Profetische autoriteit ontwikkelen

advertisement
Profetische autoriteit ontwikkelen.
Amos 3:7-8 Zo doet God, de HEER, niets zonder dat Hij Zijn plan heeft onthuld aan Zijn
dienaren, de profeten. Een leeuw heeft gebruld, wie zou er niet vrezen? God, de HEER,
heeft gesproken, wie zou er niet profeteren?
A: Een profetische mentaliteit ontwikkelen.
1Kor.14:1 Jaag de liefde na en streef naar de gaven van de Geest, vooral naar die van de
profetie.
1Kor.14:39 Kortom, broeders en zusters, streef ernaar te profeteren ......
1Tess.5:19-21 Doof de Geest niet uit en veracht de profetieën niet, die Hij u ingeeft.
Onderzoek alles en behoud het goede.
Sinds de Heilige Geest in de twintigste eeuw tijdens diverse opwekkingen krachtig werd
uitgestort over vele gelovigen, is de belangstelling voor de gaven van de Heilige Geest ook
enorm toegenomen. Maar hoewel velen zich wel hebben uitgestrekt naar de gaven van de
Geest, en vooral naar de gave van profetie, heeft het merendeel daarvan verzuimd om een
profetische mentaliteit te ontwikkelen. In het geestelijke gezin van God moeten wij steeds
weer streven naar de manifestatie van de gave van profetie in het midden van de gemeente,
en ook als krachtig hulpmiddel bij evangelisatie. Maar voor het instandhouden van deze gave
is het nodig om een profetische hartsgesteldheid te ontwikkelen, want Paulus gebruikt in de
beide teksten van 1Kor.14 het Griekse werkwoord “zèlo-oo”, wat een aanduiding is van zeer
vurige ijver om iets te krijgen of tot stand te brengen. De gave van profetie kan misschien in
eerste instantie wel spontaan ontvangen worden bij de doop in de Heilige Geest, evenals het
spreken in tongen (Hand.19:6), maar het blijvend handhaven van de gave van profetie moet
gecultiveerd worden in een levensstijl van hard werken ten behoeve van het Lichaam van
Christus. De profeten in het Oude Testament werkten hard om het profetische woord van de
Heer aan het volk van God te kunnen doorgeven; en hun persoonlijke leven werd dramatisch
beïnvloed door hun volhardende werk in het uitspreken van het profetische woord.
Jer.7:25 Vanaf de dag dat jullie voorouders uit Egypte wegtrokken tot op de dag van
vandaag heb Ik telkens weer Mijn dienaren, de profeten, naar jullie gezonden.
Jer.20:9 Als ik denk: Ik wil Hem niet meer noemen, niet meer spreken in Zijn naam, dan laait
er in mijn hart een vuur op, dan brandt het in mijn gebeente. Ik doe moeite om het in
bedwang te houden, maar ik kan het niet.
In het Nieuwe Testament wordt ons door de apostelen ook een voorbeeld voorgehouden van
een levensstijl van hard werken ter wille van de verkondiging van Gods koninkrijk aan de
heidenen en voor het profetische woord aan de gemeente.
1Kor.15:10 Alleen dankzij Zijn genade ben ik wat ik ben. En Zijn genade is bij mij niet zonder
uitwerking gebleven. Integendeel, ik heb harder gezwoegd dan alle andere apostelen, niet op
eigen kracht maar dankzij Gods genade.
Vanuit het voorbeeld van de apostelen worden wij opgeroepen om hard te werken in het
woord van God door daar zelf in te studeren (2Tim.3:14-17), alsook door anderen daarin met
regelmaat en volle inzet te onderwijzen (1Tim.5:17). Ook leren wij uit het voorbeeld van de
apostelen dat er hard gewerkt moet worden op het gebied van gebed, omdat bidden voor
medegelovigen vaak een kwestie is van zware strijd (Kol.2:1, 4:12). Ook moet er vaak hard
gewerkt worden om de gerechtigheid van God en het karakter van Christus in anderen tot
stand te zien komen (Gal.4:11+19), en ook hard werken in de verkondiging van het evangelie
(Fil.2:25, 4:3). Naast het harde werken op geestelijk terrein is het normaal dat er ook hard
gewerkt behoord te worden in het dagelijkse werk, waarbij lichamelijke inspanning niet
geschuwd moet worden ten behoeve van dienstbaarheid aan anderen (Efez.4:28, 1Tess.2:9,
2Tess.3:8). Dus behalve dat er sprake is van inspiratie door de Heilige Geest op het gebied
van de gave van profetie, is er ook sprake van transpiratie op het natuurlijke vlak om zegen
voor gelovigen en ongelovigen te verspreiden (1Kor.15:58, Gal.6:10). Zo ontstaat er een
profetisch volk, dat zich niet vasthoudt aan het ‘recht’ op welvaart, eer en respect; zo zal er
een volk van de Heer opstaan in loyaliteit en betrouwbaarheid, een volk vol overgave waarin
1
gelovigen meer geven dan wat vereist is, omdat iedereen vol overgave vrijwillig wil werken
aan de bouw van het huis van God (Ex.36:2-7). Zo ontstaat een profetische gemeenschap,
waarin iedereen zichzelf met heel zijn hart en al zijn bezittingen ter beschikking stelt voor het
werk van de Heer en ten behoeve van gelovigen en ongelovigen (Hand.2:43-47, 4:32-35,
5:12-16).
B: Profetie die het Lichaam van Christus op de eindtijd voorbereidt.
Jer.23:18-20 Wie het raadsbesluit van de HEER kreeg toevertrouwd, moet Zijn woorden in
zich opnemen en gehoorzamen. Wie goed naar Zijn woorden geluisterd heeft, heeft ze ook
begrepen. De HEER zendt een woedende wind, een razende storm treft de verdorvenen.
Zijn brandende toorn komt niet tot bedaren voor Hij Zijn plan geheel heeft uitgevoerd. Eens
zullen jullie dat ten volle begrijpen.
