100 jaar popmuziek

advertisement
cultuur
@SCHOOL
SCHOOLVOORSTELLINGEN.BE
WIE WAS DE MADONNA
VAN DE JAREN VEERTIG?
HOE KLONK PUNK
IN DE JAREN ZESTIG?
EN WIE OF WAT WAS ER HIPPER
DAN HIP IN DE JAREN TACHTIG?
Zanger Axl Peleman komt je alles vertellen
over een eeuw populaire muziek en de invloed
ervan op de jeugd. Livemuziek en een heleboel
geluidsfragmenten worden aangevuld met
politieke en sociale informatie over de 20ste
eeuw. Tien decennia muziek liggen voor de
leerlingen voor het grijpen.
100 JAAR
POPMUZIEK
AXL PELEMAN
In deze bijlage vind je al het nodige om de leerlingen
voor te bereiden op het muzikale bezoek.
Achtergrondinformatie, tips en opdrachten helpen je om hen klaar
te stomen voor de voorstelling. Veel plezier ermee!
EDUCATIEVE BIJLAGE
SCHOOLVOORSTELLINGEN.BE
WAT IS POPMUZIEK?
RADIO
Wordt je muziek veel gedraaid op de radio,
dan ben je populair. Is je muziek nooit te
horen op de radio, dan kent geen kat je en
ben je dus niet populair. Vandaag de dag is er
natuurlijk veel meer dan alleen radio. Denk
maar aan muziekzenders als MTV, TMF of
Jim, aan dag- en weekbladen en het internet.
PLATENVERKOOP
In het begin van de twintigste eeuw had je
wasrollen als geluidsdragers. Dat werden
later platte, zwarte schijfjes, de singles, die
– tenminte als de artiest er genoeg had –
op albums werden verzameld.
De term popmuziek of “popmusic” is afgeleid
van “popular music”. De afkorting duikt al
vrij vroeg op in de Amerikaanse cultuur.
Popmuziek is oorspronkelijk dan ook een
Amerikaans/Engels fenomeen. Waar WestEuropa de wieg is van wat wij vandaag klassieke
muziek noemen en van Westerse volksmuziek
of folk, is Amerika het geboorteland van de
popmuziek. Al betekent dat uiteraard niet
dat in Europa geen goede popmuziek gemaakt
zou zijn of worden.
Maar wat is dan “populaire muziek”? Waren
John Dowland (16de eeuw), Mozart, Bach
(beiden 18de eeuw), Beethoven (begin 19de
eeuw) en Gershwin (begin 20ste eeuw) in hun
tijd dan niet razend populair? En zelfs vandaag
nog? Wat is het essentiële verschil tussen
die “klassieke” muziek en het fenomeen
dat wij “popmuziek” noemen? Voor je ze
“popmuziek” kan noemen moet de muziek
voldoen aan drie eisen. Noem ze gerust de
pijlers van de popmuziek:
Vergelijk het met een fotoalbum, maar dan
met plaatjes. Tot de grote platen, de LP’s of
longplayers, werden uitgevonden. Na de LP’s
kwamen de cassettes, de cd’s, de minidisks,
de mp3-spelers, de iPods,… In welke vorm
dan ook: verkoop je veel geluidsdragers, dan
ben je als artiest populair. Doe je dat niet, dan
ben je niet populair.
CONCERTEN
Ook dat is een simpele. Kopen er veel mensen
een kaartje om je in levende lijve bezig te
zien, dan ben je populair. Komt er twee man
en een paardenkop naar je luisteren in een
café, ben je dat allesbehalve.
Radio, platenverkoop, concerten. Voldoet
een liedje aan die drie eisen, dan is het per
definitie popmuziek. Popmuziek is dus een
verzamelnaam voor alles wat aan die eisen
voldoet en beperkt zich dus verre van tot
Britney Spears, Beyoncé, Tokio Hotel of
The Jonas Brothers. Rock, hiphop, r&b,
dance, punk, metal, noem maar op.
