Aanpak van pancreaskanker: capita selecta – Samenvatting

advertisement
KCE REPORT 286As
SAMENVATTING
AANPAK VAN PANCREASKANKER: CAPITA SELECTA
2017
www.kce.fgov.be
KCE REPORT 286As
GOOD CLINICAL PRACTICE
SAMENVATTING
AANPAK VAN PANCREASKANKER: CAPITA SELECTA
GENEVIÈVE VEEREMAN, MARC PEETERS, NADIA HAJ MOHAMMAD, MAARTEN VAN LEEUWEN, ROB SCHOLTEN, HANS VAN BRABANDT
2017
www.kce.fgov.be
KCE Report 286As
■ VOORWOORD
Aanpak van pancreaskanker: capita selecta
1
Elke onderzoeker die zich toelegt op het ontwikkelen van klinische praktijkrichtlijnen, went maar best aan de
gedachte dat nog voor zij wordt gepubliceerd ze al achterhaald is. En wel om twee redenen. Er verschijnen
dagelijks duizenden nieuwe studies, en de kans is groot dat tussen het afronden van het onderzoek en het
verschijnen ervan, alweer nieuwe inzichten werden gepubliceerd. De tweede reden is fundamenteler van aard.
Evidence-based medicine vraagt nu eenmaal een statistische aanpak, met voldoende aantallen patiënten, en
liefst ook een voldoende lange observatietijd. Met als gevolg dat voor elke ‘doorbraak’ op het vlak van diagnose
of behandeling, onvermijdelijk pas na jaren voldoende bewijs is verzameld voor haar werkzaamheid.
En elk directielid van een instelling die zich toelegt op het ontwikkelen van klinische praktijkrichtlijnen, went maar
best aan de gedachte dat er onvermijdelijk een moment komt dat het regelmatig blijven updaten van het
toenemend aantal in het verleden geproduceerde richtlijnen gewoon materieel onmogelijk wordt. Het is dus zaak
van hierin zeer selectief te zijn, en zich echt toe te spitsen op de hete hangijzers en de meest belangwekkende
evoluties.
Daarom vindt u in het document dat u voor zich heeft slechts een update van drie klinische vragen die door de
guideline development group als meest prioritair werden bestempeld, en niet een volledig nieuwe versie van onze
richtlijn van 2009. Jammer genoeg zijn er niet echt spectaculaire doorbraken te melden, maar elke centimeter
terrein die we kunnen winnen op deze toch wel erg kwaadaardige tumor loont de moeite. Wij hopen dat we met
dit werk kunnen bijdragen om de prognose van deze patiënten een stukje in de goede richting te laten opschuiven.
Christian LÉONARD
Raf Mertens
Adjunct Algemeen Directeurr
Algemeen directeur
2
Aanpak van pancreaskanker: capita selecta
KCE Rapport 286As
■ SAMENVATTING
INHOUDSTAFEL
■
VOORWOORD ...................................................................................................................................... 1
■
SAMENVATTING .................................................................................................................................. 2
1.
2.
3.
INLEIDING EN SCOPE ......................................................................................................................... 3
DOELGROEP ........................................................................................................................................ 4
METHODOLOGIE ................................................................................................................................. 4
3.1.
SYSTEMATISCHE EVALUATIE VAN DE LITERATUUR ..................................................................... 4
3.2.
VOORKEUREN VAN DE PATIËNT ...................................................................................................... 5
3.3.
FORMULERING VAN AANBEVELINGEN ............................................................................................ 5
4.
KLINISCHE AANBEVELINGEN ........................................................................................................... 6
4.1.
DIAGNOSE VAN PANCREASKANKER ............................................................................................... 6
4.2.
NEOADJUVANTE THERAPIE BIJ PANCREASKANKER .................................................................... 7
4.3.
GERECIDIVEERDE EN GEMETASTASEERDE PANCREASKANKER .............................................. 8
4.4.
IMPLEMENTATIE EN UPDATE VAN DEZE RICHTLIJN ..................................................................... 8
4.4.1.
Multidisciplinaire, patiënt-gerichte, benadering ....................................................................... 8
4.4.2.