In deze laatste decennia voor het einde van de natuurlijke geschiedenis van de mensheid is
God bezig om profetische boodschappers tevoorschijn te roepen die een speciale roeping
als geestelijke voorlopers of voortrekkers zullen vervullen; zij zullen de Gemeente op de
unieke kenmerken van de eindtijd voorbereiden. Elke profetische gemeenschap moet er naar
streven om op een waardige manier de roeping te vervullen, zodat de Heer onderwijs kan
geven over de manier waarop Zijn woord met betrekking tot de eindtijd betrouwbaar aan
anderen doorgegeven kan worden, maar ook opdat de profetische boodschappers herders
naar Gods hart zullen zijn, die Zijn volk met nederigheid en zachtmoedigheid zullen leren
over Gods weg in de eindtijd.
Jer.23:18 Wie het raadsbesluit van de HEER kreeg toevertrouwd, moet Zijn woorden in zich
opnemen en gehoorzamen. Wie goed naar Zijn woorden geluisterd heeft, heeft ze ook
begrepen.
Jer.3:15 Ik zal jullie herders naar Mijn hart geven, en die zullen jullie met wijsheid en inzicht
weiden.
Jer.23:4 Ik zal herders over ze aanstellen die ze zo zullen hoeden dat ze geen angst meer
kennen en er niet één meer gemist zal worden, spreekt de HEER.
Elke profetische gemeenschap is geroepen om het raadsbesluit van de Heer te ontvangen
en Zijn woord in zich op te nemen (Jer.23:18), en daarna leren begrijpen wat God aan het
doen is in de eindtijd (Jer.23:19-20, Dan.8:15-16, 10:12). Vervolgens is het belangrijk om het
woord van de Heer over de eindtijd met grote vrijmoedigheid te proclameren.
Jer.23:21-22 Ik heb die profeten niet gezonden, toch rennen zij of zij Mijn boden zijn. Ik heb
niet tot hen gesproken, toch spreken zij alsof zij profeten zijn. Hadden ze Mijn raadsbesluit
vernomen, dan hadden ze Mijn volk Mijn woorden laten horen, het opgeroepen zijn
verdorven levenswandel op te geven, te breken met zijn kwalijke praktijken.
De dynamische kenmerken van de grote en ontzagwekkende Dag van de Heer (Joël 2:11,
3:4) plaatsen de profeten van de eindtijd in een moeilijke situatie, want zij moeten het volle
woord van de Heer proclameren of ze zullen ontdekken dat ze een deel van het probleem in
het Lichaam van Christus geworden zijn in plaats van de oplossing. Het is niet genoeg om de
aandacht te richten op de komende glorie van de opwekking, want ook moet er gesproken
worden over de wereldwijde onderdrukking van gelovigen, maar dat op een manier die zowel
zachtmoedig als eenvoudig is om de Gemeente voor te bereiden. Wanneer profeten echter
hun boodschap afstemmen op wat mensen graag willen horen, worden zij een deel van het
probleem, en worden ze in de hemel gezien als valse profeten die wankele muren met kalk
bepleisteren zonder een hecht fundament aan te brengen (Ezech.13:1-16).
Maar hoe kunnen we zeker weten dat wij op een juiste manier de boodschap van de eindtijd
profetisch proclameren en Gods volk op een waarachtige manier voorbereiden op de tweede
komst van Jezus? We moeten ervan overtuigd zijn dat onze profetische aansporingen de
blijvende vrucht van gerechtigheid, heiligheid en ontzag voor de Heer voortbrengen. Dat
betekent niet dat we op een harde manier over de eindtijd moeten spreken, of in elke profetie
over het komende oordeel van God spreken, maar dat we voortdurend de vrucht van onze
profetische bediening onderzoeken of onze boodschap resulteert in vurige liefde en volledige
overgave aan de Heer, alsmede volhardende voorbereiding op de vele kenmerken van de
eindtijd. De beste manier om dit tot stand te brengen is te profeteren en te proclameren op
2
basis van het geschreven woord van God, en er zeker van te zijn dat de inhoud van onze
boodschap vervuld is met kennis van Gods karakter zoals dat geopenbaard wordt in Zijn
woord. We kunnen niet profeteren over datgene wat mensen graag willen horen, maar ook
niet op grond van onze eigen subjectieve gevoelens en gedachten. In deze tijd moeten wij
ons uitstrekken naar het hoogst mogelijke niveau van inspiratie door de Heilige Geest.
C: Profetie is gericht op de opbouw van de Bruid van Christus.
Joh.3:29-30 De Bruidegom krijgt de bruid; de vriend van de Bruidegom staat te luisteren en
is blij dat hij de stem van de Bruidegom hoort. Dat vervult mij met grote vreugde. Hij moet
groter worden en ik kleiner.
Elke profeet en elke profetische gemeenschap moet toegewijd zijn om radicale expressie te
geven aan de proclamatie van het woord van God binnen de Goddelijke grenzen van een
waardesysteem, dat gedefinieerd wordt door de identiteit van een vriend van de Bruidegom.
Johannes de Doper definieerde zichzelf als een vriend van de Bruidegom, waarmee hij
aangaf dat hij slechts een dienaar was van Degene die na hem kwam; en toen Jezus op het
toneel verscheen, duurde het niet lang of Johannes de Doper trok zich onvrijwillig terug uit
de bediening, omdat hij in de gevangenis werd geworpen. Maar hij accepteerde dit met heel
zijn hart, omdat hij wist dat hij slechts een wegbereider was voor de komst van Jezus; en
toen Jezus op het toneel verscheen, wist hij dat zijn bediening succesvol was geweest, en
dat het de tijd was om aan de kant te gaan voor Jezus. De kern van dit waardesysteem is dat
profetische boodschappers weigeren om gelovigen af te leiden van Jezus door de zalving
van hun eigen persoonlijke bediening. Een profeet begrijpt dat de Bruid aan de Bruidegom
toebehoort en niet aan hem als wegbereider, want Jezus de Bruidegom koestert een jaloerse
liefde voor Zijn Bruid, de Gemeente van Jezus Christus. De ware profetische boodschapper
heeft een hart dat in vuur en vlam staat voor Jezus, en dat daarom ook verteerd wordt met
een vurige ijver voor Zijn Bruid. De zuivere profeet stelt zichzelf de vraag of zijn bediening
mensen naar Jezus toe brengt, of dat mensen door zijn bediening meer op de profeet gericht
raken dan op Jezus Zelf. Daarom weet de profeet dat Jezus door zijn bediening groter moet
worden in de ogen van de mensen, maar dat tegelijkertijd hijzelf kleiner moet worden in de
ogen van de mensen, zodat alle aanbidding uitgaat naar de Zoon van God. Ook Paulus de
apostel begreep hoe intens de realiteit van de Bruid van Christus zijn eigen persoonlijke
bediening diepingrijpend beïnvloedde.