In wezen is het allemaal popmuziek.
SCHOOLVOORSTELLINGEN.BE
WANNEER IS
POPMUZIEK
ONSTAAN?
Wanneer kon dus aan de drie pijlers voldaan
worden? Wanneer stond in bijna elke Amerikaanse huiskamer een radio? Wanneer hadden
de meeste mensen er platenspelers en bestond
er zoiets als een P.A-systeem, “boxen” in de
volksmond?
Al die dingen bestonden al voor de jaren twintig.
De platenspeler is bijvoorbeeld in 1887 al uitgevonden.
Maar vanaf de jaren twintig waren ze in de Verenigde
Staten ook gemeengoed. Europa mocht dan nog wat
achterop hinken, vanaf de twenties was muziek in
Amerika “hot”! Toch kan men moeilijk zeggen dat de
populaire muziek in de jaren twintig, dertig, veertig en
vijftig al popmuziek was.
Pas in de jaren zestig werd de term algemeen gebruikt. Popmuziek is in wezen dus een Amerikaans
fenomeen dat in de jaren twintig van de twintigste
eeuw ontstond en in de jaren zestig z’n definitieve
vorm kreeg.
Letterlijk “wortelgenres”, want de muziek uit die jaren
vormt de wortels van de huidige popmuziek. Voorbeelden
van rootsgenres zijn jazz, cajun, zydeco, country, blues,
rock-‘n-roll, r&b en gospel.
Om even te tonen hoe een vaart het kan lopen… Gospel
was muziek die in de kerken van de zwarte gemeenschappen gezongen werd. Het was erg swingende muziek,
dansmuziek die in de jaren zestig evolueerde naar soul.
Daaruit ontstond in de jaren zeventig disco. Onder invloed
van Duitse elektronica-muziek werd disco in de jaren
tachtig elektropop, om aan het einde van dat decennium te
evolueren tot house, new beat en acid. In de jaren negentig
kreeg het genre het label “dance” en door verdere ontwikkelingen en vertakkingen in de jaren nul beland je bij wat
we nu bijvoorbeeld “jumpstyle” noemen.
Wie dit weekend staat te jumpen in een discotheek, staat
dus eigenlijk te dansen op muziek die bijna honderd jaar
geleden al werd gezongen in de zwarte kerken.
HOE IS POPMUZIEK
ONTSTAAN?
Als popmuziek in de jaren zestig vorm kreeg,
wat was het dan in de decennia daarvoor?
Simpel. Je kan het fenomeen nog het beste
vergelijken met een boom.
Elke boom heeft een kruin (de bladeren), een stam
en wortels. De jaren tachtig, negentig en nu zijn de
kruin. De stam stelt de jaren zestig en zeventig voor.
Daar waar de stam de grond raakt, zit de tweede helft
van de jaren vijftig.
De wortels stellen de jaren twintig, dertig, veertig en
een stukje van de jaren vijftig voor. Het Engelse woord
voor wortels is “roots”.
Muziek uit de jaren twintig, dertig, veertig en vijftig
noemen we dan ook“rootsgenres”.
SCHOOLVOORSTELLINGEN.BE
HOE ZAG AMERIKA
ER IN DIE TIJD UIT?
Amerika zag er in die tijd niet echt anders
uit dan nu. Alleen met minder mensen en
auto’s, kleinere gebouwen en smallere wegen.
De maatschappelijke, sociale structuur is
in honderd jaar nauwelijks veranderd.
Een paar minderheden niet meegerekend,
heeft Amerika nog altijd een blanke – daar
rekenen we ook de hedendaagse hispanics
bij – en een zwarte bevolking. Twee oorspronkelijk totaal verschillende culturen in
een en dezelfde maatschappij.
