te snel werkende schildklier

advertisement
T E SNEL WERKENDE
SCHILDKLIER
HYPERTHYREOÏDIE
- Patiëntinformatie -
Hyperthyreoïdie is de naam voor de aandoening waarbij de
schildklier te veel schildklierhormoon produceert. Dit is in het bloed
vast te stellen. De schildklier produceert 2 hormonen die we
gemakshalve T4 en T3 noemen. Bij hyperthyreoïdie is de T4 spiegel
verhoogd. De TSH-waarde is verlaagd (TSH is een hormoon van de
hypofyse, een aanhangsel van de hersenen, dat de schildklier
stimuleert).
Veel voorkomende oorzaken van hyperthyreoïdie zijn:
1. de ziekte van Graves (-Basedow), een auto-immuunziekte
2. het toxisch multinodulaire struma
3. het toxische adenoom.
Zeldzamere oorzaken zijn:
4. beschadiging van schildklierweefsel door een ontsteking
(thryreoïditis)
5. overdreven Jodiuminname
Klachten van hyperthyreoïdie
De klachten die door het teveel aan schildklierhormoon worden
veroorzaakt, zijn zeer divers. De ene persoon kan een groter
aantal klachten hebben dan de ander. Veel voorkomende
klachten en verschijnselen zijn:
- Hartkloppingen (tachycardie).
- Gewichtsverlies ondanks toegenomen eetlust (maar in
enkele gevallen gewichtstoename)
- Vermoeidheid
- Kortademigheid bij inspanning
- Snelle polsslag
- Soms onregelmatige, snelle hartslag (boezemfladderen of
voorkamerfibrillatie)
1
- Vergroting van de schildklier (struma)
- Last van warmte (overmatig transpireren), voorkeur voor
koude
- Warme, vochtige handen
- Trillende handen en vingers
- Zenuwachtigheid en gejaagdheid
- Spierzwakte (krachtsverlies in de spieren
- Menstruatiestoornissen
- Darmklachten, diarree of vaker ontlasting
- Snelle geïrriteerdheid, angst, andere psychische klachten
- Oogklachten (bij de ziekte van Graves, zie later)
Onderzoek en diagnose
De diagnose wordt gesteld door een bloedafname ( TSH-waarde is
verlaagd en de schildklierhormonen, de vrije T4- en de vrije T3waarden zijn verhoogd en worden bepaald om de ernst van de
hyperthyreoïdie vast te stellen). Vaak zal ook bepaald worden of er
antistoffen in het bloed aanwezig zijn die tegen het eigen
schildklierweefsel zijn gericht (autoantistoffen).
Er wordt onderzocht aan welke vorm van hyperthyreoïdie iemand
lijdt. Dit is van belang omdat de behandeling afhangt van de oorzaak
van de hyperthyreoïdie. Meestal wordt daartoe een isotopenscan
van de schildklier genomen; hierbij wordt een afbeelding van de
schildklier gemaakt met behulp van een geringe hoeveelheid per
injectie toegediend radioactief materiaal. Aan de hand van alle
bevindingen zal de behandeling worden uitgestippeld.
Hyperthyreoidie kan men op drie manieren behandelen:
1. Met medicatie die de schildklier remt
2. Met radioactief jodium
3. Met een operatie.
2
De daadwerkelijke behandeling is afhankelijk van de onderliggende
oorzaak van de hyperthyreoïdie.
De ziekte van graves
De Engelse arts Graves (‘greefs’ uitgesproken) heeft in 1835 deze
schildklierstoornis voor het eerst vastgesteld. De ziekte is de meest
voorkomende oorzaak voor hyperthyreoïdie. Ze komt voor bij 1 op de
35 vrouwen en bij 1 op de 125 mannen. De aandoening openbaart
zich vooral in de leeftijd tussen 25-50 jaar.
De ziekte van Graves is een zogenaamde auto-immuunziekte. Ze
ontstaat doordat antistoffen in het lichaam worden gemaakt, die zijn
gericht tégen de TSH-receptor. De antistoffen worden gemaakt door
het afweerapparaat (het immunologisch systeem), en stimuleren de
schildklier om extra schildklierhormoon te maken.
Soms komt de ziekte van Graves voor in combinatie met een
oogziekte (Graves' oftalmopathie).
