Toelatingsnummer 8420 N HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN BESTRIJDINGSMIDDELEN BIJLAGE I bij het wijzigingsbesluit van het middel MAGTOXIN Pellets N, toelatingsnummer 8420 N A. WETTELIJK VOORSCHRIFT INZAKE AFLEVERING EN GEBRUIK Het middel mag uitsluitend worden afgeleverd aan personen, zoals bedoeld in artikel 14b van het Bestrijdingsmiddelenbesluit. Het middel mag uitsluitend worden toegepast door of onder toezicht van een deskundige, zoals bedoeld in artikel 14a van het Bestrijdingsmiddelenbesluit, verder te noemen de gassingsleider, ter bestrijding van mijten en insecten. Het middel mag alleen worden opgeslagen en toegepast onder strikte naleving van de Veiligheidsaanbevelingen en de Gebruiksaanwijzing. De toepassing mag uitsluitend plaatsvinden in gasdicht af te sluiten ruimten die leeg zijn of waarin zich geen andere producten of goederen bevinden dan aangegeven in de Gebruiksaanwijzing. Slecht gasdicht te maken objecten mogen niet worden gegast. Niet toegestaan is het gebruik in woon- of verblijfsruimten en evenmin het gebruik ter bestrijding van houtaantastende insecten in gebouwen. Mobiele objecten die onder gas staan, mogen niet worden verplaatst. Een gassing mag niet worden uitgevoerd als de afstand van de buitenzijde van het te gassen object tot de buitenzijde van woon-, verblijfs-, of werkruimten kleiner is dan 100 meter, tenzij in genoemde ruimten gedurende de totale duur van de gassing en de ontgassing geen personen aanwezig zijn. De gassingsleider moet door middel van getekende verklaringen van de bedrijfsleiding c.q. de bewoners van deze gebouwen aan kunnen tonen dat deze gebouwen ten tijde van de gassing en de ontgassing ontruimd zullen zijn. Wanneer slechts een deel van een gebouw (bijv. één ruimte, verdieping) wordt gegast mag de muur van het gasdicht afgesloten gedeelte van het gebouw als uitgangspunt voor de 100 meter-regel worden genomen. Daarbij dient te worden voldaan aan twee voorwaarden, te weten: de Arbeidsinspectie heeft om arbeidshygiënische en arbeidsveiligheidsredenen geen bezwaar; de gasuitstroom-openingen die gebruikt worden bij het ontgassen voldoen ook aan de afstandseis van ten minste 100 meter ten opzichte van woon-, verblijfs- of werkruimten. Als niet aan deze voorwaarden kan worden voldaan, geldt de buitenmuur van het gehele gebouw als uitgangspunt voor de 100 meter-regel. Wanneer voor het gassen klampen, lichters, containers of vrachtwagens minder dan 1 kg fosforwaterstof wordt toegepast mag de bovengenoemde afstand worden teruggebracht tot 50 meter op locaties waar niet vaker dan zes keer per jaar een dergelijke gassing wordt uitgevoerd. MAGTOXIN Pellets N 8420 N 1 Speciale gassingsinstallaties behoeven niet te voldoen aan de voorgeschreven afstandseisen. Onder speciale gassingsinstallaties worden in dit kader verstaan de Wet Milieubeheer- plichtige installaties. Als bij het gassen van grote gebouwen of klampen de genoemde afstand minder dan 100 meter bedraagt en er meer dan 1 kg fosforwaterstof wordt toegepast, dan mag een gassing slechts worden uitgevoerd na een door het Ministerie van VROM verleende schriftelijke toestemming waarin voorwaarden worden gesteld ten aanzien van de concentratiemetingen in de buitenlucht en de ontruimingsvoorschriften. De werkzaamheden dienen plaats te vinden volgens een van te voren op schrift gesteld gasplan. Zonodig dienen hierin maatregelen te worden opgenomen die ervoor moeten zorgen dat derden op geen enkele wijze binnen de voorgeschreven afstand van het onder gas staande object kunnen komen. B. GEBRUIKSAANWIJZING Aard van het middel Het middel produceert fosforwaterstof ter bestrijding van dierlijke organismen (mijten en insecten). 