De blanke bevolking in de Verenigde Staten bestond (en bestaat) uit afstammelingen van Europeanen. In de negentiende
eeuw trokken miljoenen mensen van het Europese vastenland naar Amerika, om hun heil te zoeken in het land van
“milk and honey”, het beloofde land. Een gigantisch continent, waar je een nieuw leven kon beginnen. De migratiestromen
waren slecht nieuws voor de oorspronkelijke bevolking van de Verenigde Staten, de Indianen. Twee derde van de Indianen
stierf aan de griep, die de Europeanen meebrachten. De rest van hen werd vakkundig afgeknald of in reservaten gestoken.
Vandaag is de Indiaanse bevolking in Noord-Amerika niet meer dan een marginale minderheidsgroep, die binnen een
paar decennia misschien zelfs volledig verdwenen zal zijn.
De nieuwe bevolking van Amerika, het grote continent waar alles voor het grijpen lag, aarzelde niet om alle ruimte zo
goed mogelijk te benutten. Op de weidse velden werden koeien of schapen gezet, want met handelsproducten als melk
en wol was geld te verdienen. Of de vruchtbare gronden werden vol geplant met maïs of katoen. Maar dan moet er natuurlijk
geplukt worden. Eigenaars van plantages begrepen al snel dat blanke werkkrachten te duur waren. En dus gingen
ze op zoek naar zo goedkoop mogelijke arbeidskrachten, naar slaven. Die werkten dag en nacht, moest je niet betalen
voor hun werk en plantten zichzelf voort, zodat je zelfs nog meer slaven kreeg. Dat brengt ons meteen bij de tweede
grote bevolkingsgroep in Amerika: de zwarten.
De zwarte Amerikanen zijn afstammelingen van Afrikaanse stammen, die tegen hun eigen wil naar de Verenigde Staten
gedeporteerd werden, eerst Zuid- en Centraal-Amerika en daarna naar de zuidelijke staten van Noord-Amerika. Daar
wachtte hen niet het beloofde land, maar een keihard leven. In de ogen van de blanken in de zuidelijke staten van NoordAmerika was een zwarte niets waard. Hij had in die tijd geen rechten, mocht niet op de stoel van een blanke medemens
gaan zitten, mocht niet eten in hetzelfde restaurant of hetzelfde toilet gebruiken. Zelfs de kerken van de blanken waren
voor hen verboden terrein. God was er voor iedereen, behalve zwarten en homoseksuelen. Beide groepen waren voor
de blanke meerderheid producten van de duivel. De muziek die de zwarten maakten, werd dan ook bestempeld als
duivelsmuziek.
Ook vandaag kan je in Amerika diezelfde sociale structuur nog herkennen, vooral in de zuidelijke staten. Het Noorden was en
is nog altijd het meest geïndustrialiseerde deel van Amerika. Waar machines zijn, zijn slaven overbodig. Het Noorden
van het land heeft dan ook altijd een meer gematigde houding aangenomen tegenover zwarten. Twee bevolkingsgroepen,
twee culturen en dus ook twee verschillende muziekculturen. De ene gebaseerd op Europese volksmuziek, de andere
op Afrikaanse volksmuziek. Beide groepen brachten ook eigen genres met zich mee. Een rootsgenre als cajun bijvoorbeeld, is van oorsprong blank. Jazz en gospel zijn dan weer zwarte genres. Bij de blanke bevolking was country het
favoriete genre bij uitstek, de zwarten hadden de blues.
Live voorbeeld: Keep on the Sunny Side – Carter Family
SCHOOLVOORSTELLINGEN.BE
Hoe klonk blanke “popmuziek”, country dus, in de jaren twintig en dertig? Ongeveer zoals dit nummer… Misschien
kennen weinig mensen het nummer nu nog. Het is dan ook al meer dan tachtig jaar oud. En toch was het in die tijd
een echte “wereldhit”. Tussen aanhalingstekens dan, want van export van Amerikaanse muziek was toen natuurlijk
nog geen sprake. Maar de blanken hadden wel geld om singeltjes te persen, radio-stationnetjes op te richten en om
concerten te organiseren. Bovendien hadden ze geld om een platendraaier of radio te kopen.
