Directie van bedrijf … Datum 13 april 2017 Betreft Start

advertisement
> Retouradres Postbus 3006 9701 DA Groningen
Directie van bedrijf …
Nationaal Coördinator
Groningen
Bezoekadres
Paterswoldseweg 1
9726 BA Groningen
Postadres
Postbus 3006
9701 DA Groningen
Behandeld door
J.H. van Tol
T 064 813 1073
j.h.vantol@nationaalcoordinator
groningen.nl
Datum
Betreft
13 april 2017
Start doorrekening van voornaamste installaties op
aardbevingsbestendigheid
Geachte directie,
Ons kenmerk
NCG / 17055711
Uw kenmerk
Bijlage(n)
De stuurgroep Industrie heeft de prioriteringslijst “bedrijven met gevaarlijke
stoffen” (versie 1 maart 2017) vastgesteld. Hierop staan 45 bedrijven in het
aardbevingsgebied. Uw bedrijf staat op de lijst (zie bijlage 1).
Ik informeer u graag over de afspraken die in de stuurgroep Industrie zijn
gemaakt over onderzoek naar aardbevingsbestendigheid bij deze 45 bedrijven. De
afspraken van eind vorig jaar zijn vastgelegd in het Meerjarenprogramma
Aardbevingsbestendig en Kansrijk Groningen 2017-2021
(zie bijlage 2).
Bij alle bedrijven is kwalitatief onderzoek uitgevoerd naar de
aardbevingsbestendigheid van installaties, het zogenaamde fase 1 onderzoek.
Mocht zulk onderzoek bij uw bedrijf nog niet zijn afgerond, dan verzoek ik u
contact op te nemen met de contactpersonen die onderaan deze brief staan
vermeld. Voor BRZO-bedrijven is minimaal een kwalitatieve analyse van het
aardbevingsrisico verplicht; in de stuurgroep Industrie is afgesproken dat het fase
1 onderzoek als zo’n analyse wordt aangemerkt (zie verder bijlage 2, punt 6).
In de stuurgroep is ook afgesproken dat tot medio 2017 bij zoveel mogelijk van
de 45 bedrijven kwantitatief onderzoek zal plaatsvinden volgens de zogenaamde
LoC-toets, in volgorde van prioriteit. Dit onderzoek loopt al bij de bedrijven met
hoge tot gemiddelde prioriteit; dit zijn de bedrijven die genoemd zijn in tabel 1
van de prioriteringslijst.
Uw bedrijf is genoemd in tabel 2 van de prioriteringslijst. In de stuurgroep is
onlangs afgesproken dat ook bij deze bedrijven het kwantitatieve onderzoek gaat
beginnen.
Ik verzoek u om de eerste stap zo snel mogelijk voor te bereiden, in ons aller
belang bij spoedig inzicht in de aardbevingsbestendigheid van industriële
installaties. Die eerste stap is dat u een plan van aanpak laat maken voor het
doorrekenen van de voornaamste objecten die geïdentificeerd zijn in het fase 1onderzoek. Voor dit plan van aanpak (Basis of Design) kunt u een
ingenieursbureau naar keuze inschakelen, liefst een bureau dat ervaring heeft met
INTERBESTUURLIJKE SAMENWERKING VAN TWAALF GRONINGER GEMEENTEN, PROVINCIE GRONINGEN EN RIJK
Pagina 1 van 8
Nationaal Coördinator
Groningen
Ons kenmerk
NCG / 17055711
onderzoek naar aardbevingsbestendigheid bij de industrie. De bij mij bekende
bureaus in die categorie zijn Witteveen en Bos, Sweco, Tebodin en Royal
Haskoning DHV.
SBE en NAM hebben protocollen gesloten waardoor er vooraf duidelijkheid
ontstaat over welke kosten NAM vergoedt. Het ene protocol betreft
onderzoekskosten en het andere betreft de kosten van maatregelen als de
uitkomsten van het onderzoek daar aanleiding toe geven.