Bewaking van de zorgkwaliteit ................................................................................................ 8
4.4.3.
Update van richtlijn en onderzoeksagenda ............................................................................. 8
KCE Report 286As
Aanpak van pancreaskanker: capita selecta
3
1. INLEIDING EN SCOPE
De ontwikkeling van klinische richtlijnen is een van de voornaamste acties
die worden beschreven in het Belgisch Nationaal kankerplan 2008-2010 en
een van de taken van het College voor Oncologie. Het Federaal
Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) werkt al jarenlang samen
met het College voor Oncologie door het bieden van wetenschappelijke
ondersteuning bij de ontwikkeling van klinische praktijkrichtlijnen. Tot dusver
heeft deze samenwerking geleid tot de publicatie van praktijkrichtlijnen voor
verschillende kankers. Aangezien de laatste richtlijn over pancreaskanker
dateert van 2009 (KCE-rapport 105A), was een update noodzakelijk. Het
huidige rapport behandelt een beperkt aantal klinische vragen met
betrekking tot adenocarcinoom van de pancreas. Dit is de meest
voorkomende vorm van pancreaskanker.
In 2014 was voor alle types pancreaskanker die in België werden
geregistreerd de gemiddelde leeftijd bij de diagnose 68,5 jaar bij mannen en
71,1 jaar bij vrouwen. Het leeftijds-gestandaardiseerd incidentiecijfer was
8,1 per 100.000 persoonsjaren, voor mannen en 6,4 voor vrouwen. Tussen
2004 en 2014 werd een stijging van de incidentie opgemerkt: met ongeveer
25% bij de mannen en ongeveer 50% bij de vrouwen
(http://www.kankerregister.org/media/docs/publications/BCR_publicatieCa
ncerBurden2015.pdf).
De huidige update werd beperkt tot drie onderzoeksvragen. Een
verkennende vergadering met een groep deskundigen, de “scoping group”,
werd belegd op 21 maart 2016. De scoping group bestond uit leden van de
richtlijnontwikkelingsgroep en stakeholders (zie colofon). Ieder van hen gaf
vooraf in een online enquête aan welke van de aanbevelingen uit de KCErichtlijn van 2009 aan herziening toe waren. Ze gaven aan elke aanbeveling
een score van 1 tot 5 volgens de door hun ingeschatte noodzaak tot
herziening. Op basis van deze scores werden de volgende
onderzoeksvragen geselecteerd:
1.
Wat is de waarde van de volgende onderzoeken bij de diagnose van
pancreaskanker: ultrasonografie (US), computertomografie (CT),
beeldvorming door magnetische resonantie (MRI), endoscopische
ultrasonografie (EUS) + fijnenaaldaspiratie (FNA) van de primaire
tumor, positronemissietomografiescan (PET-scan), endoscopische
retrograde
cholangiopancreatografie
(ERCP),
dosering
van
tumormarkers en analyse van cystevocht?
2.
Gaat toediening van een neoadjuvante behandeling met
chemotherapie, radiotherapie of beide gepaard met een betere
overleving, reseceerbaarheid en kwaliteit van leven (QoL) en met
minder complicaties: a) bij patiënten met een reseceerbare
pancreaskanker? b) bij patiënten met lokaal invasieve borderline
reseceerbare pancreaskanker?
3.
Wat is de optimale behandelingsstrategie bij patiënten met recidief
pancreaskanker?
4
Aanpak van pancreaskanker: capita selecta
KCE Rapport 286As
2. DOELGROEP
3. METHODOLOGIE
Dit rapport is bedoeld voor alle zorgverleners die betrokken zijn bij de
behandeling van patiënten met pancreaskanker, met inbegrip van
huisartsen, oncologen, gastro-enterologen, chirurgen, radiologen,
pathologen en verpleegkundigen. Het kan ook van belang zijn voor de
patiënten en hun families, ziekenhuismanagers en beleidsmakers.