In een mum van tijd kende dan ook iedereen het nummer. De mensen hadden ook weinig anders. Platenwinkels bestonden
niet. Wanneer in die tijd een nummer op plaat verscheen, kocht iedereen die een platenspeler had dat schijfje. Dat is
vandaag de dag wel anders.
Wij kennen “Keep on the Sunny Side” niet meer. Of toch niet in die vorm, want we kennen wel de verbastering van het
nummer. Onze voorhouders hoorden het bij zeemannen die van Amerika naar onze contreien kwamen. Die zeelui
gingen naar cafés in Oostende, Zeebrugge, Antwerpen of Rotterdam en zongen hun “hits”. De mensen hier stonden
erbij en onthielden de kern van het liedje. Zij gaven het op hun beurt door aan anderen. “Keep on the Sunny Side”
is niets anders dan “Ik heb de zon zien zakken”. Een liedje dat bij ons bijna iedereen kent, is dus afgeleide van
een wereldhit avant la lettre van tachtig jaar geleden.
WAT MOETEN
WE TOT NU TOE
ONTHOUDEN?
DAT ROOTSGENRES DE VOORLOPERS
ZIJN VAN POPMUZIEK; EN DAT ELKE
BEVOLKINGSGROEP IN DE JAREN TWINTIG
EN DERTIG EEN EIGEN FAVORIETE GENRE HAD.
Wat country was voor de blanken, was
blues voor de zwarten. Toch zijn die twee
genres geen “popmusic”. Populaire muziek
is het zeker. Het zijn twee genres die samen
met vele andere genres en subgenres de
wortels vormen van de popmuziek.
Vergelijk het met de oermens en de
hedendaagse mens, de mammoet en de
olifant of de eerste fiets en dat exemplaar
waar Sven Nys wereldkampioen mee werd.
SCHOOLVOORSTELLINGEN.BE
DE JAREN VEERTIG
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden in zes
jaar tijd evenveel singles afgegeven bij de BBC
als nu op een voormiddag. Logisch natuurlijk
dat werkelijk alles dat uitkwam, toen ook gedraaid werd op de radio. Dat wil niet zeggen
dat er toen geen populaire artiesten bestonden.
Helemaal niet zelfs. Denk bijvoorbeeld aan
Glenn Miller, The Andrew Sisters of Vera Lynn.
Maar echte popartiesten zoals wij die nu kennen, waren dat nog niet.
De jaren veertig van de vorige eeuw stonden
volledig in het teken van de Tweede Wereldoorlog. Net als in eender welke oorlogsperiode stonden cultuurvormen als muziek,
dichtkunst of schilderkunst in die periode
op een laag pitje. Wanneer je op televisie
oorlogsbeelden ziet uit pakweg Israël of de
Gazastrook zie je tussen het puin van platgebombardeerde huizen niemand die op z’n
gitaar een liedje aan het componeren is, of
iemand die mooie verzen aan het schrijven is.
De jaren veertig waren in een ander opzicht
heel belangrijk voor de popmuziek, namelijk
voor de jongerencultuur. Terwijl heel Europa
platgebombardeerd was en jongeren hier
volop bezig waren met de heropbouw van
het oude continent, konden jongeren aan de
andere kant van de oceaan meteen beginnen
werken. Hawaï even buiten beschouwing
gelaten, is er op Amerikaans grondgebied
immers geen enkele bom gevallen. Jongeren
konden direct geld gaan verdienen en daarmee doen wat ze wilden. Amerikaanse ouders
konden hun kinderen vanaf dan niet meer
dicteren welke kleding ze moesten dragen
of naar welke muziek ze moesten luisteren.
