld het proces en werkzaamheden deels uit te besteden aan een
professional. De provincie Overijssel zou bijvoorbeeld de verificatiematrices kunnen laten
doorlichten door een externe controleur.
Het advies betekent niet dat alle werkwijzen en definities van Rijkswaterstaat (meteen) moeten
worden overgenomen. De werkbaarheid van het proces staat voorop en er is tijd nodig voor de
omschakeling. De kern van deze aanbeveling blijft: probeer toe te werken naar één technische taal
voor Systems Engineering, dat duurzaam ingezet kan worden voor verschillende projecten. De
huidige werkwijze van de projectorganisaties verschilt van Rijkswaterstaat o.a. op het gebied van
definities, de opzet en omschrijving van eisen, de opzet van de matrices en de gelaagdheid in eisen.
Standaardisering van een leidraad
Als onderdeel van de standaardisatie wordt geadviseerd om naast de leidraden van Rijkswaterstaat
een eenvoudige leidraad over Systems Engineering op te stellen voor intern gebruik binnen de
30
projectorganisaties. Deze leidraad zou praktischer van aard moeten zijn dan die van Rijkswaterstaat
en vooral moeten richten op het correct opstellen van verificatiematrices. De leidraad zou handige
en tips & tricks, voorbeelden van uitgewerkte specificaties en een lijst met definities voor type
verificatiemethoden, type eisen en andere belangrijke termen moeten bevatten.
Standaardisering van specificaties
Er wordt tevens geadviseerd om toe te werken naar het ontwikkelen van standaard specificaties voor
bepaalde objecten en activiteiten. Daarmee wordt bedoeld dat de eerste paar lagen van de
eisenboom zodanig worden opgesteld, dat de uitwerkingen daarvan toepasbaar zijn voor meerdere
projecten. Het standaardiseren zou kunnen worden toegepast voor objecten en activiteiten die in
beginsel voor veel projecten hetzelfde zijn, zoals de specificatie voor de deelrapportage ecologie van
het MER, de Veldonderzoeken en de Planvorming voor Ecologie. Wanneer er voor een nieuw project
specificaties moeten worden opgesteld, kunnen de standaard specificaties projectspecifiek worden
gemaakt doormiddel van het invullen van de onderliggende (detail)eisen.
6.2.
Overnemen van verbetervoorstel
Een tweede hoofdlijn binnen de aanbevelingen zijn het overnemen van het verbetervoorstel en
andere specifieke Systems Engineering methoden.
Overnemen van verbetervoorstel
Er wordt geadviseerd om het verbetervoorstel op basis van het onderzoek over te nemen. Het
verbetervoorstel is overzichtelijker, draagt beter bij aan een standaardisatie en is zodanig opgezet
dat het goed kan bijdragen aan een gestructureerde opzet van eisen. Specifieke adviezen zijn:
 Het overnemen van de opzet van het verbetervoorstel
 Het overnemen van de vijf standaard typen eisen met definitie (bijlage 4.1)
 Het overnemen van de standaard verificatiemethoden met definitie (bijlage 4.2)
 Het overnemen van een gelaagdheid in de eiscodering
Het opstellen van proceseisen
Er wordt tevens geadviseerd om toe te werken naar een duidelijke scheiding tussen inhoudelijke
eisen en proceseisen. Proceseisen zijn belangrijk omdat de kwaliteit van de resultaten van een
project zoals de N34, voor een groot deel afhankelijk zijn van de kwaliteit van de uitgevoerde
onderzoeken en de methode van het maken van (ontwerp)keuzes. Een opdrachtgever van een MER
wil bijvoorbeeld dat het MER aan alle inhoudelijke eisen voldoet die de wet stelt, maar de
opdrachtgever wil ook dat het proces om te komen tot de resultaten, zodanig is uitgevoerd dat de
resultaten betrouwbaar zijn. Kwaliteitsborging voor een project zoals de N34 zit dus ook voor een
groot gedeelte in het toepassen van het juiste proces en daarvoor moeten ook eisen voor het proces
expliciet gemaakt worden. Het expliciet scheiden van inhoudelijke eisen en proceseisen is daarin
belangrijk omdat zo meer overzicht en orde ontstaat in de specificatie en daarmee beter kan worden
gecontroleerd of de specificatie volledig is. De methode Systems Engineering is in feite ook een
procesbeschrijving dat waarborgt dat met de correcte toepassing van de methode en gedegen
uitgangspunten (input), het meest optimale en kwalitatieve resultaat wordt gegenereerd. Het
opstellen van processpecificaties is daar een verlengde van.