3.1. Systematische evaluatie van de literatuur
Voor elke onderzoeksvraag werd gezocht naar systematische reviews (SR)
in MEDLINE, Embase en The Cochrane Library (Cochrane Database of
Systematic Reviews, DARE en HTA database). Indien een recente
kwaliteitsvolle SR beschikbaar was, werd in MEDLINE, Embase en
CENTRAL gezocht naar bijkomende primaire studies die werden
gepubliceerd na de zoekdatum van de SR. Indien geen SR beschikbaar
was, werd in de databases gezocht naar primaire studies vanaf 2008. Leden
van de richtlijnontwikkelingsgroep werden geraadpleegd om bijkomende
relevante publicaties te rapporteren die door het onderzoek misschien over
het hoofd werd gezien. Alleen volledige artikelen gepubliceerd in het Engels,
Duits, Nederlands of Frans werden opgenomen. Details van de
onderzoeksstrategieën zijn beschikbaar in de desbetreffende modules van
het wetenschappelijk rapport.
De studies werden gescreend op titel en samenvatting op basis van PICO
en PIRT en irrelevante studies werden geëlimineerd. In een tweede fase
werden de overgebleven publicaties gescreend op basis van de volledige
tekst. De referentielijsten van de geselecteerde studies werden dan
handmatig doorzocht voor bijkomende relevante publicaties. De
geselecteerde SRs werden beoordeeld op hun kwaliteit door twee
onderzoekers die onafhankelijk van elkaar de AMSTAR-checklist gebruikten
(http://amstar.ca/Amstar_Checklist.php). Bij twijfel werd een derde
deskundige geraadpleegd.
Twee onderzoekers van het Dutch Cochrane Centre gaven onafhankelijk
van elkaar een kritische evaluatie van elke primaire studie. Bij twijfel werd
een derde deskundige geraadpleegd. De weerhouden diagnostische
studies werden beoordeeld op het risico van bias met behulp van de
QUADAS-2 checklist. De kwaliteitsbeoordeling van gerandomiseerde
gecontroleerde studies (RCT's) voor therapeutische interventies werd
uitgevoerd met de 'Cochrane Collaboration’s tool for assessing risk of bias'.
Het risico op bias werd voor elke uitkomst afzonderlijk beoordeeld (bv.
subjectieve en objectieve eindpunten).
KCE Report 286As
Aanpak van pancreaskanker: capita selecta
Voor de beoordeling van de kwaliteit van comparatieve observationele
studies werd eveneens de 'Cochrane Collaboration’s tool for assessing risk
of bias' gebruikt, maar met toevoeging van twee extra punten die relevant
zijn voor het risico op selectiebias: 'Simultaneïteit van de interventie- en
comparatorgroep' en 'Vergelijkbaarheid van de interventie- en
comparatorgroep'. Voor het eerste punt werd een laag risico op bias
toegekend indien de deelnemers in de interventie- en comparatorgroep
gelijktijdig werden geïncludeerd en opgevolgd (d.w.z. parallel). Voor het
tweede punt werd een laag risico op bias toegekend in het geval van een
vergelijkbaar studie-opzet en/of passende correctie voor verstorende
variabelen in de analyse (bv. leeftijd, tumortype, stadium, prestatiecyclus).
De hulpmiddelen gebruikt voor de kwaliteitsbeoordeling zijn beschikbaar in
de desbetreffende modules van het wetenschappelijk rapport.
Tabel 1 – Evidentieniveau volgens het GRADE-systeem
Kwaliteitsniveau
Definitie
Methodologische kwaliteit
van het ondersteunend
bewijsmateriaal
Hoog
We betrouwen er sterk op
dat het werkelijke effect
dicht bij het geschatte
effect ligt
RCT’s zonder ernstige
beperkingen of overweldigend
bewijs uit observationele
studies
Matig
We hebben een matig
vertrouwen in het
geschatte effect: het
werkelijke effect zal
waarschijnlijk dicht bij het
geschatte effect liggen,
maar de mogelijkheid
bestaat dat er een
aanzienlijk verschil is
RCT’s met ernstige
beperkingen (inconsistente
resultaten, methodologische
beperkingen, indirect of
onnauwkeurig bewijs) of
uitzonderlijk sterk bewijs uit
observationele studies
Laag
Ons vertrouwen in het
geschatte effect is
beperkt: het werkelijke
effect kan aanzienlijk
verschillen van het
geschatte effect
RCT's met zeer ernstige
beperkingen of observationele
studies of patiëntenreeksen
3.2. Voorkeuren van de patiënt
Patiëntenorganisaties waren in de stakeholders meeting betrokken bij de
ontwikkeling van deze richtlijn.
