Doel Inleiding - ic

advertisement
Doel
Het opheffen van arteriële of veneuze afsluitingen veroorzaakt door een trombus of een
embolus door middel van trombolyse met urokinase.
Inleiding
Lokale fibrinolyse van een (acute) vasculaire occlusie op basis van een trombus is een
behandeling waarmee op minimaal invasieve wijze de doorgankelijkheid van het
betroffen vat kan worden hersteld. Een catheter wordt (over een voerdraad) tot in de
trombus opgevoerd en fibrinolyse start met een bolus injectie gevolgd door continue
infusie lokaal in de trombus met het fibrinolyticum tot de doorgankelijkheid hersteld is.
Omdat in het Laurentius ziekenhuis urokinase het fibrinolyticum van keuze is, zal
afwisselend urokinase en fibrinolyticum genoemd worden. Urokinase activeert direct of
indirect de omzetting van plasminogeen in plasmine. Plasmine breekt fibrine af en
daarmee verdwijnt de consistentie van het stolsel en lost het stolsel op.
Van belang is de tijdsduur tussen het ontstaan van de trombus, de toediening van
urokinase en de eventuele contra-indicaties. Na een geslaagde trombolyse-behandeling
volgt meestal nog (percutaan) een interventie van het aangedane vat vanwege preexistente afwijkingen. Indien deze afwijkingen niet geschikt zijn om succesvol te
behandelen met percutane interventie, zal aanvullende chirurgische interventie nodig zijn.
Uit de literatuur blijkt dat de patency van chirurgische interventie toeneemt na een
geslaagde fibrinolyse procedure.
Trombolyse lost weliswaar het stolsel op, maar voorkomt geen nieuwe trombusvorming.
Tijdens de trombolyse procedure wordt daarom heparine via de arteriële sheath
toegediend in een therapeutisch dosering. Heparinisatie wordt gecontroleerd aan de hand
van de APTT.
Patiënten die behandeld worden met urokinase zullen tijdens de procedure
gemonitord moeten worden, zodat opname op de Intensive Care noodzakelijk is.
Voor de Intensive Care geldt een closed format, dit betekent dat de intensivist de
hoofdbehandelaar is. Indien de ICU geen plaats heeft, vindt opname plaats op de
CCU (na overleg met de verantwoordelijke cardioloog) en is de vaatchirurg
hoofdbehandelaar en daarmee eerste aanspreekpunt voor de patiënt.
Protocol Thrombolyse door Urokinase november 2013.
Geaccordeerd door chirurgen, neurologen, longartsen en intensivisten.
NB: indien er geen plaats is op de ICU of CCU kan urokinase niet gestart worden,
en dient overleg plaats te vinden tussen vaatchirurg, interventieradioloog en
intensivist hoe de zorg op dat moment geregeld kan worden. Dit valt buiten dit
protocol.
Werkwijze
Indicaties
Acute of subacute (niet ouder dan 14 dagen) trombose van:
•
•
•
•
Arteriën bovenste of onderste extremiteiten
Hemodialyse fistel of graft
Recente arteriële trombose (ca < 14 dagen) van ongeveer > 6 weken oude bypass
Vena subclavia en de vena iliaca
NB:
Trombolyse in kader van CVA valt buiten dit protocol, daar dit niet in het Laurentius
Ziekenhuis toegepast wordt. Patiënten worden hiervoor verwezen naar een tertiair
centrum, voor het LZR in principe het MUMC+. Indien om wat voor reden dan ook
trombolyse van de cerebrale vaten toegepast dient te worden, kan dit protocol als leidraad
gebruikt worden. Er dient dan nauw overleg met de neuroloog te zijn over eventuele
aanvullingen op dit protocol.
Absolute contra-indicaties
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Kritieke ischemie van betrokken extremiteit
Recent (<3 maanden) CVA (met uitzondering van TIA (transient ischemic
attack))
Sterk verhoogde, niet te corrigeren bloeddruk (diastolisch > 110 en systolisch >
190 mmHg)
Actieve, klinisch relevante bloedingen
Neurochirurgische (intracranieel, spinaal) ingreep (<3 maanden)
Acute cerebrovasculaire manifestaties
Intracranieel neoplasma, aneurysma of recente craniotomie
Overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel (urokinase) of een van de
hulpstoffen (natriumfosfaat of albumine)
Voor de volledige lijst wordt verwezen naar de officiële 1B-tekst van
Medacinase®
Protocol Thrombolyse door Urokinase november 2013.
