Henk Folkers, Maaike Harmsen, Almatine Leene en Maarten Verkerk (redactie) ZONEN & DOCHTERS PROFETEREN MANVROUW&KERK Handleiding voor de bespreking Over deze handleiding Bíj elk hoofdstuk zijn verschillende vragen geformuleerd en worden er een of meer stellingen gegeven die de bespreking kunnen stimuleren. Ook wordt er voor de bespreking soms aanvullende informatie aangereikt. Bij het ‘Voorwoord’ zijn een aantal algemene vragen geformuleerd. Het is goed om deze vragen op de eerste bijeenkomst te bespreken. Onze suggestie is om het Voorwoord en Hoofstuk 1 in één avond te behandelen. Elk hoofdstuk bevat waarschijnlijk genoeg bespreekpunten voor een avond. Inhoudelijk is het mogelijk om de volgende hoofdstukken te combineren: hoofdstuk 4 en 5, of hoofdstuk 5 en 6, en eventueel hoofdstuk 9 en 14. Ten slotte, alle suggesties, vragen en stellingen zijn bedoeld als ondersteuning, niet als een dwingend voorschrift!! Voorwoord Het is goed om met elkaar een open gesprek aan te gaan. Iedereen komt vanuit een andere situatie en heeft een ander leven. Het onderwerp kan moeilijk zijn vanwege verschillende redenen. Onder andere, omdat er (te) vaak vanuit is gegaan dat je principiële betrouwbaarheid af te meten is aan je standpunt over dit onderwerp. Dat kan heel pijnlijk zijn (geweest). Soms zijn mensen bang dat we ons op een hellend vlak bevinden: ‘…als we de vrouw in het ambt toelaten zullen we van het een in het ander rollen...’. Angst en pijn zijn ‘gesprekspartners’ die gezamenlijke gebed en studie moeilijk maken. Geef elkaar de ruimte. En geeft dit boek de ruimte… Onderwerpen voor een eerste gesprek: • Vertel elkaar wanneer en op welke manier het onderwerp ‘man-vrouw-kerk’ jouw aandacht vroeg. • Heb je een mening over dit thema? • Wat zijn voor jou de belangrijkste vragen als het gaat om de plaats van mannen en vrouwen in de kerk? • Wat wil je leren over dit onderwerp? • Wat heb jij (eerder) geleerd over de plaats van de vrouw in de kerk? • Zie je in je eigen gemeente veranderingen in de plaats van de vrouw in de kerk? Hoofdstuk 1: Uw zonen en dochters profeteren De discussie over de positie van vrouwen in de kerk is al decennia lang erg gevoelig. Het blijkt dat we allemaal willen luisteren naar wat de Bijbel zegt, maar het leidt tot verschillende conclusies. Dit hoofdstuk laat zien welke gevoeligheden en moeilijkheden er zijn rond dit onderwerp. Lezen: 1 Korintiërs 11:2-16. Vragen: • Wat vind je van de ‘sluiergedachte’ zoals verwoord op blz. 11? • Herken je ook de bezwaren tegen deze route? Op blz. 13 wordt deze route omschreven als ‘Eigenlijk voeren we praktisch in wat we bijbels niet willen onderbouwen.’ • Op dezelfde pagina lezen we dat meisjes ‘hun geestelijke verwachtingen met betrekking tot hun gaven, hun roeping in de kerk en hun relatie met God’ afstemmen op de huidige praktijk van de positie van de vrouw in de kerk. Herken je dat bij jezelf of bij anderen? Zijn hierin verschillen tussen generaties? • Wat vind je ervan als gezegd wordt ‘mannen zullen afhaken als vrouwen de ambten gaan vervullen’? Stellingen: • Meisjes krijgen over de plaats van vrouwen in de kerk en in de samenleving een dubbele boodschap: ‘In de kerk kun je geen ambt vervullen want leidinggeven hoort niet bij een vrouw. Maar in de samenleving kun je leidinggeven en mee verantwoordelijkheid te dragen als je daarvoor de capaciteiten hebt.’ • Het is voor de discussie niet relevant dat vrouwen in de samenleving wél in een leidinggevende positie kunnen functioneren, maar in de kerk niet. • Vrouwen krijgen twee boodschappen in de kerk: 1) Je mag alles in Christus: in Christus is elke gelovige: profeet, priester en koning. 2) Houd je een beetje in, je bent vrouw… Hoofdstuk 2: Zoals het ooit bedoeld was... In de discussie over de positie van man en vrouw in de kerk wordt vaak een beroep gedaan op de schepping. Ook in de Bijbel zelf komen we verwijzingen tegen naar de schepping. Ieder van ons, die verwijst naar de schepping, doet dat omdat we, ondanks onze zonde, willen leven naar Gods bedoeling. Daarom is het belangrijk om goed te lezen wat er staat in de bijbelgedeelten die gaan over de schepping. In de hoofdstukken 2 en 3 van dit boek ligt de nadruk op de schepping van de mens. De schepping van de mens als man en vrouw. Lezen: Genesis 1 en Psalm 8. Vragen: • Beeld van God zijn: we staan slechts in zijn schaduw. Wat vind je van deze gedachte? Herken je dat in je eigen