3.3. Formulering van aanbevelingen
Op basis van de gevonden evidentie werd een eerste ontwerp van
aanbevelingen voorbereid en met de evidentietabellen aan de
richtlijnontwikkelingsgroep gestuurd twee weken vóór de vergaderingen (14
november 2016 en 6 februari 2017). Aanbevelingen werden gewijzigd als
belangrijke nieuwe studies dit ondersteunden. Op basis van de discussies
tijdens de vergaderingen werd een tweede ontwerp van aanbevelingen
opgesteld en naar de richtlijnontwikkelingsgroep gestuurd voor definitieve
goedkeuring.
Voor elke aanbeveling werd op basis van het GRADE-systeem een
evidentieniveau ('level of evidence') en aanbevelingsgraad ('grade of
recommendation') toegekend (Tabel 1 en Tabel 2). De aanbevelingsgraad
hangt af van het evenwicht tussen alle gewenste en ongewenste effecten
van een interventie (d.w.z. netto klinisch voordeel), de kwaliteit van de
beschikbare evidentie, waarden en voorkeuren en de geraamde kosten.
Voor deze richtlijn werd geen formele kosten-effectiviteitsstudie uitgevoerd.
5
We hebben erg weinig
vertrouwen in het
geschatte effect: het
werkelijke effect zal
waarschijnlijk aanzienlijk
verschillen van het
geschatte effect
Bron: Balshem H, Helfand M, Schünemann HJ, Oxman AD, Kunz R, Brozek J, et
al. GRADE guidelines: 3. Rating the quality of evidence. J Clin Epidemiol.
2011;64(4):401-6
Zeer laag
6
Aanpak van pancreaskanker: capita selecta
Tabel 2 – Aanbevelingsgraad volgens het GRADE-systeem
Niveau van
bewijskracht
Definitie
Sterk
De gewenste effecten van een interventie wegen duidelijk
op tegen de ongewenste effecten (de interventie moet in
de praktijk gebracht worden), of de ongewenste effecten
van een interventie wegen duidelijk op tegen de gewenste
effecten (de interventie moet niet in de praktijk gebracht
worden)
De gewenste effecten van een interventie wegen
waarschijnlijk op tegen de ongewenste effecten (de
interventie moet waarschijnlijk in de praktijk gebracht
worden), of de ongewenste effecten van een interventie
wegen waarschijnlijk op tegen de gewenste effecten (de
interventie moet waarschijnlijk niet in de praktijk gebracht
worden)
Bron: Andrews JC, Schunemann HJ, Oxman AD, Pottie K, Meerpohl JJ, Coello PA,
et al. GRADE guidelines: 15. Going from evidence to recommendation-determinants
of a recommendation's direction and strength. J Clin Epidemiol. 2013;66(7):726-35.
Zwak
De aanbevelingen van de richtlijnontwikkelingsgroep werden overgemaakt
aan belangrijke vertegenwoordigers van de relevante stakeholders (zie
colofon) die handelden als externe reviewers van de conceptrichtlijn. Tot
slot, als onderdeel van de standaard KCE-procedures, werd de huidige
richtlijn vóór publicatie beoordeeld door drie onafhankelijke validatoren (cf.
colofon). Belangenconflicten van leden van de richtlijnontwikkelingsgroep,
validatoren en stakeholders werden officieel genoteerd en in de colofon
vermeld.
KCE Rapport 286As
4. KLINISCHE AANBEVELINGEN
De details van de studies die werden gebruikt om de onderstaande
aanbevelingen te formuleren, zijn beschikbaar in vier afzonderlijke modules
van het wetenschappelijk rapport. De onderstaande tabellen volgen
dezelfde volgorde als deze modules.
