Minitoets ANW over par 3.1 en par 3.2 (met optionele toetsvragen voor de toetsweek) Antwoorden 1) De poolster is op de hele wereld bruikbaar om de breedtegraad te bepalen. niet waar, op het zuidelijk halfrond is de poolster niet waarneembaar 2a) Teken de zon,aarde en maan zo ten opzichte van elkaar dat het nieuwe maan is b) Teken de posities ten opzichte van elkaar een week later Antwoord: In onderstaande tekening staat de maan dan in Eerste kwartier 3) Op 21 juni is het gedurende de nacht in Kopenhagen meer uren donker dan in Madrid: niet waar. Op 21 juni is het op de Noordpool 24 uur per dag licht. Hoe verder men naar het noorden gaat des te langer heb je per 24 uur daglicht 4a) Het ISS station valt voortdurend richting aarde. Waardoor wordt dit veroorzaakt? Door de zwaartekracht b) Waarom neemt de afstand tussen ISS en de aarde bij dit vallen niet af? Door z’n snelheid wil hij in het heelal rechtdoor, waardoor de afstand tussen ISS en de aarde groter zou worden als de zwaartekracht er niet was 5) Op 1 december zie je de maan, kijkend vanuit je slaapkamer om 24.00 uur precies boven de kerktoren staan. Op 2 december sta je op dezelfde plek weer om 24.00 naar de kerktoren te kijken. Je neem waar dat de maan …50………(minuten) eerder / later boven de kerktoren staat. Vul een getal in en streep het onjuiste woord door Tussen 1 en 2 december draait de maan 1/28 deel van z’n rondje om de aarde. Dat is 1/28 x 360 = 12 graden Jij, op aarde moet daardoor 12 graden doordraaien om de maan weer boven de kerktoren te krijgen, Dat duurt (12/15) x 60 = 50 minuten (NB de aarde draait per uur 360 / 24 = 15 graden) 6) Wat wordt bedoeld met geocentrisch wereldbeeld? Dat de aarde in het middelpunt staat en dat alle hemellichamen om de aarde draaien (ook de zon) 7) Een geostationaire satelliet scant gedurende een dag nagenoeg het hel aardoppervlak Waar / niet waar Een geostationaire satelliet draait in 24 uur om de aarde. Omdat de aarden in 24 uur om z’n as draai blijft de geostationaire satelliet dus steeds boven dezelfde plaats hangen. Hij kan dus nooit het hele aardoppervlak scannen 8) Waarom kan met spiegeltelescopen groter bouwen dan lenzentelescopen? Een lenstelescoop moet de lens bovenin de koker goed vast hebben. Als je hem steeds groter maakt lukt dat niet goed meer en gaan de waarnemingen vervormen. Een spiegeltelescoop heeft de spiegels onderin. Die kun je daar goed ondersteunen. Het vervormen treedt nu pas op bij een grotere diameter (dan bij de lenstelescopen) 9) Men plaatst telescopen hoog in de bergen omdat men dan dichter bij de sterren is Waar / niet waar Sterren staan op lichtjaren afstand. Die paar kilometer hoogte stelt niets voor ten opzichte van een lichtjaar. Je plaatst de telescoop in de bergen omdat je geen lichtvervuiling wilt. Ook heb je op grotere hoogte wat minder last van temperatuurschommelingen in de atmosfeer 10) Op 21 maart is het in Leek 12 uur dag en 12 uur nacht. Als de aardas niet een hoek van 23,5 graden maakt met het valk waarin de aarde om de zon draait maar een hoek van 0 graden hoeveel uur is dan op deze dag dag Ook 12 uur. Overal op de wereld en gedurende 365 dagen per jaar is het nu 12 uur dag en 12 uur nacht per 24 uur