leven? (kader ‘Verdieping’, blz. 17 en 18) • Ben je je ervan bewust welk beeld van God je hebt (blz. 21)? Probeer het eens voor jezelf in een paar trefwoorden op te schrijven en vergelijk die eens met elkaar. • Kunnen jullie die trefwoorden verbinden met bepaalde teksten? • Zie je jezelf als iemand die geschapen is naar het beeld van God? Kan je dat concreet maken? • Samenwerken in een gemengde groep gaat vaak beter dan in groepen met alleen mannen of met alleen vrouwen. Kun je dat begrijpen vanuit het beeld van God? Stellingen: • Sarah Sumner, een Amerikaanse theologe, zegt dat het voor vrouwen veel moeilijker is dan voor mannen om zichzelf te zien als beeld van God. De reden daarvoor is dat mannen in Christus een mannelijk voorbeeld hebben en dat de Bijbel meestal spreekt over God als Vader. • Alleen als mannen en vrouwen samenwerken, is de eenheid en diversiteit die hoort het beeld van God zijn, volledig zichtbaar. • Mannen en vrouw kunnen niet zonder elkaar omdat ze aan elkaar gegeven zijn. Hoofdstuk 3: De mens wordt man en vrouw Lezen: Genesis 2. Vragen: • Wat roept het woord scheppingsorde bij je op? Wat houdt het volgens jou in? • Is het woord ‘scheppingsorde’ een term die zo in de Bijbel terugkomt? • Weet je precies wanneer er in het scheppingsverhaal ‘mens’ staat en wanneer de naam ‘Adam’ wordt gebruikt? • Wat vind je van het citaat: ‘Adam wordt man in de schepping van de vrouw’? Lees de toelichting op blz. 29 en reageer erop. • Is het terecht om de metafoor ‘de man is het hoofd van zijn vrouw, en de vrouw is het lichaam van de man (Ef. 5:23)’ te gebruiken bij de uitleg van Genesis 2? • In het kader op blz. 33 wordt gesproken over de valkuil om woorden te gaan lezen als begrippen. Herken je dat en kun je er voorbeelden van geven? • Op blz. 36 en 37 wordt een stukje geschreven over de mannenbeweging. Hoe denk je hierover? Welk mensbeeld, man- of vrouwbeeld beeld zie je hierin terug. Stellingen: • De gedachte van een scheppingsorde, waarin man en vrouw een verschillende roeping hebben en daarom verschillende gaven, staat haaks op Genesis 2 (blz. 36). • In de discussie over man en vrouw in de kerk zijn we geneigd om bijbelse woorden direct met elkaar te verbinden, terwijl de Bijbel dat zelf niet doet, bijvoorbeeld de woorden ‘hoofd’ en ‘helper’. Hoofdstuk 4: Zondeval en vloek De bijbel leert ons dat er een breuk zit in de geschiedenis. Wij mensen wilden als God zijn. De mens (Adam en Eva) is in zonde gevallen. In dit hoofdstuk wordt onderzocht wat dit betekent. De gevolgen daarvan zijn nog steeds dagelijkse realiteit. Ook in de relaties tussen mannen en vrouwen. Als we zien, lezen, en horen wat er in de wereld – dichtbij en veraf – tussen mensen speelt, lijken goede relaties tussen mensen en goede huwelijken eerder uitzondering dan regel. Mishandeling, onderdrukking, verkrachting van vrouwen en kinderen; ze zijn aan de orde van de dag. Lezen: Genesis 3 en Romeinen 8:18-23. Vragen: • Wat zijn de gevolgen voor mannen en vrouwen van de zondeval? Wat staat hierover in Genesis 3? • Augustinus zei dat de vrouw niet geschapen was naar het beeld van God. Thomas van Aquino noemde de vrouw een mislukte man (blz. 51). Wat betekent het voor je als je deze dingen leest? • Vroeger werd wel gezegd dat Genesis 3 de man de opdracht geeft om over de vrouw te heersen. Wat vind je van die exegese? Zie ook hoofdstuk 5, kader ‘Stop en denk na’, blz. 68. • In dit boek wordt veel aandacht besteed aan de plaats van de man. Wat roepen de twee volgende zinnen bij je op (blz. 53): ‘Gaat het om de wens van vrouwen om toegelaten te worden tot het ambt of gaat het om de vraag waarom mannen het ambt gesloten houden voor de vrouw?’ • Wat vind je van de uitleg van Mary Steward over de typische zonden van man en vrouw (blz. 46, kader ‘Stop en denk na’). Is die zonde de reden dat vrouwen het moeilijk vinden om uit te komen voor hun standpunt dat ze in de kerken meer verantwoordelijkheid willen dragen? • Maken wij als christenen wel voldoende duidelijk hoe bijzonder God spreekt over de relatie man/vrouw? Hoe de schepping was en wat de zondeval betekent? Vertellen we hierover aan onze kinderen/jeugd, aan niet christenen? Bijvoorbeeld, als je als christen in contact komt met moslims, wat zijn dan, volgens jou, de belangrijke bijbelse gegevens die je met hen kunt bespreken? • Herken je de gevolgen van de zondeval ook in het denken en handelen van de kerk? In het verleden en in het heden? Stellingen: • Bilezikian zegt het treffend (blz. 46): ‘(…) de vrouw wil een maat maar krijgt een meester; ze wil een minnaar maar krijgt een heer; ze wil een echtgenoot en krijgt een hiërarch.’ • Vroeger werd de vrouw waarschijnlijk wel onderdrukt. Maar inmiddels is dat verleden tijd, nu kun je dat niet meer zo zeggen, zeker niet in de christelijke wereld. Hoofdstuk 5: De rechtspositie van vrouwen in de Bijbel In het Oude Testament komen de gevolgen van de vloek scherp naar voren. Ook in Israël hadden vrouwen een ondergeschikte positie. Dit hoofdstuk laat de sociale, juridische religieuze positie zien van de vrouw in het Oude en Nieuwe Testament en probeert een voorzichtig antwoord te geven op de vraag waarom God dit heeft toegestaan. Lezen: Deuteronomium 22:13-21; Exodus: 22:20-26. Dit zijn bijbelgedeelten waarin vrouwen een slechte positie hebben en een stukje waarin gesproken wordt over de zorg voor zwakkeren. Vragen: • Dit hoofdstuk over de rechtspositie van vrouwen in de Bijbel, met name die van vrouwen in het Oude Testament, kan als schokkend worden ervaren. Wat riep het lezen van dit hoofdstuk voor gedachten en gevoelens bij je op? Vertel dat aan elkaar. • Op blz. 70, paragraaf 11, lezen we: ‘De regels verschillende regels en voorschriften over de vrouwen zijn voor ons meer informatief dan normatief’. Ben je het daarmee eens? • Hoe kan het dat God via wetgeving en profetische uitspraken meeging met de achterstelling van vrouwen? • Als God zich in het Oude Testament aanpaste aan de toenmalige cultuur, wat betekent het dan voor de positie van de vrouw in de kerk in 2016? Stellingen: • ‘We leven in een onvolmaakte wereld en daarbinnen wijst God in die concrete situatie een weg waarbij Hij rekent met de hardheid van het hart’ (Calvijn). Kun je voorbeelden noemen uit je eigen leven of uit de geschiedenis van de kerk? • De houding van Christus is veel vernieuwender geweest dan wij ons voor kunnen stellen. Hoofdstuk 6: Jezus en vrouwen Zonder dat Jezus de maatschappelijke orde omvergooide, werd heel duidelijk dat hij anders omging met vrouwen en relaties tussen mannen en vrouwen, dan toen gebruikelijk was. Christus handelen was daarmee ook een correctie op de praktijken uit de oudtestamentische tijd Lezen: Matteüs 5:31-32 en 19:3-12. Dit gedeelte van het gesprek tussen Jezus en de discipelen gaat over echtscheiding. Vragen: • Welke redenen geeft Jezus om anders te handelen dan toen gebruikelijk was? En hoe doet Hij dat? • Zoek twee gelijkenissen met beelden uit een mannenleven en een vrouwenleven. Wat valt je op? • Zoek drie voorbeelden in de Bijbel waar Jezus de gewoonten van zijn tijd ten aanzien van vrouwen doorbreekt. Wat leren die gedeelten je? • Op blz. 83 wordt gezegd dat de term apostel en discipelen niet gereserveerd was voor de twaalf discipelen. Lees eens verder over de tijd dat Jezus op aarde was: Marcus 3:13-14. Welke opdracht krijgen de apostelen daar? In Lucas 10 stuurt Jezus tweeënzeventig leerlingen op reis. Welke opdracht krijgen zij? • In de tweede helft van het Nieuwe Testament wordt de term ‘apostel’ ruimer gebruikt. Lees Handelingen 14:4. Voor wie worden hier de term apostelen gebruikt? Lees verder ook Romeinen 16:7 en 1 Kor. 15:5-7. Voor wie worden de term apostel hier gebruikt? Met welke taak/opdracht waren deze mensen bezig? • In Jezus’ tijd, dankten de farizeeën God onder andere voor het feit dat ze niet geboren waren als vrouw. Dank je als vrouw God weleens dat Hij je als vrouw geschapen heeft? Stelling: • De vrouw hoort niet in het ambt, omdat de discipelen en de apostelen mannen waren. Hoofdstuk 7: Pinksteren, doop en profetie Pinksteren heeft de geschiedenis veranderd. De heilige Geest wordt uitgestort over iedereen, mannen en vrouwen. Een gebeurtenis die al was voorspeld door Joël. Na Pinksteren worden zowel mannen als vrouwen gedoopt als teken van het verbond. Een duidelijke breuk met het verleden. De gaven van de Geest worden aan mannen en vrouwen uitgedeeld (zie ook Rom. 12 en 1 Kor. 12). In dit hoofdstuk wordt aan de hand van het bijbelboek Handelingen aan dit bijzondere werk van de Heilige Geest veel aandacht besteed evenals aan de betekenis hiervan voor vandaag. Lezen: Handelingen 2 en Joël 3. Vragen: • Na Pinksteren is er een nieuwe tijd, een nieuw verbond door de komst van de Geest. Het onderscheid tussen man/vrouw, slaaf/vrije, jongere/oudere valt weg en iedereen zal gaan profeteren. Wat