`Brief aan industriële bedrijven` PDF document

advertisement
> Retouradres Postbus 3006 9701 DA Groningen
Nationaal Coördinator
Groningen
Bezoekadres
Waagstraat 1
9712 JX Groningen
Postadres
Postbus 3006
9701 DA Groningen
Behandeld door
mevr.mr. Westinga
T 06 52 59 57 05
J.Westinga@nationaalcoordinato
rgroningen.nl
Datum
Betreft
ontwikkelingen industrie
Ons kenmerk
NCG / 16086178
Uw kenmerk
Door verschillende partijen wordt op dit moment hard gewerkt om de
aardbevingsbestendigheid van de industrie in het Groninger aardbevingsgebied te
onderzoeken. Zo onderzoeken bedrijven aan de hand van een daartoe door
Deltares en TNO opgestelde Handreiking1 of hun installaties aardbevingsbestendig
zijn zodat zij – waar nodig –maatregelen kunnen treffen. Tegelijkertijd wordt er
door wetenschappers onderzocht of de beoordelingsmethode zoals die in de
Handreiking is opgenomen, kan worden vereenvoudigd. Dit gebeurt op verzoek
van de stuurgroep industrie. Ik breng u via deze brief op de hoogte van de
verschillende ontwikkelingen die voor u belangrijk kunnen zijn.
Bijlage(n)
Huidige situatie
Bedrijven die met gevaarlijke stoffen werken, onderzoeken momenteel mogelijke
risico’s als gevolg van een aardbeving. Het gaat hierbij om 46 bedrijven die
opgenomen zijn in een prioriteringslijst (zie bijlage). Ook uw bedrijf staat op deze
lijst. De onderzoeken worden verricht aan de hand van een daartoe door TNO en
Deltares opgestelde Handreiking en verlopen in twee fasen.
Fase 1 is een kwalitatieve risicobeoordeling die resulteert in een lijst met
constructies waar de risico’s door faalkansen als gevolg van een aardbeving het
grootst zijn. Als het risico mogelijk onacceptabel kan zijn, worden de meest
kritische constructies onderzocht in een fase 2 studie. In die fase worden
kwantitatieve berekeningsmethoden gebruikt. Aan de hand van de uitkomsten van
deze berekeningen dient de beoordeling c.q. toetsing plaats te vinden. Indien
nodig kunnen dan mitigerende maatregelen worden gedefinieerd en uitgevoerd.
Vereenvoudiging Handreiking Deltares
De in fase 2 te gebruiken beoordelingsmethode is nog niet uitgewerkt. Omdat een
uitwerking ontbrak is in de handreiking steeds uitgegaan van een aansluiting op
de kwantitatieve risicoanalyse (QRA) als eindproduct vanuit complexe
berekeningen aan de gemodelleerde installaties.
1
Handreiking voor het uitvoeren van studies naar het effect van aardbevingen
https://www.rijksoverheid.nl/binaries/rijksoverheid/documenten/richtlijnen/2014/06/01/han
dreiking-voor-het-uitvoeren-van-studies-naar-het-effect-van-aardbevingen/handreikingvoor-het-uitvoeren-van-studies-naar-het-effect-van-aardbevingen-versie-4-juli-2015.pdf
INTERBESTUURLIJKE SAMENWERKING VAN TWAALF GRONINGER GEMEENTEN, PROVINCIE GRONINGEN EN RIJK
Pagina 1 van 5
Nationaal Coördinator
Groningen
Ons kenmerk
NCG / 16086178
De stuurgroep industrie2, die ik eind 2015 heb ingesteld, heeft in maart 2016
gevraagd om een verantwoorde vereenvoudiging van de methode. Hierbij speelt
een van de aanbevelingen van de commissie Meijdam een centrale rol, namelijk
de aanbeveling om als ijkpunt te hanteren dat industriële installaties bestand
moeten zijn tegen de zwaarste geïnduceerde aardbeving die redelijkerwijs
verwacht kan worden.
De uitwerking van de beoordelingsmethode vindt via twee sporen plaats, die
elkaar mogelijk kunnen gaan versterken:
1) een strakke constructieve toets aan het criterium dat de maatgevende
aardbeving niet mag leiden tot het vrijkomen van gevaarlijke stoffen. De
Commissie Meijdam heeft geadviseerd om een aardbeving van 5 op de schaal
van Richter in het kerngebied (rond Loppersum) te beschouwen als
maatgevend met een open norm om de aardbevingsbestendigheid te
beoordelen. De vraag wanneer bebouwing, installaties en infrastructuur in
redelijkheid bestand zijn tegen zo’n aardbeving wordt onderzocht. Daarbij
wordt per sector aansluiting gezocht bij de bestaande wettelijke kaders en
beoordeeld in hoeverre deze kaders toepasbaar zijn op dit relatief nieuwe
risico.