Geaccordeerd door chirurgen, neurologen, longartsen en intensivisten.
Relatieve contra-indicaties
(Afweging effectiviteit en risico behandeling)
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Verhoogde gevoeligheid voor bloedingen ten gevolge van:
o recent trauma, operatie, bevalling (< 14 dagen)
o ernstige leveraandoening, zoals levercirrose. Portale hypertensie met
oesophagusvarices
o ernstige nierfunctiestoornissen bijv. urolithiasis, pyelonefritis,
glomerulonephritis
o longaandoeningen zoals caviterende tuberculose of bronchiectasie
TIA (transient ischemic attack)
Sepsis
Zwangerschap of postpartum
Menstruatie
Coagulopathie, hemorrhagische diathesis
Aneurysma aortae
Intracardiale trombus, atriumfibrilleren, mitralisklepvitium
Subacute bacteriële endocarditis, pancreatitis, pericarditis
Diabetische hemorrhagische retinopathie
Recente (<10 dagen) gastro-intestinale bloeding
Bloeding in tractus digestivus of tractus urogenitalis minder dan een jaar geleden
Punctie van een niet comprimeerbaar vat (< 4 weken)
Leeftijd > 75 jaar (afweging effectiviteit behandeling versus kans op
hersenbloeding)
Delier
1. Voortraject
•
•
•
•
•
De patiënt met (sub) acute vaatafsluiting wordt door de vaatchirurg bij de
dienstdoende interventieradioloog aangemeld.
Indien cerebrale vaatafsluiting: verantwoordelijkheid neuroloog (verwijzing naar
MUMC+)
Indien de patiënt onder behandeling is van een niet-vaatchirurg zal de
behandelend arts in eerste instantie contact opnemen met de vaatchirurg en niet
met de interventieradioloog.
De vaatchirurg bekijkt of er sprake is van contra-indicaties
Verpleegkundige (SEH of afdeling) legt een perifeer infuus aan en maakt een
ECG.
Protocol Thrombolyse door Urokinase november 2013.
Geaccordeerd door chirurgen, neurologen, longartsen en intensivisten.
•
•
•
•
•
•
•
•
Verpleegkundige (SEH of afdeling) neemt bloed af volgens afspraak (zie
paragraaf 6: laboratoriumbepalingen).
De vaatchirurg bepaalt n.a.v. de anamnese, eventuele (relatieve) contra-indicaties,
en bloedwaarden of trombolysebehandeling kan plaats vinden.
De vaatchirurg legt zijn bevindingen vast in de status van de patiënt.
De vaatchirurg zorgt voor een plaats op de ICU of, indien bij plaatsgebrek aldaar,
voor een plaats op de CCU. Op het moment dat de indicatie gesteld is en een
plaats op de ICU (of de CCU) geregeld is, wordt patiënt overgeplaatst naar de
ICU (of de CCU)
Indien patiënt niet acuut via Spoedeisende Hulp of verpleegafdeling opgenomen
wordt, maar vanuit thuis, dan worden bovenstaande handelingen allen op de ICU
(of op de CCU) verricht. Patiënt wordt daarom 1 uur voor de angiografie
opgenomen op de ICU (of de CCU).
1 uur voor de angio dient een eenmalige gift Cefazoline 1000mg IV als profylaxe
gegeven te worden, mits hier geen allergie voor bestaat.
De patiënt dient tijdens de Urokinase behandeling nuchter te blijven, muv een
slokje water ter comfort en eventuele noodzakelijke orale medicatie. Er is een
verhoogd risico op verergering van de klachten of het ontstaan van een nieuwe
trombus of losschieten ervan, waardoor de patiënt een acute interventie, danwel
chirurgisch, danwel endovasculair, zou moeten ondergaan.
Op de ICU wordt een arterielijn en een blaascatheter geplaatst, wordt lab
(bloedbepalingen) afgenomen en worden de perfusoren klaargemaakt (zie
paragraaf 2). Aangezien op de CCU niet continu een arts aanwezig is, die
bekwaam is in het plaatsen van arterielijnen, is de CCU bekend met de zorg
rondom post PCI patienten met een arteriele lijn zijn zij ook geschoold in het
afnemen van bloedwaarden uit een arteriele sheet., om bloedcontroles te
verrichten middels venapunctie. Belangrijk is dat na venapunctie goed wordt
gecomprimeerd (3 minuten).