1 pellet produceert 0,2 gram fosforwaterstof. Het fosforwaterstofgas komt vrij na blootstelling van de tabletten aan vochtige lucht. De snelheid van de gasontwikkeling is afhankelijk van temperatuur en luchtvochtigheid. Brandgevaar Bij bewaring in de ongeopende originele verpakking bestaat geen brandgevaar. Indien echter een aantal pellets met (een kleine hoeveelheid) water in aanraking komt, ontstaat in korte tijd veel gas, dat door spontane verhitting kan ontbranden. Contact met water, waterige vloeistoffen en ander chemicaliën moet daarom bij opslag en gebruik worden voorkómen. Mogelijke schade aan materialen Fosforwaterstof reageert met bepaalde metalen zoals koper, zilver en goud, of legeringen hiervan. Aanwezigheid van deze metalen of legeringen in de te gassen ruimte moet dus worden vermeden. Schakelaars enz. kunnen beschermd worden door afplakken met speciale gasdichte folie of insmeren met een laag paraffinewas. Gassing in ruimten waarin zich electronische apparatuur bevindt, wordt afgeraden. Voorbereiding Iedere ruimte waarin gegast zal worden, moet van te voren gasdicht worden gemaakt. Brandweer en politie van te voren inlichten over een gassing en een veiligheidskaart van fosforwaterstof overhandigen. Dit behoeft niet te gebeuren in geval van gassingen in speciale gassingsinstallaties. Een derde exemplaar dient op de gegaste locatie van buitenaf leesbaar aanwezig te zijn. MAGTOXIN Pellets N 8420 N 2 Aan de buitenzijde op de toegangsdeuren van de te gassen ruimten en op voor het gasdicht afdekken gebruikte speciale folie zoals gebruikt bij klampgassingen, dient op voldoende plaatsen een waarschuwingssignaal voor giftige stoffen (driehoek met doodshoofd) te zijn aangebracht alsmede de duidelijke waarschuwing: GIFTIG GAS. BETREDEN VAN DEZE RUIMTE IS LEVENSGEVAARLIJK. Deze waarschuwing moet bij gebruik buiten speciale gassingsinstallaties, pas worden verwijderd nadat op de voorgeschreven wijze is ontgast en een gasvrijverklaring is verstrekt. Toepassingen Producten of goederen die mogen worden gegast met fosforwaterstof zijn: a. granen (waaronder brouwgerst), graanproducten (waaronder mout, meel, maïsgluten en voedermelen), melkpoeder, aardappelmeel, tapioca, kroepoek, oliezaden, schroot van oliezaden, kopra, noten, grondnoten, Johannesbroodpitmeel, specerijen, kruiden, koffiebonen, thee, cacaobonen, chocoladeproducten, gedroogde vis, vismeel, gedroogde vruchten en -groenten, peulvruchten, tabak, voederzaden en Arabische gom b. katoen, wol, huiden, meubilair, verpakkingsmateriaal en andere industriële grondstoffen, mits deze niet bestemd zijn voor de voedings- en genotmiddelenindustrie c. zaaizaden d. lege gebouwen. Productgroepen en doseringen 1. Granen, peulvruchten e.d. los gestort in silo’s en lichters: 500 pellets/ of 100 round tablets per 100 m³ of 700 pellets/ of 140 round tablets per 100 ton, goed verdeeld in de lading. Bij mout 1000 pellets/ of 200 round tablets per 100 ton. 2. Meel en andere fijne producten, gestort in silo’s en lichters met een maximale vulhoogte van 3 meter : 500 pellets/ of 100 round tablets per 100 m³ of 1000 pellets/ of 200 round tablets per 100 ton (niet in het product). 