4.1. Diagnose van pancreaskanker
De onderzoeksvraag over diagnostische procedures werd in twee delen
opgesplitst. Het eerste deel heeft betrekking op het maken van het
onderscheid tussen goedaardige en kwaadaardige pancreasletsels, en het
tweede deel op het beoordelen van de reseceerbaarheid van een
kwaadaardig letsel. Een tumor wordt als niet reseceerbaar beschouwd als
hij lokaal invasief is (locally advanced pancreatic cancer – LAPC), en/of als
er metastasen zijn (bv. in de longen, lever, buikvlies). Een borderline
reseceerbare kanker is een stadium III-kanker die toch door sommige
chirurgen als reseceerbaar kan worden beschouwd.
Bij patiënten met een vermoeden van pancreaskanker kunnen op basis van
de beschikbare wetenschappelijke literatuur geen harde conclusies worden
getrokken over de accuraatheid van beeldvorming om kwaadaardige en
goedaardige letsels van elkaar te kunnen onderscheiden. De
serumbiomarkers CA 19-9 en CEA hebben onvoldoende sensitiviteit als
enige test om de kwaadaardigheid van een letsel vast te stellen. Er zijn
onvoldoende gegevens die de nauwkeurigheid aantonen van
endoscopische ultrasonografie (EUS) voor het voorspellen van de curatieve
reseceerbaarheid bij patiënten bij wie op basis van conventionele
beeldvorming een mogelijk reseceerbaar letsel werd gevonden.
De richtlijnontwikkelingsgroep benadrukte dat de diagnostische procedures
die in dit rapport werden besproken deel uitmaken van de algemene
diagnostische beoordeling van patiënten met pancreaskanker, en dat
tumorstadiëring geen deel uitmaakte van de update van de huidige richtlijn.
Wat laparascopie betreft, meldde de richtlijnontwikkelingsgroep dat in
sommige centra de laparoscopie en de daarop volgende resectie in één
procedure worden uitgevoerd. Door verschillen in logistiek en organisatie is
deze praktijk niet algemeen.
KCE Report 286As
Aanpak van pancreaskanker: capita selecta
7
Niveau van
bewijskracht
Aanbevelingen
Sterkte van de
aanbeveling
1.
Elke patiënt met vermoeden van pancreaskanker moet diagnostische beeldvorming met abdominale CT krijgen.
zeer laag
sterk
2.
Diagnostische beeldvorming met EUS, MRI, of PET-scan moeten niet routinematige gebruikt worden om goedaardige en
kwaadaardige letsels van mekaar te onderscheiden.
zeer laag
zwak
3.
In gevallen waarbij de CT-scan niet conclusief is moet EUS (+/- FNA) of MRI worden gebruikt om goedaardige van
kwaadaardige letsels van mekaar te onderscheiden.
zeer laag
sterk
4.
De serumtumormarkers CA 19-9 en CEA zijn op zichzelf niet aangewezen voor de primaire diagnose van pancreaskanker.
zeer laag, tot
laag
sterk
5.
Laparoscopie moet worden overwogen bij pancreaskanker die als reseceerbaar wordt beschouwd na een hoogkwalitatief
beeldvormend onderzoek, dit om nutteloze laparotomieën bij patiënten met lever- of peritoneale metastasen te vermijden.
zeer laag
sterk
6.
EUS is niet aangewezen voor het beoordelen van de reseceerbaarheid van pancreaskanker.
zeer laag
sterk
4.2. Neoadjuvante therapie bij pancreaskanker
De aanbevelingen met betrekking tot neoadjuvante therapie hangen af van
de reseceerbaarheid van de tumor bij de diagnose. Een tumor is
reseceerbaar wanneer de chirurg van oordeel is dat hij volledig kan worden
verwijderd. Reseceerbare tumoren omvatten de stadia IA, IB en IIA van het
TNM-systeem, d.w.z. letsels die beperkt zijn tot de pancreas of die zich tot
juist buiten de pancreas hebben verspreid zonder invasie van de grote
bloedvaten, zenuwen of lymfeknopen.