Binnenkort zal ik u uitnodigen voor een informatiebijeenkomst over dit onderwerp.
Voor vragen en verdere toelichting kunt u met de volgende organisaties contact
opnemen:
•
Voor procesmatige vragen over de te verrichten onderzoeken kunt u
contact opnemen met Nationaal Coördinator Groningen: Jan van Tol
([email protected], tel. 06-4813.1073), Jacoba
Westinga ([email protected], tel. 065259.5705).
•
Voor eventuele vragen over het Veiligheidsrapport dat hoge drempel
BRZO-bedrijven moeten indienen kunt u contact opnemen de
Omgevingsdienst Groningen: Bert Oeseburg ([email protected],
tel. 06-4693.6572), Karel Stijkel ([email protected], tel. 0598788.036)
•
Tot slot biedt SBE, als belangenbehartiger van veel bedrijven op de
prioriteringslijst, een onafhankelijk netwerk waar alle bedrijven op deze
lijst aan deel kunnen nemen. Voor deelname aan dit netwerk of algemene
vragen kunt u contact opnemen met Frans Alting ([email protected], tel. 0596-634030).
Met vriendelijke groet,
Hans Alders
Nationaal Coördinator Groningen
Pagina 2 van 8
Nationaal Coördinator
Groningen
Ons kenmerk
NCG / 17055711
Bijlage 1.
Tabel 2 van de prioriteringslijst
De prioriteringslijst, opgesteld door Deltares, bevat de chemiebedrijven die op de
“lijst BRZO+” staan en die zich bevinden in het aardbevingsgebied (d.w.z. binnen
de 0.04 g contour van de pga-kaart van het KNMI. Momenteel zijn dat 45
bedrijven die werken met grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen: BRZO-bedrijven
met hoge drempel inrichtingen (VR), lage drempel inrichtingen (PBZO), RIE-4
bedrijven en QRA-bedrijven.
De lijst rangschikt bedrijven door het combineren van de ligging in het gebied
(hogere of lagere pga’s), de aard van het bedrijfsproces en de nabijheid van
omwonenden. De bedrijven hebben zodoende een prioriteit hoog (1), hoog tot
gemiddeld (2), gemiddeld (3), laag tot gemiddeld (4) of laag (5) gekregen. De
vraag of er maatregelen nodig zijn bij deze bedrijven kan overigens pas worden
beantwoord nadat de installaties zijn onderzocht op aardbevingsbestendigheid.
Voor de gehele prioriteringslijst met toelichting zie website van de NCG:
https://www.nationaalcoordinatorgroningen.nl/themas/c/chemische-industrie
De voorliggende brief is gericht aan de bedrijven met prioriteit 4 en 5, namelijk:
#
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
Prio
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
5
5
5
5
Bedrijfsnaam
GOC Real Estate (North Refinery)
Klesch Aluminium BV (Aldel)
Reining Warehousing B.V. (Kolham)
Wildeman Storage and Logistics
FinCo Terminal Groningen BV (vh. Aardolie Opslag
C.G. Holthausen B.V.
DFE Pharma
Gasunie Transport B.V. Scheemda
Gasunie Transport B.V. Spijk
FinCo Terminal Delfzijl BV (vh. Gulf Oil Nederland
Contitank
DOW Benelux
Gasunie mengstation Zuidbroek
Gasunie MS Noordbroek
Gasunie Tussenklappen 1 RS
NAM Bedum productielocatie
Nieveen Graanbedrijf B.V. / Noord Nederlandse
Eco Fuels
Lubrizol Advanced Materials Resin
Evonik (voorheen PeroxyChem Netherlands B.V.)
Kisuma Chemicals B.V.
NAM RBI (Reststoffenbewerkingsinstallatie)
Stinoil
Cat.