Het opstellen van topeisen
Momenteel is de opdrachtnemer (de combinatie) binnen het project N34 volledig verantwoordelijk
voor het opstellen van de verificatiematrices. Binnen Systems Engineering in Nederland is dat een
ongebruikelijke rolverdeling. Systems Engineering is een top-down methode, waarbij de
opdrachtgever vaak de eerste lagen van de eisenboom weergeeft en de opdrachtnemer deze correct
doorspecificeert tot op het gewenste niveau. Er wordt geadviseerd dat de provincie Overijssel bij
vervolgprojecten topeisen formuleert, mogelijk in overleg en op advies van de opdrachtnemer.
31
6.3.
Informatiepunten, kennisverspreiding en draagvlak
Een derde hoofdlijn binnen de aanbevelingen is het opzetten van informatiepunten en het
verspreiden van kennis over Systems Engineering. Daarnaast komt het ontwikkelen van draagvlak ter
sprake.
Informatiepunt Systems Engineering
Er wordt geadviseerd om een vast informatiepunt over Systems Engineering op intranet aan te
maken, bij zowel de provincie Overijssel als de combinatie. Het informatiepunt zou kunnen bestaan
uit de geadviseerde korte leidraad, definities, de standaardspecificaties voor bepaalde objecten en
activiteiten en mogelijk de leidraden van Rijkswaterstaat. Doormiddel van een vast informatiepunt
kan voor projectmedewerkers eenvoudig inzichtelijk worden gemaakt hoe een specificatie dient te
worden opgesteld of gecontroleerd en wat onder begrippen wordt verstaan.
Informatiepunt verificatiematrices projecten
Naast een informatiepunt over de kennis van Systems Engineering, wordt geadviseerd om een
informatiepunt voor alle verificatiematrices van het project N34 aan te maken. Deze kunnen worden
gerangschikt op basis van de objectenboom of activiteitenboom. Samen vormen deze matrices het
Programma van Eisen voor het project. Veranderingen in de verificatiematrices naar aanleiding van
ontwerpkeuzes, vergaderingen en ontwerpwijzigingen, zouden bovendien alleen in deze map
verwerkt moeten worden. Zo blijft de meest recente en complete versie van het Programma van
Eisen altijd op één plek en vormt daarmee het uitgangspunt.
Workshops
Voor de kennisverspreiding binnen de organisaties zou het verstandig zijn om minimaal eens per half
jaar een workshop te houden over Systems Engineering. Daarbij kan de leidraad worden uitgedeeld
en kunnen samen met de deelnemers specificaties worden opgezet en vragen worden beantwoord.
Draagvlak en ambitieniveau
Draagvlak ontwikkelen is een belangrijk onderdeel voor het mogelijk maken van de implementatie
van Systems Engineering. Het ambitieniveau voor Systems Engineering moet daarbij worden
afgestemd op het draagvlak binnen de organisaties. Tijdens het onderzoek werd duidelijk dat er
weinig begrip was voor ingewikkelde eiscodes of te lange matrices. Er moet eenvoudig begonnen
worden door het opstellen van gestructureerde matrices met daarin de belangrijkste inhoudelijke of
proceseisen. Langzamerhand kan het ambitieniveau worden uitgebreid en toe worden gewerkt naar
een professionalisering van de werkwijze.
6.4.
Deelconclusie
Dit hoofdstuk had tot doel om uiteen te zetten welke aanpassingen dienen te worden doorgevoerd
bij de provincie Overijssel en de combinatie om de implementatie van Systems Engineering haalbaar
te maken. De aanpassingen die worden geadviseerd betreffen: (1) de standaardisatie van definities
en werkwijzen, (2) het overnemen van het verbetervoorstel en andere Systems Engineering
methoden en (3) het aanmaken van informatiepunten waarbij de kennis over Systems Engineering
centraal kan worden opgeslagen én verspreid doormiddel van leidraden en workshops. De
aanbevelingen zijn vooral gericht op de toekomst, waarbij aandacht is voor het ontwikkelen van één
technische taal voor Systems Engineering binnen Nederland en waarbij kennis en ervaring
uitwisselbaar en toepasbaar zijn voor toekomstige projecten.
32
7. Conclusies
Dit onderzoek had tot doel om te inventariseren wat de belangrijkste knelpunten waren binnen het
proces van de planstudiefase van projecten zoals de N34 en of een verbetervoorstel op basis van
Systems Engineering de belangrijkste knelpunten kon verminderen. Om dit te onderzoeken heeft er
een inventarisatie van knelpunten plaatsgevonden en is er een format ontwikkeld en toegepast voor
het project N34 op basis van de theorie van Systems Engineering. In deze conclusie worden eerst de
ondervonden knelpunten uit het inventarisatieonderzoek uiteen gezet en vervolgens de resultaten
van het ontwikkelen en toepassen van het verbetervoorstel.