Er is geen systematisch verband tussen reseceerbaarheid en TNMclassificatie omdat ook een kleine lokale tumor al de omringende
vasculatuur kan binnendringen. Borderline reseceerbare kanker omvat een
stadium III tumor die nog door de chirurg als reseceerbaar wordt
beschouwd. Lokaal invasieve pancreaskanker (LAPC) en metastatische
kanker zijn niet reseceerbaar. Er kunnen echter pogingen worden
ondernomen om LAPC reseceerbaar te maken na voorafgaande
chemotherapie die dan inductiebehandeling genoemd wordt.
Aanbevelingen
Niveau van
bewijskracht
Sterkte van de
aanbeveling
1.
Neoadjuvante chemotherapie is niet aanbevolen voor reseceerbare pancreaskanker.
zeer laag tot
laag
sterk
2.
Neoadjuvante chemotherapie voor reseceerbare pancreaskanker is alleen aanbevolen in het kader van een klinische studie.
n.v.t.
sterk
3.
Neoadjuvante chemotherapie voor borderline reseceerbare pancreaskanker moet worden overwogen.
zeer laag
sterk
4.
Chemotherapie of radiotherapie met de bedoeling om de patiënt chirurgisch te kunnen behandelen zijn niet aanbevolen voor
LAPC (die duidelijk niet reseceerbaar is).
zeer laag
sterk
8
Aanpak van pancreaskanker: capita selecta
KCE Rapport 286As
4.3. Gerecidiveerde en gemetastaseerde pancreaskanker
Gerecidiveerde en gemetastaseerde pancreaskanker heeft een zeer slechte
prognose met een 5-jaars overleving van minder dan 10%. Dit hoofdstuk
behandelt diverse therapeutische mogelijkheden in deze situaties.
Aanbevelingen
Niveau van
bewijskracht
Sterkte van de
aanbeveling
1.
Indien patiënten met invasieve pancreaskanker (LAPC of gemetastaseerd) worden behandeld met chemotherapie, wordt de
voorkeur gegeven aan monotherapie met gemcitabine boven monotherapie met 5-FU.
matig
sterk
2.
Indien patiënten in nog goede algemene conditie maar met metastatische pancreaskanker worden behandeld met
chemotherapie, dan genieten een combinatie gemcitabine + taxane, of de FOLFIRINOX combinatie de voorkeur boven
monotherapie met gemcitabine.
hoog
sterk
3.
Een her-resectie is niet aanbevolen bij patiënten met een gerecidiveerde en gemetastaseerde pancreaskanker.
n.v.t.
sterk
4.4. Implementatie en update van deze richtlijn
4.4.1. Multidisciplinaire, patiënt-gerichte, benadering
bv. door de ondersteuning van acties om de bewustwording van de
zorgverlener te verhogen en hun praktijk te verbeteren, of via de
ontwikkeling (of revisie) van sets van kwaliteitsindicatoren voor processen
en eindpunten.
In dit rapport concentreren we ons op de effectiviteit van specifieke
medische interventies, en buigen we ons niet over de organisatorische
aspecten van de zorg, noch over de globale aanpak van deze patiënten. In
de klinische praktijk moet men streven naar een multidisciplinaire
benadering door verschillende professionele zorgverleners, waarbij naast
de medische, ook de psychosociale noden van de patiënt worden behartigd.
Zo moeten bij de keuze van een behandeling ook de voorkeuren van de
patiënt in overweging worden genomen. Patiënten moeten altijd tijdig en
uitgebreid informatie krijgen over de beschikbare behandelingsopties en
over hun voor- en nadelen, om zo te komen tot een gedeelde besluitvorming
over het type behandeling of de best ondersteunende zorg.
De patiëntenorganisaties benadrukten dat omwille van de slechte prognose
voor pancreaskanker gecoördineerde onderzoeksprogramma's van hoge
kwaliteit over de oorzaken en behandeling van pancreaskanker dringend
nodig zijn.