VR
VR
VR
VR
PBZO
PBZO
PBZO
PBZO
PBZO
PBZO
QRA
QRA
QRA
QRA
QRA
QRA
QRA
RIE-4
RIE-4
VR
VR
VR
VR
SBE
Nee
Ja
Ja
Ja
Nee
Nee
Nee
Ja
Ja
Nee
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Nee
Ja
Ja
Ja
Nee
Ja
Nee
Loc.
OD
OD
OV
CPD
OV
OV
OV
OV
EH
OD
OD
OD
OV
OV
OV
OV
OV
EH
CPD
OD
OV
OD
OV
Pagina 3 van 8
Nationaal Coördinator
Groningen
Ons kenmerk
NCG / 17055711
37
38
39
40
5
5
5
5
Koopman Warehousing B.V.
Gasunie Tripscompagnie RS
ProRail regio Noord Oost
Sita Ecoservice
PBZO
QRA
QRA
QRA
Nee
Ja
Nee
Nee
OV
OV
OV
OV
41
42
43
44
45
5
5
5
5
5
AKZO Nobel Industrial Chemicals B.V. (Salt)
ESD-SIC BV
Nedmag
PPG Industries Chemicals bv
Zeolyst C.V.
RIE-4
RIE-4
RIE-4
RIE-4
RIE-4
Nee
Ja
Nee
Ja
Ja
OV
OD
OV
OD
OD
Tabel 2.2
Industriële bedrijven gevaarlijke stoffen met een onder
gemiddeld tot laag risico
Pagina 4 van 8
Nationaal Coördinator
Groningen
Ons kenmerk
NCG / 17055711
Bijlage 2.
Aanpak industrie (Meerjarenprogramma Aardbevingsbestendig en
Kansrijk Groningen 2017-2021)
“Overwegende dat:
Het bestaande veiligheidsniveau niet mag worden aangetast door
aardbevingen in Groningen;
Er geen formele Nederlandse normstelling of verplichting is voor het
beoordelen van de bestendigheid van industriële installaties tegen
geïnduceerde aardbevingen, maar het een regionaal doel is om de
aardbevingsbestendigheid van de industrie te onderzoeken en zo nodig te
verbeteren;
Er een toetskader nodig is voor de aardbevingsbestendigheid van
industriële installaties om te bepalen of het veiligheidsniveau niet wordt
aangetast;
Het wenselijk is om sneller toe te werken naar inzicht in de
aardbevingsbestendigheid van de industrie en daarom nu gebruik moet
worden gemaakt van de huidige stand van kennis en beschikbare
methodische onderdelen (zijnde de prioriteringslijst met circa 46
bedrijven), methodiek voor kwalitatieve analyse (fase 1
Houdt de gefaseerde aanpak voor de industrie het volgende in:
1. Bij alle bedrijven in het aardbevingsgebied die werken met grote
hoeveelheden gevaarlijke stoffen worden de veiligheidsrisico’s van
aardbevingen onderzocht, in volgorde van potentieel risico.
a. Het betreft ca. 46 bedrijven, waarvan 28 BRZO-bedrijven. Deze bedrijven
zijn ingedeeld in vijf prioriteitsklassen op basis van de aard van hun
bedrijfsproces en hun ligging in het gebied. De prioriteringslijst wordt zo
nodig jaarlijks geactualiseerd op grond van de pga-contourenkaart van het
KNMI.
b) Het uiteindelijke toetskader zal bestaan uit een kwalitatieve risicoanalyse
en een of meer rekenmethoden.
