ANW: par 3.1 antwoorden Vragen 1) Eratosthenes a) Op 21 maart en op 21 september staat de zon loodrecht boven de evenaar, op 21 juni staat hij loodrecht boven de noorderkeerkring en op 21 december loodrecht boven de de zuiderkeerkring. De keerkringen liggen op 23,5 graden. De put ligt dus maximaal op 23,5 graden terwijl Syene op 24,1 ligt. De put ligt dus 0,6 graden ten zuiden van Syene b) Tenminste (0,6 / 360 ) x 40.000 = 66,7 km 2) Navigatie a) De Grote Beer draait ’s nachts tegen de klok in rond de poolster b) NB = 53 = 90 – waargenomen hoek + correctie De correctie is op 21 juni 23,5 Dus is de waargenomen hoek 60,5 graden c) Elke satelliet meet de afstand tussen satelliet en gps ontvanger. Satelliet X denkt dat je ergens op een bol staat rond X. Dat geldt ook voor satelliet Y. Dat betekent dat je op de cirkel moet staan waar beide bollen elkaar snijden. De bol van satelliet Z snijdt de cirkel op een hoog en op een laang punt. Je plek is nu het lage punt. 3) Seizoenen a) Door de scheve aardas en het draaien van de aarde om de zon b) Elke dag (gedurende het hele jaar) heeft dan 12 uur daglicht c) Op 21 juni 24 uur daglicht, op 21 december 0 uur daglicht en op 21 maart en 21 september 12 uur daglicht 4) Stonehenge Een zonnekalender is gebaseerd op de beweging van de aarde om de zon. Via de zonsopkomst boven een bepaalde steen kon men bepalen wanneer de lente eraan kwam (en dus wanneer er gezaaid kon worden) 5) Maan a) Bij Eerste Kwartier (EK) kun je een P van de maan maken. Posities zon, aarde en maan: zie hieronder b) Bij volle maan valt het licht IN de kraters. Dan zie je geen schaduw. Bij eerste en laatste kwartier valt het licht van de zijkant op de krater. Nu zie je veel meer schaduw. Door deze schaduwwerking zijn de kraters beter te zien c) Vandaag zie je de maan vanuit je slaapkamer om 24.00 uur boven de kerktoren. Als je morgen weer kijkt is, in die ene dag, de maan een stukje rond de aarde gedraaid ( 1/29 deel van een cirkel) Dat stukje moet de aarde nu extra ronddraaien om de maan weer boven de kerktoren te krijgen. Dat duurt 1/29 deel van een aards-rondje (=24 uur) dus (1/29)*24 = 0,82 uur = ongeveer 50 min later 6) Gravitatie a) Dichter bij de aarde ronddraaien betekent: sneller bewegen b) Je massa is overal in het heelal gelijk? Je gewicht hangt af van de mate van aantrekking. Je gewicht op aarde is dus groter dan je gewicht op de maan c) Ja: een ronddraaiende satelliet valt voortdurend. Als hij niet door de aarde aangetrokken zou worden zou hij rechtdoor schieten waardoor de afstand tot de aarde steeds groter zou worden. Als hij niet zou bewegen zou hij steeds dichter bij de aarde komen. Door beide factoren: vooruit bewegen en vallen blijft de afstand tot de aarde steeds gelijk 7) Getijden a) De eerste bult komt door de aantrekking van het water door de maan. De tweede bult wordt veroorzaakt door het draaien van de aarde/maan combinatie om hun zwaartepunt. Het water bij de tweede bult wordt naar buiten geduwd net als bij een draaiende schijf in de speeltuin. Verder van het draaipunt wordt je krachtiger naar buiten (van de schijf af) geduwd b) Twee mogelijkheden voor doodtij: 8) Verduisteringen a) De tekening voor springtij (volle maan) zie boven is hier het antwoord b) De maan zelf krijgt bij een maansverduistering geen licht van de zon. Alle mensen die de maan kunnen zien op aarde, zien hem als verduisterde maan. Bij een zonsverduistering valt er ergens op de aarde geen licht. Door het draaien van de aarde verplaatst zich dit stukje “donker”. Er zijn dus juist meer mensen die de maansverduistering kunnen zien. De uitspraak klopt niet c) De aarde draait om de zon in vlak A. De maan draait om de aarde in vlak B Omdat vlak A en vlak B een hoek met elkaar maken (ongeveer 5 graden) liggen zon, aarde en maan bijna nooit op één lijn. Per jaar zijn er maar ca 4 kansen