Clostridium difficile - Ommelander Ziekenhuis Groningen

advertisement
Clostridium difficile
2
Inleiding
U heeft van uw arts gehoord dat bij u de ziekenhuisbacterie
Clostridium difficile aanwezig is.
Deze folder geeft informatie over deze bacterie. Ook leest u in
deze folder wat u kunt doen om verspreiding te voorkomen.
1. Algemene informatie over Clostridium difficile
Ieder mens draagt miljarden bacteriën met zich mee. Bacteriën
worden ook wel micro-organismen genoemd omdat zij niet met
het blote oog te zien zijn maar wel met een microscoop. Zij
komen bijvoorbeeld voor op de huid, in de neus, mond en darmen. In onze contacten met andere mensen of voorwerpen
pakken we bacteriën op en/of geven andere weer af. Dit gebeurt vele malen per dag.
De meeste bacteriën zijn niet ziekmakend. Ze helpen ons zelfs,
bijvoorbeeld bij de vertering van voedsel.
1.1. Wat is Clostridium difficile?
Onder normale omstandigheden is er een biologisch evenwicht
tussen de verschillende bacteriën die zich in de darmen bevinden. Clostridium difficile is een bacterie die bij elke mens in de
dikke darm voorkomt.
Door toediening van antibiotica kan het evenwicht in de darmen
verstoord raken en gaan de clostridium bacteriën toxines (gifstoffen) produceren waar men ziek van wordt. Het ziektebeeld
kan variëren van een milde diarree tot zeer ernstige diarree.
De Clostridium difficile is zo besmettelijk omdat deze bacterie
een bijzondere overlevingsstrategie heeft, namelijk het maken
van sporen. Dat wil zeggen dat de bacterie zodra het zich buiten een menselijk lichaam bevindt, een hard ondoordringbaar
buitenlaagje om zichzelf heen kan vormen. Dit buitenlaagje (=
de spore) zorgt er voor dat deze bacterie heel lang kan overleven in de omgeving van de patiënt.
1.2. Wie zijn vatbaar voor de Clostridium-bacterie?
Mensen met een hoge leeftijd of een ernstige ziekte hebben een
grotere kans op een infectie met de Clostridium-bacterie.
De besmettelijkheid van de bacterie ontstaat doordat clostridiumsporen van mens tot mens kunnen worden overgedragen,
bijvoorbeeld via voorwerpen, toilet of de deurkruk.
3
1.3. Behandeling van de Clostridium-bacterie
Meestal verdwijnt de infectie na een paar dagen vanzelf. Soms
is een antibioticakuur nodig. Uw arts overlegt met de artsmicrobioloog van het ziekenhuis of en welke antibiotica gegeven wordt.
We kunnen de Clostridium difficile niet ‘doodmaken’. Deze bacterie is niet gevoelig voor de in het ziekenhuis gebruikte handenalcohol. Het is daarom van groot belang dat u bij een besmetting met een Clostridium-bacterie uw handen voor het
eten en na de toiletgang altijd goed wast met water én zeep en
zo zorgt dat de bacterie wegspoelt.
2.
Maatregelen in het ziekenhuis om besmetting te
voorkomen?
In een ziekenhuis kan de Clostridium-bacterie ernstige problemen veroorzaken. Er zijn in het ziekenhuis veel mensen bij elkaar, waardoor de kans op overdracht groter is. Veel ziekenhuispatiënten hebben minder weerstand en zijn daardoor gevoeliger voor infecties. Daarom wordt er in de ziekenhuizen
speciale aandacht besteed aan het voorkomen van de verspreiding van de Clostridium-bacterie.
2.1. Hoe test het ziekenhuis op het norovirus?
Het testen op de Clostridium-bacterie gebeurt door middel van
een kweek van de ontlasting. In het laboratorium worden deze
kweken nagekeken op de aanwezigheid van toxinen (gifstoffen)
van de Clostridium-bacterie.
-sneltest
Als u bent opgenomen is een zogenaamde sneltest mogelijk.
Met deze test kunnen we vaststellen of u de toxinen van de
Clostridium-bacterie bij u draagt.
De uitslag van de sneltest is meestal binnen twee dagen bekend. In een enkel geval (bijvoorbeeld in het weekend) duurt
het langer.
