PERSBERICHT Embargo tot maandag 14 december 2009, 11u. Vlaamse ingenieursopleidingen Materiaalkunde – Chemische Technologie zijn van goede kwaliteit en moeten daarom de ambitie hebben een bijdrage te leveren om Vlaanderen bij de kopgroep van dynamische regio’s te brengen. De academische bachelor- en masteropleidingen ingenieurswetenschappen: Materiaalkunde – Chemische Technologie aan de K.U.Leuven en UGent, de masteropleiding ingenieurswetenschappen: Chemie en Materialen aan de VUB, de European Masters in Engineering Rheology aan de K.U.Leuven en de Master of Textile Engineering aan de UGent werden in het voorjaar 2009 bezocht door een visitatiecommissie, die de kwaliteit van deze opleidingen grondig onderzocht. In haar eindrapport, dat op 14 december 2009 officieel aan de Vlaamse Interuniversitaire Raad wordt aangeboden, brengt de commissie verslag uit van haar bevindingen. Hoog niveau en solide wetenschappelijke basis Alle opleidingen kregen van de commissie een positieve beoordeling. De commissie prijst het hoge niveau van de Vlaamse opleidingen ingenieurswetenschappen Materiaalkunde en Chemische technologie, die toekomstige ingenieurs een zeer solide wetenschappelijke basis bieden. De commissie heeft binnen haar opdracht kunnen vaststellen dat de afgestudeerden van de betrokken opleidingen nu reeds over een diepgaande en brede wetenschappelijke en technologische bagage beschikken. Daarenboven is bij de opleidingen de wil aanwezig om continu te verbeteren. Kritisch-reflectieve leeromgeving De commissie heeft vastgesteld dat de docenten van de gevisiteerde opleidingen inspanningen doen om, op eigentijdse wijze, kennis en vaardigheden over te brengen. Studenten van dichtbij opvolgen en bijsturen is, zeker in de drukbevolkte bachelorjaren, volgens de visitatiecommissie, geen sinecure. Toch slagen verschillende docenten erin, ook in de bachelorjaren, grote groepen studenten tot actieve kennis- en vaardigheidsverwerving te brengen. Een goed werkend monitoraat in de bacheloropleidingen is hierbij een essentiële schakel. De afstand student/docent is vaak tot het minimum herleid. Een variatie aan werkvormen, op sommige plaatsen coherent opgebouwd, stimuleert de studenten tot meer begrijpen en toepassen. Deze vernieuwende lijn wordt doorgetrokken in de masterjaren. Het accent bij de toetsing ligt dan ook minder op reproductie van de leerstof. In alle gevisiteerde opleidingen beïnvloedt het onderzoek duidelijk positief het onderwijs, ook in de bachelorjaren. Sterk inhoudelijke programma’s De visitatiecommissie heeft vastgesteld dat alle bij de visitatie betrokken ingenieursopleidingen in de bacheloropleiding een brede wetenschappelijke basis aanbieden. Deze brede basis in de bacheloropleiding, gecombineerd met de sterk domeinspecifiek gerichte masteropleidingen, kunnen een belangrijke troef zijn naar flexibele inzet van de Vlaamse afgestudeerden burgerlijk ingenieur: Materiaalkunde – Chemische Technologie in een breed spectrum van het beroepenveld. De commissie stipt hierbij aan dat de masteropleiding aan de VUB exemplarisch is op het vlak van samenhang van het programma en heeft dit facet dan ook als ‘excellent’ gequoteerd Internationale spirit De opleidingen schenken veel aandacht aan internationalisering. Dit gebeurt door studenten te stimuleren een deel van hun curriculum aan een gelijkwaardige universiteit in Europa te volgen (via Persbericht visitatie Materiaalkunde – Chemische Technologie Erasmus bijvoorbeeld). Participatie aan een themaweek in het buitenland (via Athens of BEST bijvoorbeeld) wordt eveneens