3. Verpakte of gezakte goederen in gasdichte ruimten of onder speciale folie (klamp), lege ruimten en lege zakken: 500 pellets/ of 100 round tablets per 100 m³. 4. Tabak en zaaizaden in gasdichte ruimten of onder speciale folie (klamp): 500 pellets/ of 100 round tablets per 100 m³. Opmerkingen Voor het bestrijden van khaprakevers en mijten moet de dosering verdrievoudigd worden. Gassingsperiode Er bestaat een groot verschil in gevoeligheid voor fosforwaterstof tussen de soorten insecten. Verder is de temperatuur van het product van invloed. Het gewenste aantal gassingsdagen dat hiermee correspondeert is hieronder vermeld: Insectensoort temp. 10-20C temp. 20-30C Oryzaephilus surinamensis 3 3 Orzyzaephilus mercator, Tribolium castaneum 5 4 Lasioderma serricorne (tabakskever) 8 6 Ptinus tectus, Rhizopertha dominica, Acanthoscelides obtectus (stambonekever) en diverse soorten motten 10 5 MAGTOXIN Pellets N 8420 N 3 Insectensoort temp. 10-20C temp. 20-30C Caryedon serratus 10 8 Trogoderma granarium (khaprakever) 16 8 Sitophilussoorten (graan-, maïs-, rijstklander) 16 12 Opmerkingen: Er dienen geen gassingen te worden uitgevoerd bij een binnentemperatuur lager dan 10C. Bij temperaturen boven 30C behoeft de gassing niet meer dan 5 dagen te duren. Uitvoering a. Speciale gassingsinstallaties Speciale gassingsinstallaties voor fosforwaterstof zijn gasdicht af te sluiten ruimten (cellen, containers, e.d.) die zijn voorzien van mechanische ventilatie op de buitenlucht ten behoeve van het ontgassen. De pellets worden uitgelegd op bijv. kartonnen borden, die naast of boven de te gassen producten worden geplaatst. Er moet voor worden gezorgd dat de pellets elkaar niet raken. Indien een verpakte eenheid is geopend, moet de gehele inhoud worden gebruikt. Vanaf het openen van de verpakking dient geschikte ademhalingsbescherming te worden gedragen, alsmede beschermende kleding en handschoenen. Geschikte ademhalingsbescherming: De ademhalingsbescherming dient minimaal te bestaan uit een volgelaatsmasker met B2P3-filter. b. Gassingen anders dan in speciale gassingsinstallaties De ruimte waarin gegast zal worden, moet van tevoren gasdicht worden gemaakt. Luchtroosters moeten worden gesloten; kieren en gaten dichtgestopt en afgeplakt. De te gebruiken folies dienen voor dit doel geschikt te zijn. Indien een verpakte eenheid geopend is, moet de gehele inhoud gebruikt worden. Vanaf het openen van de verpakking dient geschikte ademhalingsbescherming te worden gedragen, alsmede beschermende kleding en handschoenen. Geschikte ademhalingsbescherming: De ademhalingsbescherming dient minimaal te bestaan uit een volgelaatsmasker met B2P3-filter bij het inbrengen met een sonde in een scheepslading met een doseerapparaat tijdens het laden (de pellets worden met de “stroom” meegegeven). Bij alle overige toepassingen dient een persluchtademhalingstoestel te worden gedragen. De gassingen moeten worden uitgevoerd door tenminste 3 personen, waarvan 1 persoon toezicht houdt van buiten de te gassen ruimte. Er worden 2 toepassingen onderscheiden, t.w.: MAGTOXIN Pellets N 8420 N 4 1. het gassen van niet-poedervormige bulkproducten (bijvoorbeeld granen), waarbij de pellets met behulp van speciale doseerapparatuur tijdens het vullen aan de stroom producten worden toegevoegd, of naderhand met een sonde in de lading worden gebracht. 