2Kor.4:5 Wij verkondigen niet onszelf, wij verkondigen dat Jezus Christus de Heer is en dat
wij omwille van Hem uw dienaren zijn.
2Kor.11:2 Ik waak over u zoals God over u waakt. Ik heb u aan één Man uitgehuwelijkt, aan
Christus, en ik wil u als een kuise bruid aan Hem geven.
Daarom moet elke geloofsgemeenschap zich uitstrekken naar die vorm van profetie die er
alleen op gericht is om de gemeente op te bouwen op een manier die God verheerlijkt en de
persoonlijkheid van Jezus Christus groter maakt in de opvatting van de gelovigen, want het
getuigenis over Jezus is de ware geest van de profetie (Openb.19:10b). De gave van profetie
is niet bedoeld om de profeet belangrijker te maken, maar om de geloofsgemeenschap te
laten opgroeien in het geloof en in een diepere relatie met de Gever van de gaven. Want niet
de gaven zelf, maar de Gever staat in het centrum van de gemeente.
1Kor.12:4-7 Er zijn verschillende gaven, maar er is één Geest; er zijn verschillende dienende
taken, maar er is één Heer; er zijn verschillende uitingen van bijzondere kracht, maar het is
één God die ze allemaal en bij iedereen teweegbrengt. In iedereen is de Geest zichtbaar
aan het werk, ten bate van de gemeente.
Paulus maakte in zijn onderwijs over de gave van profetie in 1Kor.14 duidelijk dat de gaven
van de Geest het duidelijke doel van opbouw van de gemeente hebben; elk ander motief om
een bepaalde gave van de Geest na te streven moet beschouwd worden als een verkeerd
motief dat dient tot eigen persoonsverheerlijking. Daarom begint hij dit hoofdstuk ook met de
opmerking dat wij de liefde moeten najagen, om vervolgens vurig te streven naar de gaven
van de Geest, en vooral naar de gave van profetie. Maar het najagen van de liefde is in dit
opzicht een belangrijke opening, en om dezelfde reden heeft Paulus 1Kor.13 tussen de twee
hoofdstukken over de gaven van de Geest geplaatst. Glorie geven aan Jezus en de opbouw
3
van de gemeente moeten het enige doel zijn van de profetische boodschapper, die in de
proclamatie van het gezalfde woord van God zijn bediening als vriend van de Bruidegom tot
expressie brengt.
1Kor.14:3 Maar iemand die profeteert spreekt tot mensen, en wat hij zegt is opbouwend,
troostend en bemoedigend.
1Kor.14:4b ...... iemand die profeteert doet dat ten bate van de gemeente.
1Kor.14:12 Als u zo graag geestelijke gaven bezit, moet u ernaar streven uit te blinken in de
opbouw van de gemeente.
1Kor.14:26 Broeders en zusters, wat betekent dit voor uw samenkomsten? Wanneer u
samenkomt draagt iedereen wel iets bij: een lied, een onderwijzing, een openbaring, een
uiting in klanktaal of de uitleg daarvan. Laat alles tot opbouw van de gemeente zijn.
Wat kunnen wij leren van het voortdurende aandringen van Paulus op het grote doel van de
opbouw van de gemeente? Het doel van het beoefenen en het groeien in geestelijke gaven
moet tot opbouw van het Lichaam van Christus zijn; elk lid van de gemeente wordt in de
gelegenheid gesteld om geestelijke gaven te ontvangen (1Kor.12:7), maar deze zijn bedoeld
tot opbouw van de hele gemeente. Deze gaven zijn niet bedoeld om verborgen te blijven,
maar ook niet om ermee te kunnen pronken op een manier die de andere leden van het
lichaam jaloers maakt, zodat zij geestelijk niet opgebouwd worden. Wanneer wij begrijpen
dat de manifestatie van de Heilige Geest door God aan ons gegeven wordt zoals Hij dat wil,
opdat het hele Lichaam van Christus in eenheid opgroeit (Efez.4:13), ontvangen wij kracht
om faalangst en het gevoel van onbekwaamheid achter ons te laten, en op te staan in
datgene wat God aan ons geeft tot Zijn eer en tot opbouw van medegelovigen met wie wij
een relatie hebben, en voor wie wij liefde koesteren.
Deze realiteit om alles te doen tot de geestelijke opbouw van anderen en het handhaven van
onze identiteit als vrienden van de Bruidegom in de profetische bediening geeft een radicale
ommezwaai, die ons aanspoort om dagelijks ons kruis op ons te nemen op elk niveau van
ons leven. Want wanneer wij persoonlijke winst halen uit onze profetische gave, wandelen
wij waarschijnlijk niet op een oprechte manier in deze gave, maar wanneer wij samen achter
geestelijke gaven najagen, zal de Heer ons meer inzicht geven in de dynamiek van het
groeiproces in geestelijke gaven in context van het Lichaam van Christus. Het belangrijkste
is om ons hart te richten op het zuivere waardesysteem van dienstbaarheid in het toepassen
van geestelijke gaven. Het doel van de nieuwtestamentische gemeenschap moet zijn dat wij
de gaven van de Heilige Geest eren door ze vurig na te jagen en ze met uitmuntendheid toe
te passen. Er moet een verlangen zijn om expressie te geven aan de profetische gave in het
waardesysteem van de Bergrede (Matt.5-7), een waardesysteem waartoe de hele Bruid van
Christus geroepen wordt door de Bruidegom Zelf.
1Kor.14:29 Laat van hen die profeteren er telkens twee of drie spreken; daarna moeten de
anderen het beoordelen.