zou dit voor ons betekenen? • Bespreek met elkaar wat jullie verstaan onder profeteren (zie ook blz. 89). • Profeteer jezelf ook? Zien jullie het terug bij je zonen en dochters? • Wat heeft het voor gevolgen als we in de kerk alleen mannen horen preken? Denk aan tekstkeuze, uitleg, praktische toepassingen enzovoorts. • Wat denk je van het stukje ‘Stop en denk na’ op blz. 85? Worden vrouwen op afstand geplaatst? • Wat betekent het voor ons dat Petrus zegt dat de profetie van Joël is vervuld? Stelling: • Het is opvallend dat er nauwelijks gepreekt wordt over de betekenis van het feit dat in het nieuwe testament vrouwen en mannen gedoopt worden. Hoofdstuk 8: Hoe spreekt de Bijbel over ambten? Het woord ‘ambt komt in de Bijbel zelf niet voor en ‘dit begrip is ook niet even duidelijk. Dat maakt de discussie over vrouw en ambt vaak ingewikkeld. Doel van dit hoofdstuk is om na te denken over het begrip ‘ambt’. Wanneer spreken we van een ambt? Wat zijn de kernmerken? Een rondgang door het Oude en Nieuwe Testament laat zien wat er veranderd is met de komst van Christus. Juist bij de toedeling van gaven wordt er geen verschil gemaakt tussen man en vrouw. Ook als het gaat om officiële functies en ambtelijke taken komen we in het Nieuwe Testament steeds vrouwen tegen. Lezen: Romeinen 12:4-8 en Efeze 4:7-13. Vragen: • Wat zijn volgens jou de kenmerken van het ambt voordat je dit hoofdstuk las? • Ben je het eens met de kenmerken dit in dit hoofdstuk worden genoemd? • Welke gevolgen heeft dit voor jouw visie op vrouwelijke ambtsdragers? • Dit hoofdstuk gaat uitgebreid in op de betekenis van oudsten in het Oude Testament en het Nieuwe Testament. Vertel elkaar wat de belangrijkste eyeopeners voor jullie waren? • In hoeverre is het onderscheid tussen oudste en opziener van belang als het gaat om vrouw en ambt? • Er wordt vaak gezegd dat mannen leiding moeten geven in de kerk. Waar staat dat in het Nieuwe Testament? Stellingen: • Voordat we spreken over de vrouw in het ambt, hebben we eerst een discussie nodig over de ambten in de kerk. • In Paulus’ dagen hadden vrouwen meer mogelijkheden om binnen de eredienst te functioneren dan nu. • Er bestaat geen principieel verschil tussen een ambtsdrager die het Woord verkondigt en een niet-ambtsdrager die het Woord verkondigt. • Het uitoefenen van een ambt is een kwestie van macht en als een vrouw een kerkelijk ambt wil, is dat om meer macht te krijgen. • Tussen ambten en gaven blijkt weinig onderscheid te zijn. Daarom moet het hele ambtsbegrip op de helling evenals het drievoudig ambt zoals wij dat nu kennen. Hoofdstuk 9: Ambten in de kerk na de apostelen In dit hoofdstuk gaan we na hoe de ambtelijke structuur van de christelijke kerk zich heeft ontwikkeld in de tijd na de apostelen. De kernvraag is: welke gevolgen heeft deze ontwikkeling gehad voor het functioneren van vrouwen? Lezen: 1 Korinte 4:6-21. Vragen: • Wat betekent het voor jou dat de Bijbel geen duidelijke richtlijn geeft van over de organisatie van de kerk (blz. 112-113)? • In Korinte waren er echt leiderschapsproblemen. Dringt Paulus aan op een bepaalde organisatievorm voor de kerk om deze problemen het hoofd te bieden? Hoe spreekt Paulus over de oplossing van die problemen? • Het hoofdstuk vertelt dat na de apostelen, de apostolische vaders de leiders van de kerk werden. Daarna kwam de bisschop. Veel kerkelijke leidinggevende functies waren openbare functies waarvoor vrouwen niet in aanmerking kwamen. Waarom kwamen vrouwen niet in aanmerking voor die functies? • Wat was het oordeel van Calvijn over deze ontwikkeling? • Aanvankelijk was de bisschop eerste onder zijn gelijken. Al snel kwam de bisschop in gezag boven andere ambtsdragers te staan. Wat vind je hiervan? • In de kerk voor de Reformatie kreeg de sacramentsbediening door de kerk een belangrijke rol: de weg naar de verzoening liep via de sacramenten als doop, vormsel, biecht, en eucharistie (blz. 116 e.v.). Waarom is sacramentalisme niet goed? Zie ook het kader ‘In gesprek met ’op blz.116 en 117. • Vrouwen in Geneve speelden tijdens de Reformatie een belangrijke rol. Later verdween die rol voor vrouwen weer. Waarom gebeurde dit volgens de auteurs van dit hoofdstuk? • Met de Reformatie verdwijnt het onderscheid tussen clerus en lekenstand. In de Nederlandse Geloofsbelijdenis belijden we dat Jezus Christus de enige bisschop is van de kerk. In veel huidige protestantse kerken is de