Het Productieproces van geëxtrudeerde koivoeders Door haar jarenlange ervaring en voortdurend onderzoek bouwde de firma Versele-Laga een toonaangevende reputatie op als fabrikant van voeders voor hobbydieren. Dank zij de samenwerking tussen enerzijds siervis- en koikwekers en anderzijds het wetenschappelijk team dierenartsen en nutritionisten van Versele-Laga, werd een compleet en innovatief gamma voeders voor kois en andere vissen ontwikkeld onder de naam Fishlix. Fishlix Koi Staple Growth 2mm Fishlix Koi Staple Medium 4mm Fishlix Koi Staple Large 8mm Afbeelding 1: Versele-Laga produceert een gamma kwaliteitsvisvoeders met verschillende pellets voor kois specifiek afgestemd op leeftijd en grootte van de vissen. Dr Guy Werquin, dierenarts-nutritionist van de R&D afdeling bij Versele-Laga, licht ons in dit artikel toe hoe de fabricatie van geëxtrudeerde siervisvoeders heden ten dage verloopt en beschrijft de verschillende stappen bij de ontwikkeling en fabricatie van deze voeders. 1. DE FORMULATIE : HET VASTLEGGEN VAN SAMENSTELLING EN INGREDIËNTEN De eerste stap bij de ontwikkeling van het voeder is de formulatie. Dit betekent dat een formule of recept wordt opgesteld, waarbij de ingrediënten gecombineerd worden tot een product waarvan de samenstelling voldoet aan de nutritionele behoeften van de dieren. Heden ten dage gebeurt dit met gespecialiseerde computerprogramma’s waarbij gebruik gemaakt wordt van lineaire programmering. De nutritionist geeft in aan welke parameters het voeder moet voldoen: gehalten aan eiwit, aminozuren, vet, koolhydraten, vitamines, mineralen, sporenelementen, energie, enz worden nauwkeurig gedefinieerd. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de recentste literatuurgegevens. Kwaliteit van de ingrediënten De eerste zorg bij de formulatie en productie van visvoeders is de kwaliteit van de ingrediënten. Voeders geproduceerd met minderwaardige grondstoffen hebben een ondermaatse voedingswaarde en zullen de conditie van de vissen nadelig beïnvloeden. Bij Versele-Laga worden de ingrediënten onderworpen aan strenge kwaliteitsnormen, die vastgelegd zijn in het HACCP-kwaliteitssysteem. Niet enkel de samenstelling van de ingrediënten is van groot belang, ook biologische aspecten zoals de verteerbaarheid en beschikbaarheid van de grondstoffen zijn essentiële parameters. Versheid en droogtechnieken bij de verwerking van de eiwitcomponenten zijn hierbij bepalend. Visproducten De eiwitbron in koivoeders is meestal afkomstig van vismeel. De vismelen aangeboden in de handel verschillen vaak heel erg qua kwaliteit, dit afhankelijk van de kwaliteit van de vis en de verwerkingsprocédés. Heel belangrijk is de versheid van de vis: de verwerking dient zo kort mogelijk na de vangst te gebeuren. Bij bederf van de vis daalt de voedingswaarde en komen potentieel toxische substanties vrij zoals histamine, cadaverine en agmatine. Plantaardige bijproducten Verschillende planteneiwitten en graanbijproducten worden regelmatig in visvoeders verwerkt. Bepaalde plantaardige eiwitten hebben een hoge voedingswaarde (hoge verteerbaarheid, hoge gehaltes essentiële aminozuren). Andere plantaardige producten verbeteren de fysische kenmerken van de pellets. De aanwending van plantaardige grondstoffen vereist meestal een hittebehandeling, die de anti-nutritionele factoren vernietigt en het zetmeel beter verteerbaar maakt. Vetten en oliën Visolie is de belangrijkste vetbron in koivoeders. Visolie is een excellente bron van omega3 vetzuren (EPA & DHA). Deze essentiële vetzuren zijn zeer belangrijk voor de conditie van de kois. Andere vetsoorten zoals plantaardige oliën of vetten van zoogdieren kunnen eveneens gebruikt worden in koivoeders, doch een minimale hoeveelheid visolie is onontbeerlijk voor de aanbreng van EPA en DHA. Visoliën zijn poly-onverzadigde vetzuren, die zeer gevoelig voor oxydatie (ranzig worden) zijn. Ranzige vetten hebben een nadelig effect op sommige voedingsstoffen aanwezig in visvoeders, en op de conditie van de vissen. Ondermeer leveraandoeningen (oa “Fatty liver disease”) worden veroorzaakt door het voederen van ranzig vet. Het is dan ook zeer belangrijk dat verse oliën en vetten gebruikt worden bij de productie