HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN

advertisement
Toelatingsnummer 8418 N
HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN BESTRIJDINGSMIDDELEN
BIJLAGE I bij het verlengings- en wijzigingsbesluit van het middel DEGESCH Plates,
toelatingsnummer 8418 N
A.
WETTELIJK VOORSCHRIFT INZAKE AFLEVERING EN GEBRUIK
Het middel mag uitsluitend worden afgeleverd aan personen, zoals bedoeld in artikel 14b
van het Bestrijdingsmiddelenbesluit.
Het middel mag uitsluitend worden toegepast door of onder toezicht van een deskundige,
zoals bedoeld in artikel 14a van het Bestrijdingsmiddelenbesluit, verder te noemen de
gassingsleider, ter bestrijding van mijten en insecten. Het middel mag alleen worden
opgeslagen en toegepast onder strikte naleving van de Veiligheidsaanbevelingen en de
Gebruiksaanwijzing.
De toepassing mag uitsluitend plaatsvinden in gasdicht af te sluiten ruimten die leeg zijn of
waarin zich geen andere producten of goederen bevinden dan aangegeven in de
Gebruiksaanwijzing. Slecht gasdicht te maken objecten mogen niet worden gegast.
Niet toegestaan is het gebruik in woon- of verblijfsruimten en evenmin het gebruik ter
bestrijding van houtaantastende insecten in gebouwen.
Mobiele objecten die onder gas staan, mogen niet worden verplaatst.
Een gassing mag niet worden uitgevoerd als de afstand van de buitenzijde van het te gassen
object tot de buitenzijde van woon-, verblijfs-, of werkruimten kleiner is dan
100 meter, tenzij in genoemde ruimten gedurende de totale duur van de gassing en de
ontgassing geen personen aanwezig zijn. De gassingsleider moet door middel van
getekende verklaringen van de bedrijfsleiding c.q. de bewoners van deze gebouwen aan
kunnen tonen dat deze gebouwen ten tijde van de gassing en de ontgassing ontruimd zullen
zijn.
Wanneer slechts een deel van een gebouw (bijv. één ruimte, verdieping) wordt gegast mag
de muur van het gasdicht afgesloten gedeelte van het gebouw als uitgangspunt voor de
100 meter-regel worden genomen. Daarbij dient te worden voldaan aan twee voorwaarden,
te weten:
- de Arbeidsinspectie heeft om arbeidshygiënische en arbeidsveiligheidsredenen geen
bezwaar;
- de gasuitstroom-openingen die gebruikt worden bij het ontgassen voldoen ook aan
de afstandseis van ten minste 100 meter ten opzichte van woon-, verblijfs- of
werkruimten.
Als niet aan deze voorwaarden kan worden voldaan, geldt de buitenmuur van het gehele
gebouw als uitgangspunt voor de 100 meter-regel.
Wanneer voor het gassen klampen, lichters, containers of vrachtwagens minder dan
1 kg fosforwaterstof wordt toegepast mag de bovengenoemde afstand worden teruggebracht
tot 50 meter op locaties waar niet vaker dan zes keer per jaar een dergelijke gassing wordt
uitgevoerd.
DEGESCH Plates
8418 N
1
Speciale gassingsinstallaties behoeven niet te voldoen aan de voorgeschreven
afstandseisen. Onder speciale gassingsinstallaties worden in dit kader verstaan
Wet Milieubeheer - plichtige installaties.
Als bij het gassen van grote gebouwen of klampen de genoemde afstand minder dan
100 meter bedraagt en er meer dan 1 kg fosforwaterstof wordt toegepast, dan mag een
gassing slechts worden uitgevoerd na een door het Ministerie van VROM verleende
schriftelijke toestemming waarin voorwaarden worden gesteld ten aanzien van de
concentratiemetingen in de buitenlucht en de ontruimingsvoorschriften.
De werkzaamheden dienen plaats te vinden volgens een van te voren op schrift gesteld
gasplan. Zonodig dienen hierin maatregelen te worden opgenomen die ervoor moeten
zorgen dat derden op geen enkele wijze binnen de voorgeschreven afstand van het onder
gas staande object kunnen komen.
B.
GEBRUIKSAANWIJZING
Aard van het middel
Het middel produceert fosforwaterstof ter bestrijding van dierlijke organismen (mijten en
insecten). 1 plate ontwikkelt 33 gram fosforwaterstof en 1 strip ontwikkelt 660 gram
fosforwaterstof.
Het fosforwaterstofgas komt vrij na blootstelling van de plate/strip aan vochtige lucht. De
snelheid van de gasontwikkeling is afhankelijk van temperatuur en luchtvochtigheid.
Brandgevaar
Bij bewaring in de ongeopende originele verpakking bestaat geen brandgevaar.
Indien echter een aantal plates/strips met (een kleine hoeveelheid) water in aanraking komt,
ontstaat in korte tijd veel gas, dat door spontane verhitting kan ontbranden. Contact met
water, waterige vloeistoffen en ander chemicaliën moet daarom bij opslag en gebruik worden
voorkómen.
