De bacterie Clostridium difficilé en de

De bacterie Clostridium difficilé en de maatregelen om verspreiding te voorkomen
Bacteriën in uw darmen
Onze darmen zitten vol met verschillende bacteriën die, in een uitgebalanceerde samenstelling, helpen bij de
spijsvertering en weerstand bieden tegen andere bacteriën. Alle gebruikelijke darmbacteriën samen worden
darmflora genoemd. Als het evenwicht in de darmflora verstoord is, meestal door antibioticumgebruik, kunnen
‘ongewone’ bacteriën uitgroeien.
Wat is Clostridium difficile?
Clostridium difficilé is een bacterie die veel voor komt in de darmen bij mensen. Normaal gesproken, bij gezonde
mensen, richt deze bacterie geen schade aan.
Onder bepaalde omstandigheden kan de bacterie uitgroeien en gifstoffen (toxines) produceren, waar mensen ziek
van worden. Deze omstandheden zijn:
•
gebruik van sommige soorten antibiotica;
•
verlaagde weerstand door andere ernstige ziekten, grote operaties of gebruik van medicijnen die de afweer
onderdrukken.
Wat zijn de ziekteverschijnselen?
Een darmontsteking door Clostridium difficilé geeft diarree, eventueel met andere buikklachten (misselijkheid,
buikpijn, krampen), soms met koorts. Bij ernstig zieke mensen kan de darm stil komen te liggen en kan er zelfs een
gat in de darm ontstaan. Een laboratoriumtest bevestigt de aanwezigheid van Clostridium difficilé.
Hoe verspreidt de bacterie zich?
Zolang de diarree aanhoudt kan de bacterie zich blijven verspreiden in de omgeving. Zoals gezegd lopen gezonde
mensen nauwelijks risico. In het ziekenhuis is dat echter anders. Hier zien we veel mensen die al ernstig ziek zijn.
Om die reden is het nodig dat er een aantal voorzorgsmaatregelen worden genomen om verspreiding tegen te
gaan en besmetting van andere patiënten te voorkomen.
Welke maatregelen neemt Treant Zorggroep het ziekenhuis?
U wordt verpleegd op een eenpersoonskamer. Aan uw kamerdeur en bed hangt informatie over de maatregelen
die ziekenhuismedewerkers moeten nemen bij het betreden van de kamer. Deze maatregelen zijn:
•
handschoenen dragen bij het betreden van de ruimte direct om het bed;
•
beschermende kleding bij directe zorg of behandeling.
Omdat Clostridium difficilé zogeheten sporen vormen, die ongevoelig (resistent) zijn tegen ontsmettingsmiddelen
(desinfectantia), moet er extra aandacht worden besteed aan de reiniging van de handen en omgeving.
•
Dit betekent dat medewerkers na contact met u de handen goed moeten wassen met water en zeep en
vervolgens goed drogen.
•
Voor toiletbezoek moet u gebruik maken van het toilet dat u de verpleging u heeft toegewezen. Andere
patiënten mogen geen gebruik maken van dit toilet. Na gebruik van toilet moet u de handen goed wassen
met water en zeep en daarna goed drogen. U moet het toilet doorspoelen met de klep dicht (indien
aanwezig).
•
Gaat u voor onderzoek naar een andere afdeling, dan wordt uw bed verschoond en moet u schone kleding
aan.
•
Familie kan de was gewoon mee naar huis nemen. De was moet thuis worden gewassen op een lang
wasprogramma.
Wanneer zijn deze maatregelen niet meer nodig?
De maatregelen gelden totdat de klachten en diarree voorbij zijn. De bacterie is dan weliswaar niet geheel uit uw
darmen verdwenen, maar wordt dan niet meer in grote hoeveelheden in de omgeving verspreid. Met een goede
toilet- en handhygiëne vindt verspreiding dan niet plaats.
Maatregelen voor bezoekers
•
U mag tijdens uw ziekenhuisopname gewoon bezoek ontvangen. Bezoek hoeft verder geen maatregelen te
nemen. Zij lopen echter wel kans om besmet te raken.
•
Voor het verlaten van uw kamer moeten zij de handen grondig wassen met water en zeep of desinfecteren
met handendesinfectans.
Naar huis
Heeft u nog klachten als u naar huis gaat ? Dan is het verstandig om ook thuis nog extra aandacht te schenken
aan een goede toilet- en handhygiëne.
Tot slot
We beseffen dat de maatregelen voor u niet prettig zijn. We hopen dat u er begrip voor heeft belangrijk is dat deze
maatregelen nauwkeurig gevolgd worden. Alleen dan kan verspreiding van de bacterie Clostridium difficilé binnen
het ziekenhuis voorkomen worden.
Vragen
Heeft u nog vragen? Stel ze aan uw arts of verpleegkundige. Ook is het mogelijk een afspraak te maken met een
deskundige Infectiepreventie.
Telefoonnummers afdeling Infectiepreventie
Ziekenhuislocatie Scheper
0591 69 12 52
Ziekenhuislocatie Bethesda
0528 28 64 32
Ziekenhuislocatie Refaja
0599 65 44 09
TRIP136 230816