Omdat wij vrienden van de Bruidegom zijn (Joh.3:29), en het getuigenis over Jezus de ware
geest van de profetie is (Openb.19:10b), moeten wij bereid zijn om te profeteren op een
manier waardoor wij zelf geen persoonlijke erkenning ontvangen, wanneer wij geestelijke
openbaring ontvangen. Bovendien wordt van ons gevraagd om bereid te zijn correctie van
anderen te ontvangen na het uitspreken van een profetische boodschap, want in dit leven
schiet onze kennis te kort en is ons profeteren beperkt (1Kor.13:9). Bovendien moeten wij
geduld oefenen, wanneer een openbaring wordt beoordeeld en bevestigt, want er is een
Goddelijk principe dat zegt dat een getuigenis rechtsgeldigheid heeft wanneer er ten minste
twee getuigen zijn (2Kor.13:1).
D: De gave van profetie ontwikkelen d.m.v. woord en gebed.
De profetische gave, zoals we die in de Bijbel gedemonstreerd zien, heeft een belangrijk
aandeel in het stimuleren en bemoedigen van de gebedsbeweging, die de Heilige Geest al
enkele jaren krachtig aan het stimuleren is in de wereldwijde Gemeente van Jezus. We zien
hiervan een voorbeeld in de profeten Haggai en Zacharia, die de teruggekeerde Joden na de
Babylonische ballingschap aanspoorden de tempel in Jeruzalem - dat is het huis van gebed te herbouwen. In de eindtijd zullen de profetische boodschappers ook krachtig en agressief
4
gebed aansporen in zowel individuele personen als in gebedsgroepen. Maar zonder een
profetisch perspectief zullen voorbidders voortdurend aanvechtingen ervaren om op te
geven; ze zullen moedeloos worden zonder de noodzakelijke profetische bemoediging. Ter
wille van een wereldwijde gebedsbeweging moet iedere geloofsgemeenschap zich blijven
uitstrekken naar de manifestatie van de profetische gave.
Ezra 5:1-2 Toen begonnen de profeten Haggai en Zacharia, de kleinzoon van Iddo, in
opdracht van de God van Israël te profeteren tegen de Judeeërs die in Juda en in Jeruzalem
woonden. Daarop hervatten Zerubbabel, de zoon van Sealtiël, en Jesua, de zoon van
Josadak, de bouw van de tempel van God in Jeruzalem. Ze kregen daarbij de steun van
Gods profeten.
In het Oude Testament was er in Israël een sterke verbinding tussen het priesterschap en de
profetische bediening; zo was bijvoorbeeld Jeremia de zoon van een priester (Jer.1:1), en
ook Ezechiël stamde uit een priesterlijk geslacht (Ezech.1:2). Jeremia bad voor het volk van
God, ondanks dat hij vervolgd werd vanwege zijn profetische woorden (Jer.15:11, 18:20), en
ondanks het feit dat de Heer een paar keer tegen hem zei dat hij niet meer voor het volk
moest bidden (Jer.7:16, 11:14, 14:11). De ware profeet is altijd een voorbidder, maar niet
elke voorbidder hoeft perse een profeet te zijn; maar de zalving van profetie en voorbede
gaan heel vaak samen, zoals ook de profeet Daniël een vurige voorbidder was (Dan.2:17-19,
6:11-12, 9:3, 10:2-3). Gezalfde voorbede wordt geboren wanneer wij een profetische woord
van de Heer horen, en de voorbede kwalificeert ons om dit profetische woord daarna ook uit
te spreken tegen hen voor wie het woord bedoeld is. Maar het kan ook heel vaak het geval
zijn dat het profetische woord alleen voor onszelf bedoeld is om ons aan te sporen tot
voorbede, zoals bij Daniël het geval was (Dan.9:20-23, 10:11-12).
Wanneer wij God vragen om ons ontmoetingen met engelen of dromen en visioenen te
geven, moeten wij onszelf eerst toewijden aan ontmoetingen met God Zelf, zoals Hij dat in
Zijn woord heeft beschreven. Want alleen een leven van gebed en meditatie in het woord
van God zal ons geschikt maken om bovennatuurlijke openbaringen te ontvangen, zonder
dat wij daardoor onze integriteit verliezen en trots worden, omdat wij deze gaven hebben
ontvangen. Want wanneer wij ons niet uitstrekken naar ontmoetingen met God Zelf in een
intieme relatie, waarom denken wij dan dat God ons geschikt vindt om bovennatuurlijke
openbaring te ontvangen? In de wereldwijde Gemeente van deze tijd lijdt de profetische
bediening aan een fundamentele kwaal van gebrek aan inzicht in de Bijbel; dit veroorzaakt
allerlei soorten problemen op het gebied van Bijbels onderwijs en verkeerde interpretatie van
bovennatuurlijke ontmoetingen. Als gevolg daarvan kunnen we verblind raken voor wat God
werkelijk tot ons zegt, en wat Hij werkelijk aan het doen is in onze generatie; onze kijk op het
bredere perspectief van Gods handelen in deze tijd blijft daardoor te klein en te oppervlakkig.
Wanneer wij niet het belang zien van intense studie van Gods woord, waardoor ons hart
diepgeworteld raakt in het kennen van God, zullen we gemakkelijk bepaalde ervaringen
verkeerd interpreteren. Elke bovennatuurlijke ervaring moet grondig getoetst worden aan het
geschreven woord van God, en wij moeten Gods woord gebruiken als een stevig fundament
waarop wij onze profetische gave bouwen (1Tess.5:19-22). Onze profetieën moeten uit het
woord van God tevoorschijn komen, en ook weer naar het woord van God terugkeren, zoals
de profetieën van Maria (Luc.1:46-55) en Zacharias (Luc.1:67-'79) diepgeworteld waren in
Bijbelse denkpatronen.
2Petr.1:19-21 Ons vertrouwen in de woorden van de profeten is daardoor alleen maar
toegenomen. U doet er goed aan uw aandacht altijd daarop gericht te houden, als op een
lamp die in een donkere ruimte schijnt, totdat de dag aanbreekt en de morgenster opgaat in
uw hart. Besef daarbij vooral dat geen enkele profetie uit de Schrift een eigenmachtige uitleg
toelaat, want nooit is een profetie voortgekomen uit menselijk initiatief: mensen die namens
God spraken werden daartoe altijd gedreven door de Heilige Geest.