Mogelijke schade aan materialen
Fosforwaterstof reageert met bepaalde metalen, zoals koper, zilver en goud, of legeringen
hiervan. Aanwezigheid van deze metalen of legeringen in de te gassen ruimte moet dus
worden vermeden. Schakelaars enz. kunnen beschermd worden door afplakken met
speciale gasdichte folie of insmeren met een laag paraffinewas. Gassing in ruimten waarin
zich elektronische apparatuur bevindt, wordt afgeraden.
Voorbereiding
Iedere ruimte waarin gegast zal worden, moet van te voren gasdicht worden gemaakt.
Brandweer en politie van te voren inlichten over een gassing en een veiligheidskaart van
fosforwaterstof overhandigen. Dit behoeft niet te gebeuren in geval van gassingen in
speciale gassingsinstallaties. Een derde exemplaar dient op de gegaste locatie van buitenaf
leesbaar aanwezig te zijn.
DEGESCH Plates
8418 N
2
Aan de buitenzijde op de toegangsdeuren van de te gassen ruimten en op voor het gasdicht
afdekken gebruikte speciale folie, zoals gebruikt bij klampgassingen, dient op voldoende
plaatsen een waarschuwingssignaal voor giftige stoffen (driehoek met doodshoofd) te zijn
aangebracht alsmede de duidelijke waarschuwing:
GIFTIG GAS. BETREDEN VAN DEZE RUIMTE IS LEVENSGEVAARLIJK.
Deze waarschuwing moet bij gebruik buiten speciale gassingsinstallaties pas worden
verwijderd nadat op de voorgeschreven wijze is ontgast en een gasvrijverklaring is verstrekt.
Toepassingen
Producten of goederen die mogen worden gegast met fosforwaterstof zijn:
a. granen (waaronder brouwgerst), graanproducten (waaronder mout, meel, maïsgluten
en voedermelen), melkpoeder, aardappelmeel, tapioca, kroepoek, oliezaden, schroot
van oliezaden, kopra, noten, grondnoten, Johannesbroodpitmeel, specerijen, kruiden,
koffiebonen, thee, cacaobonen, chocoladeproducten, gedroogde vis, vismeel,
gedroogde vruchten en -groenten, peulvruchten, tabak, voederzaden en Arabische
gom.
b. katoen, wol, huiden, meubilair, verpakkingsmateriaal en andere industriële
grondstoffen, mits deze niet bestemd zijn voor de voedings- en
genotmiddelenindustrie.
c. zaaizaden.
d. lege gebouwen.
Productgroepen en doseringen
1. Granen, peulvruchten e.d. los gestort in silo’s en lichters: 3 plates per 100 m³ of
2 strips per 1250 m³ of 5 plates per 100 ton of 3 strips per 1250 ton, goed verdeeld in
de lading. Bij mout 6 plates per 100 ton of 4 strips per 1250 ton.
2. Meel en andere fijne producten, gestort in silo’s en lichters met een maximale
vulhoogte van 3 meter :3 plates per 100 m³ of 2 strips per 1250 m³ of 6 plates per
100 ton of 4 strips per 1250 ton. (niet in het product)
3. Verpakte of gezakte goederen in gasdichte ruimten of onder speciale folie (klamp),
lege ruimten en lege zakken: 3 plates per 100 m³ of 2 strips per 1250 m³.
4. Tabak en zaaizaden in gasdichte ruimten of onder speciale folie (klamp): 3 plates per
100 m³ of 2 strips per 1250 m³.
Opmerkingen
Voor het bestrijden van khaprakevers en mijten moet de dosering verdrievoudigd worden.
Gassingsperioden
Er bestaat een groot verschil in gevoeligheid voor fosforwaterstof tussen de soorten
insecten. Verder is de temperatuur van het product van invloed.
DEGESCH Plates
8418 N
3
Het gewenste aantal gassingsdagen dat hiermee correspondeert is hieronder vermeld:
Insectensoort
Oryzaephilus surinamensis
Oryzaephilus mercator, Tribolium castaneum
Lasioderma serricorne (tabakskever)
Ptinus tectus, Rhizopertha dominica,
Acanthoscelides obtectus (stambonenkever) en
diverse soorten motten
Caryedon serratus
Trogoderma granarium (khaprakever)
Sitophilussoorten (graan-, maïs-, rijstklander)
Temp. 10-20°C Temp. 20-30°C
3
3
5
4
8
6
10
5
10
16
16
8
8
12
Opmerkingen:
Er dienen geen gassingen te worden uitgevoerd bij een binnentemperatuur lager dan 10°C.
Bij temperaturen boven 30°C behoeft de gassing niet meer dan 5 dagen te duren.
Uitvoering
Speciale gassingsinstallaties
Speciale gassingsinstallaties voor fosforwaterstof zijn gasdicht af te sluiten ruimten (cellen,
containers, e.d.) die zijn voorzien van mechanische ventilatie op de buitenlucht ten behoeve
van het ontgassen.