hoofdtaak van de predikant de prediking en het onderwijs. Niet alleen de kerkenraad, de hele gemeente heeft de roeping toe te zien op wat hij leert. Waarom is dit? • De opvattingen over vrouw en ambt in het verleden werden in hoge mate bepaald door de toenmalige cultuur Je ziet dus duidelijk de invloed van tijd, cultuur en omgeving. Wat zijn volgens jou daarvan de meest sprekende voorbeelden? Stellingen: • Het zit in onze menselijke natuur om te heersen in plaats van te dienen. Een kerkelijke organisatie die de ruimte geeft om te heersen is verkeerd bezig. • • Als vrouwen in naam van Christus bisschoppelijke taken behoren uit te oefenen, is het niet in te zien waarom zij van andere ambten uitgesloten worden (blz. 121). ‘Als mannen het laten afweten, mogen vrouwen preken naar behoren’ (Luther). Hoofdstuk 10: Als mannen gaan dienen… Doel van dit hoofdstuk is om te laten zien hoe Paulus de hoofd-lichaammetafoor – in die tijd een bekend hiërarchisch beeld – gebruikt om de verhouding tussen man en vrouw in het huwelijk een nieuwe inhoud te geven. Mannen worden opgeroepen zich over te geven/op te offeren voor hun vrouw. Een metafoor wordt gebruikt om een eigenschap van iets duidelijk te maken. In Efeze wordt het huwelijk beschreven als een mysterie. De metafoor ‘hoofd en lichaam’ maakt ons iets duidelijk van dat mysterie. Lezen: Efeze 5: 21-33 en 1 Korinte 12. Vragen: • Kun je meer metaforen uit de Bijbel noemen? • Wat is het verschil tussen een metafoor en een omschrijving of definitie? Denk bijvoorbeeld eens aan Jezus die zichzelf het ‘ware hemelse brood noemt’ noemt, en aan Johannes die zegt dat Jezus door God gestuurd is en degene is die Gods woorden spreekt (Joh. 6:48 en Joh. 3:33). • Wat is het verschil in betekenis bij de metafoor van Christus als hoofd van de hele schepping (Ef. 1:22) en de man als hoofd van zijn vrouw? Zie ook blz. 125. • Heeft de metafoor ‘hoofd’ in de Bijbel steeds dezelfde betekenis? • Hoe wordt de metafoor ‘hoofd-lichaam’ zichtbaar in het huwelijk? En in jouw huwelijk? • Hoe heb je het schema op blz. 131 ingevuld toen je dit hoofdstuk las? • Wat zijn voor jou de belangrijkste eyeopeners als het gaat om de betekenis van de begrippen ‘hoofd’ en ‘onderdanigheid’? • Wat is volgens jou de belangrijkste reden dat Paulus de hiërarchische structuren van zijn tijd niet expliciet heeft afgekeurd? • Wat is volgens jou de betekenis van Efeze 5 voor de vragen rond vrouw en ambt? • Wat betekent dit gedeelte voor (niet) meer getrouwde mannen en vrouwen? Stelling: • Als je ‘hoofd’ uit Efeze 5 uitlegt als ‘de baas zijn en/of degene die de uiteindelijke beslissingen neemt’, mis je de essentie van dit gedeelte en blijf je als christen op een wereldse manier denken. • Omdat vrouwen onderdanig zijn aan hun mannen in het huwelijk, geldt dit ook in de kerk. Ook daar is de roeping van de vrouw om de man te ondersteunen en geeft de man leiding. Hoofdstuk 11: Dochters van Eva Van oudsher is 1 Timoteüs 2 een belangrijk onderdeel geweest in het gesprek over de vrouw en de ambten. Net zoals het gedeelte uit 1 Korinte 14 dat in het volgende hoofdstuk wordt besproken. Deze teksten staan bekend als de zogenaamde ‘zwijgteksten’. Een bespreking van deze teksten hoort dus in dit boek thuis. Het moeilijke aan deze teksten is dat we een schakel missen. We weten namelijk niet precies wat de concrete situatie was in de gemeenten van Efeze en Korinthe en waarom Paulus vrouwen verbiedt om ‘gezag uit te oefenen’ en om te ‘spreken in de gemeente’. De brieven geven zelf maar een beperkt inzicht in de situatie in die gemeenten. De brief aan Timoteüs is anders dan de brief aan Korinte. De brief van Paulus aan Korinte was een brief voor de gehele gemeente. Maar de brief van Paulus aan Timoteüs was een bemoediging en instructie voor de laatstgenoemde om deze te ondersteunen in zijn taak als leider van de gemeente in Efeze. Paulus presenteert zich als de apostel van de heidenen. Deze brief werd geschreven in een tijd dat velen zich vanuit het heidendom bekeerden. Lezen: 1 Timoteüs 2:8-15 en 1 Korinte 12:14-26. Vragen: • Behalve de zwijgteksten zijn ook andere gedeelten in het Nieuwe Testament van belang voor de inrichting en het functioneren van de gemeente. Kun je meer gedeelten noemen? • Welke achtergronden van de tijd waarin de brief naar Timoteüs werd geschreven, worden genoemd die van belang kunnen zijn voor het begrijpen van dit Bijbelgedeelte? • Is ‘onbevooroordeeld’ (zonder kennis van de historische context) bijbellezen nog wel mogelijk als je steeds de historische situatie in acht moet nemen? • Wat Paulus schrijft, wordt in vers 12 vertaald als: ‘… ik sta haar dus niet toe dat ze zelf onderwijst, gezag over mannen heeft, ze moet bescheiden zijn…’. Het ingewikkelde is, dat het bij deze tekst gaat om het Griekse woord ‘autenthein’. Dit is de enige plek in de Bijbel waar dit woord voorkomt. In de tekst wordt uitgelegd wat dit woord betekent. Wat zijn de verschillende manieren waarop dit woord uitgelegd wordt? • In andere brieven praat Paulus onbekommerd over het verkondigen van het evangelie door vrouwen, en het bidden en profeteren door vrouwen. Kijk hiervoor ook naar hoofdstuk 8, blz. 110 en Romeinen 16. Wat zegt dat over de uitleg van dit Bijbelgedeelte? • Gaat dit Bijbelgedeelte (1 Tim. 2) over het ambt? • Paulus beroept zich in vers 13 en 14 op de schepping en de zondeval. Hij legt er de nadruk op dat Eva het eerste misleid werd. Kenneth Bailey stelt dat de reactie van Paulus • verklaard kan worden uit zijn eerdere onderwijs over de zondeval. Immers, in Romeinen 5:12-19 leerde hij dat door Adam de zonde in de wereld is gekomen en daardoor de dood. In 1 Korintiërs 15 komt dit thema terug (vers 21-22). Alle reden om aan te nemen dat ook in Efeze dit onderwerp aan de orde kwam in Paulus’ onderwijs. Het is goed mogelijk dat sommige vrouwen in Efeze uit dit onderwijs de conclusie trokken dat vrouwen betere papieren hadden dan mannen om de leiding op zich te nemen en te onderwijzen. Wat vind je van deze uitleg? De auteurs van dit hoofdstuk zeggen dat de vrouw niet werd geschapen om eigen baas te zijn en los van hem (de man) haar eigen gang te gaan of zelfs de baas over hem te worden. Wat vind je van deze uitleg? Stellingen: • De dagelijkse praktijk in de meeste gemeenten – of men daar nu voor- of tegenstander is van de vrouw in het ambt – laat zien dat niemand dit bijbelgedeelte opvat als een letterlijk gebod voor alle tijden. Voorbeelden: Mannen bidden niet met opgeheven handen, vrouwen dragen soms dure kleding, gaan bijzonder gekapt, en dragen goud en parels. Ook geven vrouwen geven in vrijwel elke gemeente onderwijs, o.a. catechese. • Als het over de positie van de vrouw gaat, zijn we geneigd te spreken over de ‘zwijgteksten’ en te zwijgen over de ‘spreekteksten’. Hoofdstuk 12: Bidden, profeteren en vragen stellen Paulus reageert in 1 Korinthe op een brief die hem door de gemeente is toegestuurd. We weten niet precies wat hun vragen waren, ook niet precies wat er in de gemeente gebeurde. Net zoals al eerder gezegd, we missen een schakel. Kern van de brief aan Korinthe is: zet niet je eigen belang voorop maar dat van anderen. De noodzaak tot eenheid en de onderlinge liefde komt in de brief steeds weer terug. Het gedeelte vanaf hoofdstuk 10:23 loopt door tot hoofdstuk 15 en heeft alles te maken met omgaan met vrijheid en de inrichting van de eredienst. Het is goed om dit hele stuk te lezen als voorbereiding. Voor de bespreking: de suggestie is om eerst het gedeelte over de sluier te bespreken en daarna het gedeelte over ‘het zwijgen’. Lezen: Korinte 10: 23 tot 11: 16 Vragen: • In vers 5 wordt gesproken over een kaalgeschoren vrouw. Wat wordt bedoeld met een kaalgeschoren vrouw? Waarom is/was het zo erg om daarop te lijken? • In de NBV staat een kopje boven de tekst: ‘de hoofdbedekking van de vrouw’. Dekt deze vlag de lading? Zie ook blz. 160. • Wat betekent/betekende het als een man zijn hoofd bedekte tijdens het bidden en profeteren (blz.160)? • Vers 10 is in de oude vertaling vertaald als: ‘Daarom moet de vrouw een macht op haar hoofd hebben’ (NBG ’51) In de NBV staat: ‘daarom …moet een vrouw zeggenschap over haar hoofd hebben’. Wat is het verschil? Zie ook het kader ‘Verdieping’ op blz. 161. • In de tweede vertaling: gaat het hier om metaforisch spreken over het hoofd of gaat het gewoon over het hoofd als lichaamsdeel van de vrouw? • Christenvrouwen die vanuit het jodendom tot bekering waren gekomen, waren altijd al gewend om in de publieke ruimte een hoofdbedekking te dragen, net zoals degelijke Romeinse vrouwen. De ‘new women’ verzetten zich daartegen. Soms waren alleen de vrouwen tot bekering gekomen en niet hun man. Wat betekent het dat Paulus over de hoofdbedekking van de vrouw spreekt en een relatie legt met hun man? Speelt het al of niet afleggen van de hoofdbedekking ook