E: De openbaring van onze autoriteit in Christus.
Efez.1:17-19 Moge de God van onze Heer Jezus Christus, de Vader van alle luister, u een
geest van inzicht schenken in wat geopenbaard is, opdat u Hem zult kennen. Moge uw hart
verlicht worden, zodat u zult zien waarop u hopen mag nu Hij u geroepen heeft, hoe rijk de
5
luister is die de heiligen zullen ontvangen, en hoe overweldigend groot de krachtige werking
van Gods macht is voor ons die geloven.
1Kor.2:12-13 Wij hebben niet de geest van de wereld ontvangen, maar de Geest die van
God komt, opdat we zouden weten wat God ons in Zijn goedheid heeft geschonken.
Daarover spreken wij, niet op een manier die ons door menselijke wijsheid is geleerd, maar
zoals de Geest het ons leert: wij verklaren het geestelijke met het geestelijke.
Wij hebben openbaring van de Heilige Geest nodig over onze geestelijke autoriteit in onze
eenheid met Christus; de macht en de autoriteit die Jezus als de Mensenzoon ontvangen
heeft in Zijn opstanding, wordt aan het gehele Lichaam van Christus gegeven. Wij hebben
intense geestelijke openbaring nodig over onze diepe verbondenheid met Jezus, die het
Hoofd is van Zijn Lichaam, terwijl het Lichaam vervuld is met de volheid die Jezus aan ieder
lid in het Lichaam geeft (Efez.1:20-23). Wanneer wij het Lichaam van Christus zijn, zijn wij
als Gemeente het door God gekozen instrument om de volheid van Christus op de aarde te
demonstreren.
Kol.2:9-10 Want in Hem is de Goddelijke volheid lichamelijk aanwezig, en omdat u één bent
met Hem, het Hoofd van alle machten en krachten, bent ook u van die volheid vervuld.
Omdat wij samen met Christus gekruisigd, gestorven en begraven zijn (Rom.6:4), zijn wij ook
samen met Hem uit de dood opgewekt, en hebben wij een geestelijke positie in de hemelse
gebieden ontvangen (Efez.2:5-6). Daardoor hebben wij volledig vrije toegang tot de troon
van God de Vader (Hebr.4:16), zodat wij er zeker van mogen zijn dat onze gebeden voor
Gods troon komen en het hart van de Vader aanraken. Als antwoord op ons gebed zal de
Vader de kracht van Zijn Heilige Geest vrijzetten, en Zijn engelen gebieden om ons in alle
mogelijke situaties te helpen (Hebr.1:14). Want op het kruis van Golgotha heeft Jezus als
Mens de duivel en alle demonische overheden en machten verslagen, hen openlijk tot een
schande gemaakt en over hen getriomfeerd (Kol.2:15). Daarom hebben wij autoriteit om te
strijden tegen de overheden en machten van de duisternis in de volle kracht van de Heer en
bekleed met onze geestelijke wapenrusting (Efez.6:10-17). Dan hebben wij de autoriteit om
ideologische bolwerken van de duisternis omver te halen met de wapens die God ons voor
de geestelijke strijd gegeven heeft (2Kor.10:4-5).
Autoriteit is gedelegeerd gezag, waardoor iemand macht kan uitoefenen; een voorbeeld
daarvan is een politieagent die het verkeer kan stoppen op grond van de autoriteit die de
overheid aan hem geeft, maar niet op grond van zijn eigen menselijke kracht. Wij gebruiken
onze autoriteit tegen de duivel die er alleen maar op uit is om te roven, te slachten en te
vernietigen (Joh.10:10a). Menselijke problemen zijn vaak de optelsom van verschillende
factoren, zoals lichamelijke problemen (voedsel, alcohol, drugs), psychologische problemen
(negatieve denkpatronen en verkeerde keuzes), maatschappelijke problemen (wat anderen
ons aandoen) en geestelijke problemen (demonische invloeden). Wanneer wij onze autoriteit
gebruiken, verwijderen wij de toegevoegde demonische druk, waardoor wij gemakkelijker
onze lichamelijke, psychische en maatschappelijke problemen kunnen oplossen. Maar we
moeten niet denken dat het gebruik van onze autoriteit tegen demonische aanvallen tegelijk
onze verkeerde keuzes en negatieve denkpatronen zal oplossen; daarvoor hebben wij eerst
bekering en vergeving van zonden nodig, waarna we moeten leren leven in gehoorzaamheid
aan Gods woord.
1Petr.5:6-9 Onderwerp u dus nederig aan Gods hoge gezag, dan zal hij u op de bestemde
tijd een eervolle plaats geven. U mag uw zorgen op hem afwentelen, want u ligt hem na aan
het hart. Wees waakzaam, wees op uw hoede, want uw vijand, de duivel, zwerft rond als een
brullende leeuw, op zoek naar een prooi. Stel u tegen hem teweer, gesterkt door uw geloof,
in het besef dat uw broeders en zusters, waar ook ter wereld, onder hetzelfde leed gebukt
gaan.
Jac.4:7 Onderwerp u aan God, en verzet u tegen de duivel, dan zal die van u wegvluchten.
F: Hoe Gods kracht op de aarde wordt vrijgezet.
Hebr.11:1+3 Het geloof legt de grondslag voor alles waarop we hopen, het overtuigt ons van
de waarheid van wat we niet zien.... Door geloof komen we tot het inzicht dat de wereld door
het woord van God geordend is, dat dus het zichtbare is ontstaan uit het niet-zichtbare.
6
Het principe van geestelijke autoriteit is gebaseerd op het handelen van de Heilige Geest,
nadat het gezalfde woord van God uitgesproken is; in Genesis 1 was de Heilige Geest wel
aanwezig in de duistere wereld, maar Hij kwam pas in actie nadat het woord van God werd
gesproken. Dit is niet alleen een scheppingsprincipe van God, want Hij sprak en het was er,
Hij gebood en daar stond het (Ps.33:9), maar het is een geestelijk principe dat voor het hele
koninkrijk van God werkelijkheid is, in de hemel en op de aarde, maar ook in de hemelse
gebieden tussen de hemel en de aarde. God schiep de mens naar Zijn beeld (Gen.1:27),
maar daarna gaf Hij de mens de autoriteit om over de aarde te heersen door het woord van
God te spreken (Gen.2:19). Door te luisteren naar het woord van God groeit ons geloof, want
de verkondiging van Christus staat centraal in het woord (Rom.10:17); het woord krijgt dan
een plaats in ons hart, maar moet daarna hardop uitgesproken worden, en zo wordt het
woord effectief in ons leven (Rom.10:9-11).