van visvoeder. De toevoeging van anti-oxydantia beschermt de vetten tegen ranzig worden. Het is uitermate belangrijk dat de dosering van deze anti-oxydantia nauwlettend gecontroleerd wordt en geverifieerd wordt door labo-analyses. Bij VerseleLaga gebeurt dit systematisch door middel van rancimat-analyses, waarbij de vetten in het labo een versneld verouderingsproces ondergaan om hun bescherming tegen oxydatie te verifiëren. Afbeelding 2: Met de Rancimat worden de vetten in het labo aan een versnelde veroudering onderworpen om hun bescherming tegen oxydatie te controleren Ook de koiliefhebber doet er goed aan geen ranzige voeders aan zijn kois te voederen. Ranzig vetten kunnen herkend worden aan de geur. Voeders met een ranzige geur worden beter niet meer gevoederd. Natuurlijke pigmenten: de carotenoïden De kleur van kois is vanzelfsprekend zeer belangrijk en maakt deze vissen zo fascinerend. Alhoewel de kleur van de kois genetisch bepaald wordt, speelt ook de voeding een heel belangrijke rol bij het bekomen van de optimale kleuren. Sommige kleuren kunnen immers niet door de vissen zelf aangemaakt worden en moeten via de voeding gesupplementeerd worden. Vooral voor de rood-oranje kleur is de aanvoer van carotenoïde pigmenten via de voeding essentieel. Levende organismen rijk aan carotenoïde pigmenten zijn wijdverspreid in de natuur (bv onder de vorm van daphnia zoetwaterkreeftjes). Kois nemen deze organismen op van bij de geboorte. Het pigment wordt na verschillende stofwisselingsprocessen in de lichaamscellen opgeslagen. In koivoeders worden carotenoïde kleurstoffen meestal aangebracht via krillkreeftjes (dierlijke bron) en spirulina (plantaardige bron). Teveel krill dient vermeden te worden: dit kan de witte achtergrond doen verkleuren en heeft een laxatief effect. Spirulina-algen zijn een zeer goede bron van natuurlijke carotenoïden. Spirulina-algen zijn primitieve organismen die in zeewater leven en door middel van fotosynthese het koolzuur opgelost in het zeewater omzetten. De alg is één van de oudste levensvormen op aarde. Deze oervoeding groeit hier al meer dan 3,5 miljard jaar. Deze algen zijn niet alleen rijk aan carotenoïden, doch bevatten nog heel wat andere essentiële voedingsstoffen. Ze zijn een rijke bron van eiwitten en aminozuren (60% eiwit), sporenelementen en essentiële vetzuren. Spirulina-algen mogen dan ook in geen enkel koivoeder ontbreken. Afbeelding 3: microscopisch beeld van spirRecenter onderzoek identificeerde de ulina. Spirulina is de botanische benaming specifieke pigmenten die kois in hun weefvoor een blauwgroene alg die nauwelijks een sels opslaan en synthetiseren uit de brede halve millimeter lang is. Het Latijnse ‘spirwaaier carotenoïden die via natuurlijke voedulina’ betekent ‘kleine spiraal’ en verwijst ingsbronnen aangebracht worden. Met deze naar de spiraalstructuur van het algje. nieuwe know-how is het mogelijk de kois de specifieke carotenoïden onder zuivere, gemakkelijk beschikbare vorm te supplementeren. Het gevolg is dat snellerwerkende additieven zoals zuivere beta-caroteen, astaxantine en canthaxanthine (de geconcentreerde pigmenten die effectief door de kois gebruikt worden) hun intrede deden bij de formulatie van koivoeders. Immuniteitsstimulatoren Vissen in vijvers leven in een omgeving waar ze konstant blootgesteld worden aan potentiële microbiële ziekteverwekkers. Door de kunstmatige omgeving worden de als hobby gehouden kois heel vaak onderworpen aan verschillende vormen van stress tengevolge van manipulatie, transport, overpopulatie, blootstelling aan vervuiling, infecties ea. Deze verschillende stressfactoren maken het zeer moeilijk voor het lichaamseigen verdedigingsmechanisme om de infectiedruk op te vangen. Steeds meer wetenschappelijke studies tonen aan dat stimulatie van het immuunsysteem via de voeding een doeltreffende manier is om de conditie van de vissen te verbeteren en ziekte te voorkomen. Vooral van β-glucanen is aangetoond dat hun toediening via de voeding het niet-specifieke immuunsysteem bij vissen stimuleren. β-glucanen zijn niet-verteerbare componenten van de celwand van gisten. In de Fishlix koivoeders van Versele-Laga wordt een zuiver β-1,3/1,6-glucaan