Concept februari 2017, discussiestuk Generalisten – Specialisten Visie Ergotherapie Nederland op Specialisatie Proces tot het komen van erkende specialisaties binnen Ergotherapie Nederland. In navolging van en vooruitlopend op de ontwikkelingen in de gezondheidszorg heeft Ergotherapie Nederland (EN) tijdens de ALV in 2012 besloten het generalisten-specialisten model in te voeren. Dit betekent een officiële erkenning van specialisaties binnen EN. Achtergrond/Aanleiding Er is sprake van een veranderende zorgvraag (o.a. als gevolg van de dubbele vergrijzing van de bevolking en de toename van het aantal chronisch zieken, en als gevolg van verschuiving van instelling naar eerste lijn/thuis ) als ook een veranderend zorgaanbod (door medisch-technische ontwikkelingen, toename ketenzorg, verschuiving van ‘ziekte en zorg’ naar ‘gezondheid en gedrag’). Naast ziekte specifieke aspecten dragen demografische en sociaal-economische verschillen bij aan complexiteit van de zorgvraag. Enerzijds is er vraag naar generalistisch zorg, anderzijds naar meer specialistische zorg. Ook andere paramedische zorgprofessionals in Nederland ontwikkelen zich richting verdere specialisatie, zoals de diëtisten, fysiotherapeuten, oefentherapeuten en verpleegkundigen. De ontwikkelingen vragen een beroepsgroep die enerzijds breed inzetbaar is en anderzijds verdieping kan geven aan een specifiek deel binnen het vakgebied ergotherapie. Conform de ontwikkelingen in het werkveld, ontstaan er steeds meer expertises in diverse werkvelden. Diverse ergotherapeuten met een bepaalde expertise hebben zich landelijk georganiseerd ten behoeve van verdere ontwikkeling en profilering van de expertise. Ook cliënten, verwijzers, politiek, en zorgverzekeraars vragen in toenemende mate en om diverse redenen om specialisten. Een visie op specialisaties binnen ergotherapie, vraagt om heldere afbakening, objectieve criteria, registratie en het bewaken van kwaliteit. Dit visiedocument is een groeidocument. Visie op differentiatie en specialisatie groeit mee met relevante maatschappelijke en tevens beroepsinhoudelijke ontwikkelingen en behoeften uit het werkveld. 1 Doel specialisatie De verwachting is dat specialisatie leidt tot: • verhoging van de kwaliteit van de beroepsuitoefening op het specifieke deelgebied • profilering van het vakgebied ergotherapie en de specialisaties • betere positionering van de ergotherapeut • verduidelijking van expertise richting patiënt/cliënt, verwijzer, andere samenwerkingspartners • innovatie binnen het vakgebied • ruimer beroeps-/carrière perspectief De specialist-ergotherapeut Het ‘Landelijke beheersniveau beroepscompetenties ergotherapie niveau 4-expert1’ beschrijft het volgende: De specialist-ergotherapeut - onderscheidt zich op de cliëntgerichte beroepscompetenties van de bachelorgekwalificeerde ergotherapeut - beweegt zich tussen het bachelor- en masterniveau in. - heeft de specialistische kennis voor een specifieke doelgroep. Onder cliëntgerichte beroepscompetenties wordt verstaan: De ergotherapeut handelt effectief en professioneel in uiteenlopende specialistische of complexe authentieke beroepssituaties en stemt zijn handelen af op (ontwikkelingen in) organisatie en beroep. De ergotherapeut past specialistische en actuele kennis en inzichten en zijn probleemoplossende vermogens toe om complexe problemen of vraagstukken binnen een gespecialiseerd werkgebied op te lossen of te verbeteren. Hij handelt methodisch volgens combinaties van specialistische en/of nieuwe methoden en procedures, specialistische standaarden en het huidige beste bewijs en kan hiervan gemotiveerd afwijken. Hij toont verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de geboden zorg en dienstverlening. Zijn professioneel redeneren kenmerkt zich door een snel begrip van problemen en situaties en inzicht in verschillende perspectieven (o.a. sociaal-maatschappelijk, ethisch) (tacit knowledge). Begrippen Het begrip ‘specialisatie’, of ‘specialiseren’, wordt in de praktijk vaak verschillend uitgelegd of opgevat. Het is zinvol een eenduidige definitie te hanteren. Een definitie van specialisatie, gebaseerd op officiële stukken (o.a. wet BIG, Nat. Raad voor Volksgezondheid) luidt als volgt: ‘Binnen de kring van beroepsbeoefenaren moet zich een groep hebben afgetekend, die op een bepaald onderdeel van het vakgebied door nadere opleiding en scholing een bijzondere, de ‘algemene’ vakbekwaamheid duidelijk te boven gaande, deskundigheid 1 Uit: Beroepscompetenties Opleidingen; In SROE wordt besproken of de term ‘niveau 4-expert’ vervangen kan/moet worden door ‘niveau 4-specialist’ 2 heeft verworven. De waarde van een goed onderkenbare eigen functie van de groep, bestaande in een op dat deelgebied gerichte hooggekwalificeerde werkzaamheid, moet door de collectiviteit der vakbeoefenaren zijn erkend.’ Specialisatie kan in principe op alle niveaus plaatsvinden. Er is sprake van horizontale differentiatie; de functie is van hetzelfde niveau, maar de verbijzondering, de specialisatie, is anders. Afhankelijk van het niveau van de functie wordt vaak onderscheid gemaakt tussen de termen ‘specifieke deskundigheid’ en ‘specialist’. Het begrip ‘aandachtsgebied’ wordt in praktijk ook regelmatig gebruikt. Aan deze term zijn geen kwalificaties verbonden. De term kan gebruikt worden om een nadere doelgroep - of werkveld afbakening aan te geven. Een ander begrip is verticale functiedifferentiatie. Hierbij is er sprake van niveau verschil tussen de functies, bijvoorbeeld junior – senior. Het begrip taakherschikking wordt in de zorg ook regelmatig gehanteerd. Hierbij gaat het om een herschikking van taken tussen verschillende beroepen en beroepsgroepen. Deze term is in het kader van specialisatie niet van toepassing. Samenvattend ‘Specialisatie’: • heeft betrekking op expertise op een bepaald onderdeel van het vakgebied door nadere opleiding en scholing en die de ‘algemene’ vakbekwaamheid duidelijk te boven gaat. • kan op alle niveaus van een functie. Afhankelijk van niveau van functie en/of herkenningsgraad wordt vaak onderscheid gemaakt tussen begrippen ‘specifieke deskundigheid’ en ‘specialist’ Niveau Scholing tot specialisatie? Het verplichte niveau van de opleiding tot specialist bij andere (paramedische) zorgberoepen varieert van post-HBO onderwijs (Verpleegkundige, oefentherapeut, logopedist) tot Masterniveau (diëtist, fysiotherapie). De ergotherapeuten die nu reeds werkzaam zijn op het gebied van kinderergotherapie, handergotherapie en ouderenergotherapie, zijn voornamelijk post-HBO geschoold in de hierboven genoemde cliëntgerichte beroepscompetenties, en de werkveld-specifieke kennis en vaardigheden. Uitgaande van eerder genoemde begrippen, en rekening houdend met de diverse ontwikkelingen in het werkveld en beroepsvereniging, worden de volgende differentiaties gehanteerd: 3 Functiedifferentiatie Opleidingsniveau Ergotherapeut (-generalist) • HBO-bachelor HBO-initiële opleiding Ergotherapeut- specifieke deskundigheid • Werkervaring specifiek deskundigheidsgebied1 • (Enkele) Post-HBO scholingen1 Post-HBO: Enkele cursussen op specifiek gebied. Ergotherapeut – specialist Voldoet aan criteria specialisten-register2 t.a.v.: • Werkervaring als ergotherapeut en op gebied specialisatie3 • Post-HBO scholing specialisatie-gerelateerd3, t.a.v. cliëntgerichte beroepscompetenties • Bijdrage op het gebied van specialisatie3 Post-HBO: scholing volgens criteria die opgestelde zijn voor specialistenregister (EVC), of Post-HBO Opleiding Specialisatie (t.z.t.) 1 er moet nog vastgesteld worden óf, en zo ja, wélke eisen gesteld worden aan het aantal jaren en aantal uren werkervaring en scholing als ergotherapeut op deskundigheidsgebied voor de ergotherapeut-specifieke deskundigheid. 2 Deze criteria worden voorgelegd aan de leden en vastgesteld tijdens de ALV 3 Voor elke ergotherapeut-specialisatie zullen deze eisen gespecificeerd worden voor het specialisten-register. De Ergotherapeut (-generalist) is de ergotherapeut die de initiële opleiding ergotherapie heeft afgerond en als generalist werkt. De ergotherapeut-generalist kan diverse aanvullende scholing gevolgd hebben, maar heeft zich niet op een specifieke doelgroep of werkveld toegelegd. De Ergotherapeut - specifieke deskundigheid is de ergotherapeut die werkervaring heeft met een (of enkele) specifieke doelgroepen of werkvelden (bijvoorbeeld COPD, Verstandelijk Beperkten, arbeid, CP, dwarslaesie, Parkinson), en ook specifieke aanvullende scholing gevolgd heeft. Voor de Ergotherapeut-specialist is door Ergotherapie Nederland een ‘Profiel Specialisatie’ geschreven en vastgesteld. De ergotherapeut-specialist heeft werkervaring en heeft zich geschoold op het terrein van een door de beroepsgroep vastgestelde specialisatie, en voldoet daarnaast aan de criteria voor het specialistenregister zoals deze geformuleerd zijn en is in dit register geregistreerd. De specialisaties die in 2016 bestaan zijn de kinderergotherapeut, de hand-ergotherapeut en de ouderenergotherapeut. Naast bovengenoemde functiedifferentiaties kan de ergotherapeut-MSc of ergotherapeut-MA genoemd worden. Deze ergotherapeut heeft een Professionele of Onderzoeks- Master afgerond. Tenslotte heeft een ergotherapeut-PhD een promotietraject doorlopen en is gepromoveerd. 