Ons hart luistert het meest effectief naar het woord van God, wanneer wij dat woord hardop
uitspreken met onze mond; de meest krachtige woorden zijn de woorden die wijzelf in geloof
uitspreken, want onze menselijke geest is gevoelig voor de woorden die wij uitspreken. Er is
een geest van leven aanwezig in het woord van God, maar een geest van dood in het woord
van satan (Spr.18:20-21); wanneer wij de waarheid van Gods woord uitspreken, zal de
waarheid ons vrijmaken (Joh.8:32). Maar veel mensen begrijpen de kracht van hun eigen
woorden niet, want hun eigen woorden stimuleren geloof op grond van de waarheid, maar
veroorzaken angst op grond van de leugen. Op grond van onze woorden zullen we worden
vrijgezet, of op grond van onze woorden zullen we onszelf veroordelen (Matt.12:37); dus
wanneer wij instemmen met de waarheid, zal de waarheid ons vrijmaken, maar wanneer wij
instemmen met leugens van de vijand, zullen zijn leugens ons gebonden houden. Geloof in
het woord van God stelt ons in staat om dat woord uit te spreken (2Kor.4:13), zodat de
bevrijdende waarheid van dat woord ons doet groeien in geestelijke autoriteit.
G: Voorbede en profetie in geestelijke oorlogsvoering.
Openb.3:7 Dit zegt Hij die heilig en betrouwbaar is, die de sleutel van David heeft, wanneer
Hij opendoet, kan niemand sluiten, wanneer Hij sluit, kan niemand openen.
Matt.16:19 Ik zal je de sleutels van het koninkrijk van de hemel geven, en al wat je op aarde
bindend verklaart zal ook in de hemel bindend zijn, en al wat je op aarde ontbindt zal ook in
de hemel ontbonden zijn.
Matt.18:18 Ik verzeker jullie: al wat jullie op aarde bindend verklaren zal ook in de hemel
bindend zijn, en al wat jullie op aarde ontbinden zal ook in de hemel ontbonden zijn.
In Openb.3:7 noemt Jezus Zichzelf degene die heilig en betrouwbaar is, en die de sleutel
van David heeft om deuren te kunnen openen die daarna niemand meer kan sluiten, en om
deuren te sluiten die daarna niemand meer kan openen. Deze deuren zijn openingen in de
bovennatuurlijke wereld, waardoor de zegen van de hemel naar de aarde afdaalt, maar door
demonische activiteiten worden deze deuren vaak gesloten. Dit betekent in de praktijk dat
demonische machten geestelijke blokkades vormen voor engelen, die Goddelijk mandaat
hebben ontvangen om hemelse zegen naar de aarde te brengen. Zo werd er een machtige
engel naar de profeet Daniël gestuurd op een moment dat Daniël begon te bidden, maar
deze engel werd 21 dagen tegengehouden door een demonische grootvorst van Perzië
(Dan.10:11-13). Ook Paulus kende dit soort bovennatuurlijke blokkades, want hij probeerde
op gegeven moment naar de gemeente te Tessalonika te gaan, maar hij ervoer een aantal
keren dat satan hem daarin belette (1Tess.2:17-18). Nu moeten we niet elke blokkade altijd
in de schoenen van de vijand schuiven, want ook de Heilige Geest kan in de soevereine wil
van God ons verhinderen ergens naartoe te gaan (Hand.16:6-7). Maar Jezus maakt zeer
duidelijk, dat Hij degene is die alle sleutels voor alle deuren in de bovennatuurlijke wereld in
bezit heeft, want aan Hem is alle macht in de hemel en op de aarde gegeven (Matt.28:18,
Joh.3:35). Zo ervoer Paulus dat er voor hem vele deuren werden geopend in de geestelijke
wereld om het evangelie te verkondigen aan heidenen in de natuurlijke wereld (Hand.14:27,
1Kor.16:8-9, 2Kor.2:12), en ook de gelovigen te Filadelfia kregen in hun eigen stad een open
deur voor het evangelie (Openb.3:8).
Het openen van geestelijke deuren in de bovennatuurlijke wereld is in principe voor alle
7
gelovigen beschikbaar, maar alleen wanneer wij de juiste weg bewandelen om geestelijke
autoriteit te ontvangen. In Matt.16:19 gaf Jezus deze autoriteit aan Petrus op grond van
diens proclamatie over de ware identiteit van Jezus, en even later gaf Jezus in Matt.18:18
deze autoriteit ook aan de andere apostelen. Maar Jezus voegde in het laatste geval daar
nog enkele voor ons zeer belangrijke woorden aan toe.
Matt.18:18-20 Ik verzeker jullie: al wat jullie op aarde bindend verklaren zal ook in de hemel
bindend zijn, en al wat jullie op aarde ontbinden zal ook in de hemel ontbonden zijn. Ik
verzeker het jullie nogmaals: als twee van jullie hier op aarde eensgezind om iets vragen,
wat het ook is, dan zal mijn Vader in de hemel het voor hen laten gebeuren. Want waar twee
of drie mensen in Mijn naam samen zijn, ben Ik in hun midden.
