Schepping en Evolutie Concepten Deel 3 Vrijdag ochtend Zomerschool 2010 Evolutie in de Bahá’í geschriften Concepten in Bahá’í geschriften (1) • Organismen zijn voortdurend aan het veranderen en evolueren en deze evolutie heeft een duidelijke richting en een duidelijke doel namelijk de vervolmaking van de soort. • De mens is geleidelijk geëvolueerd in de loop van miljoenen jaren. Hij heeft echter in potentie altijd bestaan. • De wereld van bestaan heeft altijd bestaan en zal altijd blijven bestaan, echter niet in de vorm die we nu kennen. • Ondanks het feit dat de wereld van het bestaan geen begin heeft, heeft zij wel degelijk een oorzaak. Zomerschool 2010 Evolutie in de Bahá’í geschriften Concepten in Bahá’í geschriften (2) • De wereld van het bestaan ontstond door de oerknal: de hitte die werd voortgebracht door de wisselwerking tussen de actieve kracht en de ontvanger ervan. • Deze beiden werden geschapen (verwekt) door de scheppende kracht van het Woord van God. • Het Woord van God is geen lettergreep of geluid: het is Gods aldoordringende genade waaruit alle genade voorkomt die voordurend aanwezig is en nooit zal worden onthouden aan de wereld van bestaan. • De schepping is niet een eenmalige gebeurtenis in de geschiedenis geweest. De schepping is een voortdurend proces, zonder begin en zonder einde. • De schepping vindt plaats door middel van emanatie. Zoals een schrijver een boek schrijft. Zomerschool 2010 Evolutie in de Bahá’í geschriften Concepten in Bahá’í geschriften (3) • God schenkt leven aan alle schepselen gelijk de zon die zijn licht en warmte over de gehele aarde uitstraalt. Dit is levenskracht. • Deze levenskracht is de geest. De geest emaneert uit God zoals de zonnestralen afkomstig zijn van de zon. Ieder schepsel gebruikt echter een deel van deze levenskracht afhankelijk van zijn capaciteit en volmaaktheid. • Naarmate de soort zich verder ontwikkelt, is het lichaam complexer, verder ontwikkeld en in staat deze levenskracht beter te gebruiken. Terwijl deze levenskracht een en dezelfde is voor alle schepselen en in alle tijdperken. • De menselijke ziel is de verpersoonlijking van de geest door diens verbinding met het menselijk lichaam bij de conceptie. • Natuur is de uitdrukking van de eerste Wil van God en evolutie is het instrument voor de voortdurende schepping. Zomerschool 2010 Evolutie in de Bahá’í geschriften De wereld van bestaan is geschapen door het Woord van God Al hetgeen de scheppende invloed overbrengt en al hetgeen de impuls ervan ontvangt, wordt werkelijk geschapen door het onweerstaanbare Woord van God, dat de Oorzaak is van de gehele schepping, terwijl al het andere buiten Zijn Woord slechts de schepselen en de resultaten daarvan zijn …. Iedere ding moet noodzakelijk een oorsprong hebben en ieder gebouw een bouwer. Waarlijk, het Woord van God is de oorzaak die aan de vergankelijke wereld vooraf is gegaan. (Tafel van wijsheid, Tafelen van Bahá’u’lláh p. 116 en 117) Zomerschool 2010 Evolutie in de Bahá’í geschriften Wat is het Woord van God Weet waarlijk dat het Woord van God – verheven zij Zijn glorie – hoger en voortreffelijker is dan wat de zintuigen kunnen waarnemen, want het is geheiligd van welke eigenschap of vorm dan ook. Het stijgt uit boven de beperkingen van bekende elementen en is verheven boven alle noodzakelijke en erkende stoffen. Het werd zichtbaar zonder enige lettergreep of geluid en is niets anders dan het Gebod van God dat al het geschapene doordringt. Het is nooit onthouden aan de wereld van bestaan. Het is Gods aldoordringende genade, waaruit alle genade voortkomt. Het is een entiteit die verheven is boven alles dat is geweest en zal zijn. (Tafel van wijsheid, Tafelen van Bahá’u’lláh p. 117) Zomerschool 2010 Evolutie in de Bahá’í geschriften Het Woord van God is: • Gods aldoordringende genade waaruit alle genade voorkomt • Deze genade is nooit onthouden