Een werkgroep (met KNMI en TUDelft) onder leiding van prof. dr. Ira
Helsloot, werkt aan een beleidsmatig voorstel betreffende een maatgevende
aardbeving (het realistische worst case scenario), een definitie in
constructietermen die overeenkomt met “geen loss of containment” en de
berekeningswijze waarmee de bestendigheid wordt aangetoond volgens deze
nieuwe aanpak.
Met een aantal bedrijven wordt overlegd om binnenkort
constructieberekeningen te gaan doen volgens de nieuwe aanpak.
2)
vaststelling van importantiefactoren voor industrie
Het RIVM, TNO en Deltares gaan importantiefactoren bepalen voor
acceptabele faalfrequenties ten gevolge van geïnduceerde aardbevingen. Op
basis van de risicosetting ter plaatse van de ingesloten stoffen (bv. brandbaar
of toxisch) komt er een beperkte en generieke set rekenwaarden waarmee
industriële constructies getoetst kunnen worden.
De importantiefactor voor de bepaling van de rekenwaarde van de belasting
wordt zodanig gekozen dat deze in combinatie met de rekenwaarde voor de
sterkte leidt tot de vereiste betrouwbaarheid van een bouwwerk uitgedrukt in
een faalkans.
2
De stuurgroep industrie staat onder voorzitterschap van Hans Alders (NCG) en bestaat uit
de leden Gerard Beukema (burgemeester Delfzijl en voorzitter van de werkgroep Industrie),
Nienke Homan (gedeputeerde provincie), Ger Lindeman (wethouder HoogezandSappemeer), Saskia Borgers (interim-directeur Omgevingsdienst), Peter den Oudsten
(burgemeester Groningen en voorzitter Veiligheidsregio Groningen), Peter Torbijn (directeur
Veiligheid en risico’s ministerie IenM) of Twan van de Ven (clusterhoofd BRZO, mijnbouw
IenM), Jaap Verhulst (regio-ambassadeur Noord-Nederland van ministerie EZ), Thijs Jürgens
(projectdirecteur Groningen Aardbevingen van NAM), Johan Visser (locatiemanager
Chemiepark Delfzijl AkzoNobel en Cor Zijderveld (voorzitter SBE)
Pagina 2 van 5
Nationaal Coördinator
Groningen
Ons kenmerk
NCG / 16086178
De aanpak en eventuele tussenresultaten van beide sporen zullen worden
besproken in de vergadering van de Stuurgroep Industrie die op 14 juli a.s.
plaatsvindt.
In de methodische uitwerkingen zit een aantal beleidsmatige keuzen, zoals een
maatgevende aardbevingsbelasting en de maatgevende risicoverandering. Deze
zullen in het najaar interdepartementaal worden besproken met onder meer het
ministerie van IenM nadat de resultaten van beide sporen bekend zijn. De
minister van EZ zal daarna een formele reactie aan de Tweede Kamer geven op de
genoemde aanbeveling van de commissie Meijdam.
Gevolgen voor bedrijven
Zodra de beoogde beoordelingsmethode gereed is, zal deze bij de bedrijven
kunnen worden toegepast en zal ik u daarvan tijdig op de hoogte brengen.
Datzelfde geldt overigens ook voor optimaliseringen in de huidige handreiking,
zoals ten aanzien van de pga-spectra en de plaatselijke grondverweking.
Ik kan mij voorstellen dat deze ontwikkelingen allerlei praktische vragen bij u
oproepen. Om die reden ga ik hierbij kort in op de gevolgen voor de bedrijven:
voor alle bedrijven die op de prioriteringslijst staan, geldt de afspraak dat
zij in ieder geval fase 1 van de Handreiking doorlopen; de genoemde
ontwikkelingen vormen daarvoor geen enkel beletsel;
bedrijven die fase 1 hebben afgerond, kunnen beginnen met de eerste
delen van fase 2 ( fase 2a en 2b) tot en met het modelleerwerk. Het is
van groot belang dat het onderzoek met onverminderde vaart wordt
voortgezet. Als het onderzoek bij uw bedrijf in het stadium van toepassen
van de beoordelingsmethode is beland, dan zal Deltares u na overleg met
de NCG laten weten welke methoden daarvoor inmiddels beschikbaar zijn;
de verwachting is dat hierover in september 2016 meer duidelijkheid kan
worden gegeven.