2. Bereiden en toedienen medicatie
•
Bereiden van heparine perfusor (ook gebruikt voor bolus) wordt bereid door
ICU- of CCU-verpleegkundige:
o HEPARINE PERFUSOR: 1 ml = 500 IE
o 1 vial Heparine van 25.000 IE = 5 ml
o Trek 5 ml op (25.000 IE) en verdun met 45 ml NaCl 0,9% tot 50 ml.
•
Bereiden urokinase (Medacinase®) perfusor; 10.000 IE / ml door ICU- of CCUverpleegkundige
o UROKINASE PERFUSOR: 1 ml = 10.000 IE urokinase
o 2 flacons Medacinase® van 250.000 IE urokinase; per flacon de urokinase
oplossen in 5 ml water voor injectie.
Protocol Thrombolyse door Urokinase november 2013.
Geaccordeerd door chirurgen, neurologen, longartsen en intensivisten.
o Trek de urokinase oplossing op (10 ml) en verdun met 40 ml fysiologisch
zout tot 50 ml.
•
Bereiding urokinase (Medacinase®) Bolus: 100.000 IE = 2 ml door
verpleegkundige op de angiokamer:
o UROKINASE BOLUS: 2 ml = 100.000 IE urokinase
o 1 flacon Medacinase® met 100.000 IE urokinase oplossen met 2 ml water
voor injecties
3. Angiokamer
(NB: controle angiografieën op de angiokamer vallen onder verantwoordelijkheid van de
interventieradioloog)
3.a. Aanleggen catheter
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Na lokale anesthesie wordt door de interventieradioloog via een 5 French sheath
een 4 French catheter (met meerdere zijopeningen) opgevoerd tot in de trombus.
De sheath wordt gehecht (i.v.m. de vele transfers die de patiënt nog meemaakt).
Bij trombolyse van een arterie van de onderste extremiteit wordt gecatheteriseerd
over de bifurcatie vanuit de contralaterale lies.
Voerdraad opvoeren tot voorbij de obstructie.
Catheter over voerdraad opvoeren tot in de trombus, doch deze niet passeren
opdat later het fibrinolyticum niet naar distaal kan wegstromen (ook niet via de
collateralen).
Catheter wordt uitwendig omgeven door een steriele plastic sleeve, tenzij de
catheter te diep zit waardoor de ontplooide plastic huls niet past.
Aansluiten heparine perfusorspuit (500 IE/ml) op de sheath: zowel voor bolus als
continue infusie.
Heparine bolus van 5000 IE (= 10 ml) wordt door de interventieradioloog
toegediend.
Bereiden urokinase (Medacinase®) bolus (zie paragraaf 2: Bereiden en toedienen
medicatie)
De interventieradioloog dient urokinase (Medacinase®) bolus van 100.000 IE (=
2ml) urokinase langzaam toe: via de catheter in tenminste 2 minuten.
NB: Urokinase bolus in een klein volume en langzaam om het fibrinolyticum niet
te laten wegstromen en maximaal te positioneren in de trombus.
Aansluiten van urokinase perfusorspuit (10.000 IE/ml) op de catheter.
De sheath wordt gehecht om de kans op dislocatie ervan te voorkomen.
De sheath en catheter worden steriel afgeplakt en worden gelabeld, veneus of
arteriële poot.
Protocol Thrombolyse door Urokinase november 2013.
Geaccordeerd door chirurgen, neurologen, longartsen en intensivisten.
•
•
•
•
•
•
De heparine wordt gestart op 1000 IE/uur (= 2ml/uur) en de urokinase wordt
gestart op 100.000 IE/uur (= 10ml/uur)
Vanuit de angiokamer wordt een overdrachtsformulier (overdrachtsformulier
urokinase) aangereikt met betrekking tot de gewenste toediening van zowel
urokinase als heparine. (Bij ieder herhalingsonderzoek actualiseren!).
Tijdstip van controle angiografie wordt door vaatchirurgen of interventieradioloog
afgesproken, meestal na 6-8 uur en patiënt gaat terug naar ICU of CCU.
Op indicatie ook daarna regelmatig de progressie van de trombolyse angiografisch
controleren.
In geval van progressie catheter verder over de voerdraad opvoeren en trombolyse
continueren.
Radioloog belt uitslag door aan vaatchirurg en/of intensivist. De vaatchirurg belt
de uitslag door aan de intensivist, zodat alle 3 behandelaars op de hoogte zijn. De
intensivist moet te allen tijde ingelicht worden.