Jongeren deden helemaal hun zin en gingen
desnoods alleen wonen. Die evolutie is erg
belangrijk geweest in de ontwikkeling van de
popmuziek. Vanaf toen werd muziek gemaakt
voor en door jongeren. Een artiest die enorm
populair was eind jaren veertig en die zeker
het vermelden waard is, is countrylegende
Hank Williams.
In volle oorlogsperiode staat het hoofd van
mensen nu eenmaal niet naar leven, wel
naar overleven. Vandaag geven platenmaatschappijen en artiesten alle dagen
stapels singles af bij de VRT, in de hoop dat
ze op de radio gedraaid worden.
SCHOOLVOORSTELLINGEN.BE
DE JAREN
VIJFTIG
In het begin van de jaren vijftig was de oorspronkelijke zwarte blues geëvolueerd naar
een hip en dansbaar genre: de r&b of
Rhythm & Blues. Die heeft weliswaar niets
te maken met wat vandaag r&b genoemd
wordt.
De term blues is afgeleid van het Engels
“blue”. “I feel blue” betekent in het Nederlands zoveel als “ik ben droevig”. Blues was
dan ook niet meteen opgewekte muziek.
Door de nummers te versnellen en er een
ritmepatroon in te steken, werden ze dansbaar. Maar de toenmalige muziekindustrie
had een probleempje met die r&b. Het genre
was namelijk zwarte muziek en die kreeg ze
maar moeilijk verkocht aan blanke jongeren
met geld. Naar zwarte muziek luisteren was
toen simpelweg “not done” en ze kopen al
helemaal.
Andere “popsterren” in het rijtje waren bijvoorbeeld Buddy Holly, Gene Vincent, Eddie
Cochran, Carl Perkings en Ritchie Valens.
Maar hun succes was niet echt van lange duur.
Tegen 1960 waren de meeste van hen opgebrand, uitgeblust of – in het geval van Buddy
Holly – neergestort. En dus was het tijd voor
iets nieuws.
De oplossing was eenvoudig: men neme zwarte r&b,
plakt er een blank gezicht op en noemt de nieuwe
combinatie bijvoorbeeld “rock-‘n-roll”. Zo werd het
r&b-genre opnieuw uitgevonden en was het nieuwe
fenomeen ook verkoopbaar aan de blanke jeugd. Een
van de pioniers van de rock-‘n-roll was Bill Haley and
his Colets, maar zijn succes was – wegens te oud voor
de jeugd – maar van korte duur.
De rock-‘n-roll had een blanke knul nodig, met een
knaller van een stem en bakken vol podiumpresence,
die liefst nog wat provoceerde en voor de nodige
controverse kon zorgen. De muziekindustrie vond zo
iemand in de gedaante van Elvis Presley, die meteen
gebombardeerd werd tot “King of rock and roll”.
Is Elvis de uitvinder van rock-‘n-roll? Zeker niet. Zijn
muziek was een regelrechte kopie van de muziek van
zwarte artiesten als Little Richard en Chuck Berry.
Was hij de enige rock-‘n-rollartiest in de jaren vijftig?
Ook niet. Maar hij was wel de grootste, meest gedraaide, meest verkopende en de populairste.
SCHOOLVOORSTELLINGEN.BE
DE JAREN ZESTIG
In het begin van de jaren zestig verschoof
het zwaartepunt van de popmuziek van de
Verenigde Staten naar Engeland. De periode
wordt dan ook vaak bestempeld met de
term “British wave” of “British invasion”.
Vaandeldrager van deze nieuwe lichting was een band
die de geschiedenis zou ingaan als de grootste popgroep aller tijden: The Beatles. John Lennon, Paul
McCartney, George Harrison en Ringo Starr schreven
de ene klassieker na de andere en domineerden
zonder twijfel de muzikale jaren zestig. Toch waren
ze niet de enige groep die toen furore maakte.
