Giftige planten op en rond de boerderij

advertisement
Giftige planten op en rond de boerderij
Een degelijke kennis van mogelijk gevaarlijke gewassen
op en rond de boerderij is het beste wapen om vergiftiging van dieren door planten te voorkomen. • rundvee • schap en •
– Philippe Bossaert, UGent (foto’s: Fac. Diergeneeskunde, UGent) –
Vergiftiging van dieren door planten komt
vaker voor dan gedacht. De reden hiervoor is dat de opname van giftige planten
– afhankelijk van diersoort, plant en dosis
– meestal vage, weinig typische of subklinische symptomen veroorzaakt. Een diagnose op basis van de ziektetekens is vaak
zeer moeilijk. Bovendien zijn intoxicaties
in veel gevallen moeilijk te behandelen.
Kennis van mogelijk gevaarlijke gewassen op en rond de boerderij is dan ook een
nuttig instrument om vergiftigingen te
vermijden. We stellen hier geen volledige
inventaris van alle giftige planten op, maar
geven wel een beperkt overzicht van de
meest voorkomende vergiftigingen door
planten in onze streken.
Instinctieve afkeer
Dieren hebben een instinctieve afkeer van
de meeste giftige planten. In bepaalde
omstandigheden kunnen zij die afkeer
echter verliezen en de planten toch opnemen. De paardenstaart, bijvoorbeeld,
wordt door zijn harde stengel gemeden als
verse plant. Als de plant echter gemaaid
wordt en in het hooi terechtkomt, verliest
ze die onaangename eigenschap, maar
niet haar giftigheid, met alle gevolgen van
dien. Hetzelfde geldt voor de rododendron:
die is als plant niet gegeerd, maar kan wel
opgenomen worden als haagsnoeisels op
de weide terechtkomen. Ook bij voedselschaarste beginnen dieren soms planten
te consumeren die zij anders links zouden
laten liggen. Jonge dieren en schapen en
geiten zijn in het algemeen nieuwsgieriger en minder kieskeurig dan volwassen
runderen. Zij lopen dus ook meer risico
voor vergiftiging.
Verschillen in gevoeligheid
De gevoeligheid van een dier voor een
bepaald gif kan sterk variëren naargelang
de diersoort of het individu. Vogels kunnen zonder problemen de rode bessen van
taxus opnemen, terwijl vrijwel alle andere
diersoorten er extreem gevoelig voor zijn.
Runderen zijn resistent tegen verschillende planten, zoals vingerhoedskruid,
24 • Landbouw&Techniek 07 – 4 april 2008
dankzij de pens die grote hoeveelheden gif
kan afbreken. Lacterende dieren scheiden
gif uit via de melk en zijn hierdoor ook
minder gevoelig dan droogstaande dieren. Bovendien kan eenzelfde plant een
verschillende werking hebben op verschillende diersoorten. De adelaarsvaren veroorzaakt bijvoorbeeld zenuwstoornissen
bij het paard, terwijl bij het rund vooral
stollingsstoornissen op de voorgrond treden (zie verder).
Toxische gewassen op de weide
We geven een beknopte opsomming van
gewassen die relatief vaak aanleiding
geven tot intoxicaties. Hierbij kunnen we
een onderscheid maken tussen gewassen
die op de weide groeien en planten die in
tuinen en hagen voorkomen.
Eikels Vooral de groene eikels en bladeren
bevatten looizuur. Die geven rechtstreeks
aanleiding tot maag-darmirritatie, met
obstipatie en diarree als gevolg. Het looizuur wordt omgezet tot een sterk bloedgif,
dat bloedcellen afbreekt en de nieren kan
blokkeren. Merkwaardig genoeg zijn varkens ongevoelig voor eikels.
Sint-Janskruid Deze plant met de typisch
gele bloemen met doorprikte blaadjes
bevat een gifstof die rechtstreeks in de
huid opgestapeld wordt en die verantwoordelijk is voor sterke zonnebrand. Vooral
witte huiddelen kunnen sterk aangetast
worden. In hooi gaat een deel van de toxiciteit verloren.
Jacobskruiskruid Dit kruid met een rode
stengel en gele bloemen is sterk toxisch
voor de lever. De lever is een sleutelorgaan bij de ontgifting van het lichaam. Bij
paarden komt deze leverschade meestal
tot uiting onder de vorm van zenuwsymptomen (sloomheid, wankele gang, excitatie). Bij runderen worden meestal chronisch vermageren, diarree, koliek en een
daling van de melkproductie vastgesteld.
In sommige gevallen leidt de leverschade
tot zonnebrand en zenuwstoornissen.
Soms wordt de chronische leverbeschadiging niet opgemerkt en sterven de dieren
plots.
Adelaarsvaren Deze wijdverspreide plant
wordt vaak opgenomen als zij in het hooi
terechtkomt. De plantendelen bevatten een
enzym dat vitamine B afbreekt. Dit resulteert bij varkens en paarden in zenuwsymptomen, zoals sufheid, een wankele
gang en verlamming. Bij herkauwers
treedt een ander beeld op de voorgrond,
beginnend met een sterke irritatie van
de slijmvliezen en overvloedige slijmafscheiding uit mond en neus. Bij kalveren
kan dit aanleiding geven tot zwelling van
het strottenhoofd en verstikkingsgevaar.