4. Terugkomst op ICU of CCU
•
•
•
•
Continueren heparine over sheath middels perfusor: 1000 IE/uur (= 2 ml/uur) op
geleide APTT (70 – 90): zie punt 7
Continueren urokinase (Medacinase®) infusie over de catheter middels perfusor:
100.000 IE/uur (= 10 ml/uur)
Controle angiogram na 6–12 uur, 18–24 uur en na 36–48 uur op voorschrift
vaatchirurg en/of interventieradioloog, in overleg met de intensivist (als patiënt op
de ICU ligt)
Behandelingsschema zoals door radioloog op overdrachtsformulier beschreven
noteren in de status
5. Controle angiografie op angiokamer
•
•
•
Bij controle angiografie wordt de catheter door interventieradioloog eventueel
gerepositioneerd voor een adequate locale toediening van de urokinase in de
trombus.
De therapie is afhankelijk van:
o Het angiografisch resultaat
o De toestand van het doelorgaan en de klinische toestand van de patiënt
o De bepaalde bloedparameters
De uiteindelijke beslissing de trombolyse therapie te vervolgen of te beëindigen
wordt:
o op de ICU genomen door de vaatchirurg, de interventieradioloog en/of de
intensivist
o op de CCU genomen door de vaatchirurg en/of de interventieradioloog
Protocol Thrombolyse door Urokinase november 2013.
Geaccordeerd door chirurgen, neurologen, longartsen en intensivisten.
LET OP:
•
•
•
Indien geen verbetering na 24 uur: behandeling beëindigen.
Maximale duur van de urokinase behandeling is 48 uur (is conform 1B-tekst)
Van bovenstaande termijnen kan op indicatie afgeweken worden. Hierbij dient de
indicatie hiervoor goed beschreven te worden.
5.a. Continueren trombolyse behandeling: patiënt gaat retour naar ICU (of CCU)
•
Zie paragraaf 4.
5.b. Verwijderen catheter en sheath na beëindigen trombolyse
•
•
•
•
•
Catheter: Indien angiografisch afbeelding compleet (t/m voet) catheter
verwijderen door interventieradioloog.
Sheath: moet minimaal 3 uur blijven zitten na staken van trombolyse. Er dient
altijd labcontrole middels het controlepakket (zie laboratoriumbepalingen)
plaats te vinden en beoordeeld te worden, voordat de sheath verwijderd wordt. In
sommige gevallen kan een Angiose al geplaatst worden door de
interventieradioloog.
Indien de heparine gecontinueerd dient te worden, dan dient dit via een perifeer
infuus te worden toegediend.
Een drukverband wordt aangelegd. Na 12-24 uur bedrust wordt drukverband
verwijderd en mag de patiënt starten met mobiliseren.
Na staken van de urokinase dient antistolling (plaatjesaggregatieremmers,
heparine en/of acenocoumarol) in overleg met de vaatchirurg te worden
voortgezet.
6. Laboratoriumbepalingen
•
•
•
•
•
Opname / 1e labafname (=opname pakket):
Hb, Ht, erytrocyten, leucocyten, trombocyten, bloedgroep-Rh, fibrinogeen,
APTT, INR, HCG, nierfunctie, leverenzymen
Op de Intensive Care betekent dit het standaard opnamelab, aangevuld met
erythrocyten en hCG.
3 uur na 1e angiografie (in verband met bolus heparine)
Hb, Ht, erytrocyten, trombocyten, fibrinogeen, APTT, INR (= controle pakket)
1 uur voor controle angiogram (controle pakket)
Indien geen controle angiogram dan iedere 6 uur (controle pakket)
2 uur na het stoppen van de urokinase toediening, maar altijd voor verwijderen
van de sheath (controle pakket)
Protocol Thrombolyse door Urokinase november 2013.
Geaccordeerd door chirurgen, neurologen, longartsen en intensivisten.
Laboratoriumbuizen : Rose stop (Hb en trombo’s) en blauwe dop
(fibrinogeen,APTT,INR)
HB
HB daling: overleg met chirurg over stoppen trombolyse
Fibrinogeen Bij een daling van het fibrinogeen tot < 1 gram/liter (normaalwaarde 2 – 4
gram/liter (g/l)) kan de urokinase dosis worden gehalveerd
Het fibrinogeen dient dan na 3 uur te worden herbepaald
Bij een daling tot < 0,5 gram/l wordt de toediening, na overleg met de
interventie radioloog of vaatchirurg, tijdelijk gestopt. (Bij normalisering
van het fibrinogeen (bepaling na 2 uur) wordt de therapie gecontinueerd.)