een rol in hun relatie met Christus? • Uitgaande van de laatste vertaling: ‘...een vrouw moet zeggenschap hebben over haar hoofd…’, zegt Doedens dat Paulus tot christelijke vrouwen spreekt, die, tegen hun wil, gedwongen werden hun hoofdbedekking af te leggen (pag. 161). Heeft de verklaring van Doedens je overtuigd? Om verder te lezen: zie http://kerkrecht.nl/content/doedens-jjt-ref8046. • • Er staat in de tekst over het sluiergedeelte dat het hier gaat om het motief van schande en eer en niet primair over gezagsrelatie. Kun je uitleggen wat hiermee bedoeld wordt? Leg dit eens naast de eerste conclusie op blz.172. Johannes 5:19-23 gaat over de verhouding tussen de Zoon en de Vader. Wat zegt vers 22 en 23 over eren. Wat betekent dat? Heeft dat iets te maken met het gedeelte over de sluier? Stelling: • Het probleem in Korinte was niet dat mannen en vrouwen baden en profeteerden, maar hoe ze dat deden: namelijk de mannen met de hoofdbedekking en de vrouwen zonder hoofdbedekking en dat was voor het aanzien van de kerk en de onderlinge relaties slecht. • 1 Korintiërs 11 is van grote betekenis voor vandaag. Aan elke christen wordt de vraag gesteld: Hoe eer jij je hoofd? Het is aan ons om dat concreet te maken. Lezen: 1 Korinte 14:26-40. Vragen: • Paulus verwijt de Korintiërs regelmatig dat hun mentaliteit niet goed was. Kun je daar,in het gedeelte vanaf 1 Korinthe 10: 23 aanwijzingen voor vinden? • In 1 Korinthe 14:28, 30 en 34 wordt tegen gemeenteleden gezegd wanneer ze moeten zwijgen in de samenkomsten. Met welk doel wordt dit tegen hen gezegd? • Paulus zegt dat vrouwen moeten zwijgen, in dezelfde brief wordt gesproken over vrouwen die bidden en profeteren, dat kan moeilijk zwijgend. Dat lijkt te wringen. Kun jij dit begrijpen? Wordt hier bedoeld dat vrouwen altijd moeten zwijgen in de samenkomsten? • Paulus beroept zich voor het zwijgen van de vrouwen op de wet (vers 34). Weet je welke wet hier bedoeld wordt? • Worden hier alleen getrouwde vrouwen aangesproken, van wie de man ook christen was? • Gaat dit tekstgedeelte over het ambt? • Een valkuil bij de uitleg van 1 Kor. 11 en 14 is dat je de woorden uit het tekstverband haalt. Een andere valkuil is ook dat je de teksten alleen ziet als tijd- en cultuurbepaald en daardoor de betekenis voor vandaag kwijtraakt. In hoeverre herken je jezelf in deze valkuilen? Heb je voorbeelden? • Zijn de auteurs van dit hoofdstuk erin geslaagd deze valkuilen te vermijden? • Kritische vragen stellen tijdens openbare samenkomsten kon in de tijd van Paulus gewoon niet. Maar wat is de betekenis van deze ‘zwijgtekst’ dan voor vandaag? • Ben je het eens met de derde conclusie op p. 173? Stelling: • We moeten ons er rekenschap van geven, dat het in onze tijd een schande is als vrouwen niet mogen spreken in de gemeente: het schaadt het aanzien van de kerk. Hoofdstuk 13: Sekse, sekseverschillen en ambt Kunnen mannen beter leidinggeven vrouwen beter zorgen? Als het gaat om de verschillen tussen man en vrouw zijn in de loop der tijd heel wat opvattingen geventileerd. Heel verschillende opvattingen, zeker als het gaat om de betekenis van sekseverschillen voor de gemeente. In dit hoofdstuk passeren al die opvattingen de revue evenals de resultaten van wetenschappelijk onderzoek en theorieën over de structuur van de hersenen en de invloed van de omgeving. Uiteindelijk blijken de verschillen binnen de groep mannen en binnen de groep vrouwen veel groter te zijn dan het verschil tussen de gemiddelde man en de gemiddelde vrouw. Lezen: Genesis 1:26-28, Genesis 2:18-25 en 1 Korinte 12. Vragen: Wat vind je van de lijn van denken van Piper en Grudem (blz. 179)? John Piper stelt dat man en vrouw zijn verschillend geschapen zijn en tot verschillende verantwoordelijkheden worden geroepen. Wat vind je van die stelling? Betrek ook hoofdstuk 3, paragraaf 7, blz. 36-37 bij deze bespreking. • Wat zijn volgens jou de belangrijkste verschillen tussen man en vrouw als het gaat om sekse en gender? Kunnen wij als mensen een omschrijving geven van het verschil tussen man en vrouw waarin iedereen zich herkent? • Heb je zelf ook boeken gelezen over de werking van het brein? In hoeverre bepalen maatschappelijk opvattingen de theorieen in deze boeken volgens jou? • In hoeverre kleuren bepaalde opvattingen en normen over mannen en vrouwen de manier waarop je naar jezelf kijkt? En in hoeverre zie je omgevingsinvloeden als het gaat om de kijk op jezelf