aan de wereld van bestaan • Het Gebod van God dat al het geschapene doordringt. • Geen lettergreep of geluid • Een entiteit die verheven is boven alles dat is geweest en zal zijn. • Geheiligd van alle eigenschap of vorm • Niet waarneembaar voor zintuigen Zomerschool 2010 Evolutie in de Bahá’í geschriften De schepping is voortdurend Waarlijk, het Woord van God is de oorzaak die aan de vergankelijke wereld vooraf is gegaan – een wereld die is getooid met de schitterende pracht van de Aloude der Dagen, en toch voortdurend wordt vernieuwd en herschapen. Onmetelijk verheven is de God van Wijsheid Die dit sublieme bouwerk heeft opgericht. (Tafel van wijsheid, Tafelen van Bahá’u’lláh p. 117) Zomerschool 2010 Evolutie in de Bahá’í geschriften Vraag 4 • Hoe zit het dan met het scheppingsverhaal in de Bijbel? Zomerschool 2010 Evolutie in de Bahá’í geschriften Voortdurende scheppingsproces Mozes leerde dat de wereld tot stand is gekomen in zes scheppingsdagen. Dit is een allegorie, een symbolische vorm van de aloude waarheid dat de wereld geleidelijk is geëvolueerd. God liet de wereld niet in een keer tot stand komen, maar de goddelijke levensadem manifesteerde zich in het bevelende Woord Gods, Logos, waardoor de wereld verwekt werd. Zo hebben wij een voortschrijdend scheppingsproces, en niet een eenmalig gebeuren. Mozes' scheppingsdagen vertegenwoordigen tijdsspannen van miljoenen jaren. `Abdu’l-Bahá (geciteerd in Science and Religion) Zomerschool 2010 Evolutie in de Bahá’í geschriften De schepping emaneert uit God en is geen incarnatie van God `Abdu’l-Bahá legt uit (Beantwoorde vragen): • De schepping emaneert uit God (wordt tot stand gebracht door God) • De schepping is geen incarnatie (belichaming) van God. • De schepping is dus geen deel van God. • Voorbeelden van emanatie: – Een boek emaneert uit zijn auteur. Geen deel van de auteur is te vinden in het boek. – Zonnestralen emaneren uit de zon. • Voorbeelden van incarnatie: – Een zaad incarneert zichzelf in de boom, zijn takken en vruchten. De boom incarneert uit het zaad en het zaad is dus een boom geworden. Zomerschool 2010 Evolutie in de Bahá’í geschriften Terug naar Vraag 1 • Hoe kan de mens in potentie altijd hebben bestaan, terwijl hij fysiek nog niet bestond? • Denk aan emanatie! Zomerschool 2010 Evolutie in de Bahá’í geschriften Evolutie is het instrument voor de voortdurende schepping Zeg: de natuur is in essentie de belichaming van Mijn Naam, de Maker, de Schepper. Wat zichtbaar is loopt om verschillende redenen uiteen en in deze verscheidenheid bevinden zich tekenen voor mensen met inzicht. De natuur is Gods Wil en is de uitdrukking ervan in en door de vergankelijke wereld. Ze is een beschikking van de Voorzienigheid die is verordend door de Bestierder, de Alwijze. Zou iemand van mening zijn dat ze de Wil van God is, zoals die zich manifesteert in de bestaanswereld, dan zou niemand deze bewering in twijfel moeten trekken. Ze is begiftigd met een vermogen waarvan geleerden de realiteit niet kunnen bevatten. Werkelijk, een mens met inzicht kan er niets anders in waarnemen dan de schitterende pracht van Onze Naam, de Schepper. (Tafel van wijsheid, Tafelen van Bahá’u’lláh p. 118) Zomerschool 2010 Evolutie in de Bahá’í geschriften Natuurwetten zijn de eerste schepping van God Adib Taherzadeh (The Revelation of Bahá’u’llah Vol.4): • Natuur is het instrument van de voortdurende schepping • Natuur kan worden beschouwd als de uitdrukking van de “Primaire Wil van God”. `Abdu’l-Bahá (Beantwoorde Vragen, hoofdstuk 53): Het eerste wat uit God emaneerde is die universele werkelijkheid die de filosofen uit de Oudheid de 'Eerste Geest' noemden en die het volk van Bahá de 'Eerste Wil' noemt. Deze emanatie is, wat betreft haar werking in Gods wereld, niet door tijd of plaats begrensd, zij is zonder begin of einde. Zomerschool 2010 Evolutie in de Bahá’í geschriften