APTT
Streefwaarde 70 - 90 ( > 2,5 maal verlengd: overleg met chirurg over
aanpassing trombolyse, verder: zie “aanpassen heparine op geleid van
APTT”
Trombocyten <100: indien geen tekenen van bloeding, geen actie nodig
< 40: overleg met chirurg over stoppen trombolyse
INR
(> 5,0 overleg met chirurg) hoeft niet om de 6 uur bepaald te worden, maar
dagelijks indien de patiënt op orale anticoagulantia is ingesteld
7. Schema aanpassen heparine op basis van APTT bepaling
APTT
<50
50-70
70-90
90-110
>110
aanpassing
bolus 5000 E herhalen
perfusorstand 500 E/uur omhoog
controle APTT 3 uur na aanpassen
perfusorstand 500 E/uur omhoog
controle APTT 6 uur na aanpassen
perfusorstand ongewijzigd laten, controle APTT na 6 uur
perfusorstand 500 E/uur omlaag
controle APTT 6 uur na aanpassen
stop perfusor gedurende 1 uur
perfusorstand 500 E/uur omlaag
controle APTT 3 uur na aanpassen
Protocol Thrombolyse door Urokinase november 2013.
Geaccordeerd door chirurgen, neurologen, longartsen en intensivisten.
NB: zo nodig kan bij te grote schommelingen de dosisaanpassing verlaagd worden naar
250 E/uur in plaats van 500 E/uur
8. Opmerkingen / aandachtspunten
•
•
•
•
•
Geen intramusculaire injectie rondom en tijdens de urokinase toediening
Voor pijnstilling eventueel Sufentanil perfusor geven (via perifeer infuus)
Vermijd stugge catheters
Let op houding van de patiënt, platte bedrust en been in ongebogen toestand.
Bij voortijdig staken van de trombolyse (Complicaties zie 10) dient altijd overleg
plaatst te vinden met de interventieradioloog, vaatchirurg en intensivist in verband
met mogelijke acute klinische behandelconsequenties.
9. Samenvattend
•
•
•
•
•
•
•
Patiënt wordt vooraf opgenomen op de Intensive Care, bij plaatsgebrek op
de CCU. Aldaar wordt patiënt “geïnstalleerd” en gaat patiënt met
perfusoren naar de angiokamer.
Afhankelijk van resultaat op angiokamer wordt trombolyse voortgezet of
gestaakt en/of wordt een interventie gedaan.
Fibrinogeengehalte in het bloed < 1 g/l: dosis urokinase halveren; < 0.5 g/l:
staken van urokinase (na overleg met interventie radioloog of vaatchirurg).
Heparine aanpassen ogv APTT (zie schema paragraaf 7)
Bij voortijdig staken van de trombolyse (zie Complicaties) dient altijd
overleg plaatst te vinden met de interventieradioloog, vaatchirurg en
intensivist in verband met mogelijke acute klinische behandelconsequenties.
Na staken van de trombolyse wordt de antistolling voortgezet in overleg met
de vaatchirurg.
Urokinase toediening
o Toedienen via de catheter in de sheath
o Bolus (100.000 IE = 2ml), separaat bereid, wordt gegeven door
interventieradioloog op dat moment dat catheter goed gepositioneerd is.
o Dosis: 100.000 IE per uur, dat is 10 ml per uur (bij een concentratie van
10.000 IE / ml). Perfusor komt kant en klaar mee van ICU (of CCU).
o Perfusor stoppen in opdracht van vaatchirurg en/of interventieradioloog
(indien patiënt in verband met plaatsgebrek op de CCU ligt) en/of
intensivist (indien patiënt op de ICU ligt)
o De sheath kan minimaal 3 uur na staken van urokinase verwijderd
worden, maar altijd pas nadat labwaarden beoordeeld zijn.
Protocol Thrombolyse door Urokinase november 2013.
Geaccordeerd door chirurgen, neurologen, longartsen en intensivisten.
•
Heparine toediening
o Toedienen via de sheath, aansluiten gebeurt op de angiokamer.
o Bolus (5000IE = 10ml) kan voorafgaand of tijdens de angiografie gegeven
worden door de interventieradioloog.
o Dosis: 1000 IE per uur, dat is 2 ml per uur (bij een concentratie van 500
E/ml). Perfusor komt kant en klaar mee van ICU (of CCU).
o Toedienen en aanpassen van heparine gebeurt op geleide van de APTT
bepaling.
o Een verlenging van twee tot driemaal de normaalwaarde van de APTT
wordt nagestreefd. (70 – 90)
o Is de sheath verwijderd, dan toedienen via perifeer infuus
o Continueren totdat de orale anticoagulantia optimaal ingesteld is, op
geleide van instructie door de vaatchirurg.