afkomstig van bakkersgist (Saccharomyces cerevisiae) toegevoegd. Hierdoor worden de macrofagen en de Natural Killer cellen van het afweersysteem geactiveerd, met een betere immuniteit tegen ziektes tot gevolg. Ook vitamine C is essentieel in het dieet van de koi voor de weerstand tegen ziekte alsook voor weefselherstel. Vitamine C ondersteunt niet alleen de immuniteit, het is ook een zeer krachtig biologisch anti-oxydant dat de lichaamscellen beschermt tegen de schadelijke werking van vrije radicalen. Tot voor kort kwam vitamineC-deficiëntie bij kois vaak voor omdat gewone vitamine C (ascorbinezuur) gemakkelijk beschadigd geraakt tijdens het fabricatieproces (hittebehandeling) en daarenboven ook bij bewaring snel haar activiteit verliest. Sedert enige tijd is een nieuw type, gefosforiliseerde vitamine C beschikbaar dat veel stabieler is en bestand is tegen de hittebehandeling tijdens het extrusieproces. Het is belangrijk dat koivoeders geproduceerd worden met deze nieuwe, stabielere vitamine C. afbeelding 4: aandeel vitamine C dat overblijft na extrusie bij gebuik van resp. gewone vitamine c en gestabiliseerde vitamine C 2. HET EIGENLIJKE PRODUCTIEPROCES Mengen en malen van de verschillende grondstoffen Eenmaal de nutritionist met de computer een recept berekend heeft worden alle ingrediënten in een mengkuip gebracht. Dit gebeurt meestal in een computergestuurde mengerij. Hier worden alle producten homogeen gemengd. Nadien wordt het mengsel gemalen door hamermolens tot een voldoende fijn meel. Eventueel niet fijn genoeg gemalen partikels worden afgezeefd. Om eventuele fouten uit te sluiten wordt de samenstelling van alle mengsels gecontroleerd in het voedingslaboratorium. Hier worden de verschillende parameters van het voeder gecontroleerd: eiwitgehalte, asgehalte, vetgehalte, enz. Pas bij overeenstemming van alle onderzochte parameters met de waarden opgegeven door de computer, wordt het meel klaar bevonden voor extrusie. Aldus worden eventuele mengfouten of afwijkingen in de aangewende grondstoffen tijdig opgespoord. Het extrusieproces Heden ten dage worden de meeste visvoeders geproduceerd door middel van extrusie. Voor een optimale verteerbaarheid is het immers noodzakelijk dat de voeders aan een temperatuurbehandeling onderworpen worden, waarbij anti-nutritionele factoren vernietigd worden en het zetmeel ontsloten wordt. Ongekookt zetmeel zit in een korrelstructuur opgesloten waardoor het weinig verteerbaar is. Daarom dient het zetmeel vooraf “ontsloten te worden”. Hierbij worden de zetmeelkorrels beschadigd waardoor de zetmeelcomponenten beter bereikbaar worden voor de verteringsenzymes. Voor deze zetmeelontsluiting (= gelatinisatie) is zowel water als warmtetoevoeging nodig. In eerste instantie zal het water de zetmeelkorrels binnendringen en deze doen zwellen. Door toevoeging van nog meer water en het opvoeren van de temperatuur zullen de zetmeelkorrels verder opzwellen, waardoor de korrelstructuur verloren gaat en de zetmeelcomponenten ontrafeld worden. Hierdoor wordt het zetmeel beter beschikbaar voor de verteringsenzymes. Natief Zetmeel Water + Hitte + Druk Ontsloten Zetmeel Afbeelding 5: zwelling en desintegratie van de zetmeelkorrel tijdens gelatinisatie Dezelfde veranderingen treden eigenlijk op bij het bakken van brood of het koken van aardappelen: ook de mens verteert immers beter ontsloten zetmeel. De beste zetmeelontsluiting wordt bekomen via extrusie, daar deze moderne technologie gebruik maakt van het gecombineerd effect van temperatuur, druk, vocht en expansie. Het extrusieproces is onder te verdelen in twee fasen: de preconditioneringsfase en de eigenlijke extrusie. Afbeeling 6: Het extrusieproces omvat 2 fasen: de preconditionering (a) en de eigenlijke extrusie (b). a) de preconditioneringsfase De preconditioneringsfase heeft plaats in de mixer net voor de extruder. Hier wordt door stoominjectie de temperatuur en het vochtgehalte van het mengsel op optimaal niveau gebracht voor verwerking in de extruder. Doorgaans wordt 15 à 20 % vocht toegevoegd. De temperatuur in de mixer bedraagt 65 à 80 °C. Verder wordt de voederbrij hier gekneed tot een homogeen deeg klaar voor extrusie. Afbeelding 7: In de preconditioner