Inventarisatieonderdeel
Bij de inventarisatie is gebruik gemaakt van de Delphi-techniek. Daarbij werden eerst interviews
afgenomen met vooraf geselecteerde projectleiders en specialisten en vervolgen werden enquêtes
samengesteld op basis van de uitkomsten van de interviews en tevens afgenomen bij deels dezelfde
en deels andere ondervraagden. De inventarisatie heeft plaatsgevonden bij de provincie Overijssel en
een combinatie van Tauw en Goudappel Coffeng, binnen de scriptie vermeld als de ‘combinatie’. Het
feit dat de betrokken organisaties allen veel ervaring hadden met planstudiefases en het feit dat
zowel de kant van de opdrachtgever als opdrachtnemer kon worden belicht, maakte het dat deze
organisaties geselecteerd waren voor het onderzoek. Het eerste deel van de hoofdvraag betrof een
uiteenzetting van de belangrijkste knelpunten in de planstudiefase. Deze belangrijkste knelpunten
zijn hieronder uiteen gezet:
1. Raakvlakken tussen specialisten: de planstudiefase vergt een intensieve samenwerking tussen
verschillende disciplines, maar de specialisten werken geregeld langs elkaar heen Hierdoor wordt
niet altijd de juiste informatie aan elkaar afgeleverd of te laat afgeleverd.
2. Onvoldoende structurering van informatie: informatie wordt onvoldoende gestructureerd
opgeslagen en verwerkt. Als informatie niet goed gestructureerd is, wordt het maar deels
meegenomen in het project en dat heeft invloed op de kwaliteit van het product én proces.
3. Verkeerde interpretatie van vraagspecificatie: het is voor opdrachtgevers en opdrachtnemers
moeilijk om af te stemmen wat men van elkaar verwacht en wat elkaars interpretatie van de
vraagspecificatie is. Vaak komt dit pas naar boven op het moment dat de eerste versie wordt
aangeleverd.
4. Moeilijke herleidbaarheid van eisen: de eisen die worden gesteld aan een te ontwerpen weg of
een te ontwikkelen rapportage zijn soms moeilijk herleidbaar. Het gevolg is dat een
opdrachtgever moeilijk kan aantonen wat er met een bepaalde eis is gebeurd en of deze eis is
meegenomen in het ontwerp of de rapportage.
Implementatieonderdeel
De ondervonden knelpunten hadden voornamelijk betrekking op het structureren en beheren van
informatie over het project en tussen de disciplines. Binnen Systems Engineering wordt het
structureren en beheren van informatie vormgegeven door matrices gevuld met eisen die samen de
oplossingsruimte specificeren en afspraken vastleggen. Als verbetervoorstel is daarom gekozen voor
de ontwikkeling van deze matrices, die ook wel verificatiematrices worden genoemd. Binnen het
implementatieonderdeel is er eerst een format voor een verificatiematrix ontwikkeld en
onderbouwd op basis van de theorie van ondermeer Rijkswaterstaat. Daarna is het verbetervoorstel
toegepast voor het project N34. Voor een specifieke beantwoording van het tweede deel van de
hoofdvraag, wordt voor elk geselecteerd knelpunten uit het inventarisatieonderzoek uiteen gezet
wat de invloed is van de toepassing van het verbetervoorstel op het betreffende knelpunt:
1. Raakvlakken tussen specialisten: De problemen met raakvlakken tussen specialisten kunnen
worden verminderd door de toepassing van de verificatiematrices. De betrokken specialisten
geven aan dat nu beter vaststaat wat van hen wordt verwacht, zodat zij gerichter hun taak
kunnen uitvoeren of een taak kunnen uitbesteden.
33
2. Onvoldoende structurering van informatie: De structurering van informatie is verbeterd door de
toepassing van het verbetervoorstel. De eisen zelf vormen beknopt de essentiële informatie voor
het project en kunnen worden gekoppeld aan objecten of activiteiten. Daarnaast kan goed
worden verwezen naar bijlagen, bronnen en andere eisen doormiddel van de matrix.
3. Verkeerde interpretatie van vraagspecificatie: De problemen van het verkeerd interpreteren van
de vraagspecificatie konden worden verminderd door de toepassing van het verbetervoorstel.