Zo waren er de Rolling Stones, The Kinks, Small Faces, The Doors, Jimi Hendrix, Janis Joplin, The Who, The Beach
Boys en vele anderen. Maar The Beatles waren en zullen wellicht de grootste blijven. Het belang van die groepen voor
de popmuziek kan onmogelijk overschat worden, maar toch werkte hun muziek vooral in de breedte en niet in de diepte:
ze zaten allemaal in elkaars vaarwater. In 1966 brachten The Beach Boys “Pet Sounds” uit, in 1967 deden The Beatles
dat eigenlijk nog eens over met “Sergeant Pepper’s Lonely Hearts Club Band” en kopieerden de Stones dat concept
op hun beurt in 1969.
Tegen het einde van het decennium werden de nummers psychedelischer, de solo’s en de haren langer – denk maar
aan de peace-love-and-understandingcultuur van de hippies – maar in wezen veranderde er niets. Heel exotisch
waren de groepen niet. Af en toe bracht iemand een sitar mee uit India, die dan vakkundig geïntegreerd werd in de
popmuziek, maar heel vernieuwend was het allemaal niet. The Beatles zou je er bijvoorbeeld nooit op betrapt hebben
een reggaenummer te spelen.
SCHOOLVOORSTELLINGEN.BE
DE JAREN
ZEVENTIG
In het begin van de jaren zeventig begint
men wel oor te hebben naar kleinere, meer
marginale genres, zoals reggae.
Reggae ontstond in de jaren vijftig als het
Caraïbische antwoord op rock-‘n-roll.
In de begindagen is het tempo nog vrij snel,
maar in de jaren zestig vertraagt het genre
en wordt ernaar verwezen als “skanking”.
Pas in de jaren zeventig krijgt reggae z’n huidige,
trage vorm.
Wie de hele evolutie van het genre mee vorm gegeven heeft en later de geschiedenis zou ingaan als “the King of
Reggae” is Bob Marley. De puristen onder ons zullen ongetwijfeld zeggen dat reggae geen popmuziek is. Maar ook
zij moeten toegeven dat de liedjes van Marley overal en ongelofelijk vaak de ether ingestuurd werden, dat hij enorm
veel platen verkocht heeft en met z’n optredens erg veel volk wist te lokken… popmuziek dus, in de breedste zin van
het woord.
En toch stonden de jaren zeventig niet in het teken van reggaemuziek. Al was de almaar groeiende populariteit van
het genre wel typerend voor die periode. Andere kleinere genres die toen aan hun opmars begonnen, zouden later heel
erg populair worden, zoals hardrock of – tegen het einde van de jaren zeventig – hiphop. Hardrock had toen vertegenwoordigers als Black Sabbath en Led Zeppelin. En wat blues was voor de zwarten voor de Tweede Wereldoorlog,
was hiphop eind jaren zeventig. Heel veel was er ook niet voor nodig. Twee kerels met een microfoon, de ene doet de
drumbeat na en de andere declameert teksten. En je hebt meteen de oervorm van hiphop.
Heel erg populair in die tijd waren ook glamrock, met onder meer David Bowie, Mud en Slade als vaandeldragers, de
gewone akoestische pop, die eigenlijk een uitloper was van popmuziek uit de sixties, en disco. Disco was een immens
populair genre, waarmee de muziekindustrie ongelofelijk veel geld verdiend heeft. Commerciële muziek dus. Artiesten als
Abba, Beegees en Gloria Gaynor waren echte wereldsterren.
Maar de jaren zeventig waren ook crisisjaren, met de oliecrisis en economische crisis. Bovendien vonden ook heel
wat jongeren de glamour en glitter van de disco gewoon flauwekul. Zij vertaalden hun onvrede met de maatschappij
naar hun muziek en maakten rauwe, agressieve muziek met erg maatschappijkritische teksten. De punk was een feit.