aangemoedigd. Internationaal georiënteerde opleidingen De in internationaal verband georganiseerde opleidingen master of Textile Engineering (UGent) en de European Masters of Engineering Rheology (K.U.Leuven) zijn volgens de commissie opleidingen met ambitieuze doelstellingen, die deze ambities in grote mate ook realiseren. De visitatiecommissie beoordeelde onder meer de professionele en academische gerichtheid van deze laatstgenoemde opleiding ‘internationaal toonaangevend’ en heeft deze facetten dan ook als excellent gequoteerd. Uitdagingen De globale tevredenheid van de commissie omtrent de kwaliteit van de opleidingen Materiaalkunde – Chemische Technologie, brengt de commissie er toe de opleidingen aan te sporen een bijdrage te leveren om Vlaanderen in de toekomst bij de kopgroep van dynamische regio’s te brengen. Om dit te bereiken moeten alle opleidingen, meer nog dan nu het geval is, hun doelstellingen afstemmen op de noden van de industrie zonder hierbij evenwel hun eigen academisch gestuurde doelstellingen uit het oog te verliezen. Verschillende opleidingen staan in de komende jaren voor deze uitdaging die een opportuniteit kan worden mits tijdig en grondig aanpakken. Positieve voorbeelden hiervan zijn reeds te vinden bij de gevisiteerde opleidingen. Het invoeren van nieuwe, strategische onderzoeksdisciplines biedt ook de mogelijkheid te rekruteren buiten de kring van eigen afgestudeerden, zelfs internationaal. Om de besten aan te trekken en te behouden moeten onze werkvoorwaarden competitief zijn en dat betekent niet alleen de onderzoeksmogelijkheden maar ook het ganse verloningspakket. Deze verbreding van de rekrutering is fundamenteel om de kwaliteit van het onderzoek en dus van het onderwijs in Vlaanderen op het hoogste niveau te houden. De commissie is er zich wel van bewust dat de hefbomen hiervoor niet te vinden zijn op het niveau van de betrokken opleiding, zelfs niet op het niveau van de universiteit. De (politieke) overheid draagt hier de volle verantwoordelijkheid. De commissie Dr. Ir. Jan Lerou, Group Chief Technology Officer Oxford Catalysts Group PLC (voorzitter); Dr. Ir. Paul van Damme, directeur Lanxess Rubber (vakdeskundig lid), Dr. Guido Vermeylen, voormalig vice-president Umicore Research (vakdeskundig lid), Ir. Paul Janssens, bestuurslid en senior advisor Belgian Sewing Thread (toegevoegd vakdeskundig lid ten behoeve van de master of Textile Engineering aan de Universiteit Gent), Prof. Dr. Ir. Leon P.B.M. Janssen, (toegevoegd vakdeskundig lid ten behoeve van de European Masters in Engineering Rheology), Dr. Cis Van den Bogaert, departementshoofd Onderwijs, Rectoraat Universiteit Antwerpen (onderwijsdeskundig lid), Dhr. Matthias Verstraeten, student aan de Vrije Universiteit Brussel (student-lid voor de UGent en de K.U.Leuven), Dhr. Wouter Rerren, student aan de Katholieke Universiteit Leuven (student-lid voor de VUB). Dhr. Patrick Van den Bosch, stafmedewerker van de Cel Kwaliteitszorg van de VLIR, trad op als projectbegeleider en secretaris. Dhr. Peter Daerden, eveneens stafmedewerker van de Cel Kwaliteitszorg van de VLIR, trad op als secretaris. Het volledige rapport verschijnt na de aanbieding op de website van de VLIR: www.vlir.be ************** Noot voor de redactie, niet voor publicatie: Voor meer informatie kan u zich wenden tot het VLIR-secretariaat: - projectbegeleider visitatie, Cel Kwaliteitszorg VLIR: dhr. Patrick Van den Bosch (02/792.55.15) - exemplaren van het rapport kunnen bekomen worden bij mw. Suzanne Spolspoel (02/792.55.02) Persbericht visitatie Materiaalkunde – Chemische Technologie