Complicaties
Bloedingen (couperen van de lysis)
•
•
•
•
•
Urokinase direct stoppen (halfwaardetijd ca 30 minuten, echter klinische
halfwaardetijd 12-24 uur)
Antagoneren met tranexaminezuur (Cyclokapron®): intermitterend: 1000 mg (2
ampullen a 5 ml) 3-4 x per 24 uur. Dosering op basis van 15 mg/kg per keer.
Na 1 uur herbepalen fibrinogeen
Zo nodig substitutie met packed cells, fresh frozen plasma en fibrinogeen.
Overwegen heparinisatie te continueren dan wel te stoppen.
Bijwerkingen urokinase therapie
Veel 1 – 10
%
Hemorragie. Microhematurie, bloeden uit punctieplekken, bloeden uit
wonden, hematomen, bloedend tandvlees, verlaging hematocrietwaarden
zonder klinische tekenen van bloeding
Soms 0,1 – 1 Gastro intestinale of urogenitale bloedingen, intracraniële bloeding,
%
embolie
Immunologische reacties zoals : koorts en koude rilling en anafylactische
shock (als therapie wordt na overleg met de arts Dexamethason 2-6 mg/kg
IV en/of Clemastil 2 mg (Tavegil®) IV en eventueel adrenaline gegeven
Zelden < 0,1 Levensbedreigende bloedingscomplicaties, allergische reacties met flush,
%
urticaria, dyspneu en hypotensie
Zeer zelden < Anafylaxie (tijdelijke) verhoging van de transaminasewaarden
0,001 %
Protocol Thrombolyse door Urokinase november 2013.
Geaccordeerd door chirurgen, neurologen, longartsen en intensivisten.
Toepassingsgebied
•
•
•
•
•
Intensive Care
Coronary Care Unit
Angiokamer
Spoedeisende Hulp
Verpleegafdelingen
Verantwoordelijkheden en bevoegdheden
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Voor de ICU geldt een closed format, dit betekent dat de intensivist de
hoofdbehandelaar is.
Alle patiënten die urokinase krijgen worden opgenomen op de ICU. Alleen indien
de ICU geen plaats heeft vindt opname plaats binnen de CCU en is de vaatchirurg
hoofdbehandelaar.
Het klaarmaken van de urokinase perfusor en van de heparine perfusor gebeurt
door een gediplomeerd ICU of CCU verpleegkundige. Leerling ICU of CCU
verpleegkundigen verrichten deze handeling onder begeleiding van een
gediplomeerd ICU of CCU verpleegkundige en indien de handeling wordt
beheerst mag deze zelfstandig worden uitgevoerd. Deze perfusoren worden goed
gelabeld meegegeven naar de angiokamer.
Het aansluiten van de heparine perfusor op de sheath gebeurt door de
interventieradioloog of de verpleegkundige van de angiokamer.
Het aansluiten van de urokinase perfusor op de catheter gebeurt door de
interventieradioloog of de verpleegkundige van de angiokamer.
De heparine bolus wordt gegeven door de interventieradioloog.
De urokinase bolus wordt toegediend door interventieradioloog.
Het starten van de heparine- en urokinase perfusor volgens de genoemde
startdoseringen gebeurt op de angiokamer door de interventieradioloog of de
verpleegkundige van de angiokamer.
Vanuit de angiokamer wordt een overdrachtsformulier ("overdrachtsformulier
urokinase") aangereikt met betrekking tot de gewenste toediening van zowel
urokinase als heparine. (Ook na herhalingsonderzoek).
De intensivist zal instructies geven aan de ICU verpleegkundige en de vaatchirurg aan de
CCU verpleegkundigen met betrekking tot de toediening van urokinase en heparine
volgens bovenstaand protocol dan wel afwijkend hiervan. De instructies zullen
schriftelijk in de status vastgelegd en geparafeerd worden door de intensivist (ICU) of de
vaatchirurg (CCU).
Protocol Thrombolyse door Urokinase november 2013.
Geaccordeerd door chirurgen, neurologen, longartsen en intensivisten.
Verwijzingen
Handboek parenteralia urokinase
Protocol Thrombolyse door Urokinase november 2013.
Geaccordeerd door chirurgen, neurologen, longartsen en intensivisten.
Download