Luisterfragment: God Save the Queen - Sex Pistols
Je hoort ene Johnny Rotten van de Sex Pistols. Vrij
vertaald zingt hij “Onze koningin is een fascist en er is
geen toekomst meer”. Het was de eerste keer dat er in de
popmuziek zo’n in-your-face teksten geschreven werden.
Artiesten waren in het verleden wel al maatschappijkritisch geweest, denk maar aan Woody Guthrie in de jaren
veertig en vijftig, Bob Dylan en Donovan in de jaren zestig.
Maar zo rechttoe rechtaan en expliciet, dat was nieuw.
Andere voorbeelden van punkbands zijn The Clash, The
Damned, UK Subs, The Ramones, Dead Kennedys en Bad
Brains. Zonder het zelf te beseffen trokken die groepen de
deur open voor een volgende generatie alternatieve bands.
SCHOOLVOORSTELLINGEN.BE
DE JAREN TACHTIG
En dan braken de jaren tachtig aan. Muzikaal
gezien is het waarschijnlijk een van de minst
interessante decennia in de geschiedenis van
de popmuziek. Alles was zo commercieel
en ingegeven door winstbejag, waardoor de
artistieke inhoud vaak ver te zoeken was.
Toch zijn enkele belangrijke momenten en
personen te onderscheiden.
Van groot belang was de oprichting van muziektelevisie,
of MTV. Vandaag de dag is het bestaan van muziekzenders de normaalste zaak van de wereld, maar
dertig jaar geleden was het op z’n minst revolutionair
te noemen. Toen MTV in 1980 begon uit te zenden,
kon je plots niet alleen de hele dag naar de radio luisteren, maar kon je ook nog eens de hele dag naar de
“radio” kijken. MTV werd een instant succes, dat eind
de jaren tachtig heel Europa veroverde.
Maar toch was de zender niet helemaal koosjer. Zo was
het namelijk “not done” om de muziek van zwarte
artiesten te draaien. Het lijkt onvoorstelbaar, maar
begin jaren tachtig was de maatschappelijke sfeer in
Amerika nog zo rechts en extreem conservatief dat
zwarte artiesten niet aan de bak kwamen.
Als er een “King of Pop” is, moet er natuurlijk
ook een “Queen of Pop” zijn: Madonna.
En zelfs wie geen fan is, moet toegeven dat
ze die titel verdiend heeft. Geen enkele vrouwelijk artieste kreeg meer airplay, verkocht
meer platen of lokte meer volk naar concerten.
Een “Prince of Pop” was er ook, de toen
ongelofelijk populaire Prince. Die Koninklijke
familie kreeg het gezelschap van nog een
hele reeks erg goede en invloedrijke artiesten,
die meestal hun sporen al verdiend hadden
in de jaren zeventig. Denk aan Bruce Springsteen, Talking Heads, Blondie, Duran Duran,
AC/DC, Talk Talk, Joe Jackson, Elvis Costello,
The Police, U2, Simple Minds, Tina Turner en
vele anderen.
Onder invloed van Amerikaanse disco en
Duitse elektronica ontwikkelde zich aan het
eind van de jaren tachtig de new beat, acid en
house. Allemaal dancegenres die volwassen
zouden worden in de jaren negentig.
Daar kwam een einde aan in 1982, toen een klein,
(toen nog) zwart kereltje kwam aandraven met een
LP die later de geschiedenis zou ingaan als de meest
verkochte plaat ooit. Hij zou de titel “King of Pop”
krijgen, maar in dat jaar heette hij nog gewoon
Michael Jackson. Met de LP “Thriller”, een handvol
singles als “Beat It” en “Billy Jean” en een collectie
prachtclips zette Jackson eigenhandig de popwereld
op z’n kop. MTV bombardeerde hem tot eerste zwarte
artiest op de zender, die zo in een klap tientallen miljoenen kijkers meer kreeg. Exemplaren van “Thriller”
vlogen dan ook de deur uit, wat van de LP meteen de
bestverkochte popplaat aller tijden maakte.