Bovendien worden de bloedaanmaak en
-stolling verstoord, waardoor bloedverlies
via de slijmvliezen, de mest en de urine
kan optreden. Als het dier overleeft, kunnen zich in chronische gevallen blaastumoren ontwikkelen.
Paardenstaart of heermoes Is alomtegenwoordig, vooral op zandige akkers.
Het gewas zelf is niet aantrekkelijk voor
consumptie, maar dieren nemen het wel
op als het gemaaid wordt en in het hooi
terechtkomt. De paardenstaart bevat
dezelfde gifstof als de adelaarsvaren en
veroorzaakt bij paarden dan ook grotendeels dezelfde zenuwsymptomen. Runderen vertonen die symptomen niet, maar
opname van de plant kan wel leiden tot
sterk vermageren en een daling van de
melkproductie.
Zoete klaver Deze klaversoort is dankzij
de langwerpige bloeiwijze gemakkelijk te
onderscheiden van ‘gewone’ klaver. In verse vorm is hij niet giftig. Komt zoete kla-
Het Jacobskruiskruid is een alomtegenwoordige plant in onze streken.
Diagnose
De symptomen van vergiftigingen zijn
slechts zelden zeer typisch. Dit maakt het
in de meeste gevallen moeilijk om een
diagnose te stellen. Vaak zal enkel een
autopsie uitkomst bieden.
Bij verdenking van vergiftiging van je
dieren door planten is een rondgang op
en rond het bedrijf zeer belangrijk om te
kijken welke planten als boosdoener in
aanmerking komen. Het is ook aanbevolen om het antigifcentrum te raadplegen.
Indien een diagnose gesteld is, moet je je
realiseren dat de andere dieren ook risico
van vergiftiging lopen.
Behandeling
Rund met fotosensibilisatie (zonnebrand).
Dit kan het gevolg zijn van de opname van
Sint-Janskruid of Jacobskruiskruid.
ver echter in hooi terecht en krijgt hij de
kans om te beschimmelen of te broeien,
dan komen er gifstoffen vrij die de bloedstolling verstoren. Dit heeft inwendige en
uitwendige bloedingen tot gevolg.
Waterscheerling De wortels van deze
plant, die in sloten groeit, kunnen soms
op de weide terechtkomen na het uitruimen van sloten. Ook in gedroogde
toestand (dus ook in het hooi) blijven de
wortels giftig. Ze bevatten een zeer sterk
zenuwgif, dat leidt tot excitatie, hevige
spierkrampen, koliek, hartverzwakking
en verstikking. Een typisch verschijnsel is
verwijding van de pupillen. Opname van
enkele wortels kan al voldoende zijn voor
een dodelijke afloop.
Tuin- en haagplanten
Taxus Deze populaire haagplant behoort
tot de meest toxische planten. Bijna alle
plantendelen zijn uiterst giftig, ook in
gedroogde vorm. Vrijwel alle diersoorten, met uitzondering van vogels, zijn
er gevoelig voor; paarden zijn gevoeliger
dan herkauwers. De symptomen kunnen
variëren: soms is er een korte periode van
diarree of buikkrampen, uiteindelijk komt
het tot hartritmestoornissen, ademhalingsstilstand, coma en de dood. Soms zijn er
geen symptomen, maar wordt enkel plotse
sterfte vastgesteld.
Buxus Deze plant bevat een zenuwgif. Dit
verklaart de symptomen: maag-darmirritatie en centrale zenuwstoornissen (excitatie, krampen, ademhalingsstilstand en
coma).
Rododendron Ook deze plant bevat een
sterk zenuwgif. De symptomen variëren
van excitatie over krampen, spiertrillingen
en een onzekere gang tot hartritmestoornissen, bloeddrukdaling, coma en ademhalingsstilstand.
Er zijn er meer …
Uiteraard is deze lijst van toxische planten niet volledig. Enkele voorbeelden
van andere giftige planten zijn: klimop,
laurierkers, acacia, bingelkruid en nachtschade.
In de meeste gevallen is enkel een ondersteunende behandeling mogelijk. Actieve
kool is doeltreffend om de gifstoffen te
binden en onschadelijk te maken in het
maag-darmkanaal. Met laxeermiddelen
kunnen de toxines sneller afgedreven
worden. Door middel van een infuus en
cortisone kan shock bestreden worden en
de uitscheiding van het gif bespoedigd
worden.
Afhankelijk van de symptomen kan
men een gerichtere therapie instellen. In
het geval van zenuwsymptomen kan het
bijvoorbeeld nodig zijn om de dieren te
sederen. Bij zonnebrand wordt aanbevolen
om de dieren op te stallen en de korsten in
te wrijven met een verzachtende zalf.
Besluit
Door de vaak erg vage symptomen is
intoxicatie door opname van een giftige
plant meestal moeilijk te diagnosticeren.
Om dezelfde reden is een gerichte en
doeltreffende therapie vaak onmogelijk.
Kennis van de planten is de beste remedie
tegen intoxicaties. n
Philippe Bossaert is als dierenarts verbonden aan de vakgroep Voortplanting, Verloskunde en Bedrijfsdiergeneeskunde van de
faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Gent.
Landbouw&Techniek 07 – 4 april 2008 • 25
Download