wordt het meel na stoomtoevoeging gedurende een 4-tal minuten gekneed. Deze fase is te vergelijken met het kneden van deeg. b) de eigenlijke extrusie In de extruder ondergaat het deeg verschillende opeenvolgende bewerkingen. Het basisonderdeel van de extruder is de schroef, die het deeg voortbeweegt. Aanvankelijk wordt het deeg getransporteerd, gemengd en gekneed. Naarmate het deeg in het schroefhuis verder schuift, ondergaat het hogere drukken en temperaturen. De hoge druk ontstaat door het feit dat de gleuf in de schroef op het einde steeds kleiner wordt. afbeelding 9: De eigenlijke extruder: het basisonderdeel is de schroef (a). Op het einde van de schroef bevindt zich de matrijs (b). Een draaiend mes (c) snijdt de productstrengen op maat. Op het einde van de schroef bevindt zich de matrijs. De matrijs is een stalen plaat met meerdere openingen waardoor de hete voedermassa geperst wordt. De grootte en de vorm van deze openingen bepalen de vorm en de grootte van het eindproduct. Kort na de matrijs snijdt een roterend mes de productstrengen op maat. Hoe hoger de snelheid van het mes, hoe korter het product afgesneden wordt en hoe platter de vorm. afbeelding 10: in de matrijs-plaat kunnen matrijzen met verschillende vorm geplaatst worden Door de plotse drukdaling na de matrijs treedt expansie op waarbij de korrels tot viermaal in volume kunnen toenemen. De densiteit van de pellets wordt bepaald door de druk vóór de matrijs. Bij de productie van visvoeders is de densiteit van de pellets een zeer belangrijke parameter die nauwlettend gecontroleerd moet worden. De densiteit van de pellets bepaalt immers of de voeders in het water zullen drijven, zinken of zweven. De droger Bij het verlaten van de extruder heeft het product een vochtgehalte van ongeveer 20 %. Om bederf te vermijden is het noodzakelijk de producten te drogen. Dit gebeurt in de droger. Hierbij wordt droge warme lucht over de producten gestuurd. De droger wordt zodanig ingesteld dat de korrels de droger verlaten bij vochtgehalten van 9 à10 %. Het vochtgehalte van het product op het einde van de droger wordt voortdurend gecontroleerd en bijgestuurd teneinde te hoge vochtgehalten en daarmee eventueel gepaard gaand bederf uit te sluiten. Afbeelding 11 & 12: Bij Versele-Laga worden de pellets nauwkeurig en homogeen gedroogd met een moderne, vertikale “counterflow” droger. The vacuum coater Bij visvoeders worden de meeste oliën en vetten toegevoegd nà extrusie. Hierbij wordt het vet na de droger op de korrels gesprayd. Vroeger gebeurde dit meestal in een gewone trommelcoater. Moderne bedrijven gebruiken meer en meer vacuumcoaters voor de dosering van vet op visvoeders. De dosering van het vet in de vacuumcoater gebeurt niet alleen heel wat nauwkeuriger, deze nieuwe technologie laat daarenboven toe om hogere hoeveelheden vet te coaten, en het vet dieper in de korrel te brengen waardoor de korrels er minder vettig Afbeelding 13: de vacuumcoater uitzien en het water van de vijver minder vervuilen. De vacuumcoater bestaat uit een gesloten mengsysteem met binnenin mengschroeven en bovenaan een spraysysteem. Via vacuumpompen wordt de lucht uit het product gezogen (2). Dan wordt het vet op het oppervlakte van de pellets gesprayd (3). Nadien wordt de lucht terug in de vacuumcoater binnengelaten, waarbij bij het terugkomen van de atmosferische druk, het vet in de poriën van de korrels dringt in plaats van de lucht (4). Afbeelding 14: de verschillende stadia tijdens de vacuumcoating. De koeler Na de droger worden de korrels naar de koeler geleid. Dit toestel heeft tot doel de korrels af te koelen tot de omgevingstemperatuur. Eenmaal de producten voldoende afgekoeld worden ze zo snel mogelijk verpakt. De verpakking De laatste stap in de productie is het verpakken van het eindproduct. De verpakking van de visvoeders gebeurt bij Versele-Laga in een aparte afdeling van de fabriek. Nauwkeurig afgewogen hoeveelheden voeder worden via automatische verpakkingsinstallaties in de gewenste eindverpakking gebracht en voorzien van een lotnummer en vervaldatum. Auteur: Dr Guy Werquin Dierenarts-nutritionist R & D Department Versele-Laga Kapellestraat 70 B-9800 Deinze België Tel: 09 / 381 32 00