4 De hoofdtaken van de ergotherapeut(-generalist), ergotherapeut-specifieke deskundigheid, en ergotherapeut-specialist liggen in de directe patiënten/cliëntenzorg. De ergotherapeutonderzoeker heeft als hoofdtaak onderzoek. De verschillende functies zullen in praktijk naast elkaar fungeren, waarbij het merendeel van de ergotherapeuten werkzaam zal zijn in de functie ergotherapeut(-generalist). De aanwezigheid van en samenwerking tussen de ergotherapeut-generalisten, ergotherapeuten met specifieke deskundigheid en ergotherapeuten-specialisten blijft belangrijk. Stappen om te komen tot specialistenregisters bij KP. Herkenning en erkenning van specialisatie vraagt om heldere afbakening met duidelijke criteria. Uitgangspunt bij specialisatie is dat er onderscheid moet zijn (in kennis en ervaring) met generalistische zorg. Dit betekent verdergaande opleiding en voldoende werkervaring op het specifieke gebied. Daarbij is gewenst dat specialisatie bijdraagt aan de verdere ontwikkeling van ons vak. Ander punt van aandacht is dat versnippering binnen de beroepsgroep moet worden voorkomen. De beroepsgroep van ergotherapeuten en het werkaanbod is te klein om een ongelimiteerd aantal specialisaties toe te laten. Ook kan een teveel aan specialisaties beperking geven in de mogelijkheid van switchen van werkveld. Om de relevante specialisaties vast te stellen, zal Ergotherapie Nederland de komende jaren de volgende stappen volgen: - Criteria opstellen op basis waarvan besloten kan worden welke expertisegebied in aanmerking komt voor een “profiel specialisatie”. o Hierbij valt te denken aan criteria op het gebied van bijvoorbeeld prevalentie doelgroep aantal ergotherapeuten werkzaam in dit expertise-gebied initiatieven landelijke organisatie (NVHT, Ketp, … ) bestaande scholing maatschappelijke ontwikkeling noodzaak van specifieke kennis en vaardigheden - Schrijven van profiel specialisatie door experts o i.s.m. klankbordgroepen van ergotherapeuten, docenten, verwijzers, en andere relevante partijen - Het vaststellen van het profiel specialisatie in de ALV Tot op heden zijn er drie specialisaties beschreven en vastgesteld: Profiel Specialisatie Kinderergotherapeut (2014, gepubliceerd 2015) Profiel Specialisatie Hand-ergotherapeut (2014, gepubliceerd 2015) Profiel Specialisatie Ouderenergotherapeut (2016) 5 - - - - Het formuleren, beschrijven en vaststellen van de specifieke eindtermen (specialistisch kennis en vaardigheden, cliëntgerichte beroepscompetenties niveau 4 expert2) op basis van het profiel door de experts Aan de hand van de eindtermen o (laten) beoordelen van bestaande scholing door een onafhankelijke beoordelingscommissie. o (aanvullende) scholing ontwikkelen die tegemoet komt aan de opgestelde eindtermen/ cliëntgerichte beroepscompetenties; Ook deze scholing moet vervolgens beoordeeld worden door een onafhankelijke beoordelingscommissie. Opstellen van individuele eisen voor ergotherapeuten t.a.v. werkervaring, scholing en bijdrage specialisatie om opgenomen te kunnen worden in het specialistenregister door experts. Deze eisen moeten eenvoudig en duidelijk aan te tonen en te controleren zijn door de beoordeelaars. Dit betreft zowel de EVC-eisen als de toekomstige eisen. Specialistenregisters Op het moment dat de individuele eisen voor ergotherapeuten om opgenomen te kunnen worden in het specialistenregister vastgesteld zijn, zal met het Kwaliteitsregister afgesproken worden hoe de registratie en herkenning gerealiseerd kan worden. Uitgangspunt hierbij is dat een aantal activiteiten die opgevoerd kunnen worden voor het kwaliteitsregister, dan tevens opgevoerd kunnen worden voor het specialistenregister. Toekomst Het komen tot specialisaties en het specialistenregister volgt uit de huidige ontwikkelingen in de gezondheidszorg en de beschreven ‘Landelijke beheersniveau beroepscompetenties ergotherapie niveau 4-expert2’. In de toekomst zal de discussie gevoerd gaan worden of de scholing t.b.v. de specialisatie wel of niet op master-niveau zal moeten zijn. Bij het opstellen van dit document is onder andere gebruik gemaakt van de beschikbare documenten betreffende dit onderwerp van de Beroepsverenigingen van PPN (NVD, NVLF, VvOCM) 2 In SROE wordt besproken of ‘niveau 4-expert’ vervangen kan/moet worden door ‘niveau 4-specialist’ 6