2.2. Instellen isolatie- en/of beschermende maatregelen
In verband met de aanwezigheid van de Clostridium-bacterie
worden tijdens uw opname isolatie- en/of beschermende maatregelen genomen. Met isolatie kunnen we voorkomen dat ande4
re, ernstig zieke patiënten een moeilijk te bestrijden infectie
oplopen. Tijdens uw opname betekent dit voor u het volgende:
- u wordt verpleegd op een éénpersoons kamer met eigen
sanitaire voorzieningen (= contactisolatie).
- de deur van uw kamer mag niet open blijven staan;
- u mag de kamer niet verlaten;
- op uw kamerdeur komt een speciale kaart te hangen zodat
iedereen die de kamer wil binnengaan weet dat in de kamer een patiënt in contactisolatie verblijft. Men kan op de
kaart ook lezen welke maatregelen er gelden;
- ziekenhuismedewerkers die op uw kamer komen, dragen
een schort en handschoenen en bij het verlaten van uw
kamer wassen zij hun handen met water én zeep;
- wanneer u voor onderzoek naar een andere afdeling in het
ziekenhuis gaat, worden ook daar voorzorgsmaatregelen
genomen om verspreiding van de Clostridium-bacterie tegen te gaan.
- uw wasgoed
Mocht u wasgoed (kleding en/of beddengoed) meegeven naar
huis, dan is het belangrijk dat dit wasgoed apart wordt gewassen in een niet te volle wasmachine volgens een standaardwasprogramma van 60 C°, maar liefst 90 C°. Mocht het 60-graden
programma worden gekozen, dan moet de was in de droger
worden gedroogd en/of zo heet mogelijk worden gestreken.
Belangrijk is dat degene die uw was verzorgt, de handen goed
wast met water én zeep, nadat uw wasgoed in de wasmachine
is gestopt.
2.3. Opheffen van de maatregelen
De voorzorgsmaatregelen worden pas gestopt nadat de antibioticakuur is gestopt of als u 2 dagen achter elkaar geen diarree
meer heeft.
3. Bezoek tijdens uw verblijf in het ziekenhuis
De verpleging informeert uw bezoek over de Clostridiumbacterie en over de voorzorgsmaatregelen die voor hen gelden
tijdens een bezoek aan u. Zo hoeven zij geen handschoenen of
schort te dragen als zij u bezoeken maar moeten zij wel bij het
5
verlaten van de kamer de handen goed wassen met water én
zeep.
Het is belangrijk dat u uw bezoek laat weten dat als zij van plan
zijn om tijdens hun bezoek aan het ziekenhuis niet alleen u
maar ook nog andere mensen te bezoeken, zij eerst naar deze
andere mensen gaan en daarna pas naar u.
5. Naar huis
Het kan zijn dat de arts besluit dat u naar huis mag terwijl u
nog antibiotica gebruikt. U moet de kuur dan thuis afmaken.
Het is van groot belang dat u de antibioticakuur helemaal afmaakt. Als na het stoppen van de antibiotica de diarree blijft
aanhouden of weer opnieuw begint, neemt u dan contact op
met uw huisarts of specialist.
Thuis zijn geen extra maatregelen nodig. Voor u en uw huisgenoten is het naleven thuis van hygiënemaatregelen, zoals handen goed wassen met water en zeep na een toiletbezoek en
voor het bereiden van eten of drinken, voldoende.
6. Heeft u nog vragen?
Wij hopen u hiermee voldoende informatie te hebben gegeven
over Clostridium difficile. Mocht u na het lezen nog vragen hebben, stelt u deze dan gerust aan de verpleegkundige of aan uw
behandelend arts.
We beseffen dat sommige maatregelen niet prettig zijn. We hopen dat u er begrip voor heeft.
Heeft u nog specifieke vragen aan de adviseur Infectiepreventie? U kunt de verpleegkundige vragen een afspraak voor u te
maken of u kunt bellen naar ons Klantcontactcentrum telefoonnummer 088 - 066 1000 en vragen naar een van de adviseurs
Infectiepreventie.
6
Ruimte voor het opschrijven van vragen
………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………
7
Ommelander Ziekenhuis Groep
locatie Delfzicht
locatie Lucas
Jachtlaan 50, Delfzijl
Postbus 30.000
9930 RA Delfzijl
Gassingel 18, Winschoten
Postbus 30.000
9670 RA Winschoten
Telefoon 088 - 066 1000
E-mail: [email protected]
Web: www.ozg.nl
OZG (07-14) IPC 405
8
Download