Cursus DSM 5

advertisement
Lezing voor de NVA
Door Harmke Nygard-Smith
Klinisch psycholoog
Ontwikkelingsstoornissen Dimence

Waarom diagnostiek?

Hoe doen we eigenlijk diagnostiek?

De DSM 5

Wijzigingen in de DSM 5 voor de autisme

Gevolgen
-
Verklaring voor moeilijkheden in het leven
Duidelijkheid over behandeling
Prognose voor de toekomst
Belangrijk voor de familie om te weten
Indicatie voor medicatie?
Verzekeraars !
Gemeente !
-
Spreken in de zelfde “taal”
-
…..
-
-




Genetisch?
Beeldvormend?
Bloedonderzoek?
Neuropsychologisch testonderzoek?
Informatie verzamelen over het GEDRAG






Observaties
Klachtenanamnese
Vragenlijsten
Heteroanamnese
Ontwikkelingsanamnese
Dossieronderzoek




Sociale omgang met anderen is moeilijk
Communicatie verloopt stroef
Niet zo flexibel in denken en doen
Andere klachten…(somberheid, lichamelijke
klachten, vermoeidheid, angsten enz…)
Meerdere levensgebieden (werk, prive)

Informatie verzamelen over gedrag
-
Gesprek
Fotoboeken/groeiboekjes
Schoolrapporten


Begrijpen we dan wat er met iemand aan de hand
is?
En hoe noemen we dan…..???
Classificatie vs beschrijvende diagnostiek


Beschrijving: “Een 45-jarige, gemiddeld
intelligente man die levenslang vastloopt op
het gebied van sociale contacten. Werk kwijt
geraakt, goede intelligentie. Daarbij is hij
somber en heeft hij regelmatig last van
paniekaanvallen…”
Classificatie: code/naam/criteria  taal


Classificatie

Autismespectrumstoornis 299.00
Beschrijving: “Een 45jarige, gemiddeld
intelligente man…
Classificerende
vs
Beschrijving
Beschrijvende
diagnostiek


Classificerend: We weten wat er aan de hand
is
Beschrijvend: we begrijpen wat er aan de
hand is; het hele plaatje, dus ook over de
duur en het ontstaan van de klachten….

“Diagnostic and Statistical Manual of mental
Disorders”

Handboek van de psychiatrie sinds 1952

Handig met een “algemene wereldtaal”.

Vervolg op DSM IV-R …..DSM 5

DSM-I (1952)
DSM-II (1968)
DSM-III (1980)
DSM-III-R (1987)
DSM-IV (1994)
DSM-IV-TR (2000)
DSM-5: (2013)

DSM II
- autisme = schizofrenie

DSM III
Algemene Ontwikkelingsstoornis beginnend in
de kinderleeftijd
 Infantiel autisme

DSM IV en
DSM IV-TR





DSM 5
Autistische stoornis
Asperger
PDDNOS
Rett
Desintegratieve stoornis van de kinderleeftijd
Autismespectrumstoornis


kwalitatieve tekortkomingen in de sociale
interactie,
kwalitatieve tekortkomingen in de
communicatie,

Beperkte, repetitieve en stereotiepe gedrag-,
interesse en activiteiten-patronen

Vertraagd of abnormaal functioneren,
beginnend voor de leeftijd van drie jaar:




Sinds mei 2013
Nu pas officieel in gebruik genomen
Dynamisch boek
Gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek in
de wereld
“Een psychiatrische stoornis is een syndroom,
gekenmerkt door klinisch significante symptomen
op het gebied van de cognitieve functies, de
emotieregulatie, of het gedrag van een persoon,
dat een uiting is van een dysfunctie in de
psychologische, biologische of
ontwikkelingsprocessen die ten grondslag liggen
aan het psychische functioneren. Dit gaat gepaard
met significante lijdensdruk of beperkingen in het
functioneren op sociaal of beroepsmatig gebied of
bij andere belangrijke bezigheden.”

Hoofdgroepen

Onderverdeeld in 22 hoofdstukken

Onderverdeeld in verschillende stoornissen

V-codes
a. Neurobiologische ontwikkelingsstoornissen (vroege en blijvende
cognitieve deficiënties)
b. Psychotische stoornissen (deficiënties in de
Informatieverwerking)
c. Emotionele stoornissen (gebaseerd op negatieve affectiviteit)
d. Externaliserende stoornissen (gebaseerd op ongeremdheid)
e. Neurocognitieve stoornissen (neurologisch substraat).
-
22 Hoofdstukken ingedeeld op “volgorde” van ontstaan.
1. Neurobiologische ontwikkelingsstoornissen
2. Schizofreniespectrumstoornissen
3. Bipolaire-stemmingsstoornissen
4. Depressieve-stemmingsstoornissen
5. Angststoornissen
6. Obsessieve-compulsieve stoornissen
7. Psychotrauma- en stressorgerelateerde stoornissen
8. Dissociatieve stoornissen
9. Somatisch-symptoomstoornissen
10. Voedings- en eetstoornissen
11. Zindelijkheidsstoornissen
12. Slaap-waakstoornissen
13. Seksuele disfuncties
14. Genderdysforie
15. Gedragsstoornissen
16. Middelgerelateerde stoornissen en verslavingen
17. Neurocognitieve stoornissen
18. Persoonlijkheidsstoornissen
19. Parafiele stoornissen
20. Andere psychische stoornissen
21. Bewegingsstoornissen door medicatie
22. Andere problemen die een reden tot zorg kunnen
zijn (V-code