Echter moesten er concessies worden gedaan aan de explicietheid van het gevraagde, om te
voorkomen dat er bureaucratische en lange specificaties ontstonden.
4. Moeilijke herleidbaarheid van eisen: Eisen konden met het verbetervoorstel zoals verwacht goed
worden herleid naar een bron(document) en initiator. Daarnaast konden detaileisen worden
getraceerd naar topeisen, doormiddel van het weergeven van bovenliggende en onderliggende
eis.
De toepassing van het verbetervoorstel kon de knelpunten in het proces van de planstudiefase van
het project N34 verminderen. Er zijn geen reden om te veronderstellen dat deze uitkomsten anders
zouden zijn voor projecten vergelijkbaar met de N34. De toepassing wijkt op bepaalde punten af van
de theorie van het verbetervoorstel. Daarbij waren de aanpassingen om te komen tot een goede
balans tussen theorie en toepasbaarheid van het verbetervoorstel de oorzaak. De aanpassingen zijn
bovendien mogelijk van tijdelijke aard.
Aanvullend zijn er binnen het onderzoek aanbevelingen gedaan over welke aanpassingen dienen te
worden doorgevoerd bij de provincie Overijssel en bij ingenieursbureaus Tauw en Goudappel Coffeng
om de implementatie van Systems Engineering haalbaar te maken. De aanbevelingen zijn vooral
gericht op de toekomst, waarbij aandacht is voor het ontwikkelen van één technische taal voor
Systems Engineering binnen Nederland en waarbij kennis en ervaring uitwisselbaar en toepasbaar is
voor toekomstige projecten. Tevens wordt er geadviseerd toe te werken naar een standaardisatie
van werkwijzen en definities en het overnemen van het verbetervoorstel.
Deze conclusie heeft duidelijk gemaakt wat de belangrijkste knelpunten binnen de planstudiefase
van projecten vergelijkbaar met de N34 zijn en in hoeverre een verbetervoorstel op basis van
Systems Engineering deze knelpunten kan verminderen. Daarmee is de hoofdvraag beantwoord en
de doelstelling van het onderzoek bereikt.
Discussie
Dit onderzoek vormt een goede basis voor de provincie Overijssel en Tauw/Goudappel Coffeng om
de implementatie van Systems Engineering te bevorderen. Echter is de structurering van informatie,
waar deze scriptie hoofdzakelijk op was gericht, maar een onderdeel van Systems Engineering. Een
belangrijke vervolgstap van het verbetervoorstel is dat eisen een explicietere rol zouden moeten
innemen bij het maken van variantafwegingen. De eisen uit de specificaties dienen correct te worden
gealloceerd naar objecten (functievervullers) en zouden uitgangspunt moeten zijn voor beslissingen.
Er bevinden zich dus meer belangrijke schakels om tot een optimalisering van het ontwikkelproces te
komen en daar dient tevens aandacht voor te zijn.
34
Referenties
Bahill, A & Dean, F. (2005) What is Systems Engineering?, Tucson: University of Arizona
Department of Defense (2001). Systems Engineering Fundamentals. Fort Belvoir, Virginia:
Supplementary text prepared by the defense acquisition university press.
INCOSE (2006) Systems Engineering handbook, Seatle: INCOSE Central Office
Huerne, H.L. ter & Veenvliet, K.Th. (2007). Functioneel specificeren: de weg naar economisch meest
haalbare oplossing. Enschede: KOAC.NPC
Honour, E. (2004). Understanding the value of systems engineering. Pensacola USA
Martin, J. N. (1997). Systems Engineering Guidebook. A process for developing systems and products.
Boca Raton, Florida: CRC Press.
Netten, J. van (2005). Handreiking Functioneel Specificeren. Utrecht: Expertise Centrum
Opdrachtgeverschap
Prorail, Rijkswaterstaat, ONRI & Bouwend Nederland (2007). Leidraad voor Systems Engineering
binnen de GWW-sector. ProRail & Rijkswaterstaat
Rijkswaterstaat (2009): Lessons Learned, toetsen van vraagspecificaties eisendeel. Rijkswaterstaat
Rijksoverheid. (sd) . www.rijksoverheid.nl. Opgeroepen op: 28 09, 2010, van:
http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/milieubeleid/milieueffectrapportage
Strijbos, S., (1988). Het Technisch Wereldbeeld, een wijsgerig onderzoek van het systeemdenken.
Amsterdam: Buijten & Schipperheijn
Verschuren, P., & Doorewaard, H. (2005). Het ontwerpen van een onderzoek. Utrecht: Lemma.
35
Download