Van een Bahá'í. (Jan) Beeld van God :> Leiding van God Veel overeenkomst met de Islam. Drijfveer om beeld te vormen. We leren: "De eer van de mens ligt in het verwerven van de kennis van God; zijn geluk komt van de liefde van God; zijn vreugde ligt in de blijde tijding van God; zijn grootheid is afhankelijk van zijn dienstbaarheid aan God." (Compilaties, Het Baha'i Leven - compilatie) "Het begin aller dingen is de kennis van God, en het einde aller dingen is nauwgezette naleving van al hetgeen is neergezonden uit de hoogste hemel van de goddelijke Wil, welke alles wat in de hemelen en alles wat op aarde is, doordringt." (Baha'u'llah, Bloemlezing uit de Geschriften van Baha'u'llah, p. 8) Ons beeld van God is beperkt door onze beperkingen. Zelfs de voorstellingen van de vroomsten onder de mystici zijn het resultaat van de begrensde geest der mensen en worden bepaald door hun beperkingen. Zelfs de Profeten hebben Zijn onverbiddelijke stem gehoord: "Gij zult Mij nimmer aanschouwen!", en ook: "Mijn Essentie zult gij nimmer begrijpen!" Hij bleef altijd verborgen in de onuitsprekelijke heiligheid van Zijn verheven Zelf en zal eeuwigdurend gehuld blijven in het ondoorgrondelijke mysterie van Zijn onkenbaar Wezen. Iedere poging om zich een begrip te vormen van Zijn ongenaakbare Werkelijkheid is op volslagen verbijstering uitgelopen, en is tot vertwijfeling en mislukking gedoemd. (Baha'u'llah, Bloemlezing uit de Geschriften van Baha'u'llah, p. 42), vereenvoudigd God is liefde: De antwoorden op alle vragen die in deze tijd kunnen opkomen, zijn door de Meest recente Manifestatie geopenbaard. We hoeven slechts zonder voorbehoud de antwoorden in Zijn geschriften te zoeken. God is: "u nader dan uw levensader". Het mensdom is, zoals Bahá'u'lláh het beschrijft, de speerpunt van de evolutie, en heeft in het menselijk bewustzijn latent alle eigenschappen in zich van een Opperwezen wiens essentie voor immer onkenbaar is. (Wie zichzelf kent, kent God?!) Ik persoonlijk (Jan) denk dat God de “Veroorzaker”van alle bestaan is, en dat Hij in het bestaan alle mogelijkheden gelegd heeft. Wat wij van Hem kunnen weten komt uit de twee “Boeken van Openbaring”: Zijn Woord - Uitgesproken en voorgeleefd door Zijn Manifestaties, die slechts vertellen wat wij in de komende periode kunnen bevatten en nodig hebben. De Natuur Waarmee Hij Zijn grootheid en volmaaktheid toont. Alle wetenschappers bij elkaar zijn niet bij machte meer dan slechts een glimp ervan te herkennen, van sterrenstelsels tot DNA, van groeisystemen tot het gebruik van gezond verstand. Kennis van God zoeken is trachten God te naderen. Ons verplicht gebed begint met: “Ik getuig, o mijn God, dat Gij mij hebt geschapen om U te kennen en te aanbidden… De kennis van de Werkelijkheid van de Godheid is onmogelijk en onbereikbaar, maar de kennis van de Manifestaties van God is de kennis van God, want de milddadigheden, luister en goddelijke hoedanigheden verschijnen in Hen. Daarom zal de mens, als hij tot de kennis komt van de Manifestaties van God, tot de kennis van God komen en indien hij geen acht slaat op de kennis van de heilige Manifestatie zal hij verstoken zijn van de kennis van God. Het is dan vastgesteld en bewezen dat de heilige Manifestaties het middelpunt zijn van milddadigheid, tekenen en volmaaktheden Gods. Gezegend zijn degenen die het licht van de goddelijke milddadigheden ontvangen uit de verlichte Dageraadspunten! Wij hopen dat de vrienden van God als een magneet deze milddadigheden uit de bron zelf zullen putten en dat zij met zúlk licht en zúlke tekenen zullen opstaan dat zij duidelijke bewijzen zijn van de Zon van Werkelijkheid. (Abdu'l-Baha, Beantwoorde Vragen) De verborgen geheimen van de toekomst werden aan de Profeten onthuld en zo raakten zij bekend met de toekomstige gebeurtenissen, welke zij aankondigden. Deze kennis en deze profetieën waren niet de oorzaak van de gebeurtenissen. Iedereen weet bijvoorbeeld dat vannacht