Toxisch multinodulair struma of goiter (ziekte van
plummer)
Goedaardige knobbels in de schildlier doen de schildklier over
verloop van jaren vergroten. Deze knobbels ontwikkelen op den duur
een steeds grotere activiteit: ze gaan meer en meer
schildklierhormoon produceren. Dit resulteert uiteindelijk in een
hyperthyreoïdie.
Toxisch adenoom
Wanneer slechts één knobbel overactief is, wordt gesproken van een
toxische nodulus of toxisch adenoom.
Thyroiditis
3
Bij een ontsteking van de schildklier komt veel van het in de
schildklier opgeslagen schildklierhormoon vrij in het bloed. Een
virusontsteking van de schildklier (ziekte van De Quervain) is de
voornaamste oorzaak. De schildklier is wat vergroot en pijnlijk; er kan
koorts optreden. Soms treedt blijvende hypothyreoïdie op.
Er bestaat ook een silent thyroiditis; zoals de naam al doet
vermoeden, voelt de patiënt niets van de ‘ontsteking’ van de
schildklier. Dit treedt vaak op na een bevalling.
Overdreven jodiuminname
Door een te grote inname van Jodium, bv. door Cordaronetabletten,
door de inname van Jodium via voedingssupplementen of vitamines
of door het gebruik van Isobetadine kan de schildklier te hard
beginnen werken.
De behandeling van hyperthyreoïdie
Medicatie
Doorgaans wordt eerst getracht de te snelle schildklierwerking met
medicijnen te behandelen. Deze behandeling kan op twee manieren
geschieden:
a. Met een lage dosering tabletten, waardoor de te snelle werking
onderdrukt wordt.
b. Met een hoge dosering tabletten, waardoor de schildklier volledig
geblokkeerd wordt, later aangevuld door schildklierhormoon in
tabletvorm.
Deze laatste behandeling geniet de voorkeur, omdat de aandoening
beter en stabieler te behandelen is. De combinatietherapie voorkomt
te grote schommelingen in de schildklierhormoonspiegel. Indien
daarbij geen schildklierhormoon zou worden voorgeschreven, zou
een tekort aan schildklierhormoon ontstaan.
4
De dosering van de medicijnen hangt af van de ernst van de
hyperthyreoïdie. In het begin wordt soms ook een bètablokker
(propranolol = INDERAL®) bijgegeven om de klachten in de eerste
weken wat te onderdrukken. De klassieke dosering van
schildklierremmende tabletten is methimazol (Strumazol®) 3 x 10
mg., of propylthiouracil (2 x 150 mg).
Dosering schildklierhormoon: 50 à 150 microgram per dag, 's
morgens een half uur vóór het ontbijt in te nemen (merknamen Lthyroxine®, Euthyrox®).
Bijwerkingen van de schildklierremmende middelen komen voor bij
1-5% van de behandelde patiënten. Vooral in de eerste drie maanden
is er een kleine kans op een allergische reactie, leidend tot
huiduitslag, of soms tot bloedafwijkingen (daling van de witte
bloedcellen). Hierbij wordt de behandeling direct gestaakt. Wanneer
symptomen als koorts en keelpijn optreden dient men onmiddellijk
contact op te nemen met de huisarts om de witte bloedcellen te
bepalen.
Bij de ziekte van Graves wordt deze vorm van behandeling doorgaans
gedurende 1 jaar volgehouden. Dan wordt de medicatie gestopt om
vast te stellen of de schildklier weer normaal functioneert. Het blijkt
dat na zo’n kuur 70% van de patiënten is genezen. Hoe hoger de
schildklierhormoonspiegel bij het stellen van de diagnose, of hoe
groter de schildklier, des te kleiner de kans is op blijvende genezing
door medicamenteuze behandeling. Roken verhoogt de kans dat de
ziekte niet geneest.
Komt de te snelle werking na staken van de medicijnen weer terug,
dan wordt aangenomen dat met medicijnen geen blijvend resultaat
kan worden behaald, en is het zinvol te kiezen voor een behandeling
met radioactief jodium of voor een operatie. Overigens kan men,
indien gewenst, ook direct na het stellen van de diagnose
5
hyperthyreoïdie, behandelen met radioactief jodium. Hie wordt vaak
voor gekozen bij iemand ouder dan 40 jaar.