c) Op dit moment is er een toets beschikbaar om te berekenen of er loss of
containment (LoC) kan worden verwacht. De voornaamste uitgangspunten
hiervan zijn:
Een scenario van de maximale magnitude 5 in het kerngebied, wat
volgens het KNMI de bovengrens is voor geïnduceerde aardbevingen
in Groningen;
de locatie van de aardbeving die volgens het KNMI het meest
bepalend is voor de vier voornaamste industrieterreinen, met de
daarbij behorende grondversnellingen op deze terreinen;
van die grondversnellingen worden de verwachte (meest
waarschijnlijke) waarden gebruikt;
een toetsing aan internationale normen (Eurocodes), met als ijkpunt
dat constructies bij de gedefinieerde seismische belasting niet zodanig
beschadigd mogen raken dat er gevaarlijke stoffen vrijkomen;
Pagina 5 van 8
Nationaal Coördinator
Groningen
Ons kenmerk
NCG / 17055711
-
nadat in de ontwikkelingsfase vier rekenvarianten zijn gehanteerd
wordt bij de verdere uitvoering alleen getoetst aan de verwachte
maximale seismische belastingen met behulp van een modulaire
responsanalyse. Voor eenvoudige constructies zoals categorale
inrichtingen zou een handberekening voldoende kunnen zijn. Het
berekenen van LoC tegen de verwachte waarde plus een
standaarddeviatie, wat in de ontwikkelingsfase als functie had om de
onzekerheidsmarge in beeld te brengen maar niet als toetsnorm
bedoeld was, blijft verder dus achterwege;
Als uit de toets blijkt dat er loss of containment verwacht kan worden,
zijn (versterkings)maatregelen noodzakelijk om dit knelpunt op te
heffen. Als uit de toets blijkt dat geen LoC verwacht kan worden, dan
kan worden geconcludeerd dat er bij de meest waarschijnlijke
maximale grondversnellingen geen achteruitgang zal ontstaan in de
omgevingsveiligheid en mogelijk evenmin in de interne veiligheid als
gevolg van het vrijkomen van gevaarlijke stoffen, en dat er dus
vooralsnog geen aanleiding is voor (versterkings)maatregelen.
d) Tevens wordt momenteel gewerkt aan een risicogebaseerde
rekenmethodiek voor aardbevingsbestendigheid, die naar verwachting
medio 2017 beschikbaar kan worden gesteld.
2. De aanpak houdt in:
a. In de eerste helft van 2017 wordt bij zoveel mogelijk van de onder 1
genoemde bedrijven, in volgorde van prioriteit, de toets op LoC toegepast
op de installaties en onderdelen daarvan die doorgerekend kunnen worden
op grond van het fase 1 onderzoek.
b. Als uit de eerste berekeningen blijkt dat bij bepaalde installaties loss of
containment kan worden verwacht, zullen nadere berekeningen in het
kader van de toets (met bijvoorbeeld finite elements modellering)
plaatsvinden zodat snel en eenduidig geconcludeerd kan worden of er LoC
verwacht kan worden.
c. Als LoC verwacht kan worden, wordt vervolgens berekend welke
versterkingsmaatregelen en/of aanpassingen in het bedrijfsproces nodig
zijn. Het versterkingsniveau is hetzij dat er geen LoC verwacht kan
worden, hetzij een niveau dat voortkomt uit de t.z.t. goedgekeurde
risicogebaseerde rekenmethodiek.
Het bedrijf stelt dan een plan van aanpak op met een realistische planning
waarmee de knelpunten voortvarend verholpen kunnen worden op een
manier die de economische bedrijfsvoering niet onnodig hindert.
d. Wanneer er een goedgekeurde risicogebaseerde rekenmethodiek is, wordt
in het eerstvolgende Meerjarenprogramma een afspraak opgenomen over
het gebruik daarvan, ook in relatie tot het gebruik van de toets op LoC.
e. Ongeacht de methodiek zal er rekening gehouden worden met nieuwe
inzichten in de omvang van de seismiciteit en verplaatsingen van het
zwaartepunt ervan. De nieuwe inzichten worden jaarlijks vastgeklikt en zo
nodig verwerkt in de sets met seismische belasting voor de
industrielocaties.
Pagina 6 van 8
Nationaal Coördinator
Groningen
Ons kenmerk
NCG / 17055711
f.
