Bonussen niet zo slecht, NRC January 22, 2014

advertisement
COLUMN
C O EN T EU LING S
Bonussen niet zo slecht
‘J
e krijgt waar je voor betaalt’. Met dit aforisme zijn de
inzichten over beloningsbeleid in één zin samengevat.
Vanzelfsprekend zijn er allerlei nuances en relativeringen, maar de hoofdboodschap staat. Een organisatie
die zijn medewerkers beloont voor het plukken van
appels moet niet verbaasd zijn als manden vol appels worden
binnengebracht. Je krijgt immers waar je voor betaalt. Een
bank die zijn medewerkers beloont om zijn klanten zoveel
mogelijk financiële producten aan te smeren moet niet verbaasd zijn als die medewerkers dat ook gaan doen, ongeacht
de belangen van klant. Voor dat soort belangenbehartiging
worden die medewerkers immers niet beloond. Als de klant
daar later door schade en schande achter komt, is het met de
reputatie van de bank gedaan.
Dit inzicht is sinds de bankencrisis gemeengoed. De voor de
hand liggende conclusie hieruit is dat er paal en perk moet
worden gesteld aan de bonuscultuur. Weg met de prestatiebeloning. Het ondergraaft de teamgeest. Medewerkers zijn
meer bezig met hun bonus dan met het organisatiebelang.
Toch wringt er iets. Want het omgekeerde van: ‘je krijgt waar
je voor betaalt’, klopt al evenzeer: ‘Als je niks betaalt, krijg je
ook niks’. Of met een subtiele, maar o zo belangrijke variatie:
‘Als je voor niks betaalt, krijg je ook niks’. Als medewerkers
een vast salaris krijgen zonder heldere prestatiedoelen dan
loopt een organisatie grote kans dat medewerkers er de kantjes vanaf gaan lopen.
In mijn loopbaan ben ik drie keer directeur geweest. In alle
drie de gevallen kreeg ik te maken met de discussie over prestatiebeloning. Mijn eerste directeursbaan was bij het Tinbergen Instituut. Dit instituut is verantwoordelijk voor de beoordeling van de onderzoekskwaliteit van de medewerkers aan
de economische faculteiten van drie universiteiten. Het viel
ons op dat er door Nederlandse economen weliswaar veel gepubliceerd werd, maar relatief weinig in de vijf tijdschriften
die er internationaal echt toe doen. Wij lieten publicaties in
Diegenen die minder goed passen bij de
gevraagde prestaties, zoeken ander werk
deze tijdschriften in het beoordelingssysteem daarom zwaarder wegen. Binnen een paar jaar nam het aantal publicaties
van Tinbergen-fellows in die tijdschriften scherp toe.
Mijn volgende directeursbaan was bij SEO Economisch Onderzoek, het onderzoeksbureau waar Barbara Baarsma nu directeur is. Na een forse interne discussie heeft SEO toen besloten om prestatiebeloning in te voeren. Ik hoor af en toe
nog wel eens wat. Het gaat de SEO zeer voor de wind. Ik vermoed dat weinig medewerkers terug willen naar de tijd van
voor de prestatiebeloning. Daarmee raken we aan een belangrijk punt: prestatiebeloning leidt tot een ander personeelsbestand. Diegenen die minder goed passen bij de gevraagde prestaties (bijvoorbeeld omdat ze andere aspecten
van het werk belangrijker vinden) zoeken ander werk. Nieuwe medewerkers komen, die het leveren van dat soort prestaties juist een sport vinden.
Mijn derde directeursfunctie was die bij het CPB. Toen ik
kwam, had het CPB had een uitgebreid systeem van prestatiebeloning. Binnen de overheid is dat geen sinecure. Hoe meet
je prestaties? Hoe voorkom je vriendjespolitiek? Hoe zorg je
voor een geloofwaardige beoordeling? Als al die zaken niet
goed geregeld zijn, werkt prestatiebeloning juist negatief.
Mensen krijgen het gevoel dat die prestatiebeloning weinig
met hun prestaties van doen heeft. Kortom: de geloofwaardigheid van het systeem is cruciaal. Het systeem werkte goed.
Tot de bankencrisis, want toen had de politiek ineens bedacht dat bonussen slecht waren en dus binnen de overheid
moesten worden ingeperkt. Van de ene op de andere dag.
CPB’ers zijn vast hard blijven werken, met hart voor de zaak. .
Maar ze hebben ongetwijfeld bedacht dat voor politici de politieke wind belangrijker is dan de geloofwaardigheid van
prestatiebeloning, en dus de prestaties van hun ambtenaren.
Kortom: ‘je krijgt waar je voor betaalt’. Wie voor het verkeerde betaalt, krijgt dat ook. Prestatiebeloning vraagt dus om
zorgvuldig nadenken: wat wil je bereiken? En wat juist niet.
Het is echter geen reden om dan maar van bonussen af te
zien. Want wie voor niks betaalt, krijgt ook niks.
C oen Teuling s is hoogleraar econom ie aan de Universiteit
van Cam bridge en van Am sterdam (C N Teulings@ uva nl)
Download