Verstandelijke beperkingen
Communicatiestoornissen
Autismespectrumstoornis
Aandachtsdeficientie-/hyperactiviteitsstoornis
Specifieke leerstoornis
Motorische stoornissen
Ticstoornissen
Andere neurobiologische ontwikkelingsstoornissen
A. Een totaal van zes (of meer) items van (1), (2) en (3) met ten minste
twee van (1), en van (2) en (3) elk één:
(1) kwalitatieve beperkingen in de sociale interacties zoals blijkt uit ten
minste twee van de volgende:
(2) kwalitatieve beperkingen in de communicatie
(3) beperkte, zich herhalende stereotiepe patronen van gedrag,
belangstelling en activiteiten
B. Achterstand in of abnormaal functioneren … met een begin voor het
derde jaar:
C. De stoornis is niet eerder toe te schrijven aan de stoornis van Rett
of een desintegratiestoornis van de kinderleeftijd.
● Lastig om onderscheid te maken, terwijl er voor de
sommigen mensen wel veel “van af hangt”.
● Geen wetenschappelijk bewijs voor verschillende
typen (Asperger, PDDNOS)
● Criteria voor PDDNOS onvoldoende gespecificeerd
● Te veel overlap tussen het domein van de sociale
interacties en de communicatie
● Gebrek aan aandacht voor sensorische over- en
ondergevoeligheid !!!.
Geen subtypes (ook geen Rett en desintegratieve
meer, alleen nog:
stoornis kinderleeftijd)
autismespectrumstoornis
● Twee domeinen (in plaats van drie)
1) sociale communicatie
2) stereotype patronen van gedrag
- overlappende criteria uit de domeinen sociale omgang en
communicatie (DSM IV) zijn samengevoegd

17
● Het totaal aantal symptoomcriteria is
teruggebracht van 12 naar 7.
Client moet voldoen aan 5 van de 7 in plaats van 6
van de 12 criteria
● In het domein van sociale interacties en
communicatie is het criterium over afwijkende
taalontwikkeling vervallen.
- In het domein van sociale interacties en
communicatie wordt “afwezigheid van gevarieerd
spontaan fantasiespel of sociaal imiterend spel”
niet meer genoemd.
-
In het domein van stereotiepe patronen van
gedrag: nu ook criteria over taalstereotypie.
- In het domein van de stereotiepe patronen van
gedrag is over- of ondergevoeligheid voor
zintuiglijke prikkels opgenomen.
-
Er moeten drie niveaus van ernst aangegeven
- Een nieuwe classificatie die niet onder de
autismespectrumstoornis gaat vallen:
sociale pragmatische communicatiestoornis
(gaat dit de PDDNOS vervangen?)
- ADHD mag als nevendiagnose worden
geclassificeerd

A. persisterende deficiënties in de sociale communicatie en
sociale interactie in uiteenlopende situaties
 Sociaal-emotionele wederkerigheid
 Non-verbale communicatieve gedrag
 Ontwikkelen, onderhouden en begrijpen van relaties
B. Beperkte, repetitieve gedragspatronen,
interesses en activiteiten








Stereotype bewegingen
Routines en rituelen
Gefixeerde interesses
Hyper of hyporeactiviteit op zintuiglijke prikkels
C. Aanwezig vanaf de vroege kindertijd, maar….
D. significante lijdensdruk in meerdere domeinen
E. Niet beter verklaard door verstandelijke beperking of
ontwikkelingsachterstand.
34
35
36

Voor beide domeinen moet de ernst worden
vastgesteld:

•Niveau 1: ‘vereist ondersteuning’
•Niveau 2: ‘vereist substantiele ondersteuning’
•Niveau 3: ‘vereist zeer substantiele ondersteuning’

OOK NIVEAU 0 is mogelijk!



Let op: Kijk hierbij naar hoe het zou zijn als de
ondersteuning van dit moment er niet zou zijn…!!!
38





Met of zonder verstandelijke beperking
Met of zonder bijkomende taalstoornis
‘Samenhangend met bekende somatische of
genetische aandoening of omgevingsfactor’ (ernst
voor ondersteuning voor beide psychopathologische
domeinen aangeven)
‘Samenhangend met andere neurobiologische
ontwikkelings-, psychische of gedragsstoornis’
(bijvoorbeeld ADHD)
Met katatonie (mutisme, negativisme, motorische
maniërismen/stereotypieën, agitatie, echolalie, etc.)
-
Niet elke DSM-IV diagnose wordt nu een DSM 5 diagnose..
Mensen vallen ineens buiten het spectrum.
-
Onduidelijk is of dit gevolgen heeft voor financiering van
hulp
-
Diagnostische instrumenten moeten worden aangepast
-
Het stellen van een diagnose bij volwassenen wordt
makkelijker
-
Aanpassingen voor diagnose sociale communicatiestoornis
en eventuele neurocognitieve stoornissen
Download