Tabletten die de schildklierwerking remmen, geven geen genezing bij
een multinodulair struma of een toxisch adenoom. Zij kunnen slechts
de schildklierhormoonspiegel normaliseren, wanneer zij continu, en
dus levenslang worden ingenomen. Omdat deze tabletten op den
duur ongewenste bijwerkingen kunnen veroorzaken, is in die situatie
een behandeling met radioactief jodium eigenlijk een betere keuze.
Alleen indien er sprake is van een zeer groot struma of klachten van
benauwdheid door druk van het struma op de luchtpijp, zal eerder
een operatie worden overwogen.
Radioactief jodium
Deze behandeling wordt sedert 40 jaar toegepast. Het radioactief
jodium vernietigt een deel van de schildklier, maar brengt geen
schade toe aan het lichaam. Alleen bij zwangerschap kan er niet
behandeld worden met radioactief jodium.
Het is mogelijk dat er te veel of te weinig schildklierweefsel wordt
vernietigd. Niet iedereen reageert hetzelfde. Vier weken voor de
dosisbepaling moet het innemen van schildklierhormoon worden
gestaakt; 3 tot 7 dagen ervoor worden de schildklierremmende
medicijnen gestopt.
Na de behandeling moet men gedurende één week een aantal
leefregels in acht nemen, omdat er altijd nog een kleine
resthoeveelheid radioactiviteit in het lichaam aanwezig is. Men
neemt geen kleine kinderen op schoot of op de arm. Vrouwen die
kinderen willen, wordt aangeraden voorzorgsmaatregelen te treffen
zodat zij het eerste jaar na de behandeling niet zwanger kunnen
worden.
6
Na de radioactieve behandeling neemt men nog meestal gedurende
enkele maanden schildklierremmende middelen in, omdat het
radioactief jodium heel langzaam werkt en het eindresultaat pas na
ongeveer 3 à 6 maanden te verwachten is.
Indien nodig, kan de behandeling met radioactief jodium enkele
malen worden herhaald. Men dient er rekening mee te houden dat
op den duur de helft van de mensen een te langzaam werkende
schildklier ontwikkelt, een verandering die eenvoudig met
schildklierhormoontabletten (die hebben geen nevenwerkingen
gezien het een natuurlijk product is) kan worden ondersteund.
Operatie
Bij de operatie wordt ruim 90% van de te snel werkende schildklier
verwijderd. De te snelle werking wordt dan direct teruggebracht naar
normaal. Er kan zich vanzelfsprekend een situatie ontwikkelen,
waarbij de rest van de schildklier niet meer voldoende
schildklierhormoon kan maken, en een zogenaamde hypothyreoïdie
ontstaat.
De complicaties van een operatie zijn gelukkig gering. Sporadisch kan
beschadiging van de stembandzenuw (1 %), of vermindering van de
functie van de bijschildklieren optreden. De operatie duurt
gemiddeld 1-2 uur en de opnameduur in het ziekenhuis is gemiddeld
3 dagen. In de dagen na de operatie zal het kalkgehalte van het bloed
worden
gecontroleerd
(de
bijschildklieren
regelen
de
kalkhuishouding in het lichaam, en wanneer die niet meer
functioneren, zal deze calciumspiegel dalen).
Besluit
De schildklier bepaalt hoofdzakelijk hoeveel energie uw lichaam
verbruikt. Als de schildklier niet goed of te hard werkt, kan dat uw
7
levenskwaliteit
aantasten.
Gelukkig
zijn
de
meeste
schildklierproblemen goed op te lossen. Een levenslange opvolging
van het schildklierprobleem is meestal wenselijk.
8
Notities
..............................................................................................................
..............................................................................................................
..............................................................................................................
..............................................................................................................
..............................................................................................................
..............................................................................................................
..............................................................................................................
..............................................................................................................
..............................................................................................................
..............................................................................................................
..............................................................................................................
..............................................................................................................
..............................................................................................................
..............................................................................................................
..............................................................................................................
..............................................................................................................
..............................................................................................................
..............................................................................................................
..............................................................................................................
..............................................................................................................
..............................................................................................................
..............................................................................................................
..............................................................................................................
..............................................................................................................
..............................................................................................................
..............................................................................................................
..............................................................................................................
..............................................................................................................
..............................................................................................................
..............................................................................................................
..............................................................................................................
..............................................................................................................
..............................................................................................................
9
Voor meer info raadpleeg:
Dr. Wim Maes
Endocrinoloog
AZO/END/176
V1.0
T 055 33 61 11
Voor afspraken:
T 055 33 66 38
Download