Gevolgen voor het Veiligheidsrapport
Een aantal bedrijven is op basis van het Besluit Risico’s Zware Ongevallen (BRZO)
verplicht om een Veiligheidsrapport op te stellen. Op grond van dit besluit zijn
bedrijven verplicht per 1 juni 2016 over een aangepast Veiligheidsrapport te
beschikken dat onder meer ingaat op het risico als gevolg van aardbevingen. Als
het Veiligheidsrapport dan nog niet is aangepast is er in formele zin sprake van
een overtreding. Deze overtreding hebben Gedeputeerde Staten van Groningen
overeenkomstig de landelijke BRZO-handhavingsstrategie aangemerkt als een
overtreding van de laagste categorie, categorie 3. Dit omdat de tijd waarbinnen
het Veiligheidsrapport aangepast moet worden zeer beperkt is gebleken. Om die
redenen hebben Gedeputeerde Staten met de andere BRZO handhavende
instanties, de Veiligheidsregio Groningen en de inspectie SZW, afgesproken dat de
bedrijven tot 1 januari 2017 de tijd krijgen om hun veiligheidsrapport aan te
passen. De betreffende bedrijven hebben hierover inmiddels bericht van de
handhavende instanties gekregen.
Pagina 3 van 5
Nationaal Coördinator
Groningen
Ons kenmerk
NCG / 16086178
Volgens het BRZO 2016 moet een Veiligheidsrapport onder andere
een kwalitatieve en/of semi-kwantitatieve analyse van de mogelijke risico’s van
aardbevingen en overstromingen en een beschrijving van de genomen
maatregelen bevatten. Feitelijk betekent dit dat de fase 1 analyse een goede bron
is, die aangevuld kan worden met elementen uit de fase 2 analyse. Welke
onderdelen van de onderzoeken bruikbaar zijn voor de verdere onderbouwing in
het Veiligheidsrapport en hoe dit vorm kan krijgen wordt samen met de
toezichthouders besproken in de werkgroep industrie3.
Het Veiligheidsrapport kan nu al wel worden aangepast voor de aspecten die niet
over aardbevingen gaan. Voor de aspecten die wel over aardbevingen gaan
kunnen bedrijven op basis van een afgerond fase 1 rapport al een aantal
elementen opnemen in het Veiligheidsrapport, zoals:
het benoemen van de installaties die bij aardbevingen het grootste
potentiële veiligheidsrisico vormen;
het eventuele monitoren van grondversnellingen en de effecten daarvan
op de installaties. AkzoNobel heeft daarvoor een beslisschema opgesteld
en de Omgevingsdienst Groningen bekijkt samen met een aantal bedrijven
of dit voorbeeld nagevolgd kan volgen;
specifieke aandacht voor mogelijke aardbevingsschade bij reguliere
inspecties en onderhoud van installaties.
Communicatie
De Minister van EZ heeft eerder aan de Tweede Kamer gemeld dat hij verwacht
dat er rond de zomer inzicht is in de aardbevingsbestendigheid van de meest
risicovolle installaties van de relevante bedrijven. Dit hangt samen met de
berekeningen volgens spoor 1 die ik hierboven heb toegelicht.
Om zoveel mogelijk transparantie in de ontwikkelingen rondom de industrie te
bewerkstelligen heeft de stuurgroep industrie besloten om op een afzonderlijke
pagina van de website van de NCG informatie over de industrie en de voortgang
te geven. Hierop wordt relevante informatie geplaatst, zoals de prioriteringslijst,
besluiten uit de Stuurgroep Industrie, de gehanteerde Handreiking, relevante
passages uit Kamerbrieven en het plan van aanpak voor de onderzoeken naar
aardbevingsbestendigheid.
Bedrijvenloket
Tot slot maak ik u hierbij nog attent op mijn voornemen om direct na de zomer
van 2016 een Bedrijvenloket in te stellen. Bedrijven zullen hier terecht kunnen
voor vragen waarvoor zij komen te staan in relatie tot de
aardbevingsproblematiek in het gebied. Het Bedrijvenloket zal tevens de
koppeling leggen met andere organisaties voor ondernemersdienstverlening, naar
3
De werkgroep industrie vormt samen met de stuurgroep industrie de Industrietafel die de
NCG heeft ingesteld. De werkgroep bereidt de vergaderingen van de stuurgroep voor.
Pagina 4 van 5
Nationaal Coördinator
Groningen
Ons kenmerk
NCG / 16086178
verwachting via het KvK Ondernemersplein. Het Bedrijvenloket is bedoeld als
ondersteunende faciliteit voor het gehele bedrijfsleven, van ZZP ‘er via MKB tot
industrie.
Met vriendelijke groet,
Hans Alders
Nationaal Coördinator Groningen
cc aan consultants
Pagina 5 van 5
Download