SCHOOLVOORSTELLINGEN.BE
“Teen Spirit” is de naam van de meest verkochte
deodorant bij jongeren in Amerika. Misschien
geen geweldige titel, maar de impact van het
nummer, de plaat waar het op staat (“Nevermind”), de groep die het nummer bracht (Nirvana)
en de frontman/zanger van de groep (Kurt
Cobain) is niet te onderschatten. Het nummer
schoot overal naar nummer een in de hitlijsten.
Voor het eerst haalde een postpunk groep
zo’n goede verkoopscijfers en nooit kreeg een
“underground” band zoveel airplay op MTV.
Dankzij het succes van Nirvana kregen ook
andere alternatieve groepen de kans om
wereldfaam te krijgen. Denk bijvoorbeeld
aan Red Hot Chili Peppers, Faith No More
en Metallica. In de jaren negentig heette
alternatieve muziek gewoon “alternative”
of “grunge”.
DE JAREN NEGENTIG
In het begin van de jaren negentig ontplofte
de dancescene en versplinterde ze zich
in ontelbare subgenres en strekkingen,
gaande van trance, euro, techno, two-step,
big beat en hardcore tot bijvoorbeeld de
jumpstyle en tecktonic.
Minder commercieel, maar waarschijnlijk
belangrijker voor de volgende decennia, was
de verbreding van de alternatieve muziek.
En dat begon allemaal met één riff…
De jaren vijftig waren de jaren van de rock-‘n-roll,
waarvan Elvis Presley de onbetwistbare koning was.
De jaren zestig waren de eerste echte “pop”-jaren.
Uit die tijd stammen bijvoorbeeld The Beatles,
de grootste popgroep aller tijden, en de Rolling
Stones, de grootste rock-‘n-rollgroep ooit.
De jaren zeventig waren de jaren van de disco
en de punk, maar ook de jaren van glamrock,
Queen, akoestische mainstream pop en kleine
genres als reggae.
De jaren tachtig werden gedomineerd door de
King of Pop, Michael Jackson, en de Queen of Pop,
Madonna.
In de jaren negentig voerden dance-geïnspireerde
popdeuntjes het hoge woord en maakte alternative
of grunge z’n opmars.
Luisterfragment: Smells Like Teen Spirit – Nirvana
SCHOOLVOORSTELLINGEN.BE
DE JAREN NUL
En dan zijn we aanbeland bij de jaren
van de jeugd van tegenwoordig.
Jongeren van nu maken geschiedenis
door te luisteren naar de dingen die
zij goed vinden, muziek te kopen of te
downloaden die zij fantastisch vinden
en naar de concerten te gaan, die hen
boeien.
Zij bepalen de huidige jongerencultuur
en dicteren in feite hoe de popmuziek
van volgend jaar zal klinken.
De jongeren van vandaag schrijven
popgeschiedenis. Op het webadres
van Axl Peleman kan iedereen laten
weten wat hen bezig houdt, zodat Axl
het in z’n voorstelling kan integreren.
TIPS VOOR NA DE VOORSTELLING
Laat de leerlingen elk een popnummer uitkiezen en er een spreekbeurt over geven en/of
een vertaling van maken. Verzamel de nummers op een CD, die dan de “klas-CD” wordt.
In een les plastische opvoeding kan de CD misschien gespeeld worden, of de leerlingen
kunnen erop dansen tijdens de turnles.
Organiseer tijdens de middagpauze een heuse fuif. Een klas kan de fuif voorbereiden
en DJ zijn, maar mag dan alleen échte popnummers draaien.
Laat de leerlingen tijdens de les plastische opvoeding vrij tekenen bij een paar
(zelf gekozen) nummers. Laat hen tekenen wat de nummers bij hen oproepen.
SCHOOLVOORSTELLINGEN.BE
Download