Dus zowel persoonlijke proclamatie - zoals Petrus deed - als gemeenschappelijk gebed zoals de apostelen samen deden - geven ons toegang tot de sleutels van de hemel, die ons
in staat stellen om bovennatuurlijke blokkades te binden. En wanneer wij demonisch verzet
in de bovennatuurlijke wereld binden door profetische proclamatie in de naam van Jezus en
door ons gemeenschappelijk gebed, wordt dit verzet gebonden door ingrijpen van God. En
wanneer wij gesloten deuren in de bovennatuurlijke wereld ontbinden door de profetische
proclamatie in de naam van Jezus en door gemeenschappelijk gebed, worden gesloten
deuren door ingrijpen van de hemel geopend. Geestelijke deuren in de bovennatuurlijke
wereld worden geopend of gesloten door gelovigen op de aarde, die het woord van God in
de zalving van de Heilige Geest door profetische proclamatie uitspreken. Als gelovigen op de
aarde kunnen wij de bovennatuurlijke realiteit beïnvloeden door demonische activiteiten te
binden en hemelse activiteit d.m.v. engelen vrij te zetten. Deze verantwoordelijkheid voor het
openen van de bovennatuurlijke realiteit is door God aan Zijn mensen op de aarde gegeven,
want God heeft ons de autoriteit gegeven om de kwaliteit van het leven op de aarde te
verbeteren door onze daden én door onze woorden. Want de zonde is door de mens in de
wereld gekomen, en door de zonde de dood, maar door de mens komt ook de genade van
God de wereld binnen (Rom.5:12-21).
Ps.115:16 De hemel is de hemel van de de HEER, maar de aarde heeft Hij aan de mensen
gegeven.
Job 22:27-29 Als je tot Hem bidt, dan luistert Hij, en je geloften los je in. Wat jij ook besluit,
het zal worden uitgevoerd, en het licht zal schijnen op de wegen die je gaat. Als rampspoed
iemand velt en jij zegt: Sta op! dan redt God hem, die het hoofd moest buigen.
Wanneer wij in God en Zijn woord geloven, en dit woord in geloof proclameren, roept God
dingen tevoorschijn die nog niet bestaan, zelfs wanneer het onmogelijk lijkt (Rom.4:17-18).
Want het geloof legt de grondslag voor alles waarop we hopen, en het overtuigt ons van de
waarheid van wat we niet zien (Hebr.11:1). Dit is geen toverformule, maar wel een sleutel tot
geestelijk succes die wij stap voor stap mogen leren, waarbij struikelen vanwege gebrek aan
inzicht geen schande is, maar juist een aansporing om verder te gaan. Want ook al komt een
rechtvaardige zevenmaal ten val, toch staat hij telkens weer op (Ps.37:24, Spr.24:16). Wij
overwinnen zonde, angst, obstakels en schuldgevoelens in ons leven door het woord van
ons getuigenis; ons getuigenis is datgene wat wij getuigen als de waarheid van Gods woord
(Openb.12:11). Zo overwon ook Jezus als ons grote voorbeeld een grote diversiteit aan
verleidingen door de duivel d.m.v. het woord van God (Matt.4:1-11). Jezus proclameert de
belofte van Zijn Vader over Zijn eeuwige erfenis als Zoon van God in de vorm van profetisch
getuigenis naar ons toe (Ps.2:7), en in de vorm van voorbede naar de Vader toe (Ps.2:8).
Zowel proclamatie als voorbede komen tot expressie door het woord van God uit te spreken,
maar elk wel met een verschillend denkpatroon en hartsgesteldheid. Want profetie en
voorbede hebben elk een verschillende functie, en het is niet altijd duidelijk welke van de
twee in een bepaalde situatie het meest effectief is. Profetische proclamatie stimuleert ons
geloof om te profeteren, en het is goed om geestelijke indrukken uit te spreken; maar wij
profeteren naar de mate van ons vertrouwen in de manier waarop de Heilige Geest het
koninkrijk van God op de aarde gestalte geeft.
Rom.12:6 Wie de gave heeft om te profeteren, moet die in overeenstemming met het geloof
gebruiken.
Profetische proclamatie vestigt de aandacht op wat God in dit moment wil vrijzetten, en het
8
stimuleert ons geloof om in een profetische geest te opereren; m.a.w. dit vereist dat wij de
kleine mate van de tegenwoordigheid van de Heilige Geest en kleine geestelijke indrukken in
het midden van de profetische gemeenschap op juiste waarde schatten. Voorbede richt zich
op het volledig vrijzetten van datgene wat er in het hart van God voor de toekomst leeft; want
voorbede is niet gericht op de kleine dingen van dit moment, maar op de toekomstige volheid
van Gods beloften. Wanneer wij de tegenwoordigheid van de Heilige Geest op dit moment
herkennen, moeten we niet in de valkuil lopen om een visie voor de toekomstige volheid te
verwaarlozen. En omgekeerd moeten wij niet de indrukken van de Heilige Geest voor dit
moment verwaarlozen, wanneer wij ons uitstrekken naar de volle beloften van God voor de
toekomst. Profetische proclamatie en vurige voorbede horen bij elkaar zoals het heden en de
toekomst bij elkaar horen.
Hebr.13:8 Jezus Christus blijft dezelfde, gisteren, vandaag en tot in eeuwigheid!
Voorbeelden van profetische proclamatie met geestelijke autoriteit vinden we bijvoorbeeld bij
Jezus, die de vijgenboom vervloekte (Matt.21:19), en die ons leerde dat wij in geloof bergen
kunnen verplaatsen door ons profetische woord (Marc.11:23, Luc.17:6). De profeet Zacharia
zei tegen Zerubbabel dat hij zelfs de hoogste berg tot een vlakte kon maken, om daarna de
gevelsteen van de tempel te plaatsen (Zach.4:7). Ezechiël moest in een visioen tegen dorre
beenderen profeteren en tot de Heilige Geest spreken om het volk Israël in het visioen weer
tot leven te brengen (Ezech.37:4-10). Jozua sprak profetisch tegen de zon en de maan, die
op zijn bevel stil bleven staan, totdat de strijd tegen de vijand gewonnen was (Joz.10:12-14).