2. het gassen van een klamp of van verpakte producten en van meel in bulk, alsmede van lege ruimten, waarbij de pellets op bijvoorbeeld kartonnen borden naast of boven de lading worden geplaatst. Er moet voor worden gezorgd dat de pellets elkaar niet raken. In geval van een klampgassing dient de totale ruimte en/of het gebouw als “gassingsruimte” te worden beschouwd. Ontgassen a. Speciale gassingsinstallaties Het ontgassen van speciale gassingsinstallaties kan worden uitgevoerd met behulp van de ventilator waarbij het gas de ruimte via een filter verlaat. Voordat de producten worden afgevoerd voor opslag of aflevering, dient men er zich door middel van metingen met behulp van daarvoor geschikte meetapparatuur van te overtuigen dat de fosforwaterstofconcentratie tussen de producten niet meer bedraagt dan 20% van de geldende MAC. Bij het betreden van de gegaste ruimte en tijdens het verzamelen en onschadelijk maken van restanten bestrijdingsmiddelen dienen de onder b. genoemde persoonlijke beschermingsmiddelen te worden gedragen. b. Andere dan onder a genoemde gegaste objecten Na beëindiging van de gassing dienen de behandelde ruimten, zoals containers, silo’s, gebouwen, scheepsruimen, enz. , zorgvuldig te worden ontgast. Bij schepen moeten de luiken van de ruimen voorzichtig worden geopend en er mag niet gelost worden vóórdat door middel van metingen, op relevante plaatsen uitgevoerd door of onder toezicht van de gassingsleider, is vastgesteld dat de fosforwaterstofconcentratie tussen de lading niet meer bedraagt dan 20% van de geldende MAC. Het ontgassen neemt tenminste 48 uur in beslag, maar kan ook aanzienlijk langer duren. Tijdens het overladen moeten de metingen worden voortgezet. Bulkproducten moeten bij verladen worden afgeblazen. Het verzamelde stof moet onschadelijk worden gemaakt door het onder goed roeren te deponeren in water, waaraan een zeepoplossing is toegevoegd. De resten kunnen via het riool worden afgevoerd. Van silo’s en gebouwen worden deuren, ramen en ventilatiekokers van buitenaf geopend. In gebouwen begint men beneden met het openen van deuren en ramen. Ook hier moeten restanten worden verzameld en op de boven omschreven manier onschadelijk worden gemaakt. Tijdens het ontgassen en het verzamelen en onschadelijk maken van het achtergebleven stof moet een persluchtademhalingstoestel worden gedragen alsmede beschermende kleding en handschoenen. De ruimten kunnen niet eerder gasvrij worden gegeven en zonder de genoemde persoonlijke beschermingsmiddelen worden betreden, dan nadat uit controlemetingen op relevante plaatsen (o.a. tussen de gegaste producten) door of onder toezicht van de gassingsleider uitgevoerd, is gebleken dat de fosforwaterstofconcentratie niet meer bedraagt dan 20% van de geldenden MAC. MAGTOXIN Pellets N 8420 N 5 Objecten die moeilijk zijn te ontgassen vanwege de constructie en indeling of vanwege de aanwezigheid van sterk absorberende producten of materialen, mogen niet eerder gasvrij worden gegeven dan nadat uit door de gassingsleider uitgevoerde metingen op relevante plaatsen o.a. tussen de gegaste producten, herhaald na een periode van minimaal 12 uur zonder ventilatie, is gebleken dat de fosforwaterstofconcentratie niet meer bedraagt dan 20% van de geldende MAC. Na het ontgassen dient de gassingsleider, als eindverantwoordelijke, de opdrachtgever in het bezit te stellen van een op schrift gestelde ondertekende gasvrijverklaring. Wageningen, 22 november 2002 HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN BESTRIJDINGSMIDDELEN, (voorzitter) MAGTOXIN Pellets N 8420 N 6