als man of vrouw? • Wat is het verschil tussen een mannelijke ‘verantwoordende’ oudste en een vrouwelijke ‘hulpvaardige’ oudste? Zie het kader op blz. 179-180. Stellingen: De vraag naar man-vrouwverschillen is onvruchtbaar (blz. 190). Biologische verschillen tussen man en vrouw brengen ook psychische en sociale verschillen met zich mee. De mannenmaatschappij waarin we leven bepaalt ook de kerkelijke verhoudingen. Hoofdstuk 14: De kerk verandert telkens De positie van vrouwen in de kerk is sinds de Reformatie steeds weer veranderd. De kerk past zich vooral aan om het Woord te kunnen blijven doorgeven in nieuwe tijden. De angst om verkeerde keuzes te maken, is ook dan ook altijd aanwezig geweest. Lezen: Efeze 2:1-6, Efeze 4:25-30, Efeze 5:25-27, en Zondag 21 HC. Vragen: Wat betekent het voor onze angsten dat Christus de kerk in stand houdt? Wat vind je van de opsomming van veranderingen waardoor kerkelijke scheuringen ontstonden (blz. 192)? De plaats van de vrouw in de kerk is in de loop der tijd steeds veranderd. Welke veranderingen heb jij meegemaakt? De herontdekking van het ambt aller gelovigen veranderde de ambten en de positie van de vrouw. Wat vindt je van die veranderingen? Zie blz. 193 e.v. Na de Reformatie moest een beroep uitgebracht worden met goedkeuring van de overheid. Kerk en staat waren met elkaar verweven. Welke ander voorbeelden worden er genoemd in het hoofdstuk? Wat vind je hiervan? Wat werd er toen (na de Reformatie) van gereformeerde vrouwen in hun huwelijk verwacht? Formuleerden de synode van Middelburg en Dordt principiële bezwaren tegen de vrouw als diacones? Zie blz. 201 Wat veranderde er eind 18de en begin 19de eeuw in de positie van de vrouwen? Zie paragraaf 8 van dit hoofdstuk. Is elke christen op dit moment blij met de scheiding van kerk en staat? De angst om mee te gaan met de geest van de tijd, bleek een belangrijk bij de synode van 1958 (zie blz. 208). Hoe is dat nu? Ben jij bang om mee te gaan met de tijdgeest? Stelling: • De geschiedenis leert ons dat vrouwen leiding mochten geven, maar wel beperkt tot de zorgsector (ziekenhuizen en kloosters). • De opvatting dat de vrouw in het ambt kan, heeft weinig te maken met feminisme. • Het denken over de positie van de vrouw vanuit principes leidt tot een vervreemding ten opzichte van de werkelijkheid (Herman Bavinck, 1917). Hoofdstuk 15: Kerk-zijn in de eenentwintigste eeuw We leven in de eenentwintigste eeuw en worden allemaal beïnvloed door de tijdgeest en cultuur. Ook in de manier waarop we kerk van Christus willen zijn. Voorop staat dat de Geest ons leidt, ook in nieuwe omstandigheden, door hernieuwde en oude inzichten. Doel van dit hoofdstuk is om na te gaan hoe we onze tijdgeest en onze cultuur moeten beoordelen. Wat is er positief aan? Maar ook: waar moeten we alert op zijn? Ook wordt er in dit hoofdstuk ingegaan op de vraag wat het betekent om kerk te zijn in deze tijd en in deze cultuur. Ten slotte wordt er naar de toekomst gekeken. Hoe zou de kerk zich kunnen ontwikkelen als het gaat om de plaats van mannen en vrouwen in de kerk? Welke wegen kunnen we gaan als kerken in de eenentwintigste eeuw? In dit hoofdstuk worden vier scenario’s gepresenteerd. Lezen: Kolossenzen 3:12-13; Filippenzen 2:1-4; Filippenzen 4:8-10; 1 Korintiërs 10:23-33 en 1 Petrus 4:7-11. Vragen: Herken je je in de beschrijving en beoordeling van onze huidige cultuur en tijdgeest? De kansen en de bedreigingen? Hoe moet de kerk daarop volgens jou reageren? Wat is volgens jou een ‘succesvolle’ kerk? Ben je het eens met de omschrijving die op blz. 214 gegeven wordt? Wat vind je van de vier scenario’s? Deel je mening met elkaar. Veel kerkleden, waaronder jongeren, voelen zich niet zo betrokken bij een kerkelijke organisatie. Ze bemoeien zich dan ook niet echt met een kerkelijke discussie. Wat betekent dat volgens jou? Stellingen: De discussie over de vrouw in het ambt is overbodig, want de vrouw kan haar gaven al voldoende inzetten in de gemeente. De positie van de vrouw in de samenleving is zo wezenlijk anders dan haar positie in de kerk dat vrouwen in de kerk van zichzelf vervreemden. Voor veel jongeren is de discussie over man, vrouw en ambt, een gepasseerd station. Slotvragen: • Wat zijn voor jou nu de belangrijkste vragen als het gaat om de plaats van mannen en vrouwen in de kerk? • Wat zijn voor jou de belangrijkste eyeopeners geweest? • Wat heb je bijgeleerd over dit onderwerp?