De plates/strips worden uit de gasdichte folie gehaald en zodanig neergezet dat ze niet
kunnen omvallen. Indien een verpakte eenheid is geopend, moet de gehele inhoud worden
gebruikt. Vanaf het openen van de verpakking dient geschikte ademhalingsbescherming te
worden gedragen, alsmede beschermende kleding en handschoenen.
Geschikte ademhalingsbescherming:
De ademhalingsbescherming dient minimaal te bestaan uit een volgelaatsmasker met
B2P3-filter.
Gassingen anders dan in speciale gassingsinstallaties
De ruimte waarin gegast zal worden, moet van tevoren gasdicht worden gemaakt.
Luchtroosters moeten worden gesloten; kieren en gaten dichtgestopt en afgeplakt. De te
gebruiken folies dienen voor dit doel geschikt te zijn.
Indien een verpakte eenheid geopend is, moet de gehele inhoud worden gebruikt. Vanaf het
openen van de verpakking dient geschikte ademhalingsbescherming te worden gedragen,
alsmede beschermende kleding en handschoenen.
Geschikte ademhalingsbescherming:
Bij het inbrengen in een container dient de ademhalingsbescherming minimaal te bestaan uit
een volgelaatsmasker met B2P3-filter. Bij alle overige toepassingen dient een
persluchtademhalingstoestel te worden gedragen.
De gassingen moeten worden uitgevoerd door ten minste 3 personen, waarvan 1 persoon
toezicht houdt van buiten de te gassen ruimte.
Bij verpakte producten en meel in bulk moeten de plates/strips naast of boven de lading
worden geplaatst. Zorg dat bij het uitleggen de plates/strips elkaar niet raken. In geval van
een klampgassing dient de totale ruimte en/of het gebouw als “gassingsruimte” te worden
beschouwd.
DEGESCH Plates
8418 N
4
Ontgassen
a. Speciale gassingsinstallaties
Het ontgassen van speciale gassingsinstallaties kan worden uitgevoerd met behulp
van de ventilator waarbij het gas de ruimte via een filter verlaat. Voordat de producten
worden afgevoerd voor opslag of aflevering, dient men zich door middel van
metingen met behulp van daarvoor geschikte meetapparatuur van te overtuigen dat
de fosforwaterstofconcentratie tussen de producten niet meer bedraagt dan 20% van
de wettelijke grenswaarde. Bij het betreden van de gegaste ruimte en tijdens het
verzamelen en onschadelijk maken van restanten bestrijdingsmiddelen dienen de
onder b. genoemde persoonlijke beschermingsmiddelen te worden gedragen.
b. Andere dan onder a. genoemde gegaste objecten
Na beëindiging van de gassing dienen de behandelde ruimten, zoals containers,
silo’s, gebouwen, scheepsruimen, enz. , zorgvuldig te worden ontgast. Bij schepen
moeten de luiken van de ruimen voorzichtig worden geopend en er mag niet gelost
worden vóórdat door middel van metingen, op relevante plaatsen uitgevoerd door of
onder toezicht van de gassingsleider, is vastgesteld dat de
fosforwaterstofconcentratie tussen de lading niet meer bedraagt dan 20% van de
wettelijke grenswaarde.
Het ontgassen neemt tenminste 48 uur in beslag, maar kan ook aanzienlijk langer
duren. Tijdens het overladen moeten de metingen worden voortgezet.
Van silo’s en gebouwen worden deuren, ramen en ventilatiekokers van buitenaf
geopend. In gebouwen begint men beneden met het openen van deuren en ramen.
Tijdens het ontgassen en het verzamelen van de plates/strips moet een
persluchtademhalingstoestel worden gedragen alsmede beschermende kleding en
handschoenen. De verzamelde plates kunnen worden afgevoerd naar een
vuilverbranding. De ruimten kunnen niet eerder gasvrij worden gegeven en zonder de
genoemde persoonlijke beschermingsmiddelen worden betreden, dan nadat uit
controlemetingen op relevante plaatsen (o.a. tussen de gegaste producten) door of
onder toezicht van de gassingsleider uitgevoerd, is gebleken dat de
fosforwaterstofconcentratie niet meer bedraagt dan 20% van de wettelijke
grenswaarde.
Objecten die moeilijk zijn te ontgassen vanwege de constructie en indeling of
vanwege de aanwezigheid van sterk absorberende producten of materialen, mogen
niet eerder gasvrij worden gegeven dan nadat uit door de gassingsleider uitgevoerde
metingen op relevante plaatsen o.a. tussen de gegaste producten, herhaald na een
periode van minimaal 12 uur zonder ventilatie, is gebleken dat de
fosforwaterstofconcentratie niet meer bedraagt dan 20% van de wettelijke
grenswaarde.
Na het ontgassen dient de gassingsleider, als eindverantwoordelijke, de opdrachtgever in het
bezit te stellen van een op schrift gestelde ondertekende gasvrijverklaring.
Wageningen, 1 november 2002
HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN
BESTRIJDINGSMIDDELEN,
(plv. voorzitter)
DEGESCH Plates
8418 N
5
Download