4.4.2. Bewaking van de zorgkwaliteit
4.4.3. Update van richtlijn en onderzoeksagenda
Deze richtlijn moet worden beschouwd als een startpunt voor het
ontwikkelen van kwaliteitsverbeteringsprogramma's die gericht zijn op alle
betrokken zorgverleners. Ze kan worden gebruikt als een hulpmiddel om het
gezondheidsbeleid te ondersteunen bij het verbeteren van de zorgkwaliteit,
Gezien de snel evoluerende evidentie zou men de richtlijnen idealiter om de
vijf jaar moeten updaten. Tussentijds kan een partiële update nodig zijn als
belangrijk nieuw bewijsmateriaal beschikbaar wordt.
Reeds in het verleden raadde het KCE aan een integratief kwaliteitssysteem
op te zetten in de oncologie, met bijzondere aandacht voor de ontwikkeling
en implementatie van klinische richtlijnen, het toezicht op de kwaliteit van de
zorgverlening
met
kwaliteitsindicatoren,
feedback
voor
de
gezondheidswerkers en zorgorganisaties en gerichte acties om waar nodig
de kwaliteit te verhogen.
COLOFON
Titel:
Aanpak van pancreaskanker: capita selecta – Samenvatting
Auteurs:
Geneviève Veereman (KCE), Nadia Haj Mohammad (Dutch Cochrane Centre), Maarten Van Leeuwen (Dutch
Cochrane Centre), Rob Scholten (Dutch Cochrane Centre), Hans Van Brabandt (KCE)
Guideline Development Group:
Marc Peeters (President of the GDG, UZA), Frederik Berrevoet (UGent), Ivan Borbath (Cliniques universitaires
Saint-Luc), Donald Claeys (AZMMSJ), Joelle Collignon (UZ Leuven), Pieter Demetter (Hôpital Erasme), Karen
Geboes (UGent), Karin Haustermans (UZ Leuven), Mina Komuta (Cliniques universitaires Saint-Luc), Philippe
Malvaux (CHWAPI, Tournai), Els Monsaert (AZMMSJ), Hans Prenen (CHU Liège), Geert Roeyen (UZA), Bart
Smet (AZ Delta), Sigrid Stroobants (UZA), Baki Topal (UZ Leuven), Eric Van Cutsem (UZ Leuven), Daniel Van
Daele (CHU Liège), Daniel Van Gansbeke (Hôpital Erasme), Jean-Luc Van Laethem (Hôpital Erasme), Joseph
Weerts (CHC Liège)
Scope van de guideline:
Frederik Berrevoet (UGent), Alain Bols (BSMO), Nicolas Christian (BVRO – ABRO), An Claes (Kom op tegen
Kanker), Wim Demey (BSMO), Joelle Collignon (UZ Leuven), Pieter Demetter (Hôpital Erasme), Lorraine Donnay
(BVRO – ABRO), Karen Geboes (UGent), Bernard Geurde (BGES), Anne Hoorens (BVP – SBP), Catherine Hubert
(BSHBPS-RBSS), Philippe Malvaux (CHWAPI, Tournai), Els Monsaert (AZMMSJ), Geert Roeyen (UZA), Raphael
Rubay (BGES), Marc Simoens (VVGE), Bart Smet (AZ Delta), Baki Topal (UZ Leuven), Daniel Van Daele (CHU
Liège), Nancy Van Damme (Stichting Kankerregister), Daniel Van Gansbeke (Hôpital Erasme), Jean-Luc Van
Laethem (Hôpital Erasme), Joseph Weerts (CHC Liège), Dirk Ysebaert (BSSO)
Project coordinator:
Sabine Stordeur (KCE)
Reviewers:
Anja Desomer (KCE), Raf Mertens (KCE), Joan Vlayen (KCE)
Stakeholders:
Alain Bols (BSMO), Nicolas Christian (BVRO-ABRO), An Claes (Kom op tegen Kanker), Wim Demey (BSMO),
Lorraine Donnay (BVRO – ABRO), Bernard Geurde (BGES), Anne Hoorens (BVP – SBP), Catherine Hubert
(BSHBPS – RBSS), Raphael Rubay (BGES), Marc Simoens (VVGE), Nancy Van Damme (Stichting
KankerRegister), Didier Van der Steichel (Fondation Contre le Cancer), Dirk Ysebaert (BSSO)
Externe validatoren:
Marco Bruno (University Medical Center Rotterdam), Bas Groot Koerkamp (University Medical Center Rotterdam),
Thomas Seufferlein (Universitätsklinikum Ulm)
Andere gemelde belangen:
Lidmaatschap van een belangengroep op wie de resultaten van dit rapport een impact kunnen hebben: Alain Bols
(BSMO), Marco Bruno (ESDO), Wim Demey (BSMO), Els Monsaert (VVGE), Marc Simoens (VVGE), Didier Van
der Steichel (Algemeen Directeur Stichting tegen Kanker)
Deelname aan een experiment of wetenschappelijke studie in de hoedanigheid van opdrachtgever,
hoofdonderzoeker (‘principal investigator’) of onderzoeker: Marco Bruno (meerdere studies), Karen Geboes
(verscheidene commerciele studies die betrekking hebben tot metastatische pancreas kanker), Karin
Haustermans (Topgear, internationale studie ivm maag-darmkanker), Anne Hoorens (samenwerking Baltimore
studies, IPMN early genetics), Thomas Seufferlein (PI Clinical trial voor CELGENE)
Een beurs, honoraria of fondsen voor een personeelslid of een andere vorm van compensatie voor het uitvoeren
van onderzoek: Marco Bruno (Via Boston - scientific, via Cook Medical), Thomas Seufferlein (Onderzoekssupport
door CELGENE)
Betalingen om te spreken, opleidingsvergoedingen, reisondersteuning of betaling voor deelname aan een
symposium: Marco Bruno (Via Boston – scientific, via Cook Medical), Thomas Seufferlein (betalingen om te
spreken en reisonkosten vergoed door CELGENE en Shire)
Voorzitterschap of verantwoordelijke functie in een instelling, vereniging, afdeling of andere entiteit waarop de
resultaten van dit rapport een impact kunnen hebben: Geert Roeyen (bestuurslid HPBS – RBSS), Dirk Ysebaert
(diensthoofd hepatobiliaire, transplantatie en endocriene heelkunde UZA; vice-decaan Geneeskunde faculteit,
Universiteit Antwerpen), Didier Van der Steichel (patient informatie)
Layout:
Joyce Grijseels, Ine Verhulst
Disclaimer:
 De externe experten werden geraadpleegd over een (preliminaire) versie van het wetenschappelijke
rapport. Hun opmerkingen werden tijdens vergaderingen besproken. Zij zijn geen coauteur van het
wetenschappelijke rapport en gingen niet noodzakelijk akkoord met de inhoud ervan.
 Vervolgens werd een (finale) versie aan de validatoren voorgelegd. De validatie van het rapport volgt
uit een consensus of een meerderheidsstem tussen de validatoren. Zij zijn geen coauteur van het
wetenschappelijke rapport en gingen niet noodzakelijk alle drie akkoord met de inhoud ervan.
 Tot slot werd dit rapport unaniem goedgekeurd
http://kce.fgov.be/nl/content/de-raad-van-bestuur).
●
door
de
Raad
van
Bestuur
(zie
Alleen het KCE is verantwoordelijk voor de eventuele resterende vergissingen of onvolledigheden
alsook voor de aanbevelingen aan de overheid.
Publicatiedatum:
15 mei 2017
Domein:
Good Clinical Practice (GCP)
MeSH:
Pancreatic neoplasm, Practice Guideline
NLM classificatie:
WI 810
Taal:
Nederlands
Formaat:
Adobe® PDF™ (A4)
Wettelijk depot:
D/2017/10.273/26
ISSN:
2466-6432
Copyright:
De KCE-rapporten worden gepubliceerd onder de Licentie Creative Commons « by/nc/nd »
http://kce.fgov.be/nl/content/de-copyrights-van-de-kce-publicaties.
Hoe refereren naar dit document?
Veereman G, Mohammad N.H., Van Leeuwen M, Scholten R, Van Brabandt H. Aanpak van pancreaskanker:
capita selecta – Samenvatting. Good Clinical Practice (GCP) Brussels: Belgian Health Care Knowledge Centre
(KCE). 2017. KCE Reports 286As. D/2017/10.273/26.
Dit document is beschikbaar op de website van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg.
Download