De hoofdlijnen van de onderzoeksplanning worden afgestemd in de
werkgroep Industrie.
3. Overige 200 bedrijven op de Risicokaart en externe buisleidingen:
a. In de eerste helft van 2017 wordt onder coördinatie van de NCG een plan
van aanpak opgesteld voor deze 200 bedrijven en voor externe
buisleidingen.
b. De aanpak bij deze bedrijven en de externe buisleidingen verloopt in
volgorde van potentieel risico, en maakt gebruik van de inzichten uit de
aanpak onder 1 en 2. Verwachte aanvang van de onderzoeken is medio
2017.
4. Kosten:
a. De kosten van onderzoek en van eventuele versterkingsmaatregelen zoals
beschreven bij punt 2 worden vergoed door NAM in overeenstemming met
haar aansprakelijkheid. Procesafspraken daartoe worden vastgelegd in het
NAM-SBE protocol inzake vergoedingen bij de industrie, dat geldt voor alle
ca. 46 bedrijven op de prioriteringslijst.
b. Voor de vergoeding van acties bij punt 3 worden afspraken gemaakt aan
de hand van het daar genoemde plan van aanpak.
5. Wat betreft het vaststellen van een compleet toetskader:
a. Uiterlijk 1 juli 2017 wordt besloten over de methodiek(en) waarmee vanaf
dat moment gewerkt kan worden. Van de opgeleverde risicogebaseerde
rekenmethodiek moeten de consequenties dan bekend zijn door
toepassing bij in ieder geval de vier “spoor 1” installaties.
b. Het beleidsbesluit over de methodieken en hun verdere toepassing wordt
vastgelegd bij de tussentijdse actualisering van het Meerjarenprogramma
medio 2017.
6. Wat betreft het Veiligheidsrapport dat BRZO-bedrijven moeten indienen bij de
toezichthouders:
a. De ministeries van IenM en SZW, alsmede de provincie Groningen, de
Omgevingsdienst Groningen, Veiligheidsregio Groningen en Inspectie SZW
zijn het erover eens dat het voor BRZO-bedrijven die een
Veiligheidsrapport moeten inleveren, volstaat om hierin ten aanzien van
het aardbevingsrisico de volgende zaken op te nemen:
Een kwalitatieve risicoanalyse met betrekking tot het aardbevingsrisico
(het fase 1 onderzoek uit de Handreiking industrie wordt als zo’n
analyse aangemerkt);
De noodmaatregelen die getroffen worden ingeval zich een aardbeving
voordoet;
De wijze waarop eventuele beperkte gevolgen van lichte aardbevingen
worden gemonitord, om een eventuele verzwakking van installaties of
gebouwen te constateren en een snel herstel te realiseren.
De wijze waarop tijdens het reguliere onderhoud van installaties
aandacht wordt besteed aan de mogelijke gevolgen van aardbevingen;
Pagina 7 van 8
Nationaal Coördinator
Groningen
Ons kenmerk
NCG / 17055711
-
Te treffen versterkingsmaatregelen die voortvloeien uit de
kwalitatieve risicoanalyse en eventuele aanvullende onderzoeken die
zijn verricht;
Overige acties die bedrijven nemen om te komen tot conclusies over
de aardbevingsbestendigheid van hun installaties, in het bijzonder het
deelnemen aan de hierboven beschreven aanpak.
De bovengenoemde acties hebben betrekking op zowel
omgevingsveiligheid als interne veiligheid, en deze acties zijn tevens
speerpunten voor het BRZO-toezicht.
b. In de stuurgroep Industrie worden nadere afspraken gemaakt over
informatie-uitwisseling tussen bedrijven en toezichthouders over de
conclusies uit afgerond onderzoek en over de planning van eventuele
maatregelen. De afspraken moeten duidelijk maken wat toezichthouders
en bedrijven van elkaar kunnen verwachten tijdens en na de
onderzoeksfase.”
Pagina 8 van 8
Download