Wij kunnen dus op aanwijzing van de Heilige Geest in onze inwendige mens profetische
proclamaties doen over natuurelementen en onbezielde voorwerpen, zoals de wind, een
vijgenboom, een berg. Zo kunnen wij ook profeteren over geografische gebieden, maar er is
veel groei in inzicht en geestelijke autoriteit nodig, voordat wij tot zieke mensen kunnen
spreken en hen in gezondheid doen opstaan (Hand.3:6-7). Wij kunnen demonische geesten
bevelen om mensen te verlaten (Marc.16:17), en wij kunnen kracht inspreken in de geest
van een mens om hem krachtig te maken in de Heilige Geest, zoals een engel dat bij Gideon
deed (Recht.6:12+14). Wij kunnen engelen oproepen om Gods woord te gehoorzamen, zelfs
wanneer dat uit onze eigen mond komt (Ps.103:20, 91:11), omdat wij instemmen met het
woord van God, en daarna het geïnspireerde besluit van de Heer proclameren. In het
centrum van dit alles staat dat wij het woord van God dag en nacht moeten overdenken, in
onze gedachten geen moment terzijde leggen, en alles ondernemen waarvan wij ervaren dat
God ons zegt om dat te doen (Joz.1:7-8, Ps.1:1-3, Joh.2:5).
H: De ware geest van profetie.
Openb.1:2 Deze heeft van het woord Gods getuigd en van het getuigenis van Jezus
Christus, alles wat hij gezien heeft. (NBG’51)
Openb.19:10 Want het getuigenis van Jezus is de geest der profetie. (NBG’51)
De geest van de profetie is het getuigenis over Jezus, want de Heilige Geest is er altijd op uit
om Jezus te eren (Joh.16:14); want Jezus Christus is de Lieveling van de Vader (Spr.8:30,
Joh.17:24b). Jezus is het levende Woord van God (Joh.1:1-4), en Hij verwoordt alles wat
in het hart van de Vader leeft; alles wat Hij door Zijn Heilige Geest tot ons zegt in deze tijd,
spreekt over de gedachten van de Vader. De Bijbel is het geschreven woord van God,
maar alles wat in de Bijbel staat is een grenzeloos getuigenis over Jezus, want alle boeken
in de Bijbel getuigen elk op hun eigen manier over het eeuwige Woord van God (Joh.5:39).
Daarom ook is de inhoud van de Bijbel grenzeloos ruim (Ps.119:96), want Jezus Christus is
het hoofddoel van alles wat in de Bijbel geschreven staat (Rom.10:4, Matt.5:17). Wanneer
wij het woord van God spreken, moeten wij het op zodanige wijze spreken dat Jezus Zelf het
hoofdonderwerp is.
1Joh.1:1-3a Wat er was vanaf het begin, wat wij gehoord hebben, wat wij met eigen ogen
gezien en aanschouwd hebben, wat onze handen hebben aangeraakt, dat verkondigen wij:
het Woord dat leven is. Het leven is verschenen, wij hebben het gezien en getuigen ervan,
we verkondigen u het eeuwige leven dat bij de Vader was en aan ons verschenen is. Wat wij
gezien en gehoord hebben, verkondigen we ook aan u.
Er zijn twee manieren waarop de profetische geest werkzaam is. De eerste manier is dat de
9
Heilige Geest het geopenbaarde woord van God neemt en daaruit een bepaalde tekst of
waarheid neemt, en deze toepasbaar maakt op een specifiek moment in ons leven; dit is de
meest gebruikelijke toepassing van de geest van profetie. De tweede manier is dat de
Heilige Geest ons informatie geeft, die niet specifiek geopenbaard is in het woord van God,
maar wel altijd in overeenstemming is met het woord van God. Het geschreven woord van
God is altijd de maatstaf waaraan elke vorm van profetie getoetst worden, terwijl het in ons
hart opgeslagen woord van God de bron is waaruit alle profetie tevoorschijn komt. Wij
hebben allemaal een bepaalde hoeveelheid voorraad van het woord van God in ons hart
opgeslagen, en uit deze voorraad kan de Heilige Geest altijd een bepaald aspect nemen,
aan de hand waarvan Hij ons profetische woorden geeft. Hoe meer wij ons aandeel doen
door het woord van God in ons hart op de bergen, des te meer ruimte wij aan de Heilige
Geest geven om door ons heen te werken.
Paulus sprak het verlangen uit dat alle gelovigen in tongen zouden spreken, maar nog liever
wilde hij dat alle gelovigen zouden profeteren (1Kor.14:1+5). Zo verlangde ook Mozes ernaar
dat iedereen van het volk van God zou profeteren (Num.11:29). Om die reden bad Paulus
voor de gelovigen van Efeze dat zij een geest van wijsheid en openbaring zouden ontvangen
(Efez.1:17 NBG’51), want de profetische gave staat tussen de openbaring en de wijsheid in;
voordat openbaring in wijsheid verandert, moet deze wijsheid eerst verklaard worden door de
profetische gave in ons midden. Wanneer de Heilige Geest in het midden van de gemeente
openbaring over Goddelijke informatie geeft, mogen wij onze stem verheffen en over deze
openbaring spreken of zingen, zodat de informatie omgezet wordt in wijsheid die toegepast
kan worden in de situatie waarvoor de openbaring bedoeld is (Kol.3:16). Want wanneer de
aanwezigheid van het eeuwige Woord in ons binnenste geopenbaard, geproclameerd en
uitgelegd wordt, worden gelovigen op elke manier in hun geloof gesterkt. Hoe meer het
getuigenis over Jezus in ons aangewakkerd wordt, des te meer wij in onze innerlijke mens
verrijkt worden (1Kor.1:5-6). Onderwijs, aansporing en aanbidding over Goddelijke informatie
is een katalysator, waardoor openbaring omgezet wordt in wijsheid, en de rijkdom van Gods
aanwezigheid in ons hart steeds meer zichtbaar wordt (Efez.1:18-19). Daarom zei Paulus dat
de profetische gave tot opbouw van de gemeente dient, want wanneer wij iemand vertellen
wat God over hem of haar denkt en voelt, wordt deze persoon in zijn innerlijke mens op alle
mogelijke manieren gesterkt (1Kor.14:3). Maar de profetische geest blijft altijd Christus in het
centrum van de gemeente plaatsen en Hem de glorie geven.
Kol.2:2-3 Zo wil ik hen bemoedigen en hen in liefde bijeenhouden, opdat ze tot de volle
rijkdom van allesomvattend inzicht komen, tot de kennis van Gods mysterie: Christus, in wie
alle schatten van wijsheid en kennis verborgen liggen.
V.v.d.B. 
10
Download