over zeven uur de zon opkomt, maar deze algemene voorkennis veroorzaakt het opkomen en verschijnen van de zon niet. Door de kennis van God in het rijk der vergankelijkheid krijgen de dingen dan ook geen vorm, integendeel, deze kennis is gezuiverd van verleden, heden en toekomst. Zij is gelijk aan de werkelijkheid der dingen en er niet de oorzaak van dat ze gebeuren. (Abdu'l-Baha, Beantwoorde Vragen) Terwijl de Manifestaties de namen en hoedanigheden van God onthullen en door Hen de mensheid toegang heeft tot de kennis van God en Zijn Openbaring, verklaart Shoghi Effendi dat de Manifestaties •nooit • geïdentificeerd moeten worden met die onzichtbare Werkelijkheid, de Essentie van Goddelijkheid zelf.• Met betrekking tot Bahá'u'lláh schreef de Behoeder dat de 'menselijke tempel die het voertuig is geweest van een zo overweldigende Openbaring' niet geïdentificeerd moet worden met de 'Werkelijkheid' van God. (Baha'u'llah, De Kitab-i-Aqdas) DOEL van ons leven. Het ware doel van de talloze tijdperken van ontwikkeling is, een wezen voort te brengen en te ontwikkelen dat in staat is 'het beeld van God' te weerspiegelen. Het hoogste doel van de schepping bestond zeker niet uit de ontwikkeling van een lichamelijk volmaakt wezen met de mens als hoogtepunt. Het ware doel van de schepping is een kanaal voor de 'geest' te ontwikkelen. De mens vertegenwoordigt het eindpunt van een lichamelijke en het begin van een geestelijke ontwikkeling. Dit wordt uitvoeriger verklaard in het boekje 'The Wine of Astonishment'. (William Sears, Dief in de Nacht) Gods Manifestaties brengen opvoedende Boodschappen. Zij spreken de taal die de mensen van dat moment verstaan en nodig hebben: Mozes: Volk in benarde (slaven) positie. Volg Mij naar vrijheid en ontvang manna en een nieuw eigen land. Jezus: Onderdrukten en onderdrukkers moeten vrienden worden: zachtmoedige geest, onderlinge liefde. Joden en Romeinen konden alleen met die nieuwe geest vrienden worden. Mohammed: Ruw en verdeeld volk. Harde wetten en regels om tot grotere eenheid en daarmee welvaart te komen. Bahá'u'lláh: Een verdeelde, onrechtvaardige wereld. Ontvangt het vermogen om zowel wetenschappelijk als geestelijk te ontwikkelen, als afsluiting van het Tijdperk van Adam. De geestelijk nieuwe mens gaat daarmee een nieuw tijdperk binnen, zonder oorlogen, maar met nieuwe uitdagingen. TOEKOMSTBEELD "De wereld zal vol zijn van wetenschap, van de kennis van de werkelijkheid der mysteriën van wezens en van de kennis van God." "Overweeg nu, welke vooruitgang, in deze grote eeuw die de cyclus is van Bahá'u'lláh, wetenschap en kennis hebben geboekt, hoeveel geheimen van het bestaan er zijn ontdekt, hoeveel grote uitvindingen aan het licht zijn gebracht en van dag tot dag in aantal toenemen. Weldra zullen zowel in kennis en wetenschap der materie, als in de kennis van God zulke vorderingen worden gemaakt, en zullen hierin zulke wonderen te zien zijn dat de toeschouwers verbaasd zullen staan. Dan zal het mysterie in dit vers van Jesaja: "Want de aarde zal vol zijn van kennis des Heren," volkomen zonneklaar zijn. Bedenk ook dat in de korte dat tijd sinds Bahá'u'lláh is verschenen, mensen van alle landen, natiën en rassen onder de schaduw van deze Zaak zijn gekomen. Christenen, Joden, Zoroastriërs, Boeddhisten, Hindoes en Perzen gaan allen in de grootste vriendschap en liefde met elkaar om, ja, alsof deze mensen, zij en de hunnen, al duizend jaar met elkaar verwant en verbonden zijn, want zij zijn als vader en kind, moeder en dochter, broer en zuster. Dit is één van de betekenissen van de kameraadschap tussen de wolf en het schaap, de panter en het bokje en de leeuw en het kalf. (Abdu'l-Bahá, Beantwoorde Vragen) Vraag: Wat is de Heilige Geest? Antwoord: De Heilige Geest is de milddadigheid van God en de lichtende stralen die uit de Manifestatie voortkomen ….. Abdu'l-Bahá Vraag: Wat kunnen mensen wel en de almachtige God niet? Hem dienen! *********