Topreferentiefuncties (TRF) Infectieziekten VUmc 1.DNA onderzoek van infecties De meeste infecties zoals urineweginfecties, luchtweginfecties en huidinfecties zijn met de gebruikelijke technieken vast te stellen. Er zijn echter ook infecties waarbij het lastig is om het veroorzakende microorganisme aan te tonen.. Soms is de bacterie niet goed te kweken. Of de bacterie is niet te kweken omdat er al gestart is met antibiotica.. De patient kan dan langer klachten hebben zonder dat de diagnose duidelijk is. Vergelijkbaar met sporenonderzoek in de zoektocht naar een dader in een rechtzaak kan DNA-onderzoek van nut zijn om het microorganisme te detecteren.. De werkeenheid Moleculaire Microbiologie binnen de afdeling Medische Microbiologie en Infectiepreventie (prod Dr. P. Savelkoul) heeft geavanceerde mogelijkheden voor DNA/RNA diagnostiek van infectieziekten met behulp van moderne moleculaire detectiemethoden. De eerste ervaringen zijn opgedaan in de jaren 90 na de Bijlmerramp met bloedonderzoek naar Mycoplasma species mbv PCR. Veel ervaring is daarna opgedaan met moleculaire detectie van sexueel overdraagbare aandoeningen zoals Chlamydia trachomatis en vervolgens met de ontwikkeling van snelle, specifieke Real Time PCR’s voor tuberculose (Mycobacterium tuberculosis en atypische mycobacteriën) en de ziekte van Whipple (Tropheryma whippleï). Een belangrijke onderzoekslijn betreft moleculaire diagnostiek van bloedbaan infecties, die in 2007 resulteerde in het proefschrift: Innovations in the diagnosis of bloodstream infection (dr. R.P.H. Peters). Zoals de subtitel van dit proefschrift al aangeeft (A bench-bedside interaction) ligt de meerwaarde en topreferentiefunctie vooral in een optimaal gebruik van de interactie tussen behandelend arts en het moleculair microbiologisch laboratorium vanaf de start van de eerste testontwikkelingen. Deze intensieve samenwerking is uniek en heeft een synergistische werking voor het ontwikkelen van nieuwe testen en adequate oplossingen van klinische vraagstellingen. Inmiddels worden zowel klinisch als poliklinisch patiënten uit de regio verwezen met moeilijke en complexe infectiologische aandoeningen. In het huidig onderzoek bij bloedbaan infecties wordt zowel gezocht naar biomarkers (zowel van gastheer (zoals procalcitonine) alsook naar de rol van hoeveelheid pathogeen (via kwantitatieve PCR: BDL= bacteriele DNA load) waardoor het mogelijk wordt sneller de ernst van de ziekte in te schatten, de infectie sneller met het juiste antibioticum te behandelen en het beloop te evalueren, het effect van antibiotica therapie te vervolgen en zo nauwkeuriger de noodzakelijke duur en doelgerichtheid van de behandeling te bepalen. Daarnaast zijn er inmiddels een 30 tal andere PCR’s ontwikkeld waaronder een eubacteriele PCR die bij koorts een onderscheid kan maken tussen een bacteriele infectie als oorzaak van die koorts en een andere oorzaak bv kanker, een autoimmuunziekte of een virale infectie. Ziekten: Whipple, hepatitis B en C, HIV, syfilis, Chlamydia en andere sexueel overdraagbare aandoeningen, bloedbaaninfecties, sepsis, kweek-negatieve infecties waaronder endocarditis, Infecties met multiresistente bacterien (MRSA, ESBL) 2. Infecties bij verminderde afweer Naast patienten met normale afweer worden ook patienten met verminderde afweer gevalueerd en behandeld. De grootste groep patienten betreft mensen met een hiv-infectie. Daarnaast zien we zowel klinisch als poliklinisch patienten met koorts of verdenking op een infectie na chemotherapie, na therapie met biologicals (anti-TNF, rituximab etc ), of onder immunosuppressie voor patienten met een autoimmuunziekte of na een niertransplantatie etc). Deze complicaties van behandelingen door de hematoloog, oncoloog, MDL arts, nefroloog en reumatoloog worden door de internist-infectioloog gezien en behandeld. De polikliniek infectieziekten ziet naast bovenstaande patienten ook patienten die de huisarts instuurt met een verdenking op verminderde weerstand. Er wordt dan onderzoek gedaan of er sprake is van verminderde weerstand. Er loopt in deze patientengroep ook onderzoek naar risicogenen voor het krijgen van infecties en de ernst ervan (zoals invasieve aspergillose) in een samenwerking met de afdeling Immunogenetica (Dr. S. Morré).Bij de hiv patienten loopt er onderzoek naar de langetermijn bijwerkingen van HIV therapie met accent op hart en vaat ziekten, neuropsychologische bijwerkingen en osteoporose Ziekten: Patienten met recidiverende infecties, met verdenking op verminderde afweer, immunodeficienties, HIV/Aids, Job syndroom, infecties na immuun-supprimerende of modulerende therapie (prednison, methotrexaat, cyclosporine, mycofenolaaat, rituximab antiTNF), invasieve aspergillose, hart en vaat ziekten, osteoporose 3. Familie poli In een samenwerking tussen de interne geneeskunde en afdeling infectieziekten/immunologie binnen de kindergeneeskunde is het de bedoeling om een een “internationale health care” poli op te zetten waarbij gezinnen met infectiologische klachten na het verblijf in het buitenland worden gezien. De structuur zal zo worden ontwikkeld dat zowel de internist-infectioloog als de kinderarts-infectioloog tegelijkertijd (evt.avond-) spreekuur hebben zodat zowel kinderen als hun ouders tegelijkertijd kunnen worden gezien. Door behandelingen van meerdere leden van het gezin (MRSA, Giardia) wordt een ‘pingpongeffect’ voorkomen, nl dat de ziekte zich bij herhaling binnen het gezin kan verspreiden. Ziekten: diarree uit de tropen, koorts uit de tropen, MRSA, malaria, meningitis, trypanosomiasis, dengue, giardia 4. Outbreaks Het VUmc heeft gezien haar ligging naast Schiphol een outbreakmanagement team dat geactiveerd wordt bij (dreigende) epidemieen die vaak hun (mondiale) verspreiding vinden via de luchtvaart. Niet zelden worden dan patienten as eerste gepresenteerd op de spoedeisende hulp van het VUmc . Zo hebben we dit gezien het de SARS epidemie (2003), De H5N1 dreiging (2005)en de H1NI epidemie (2009). Deze epidemien zijn een goede voorbereiding geweest voor wanneer zich een ernstige epidemie of pandemie zou voordoen. Ziekten: influenza epidemie, pandemie, SARS, aviaire influenza, Mexicaanse griep, H1N1, H5N1 Stafleden Dr. M.A van Agtmael, internist-infectioloog, [email protected] Dr. R.M. Perenboom, internist-infectioloog Drs F.A.P. Claessen, internist-infectioloog Dr. W. Kortmann, internist-infectioloog Dr. A.M van Furth, kinderarts-infectioloog Prof. Dr. S.A. Danner, internist