Dit middel is uitsluitend bestemd voor niet-professioneel gebruik HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN BIJLAGE I bij het besluit d.d. 16 mei 2014 tot afgeleide toelating van het middel Floria Anti-Insectenspray, toelatingnummer 14476 N A. WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT Toegestaan is uitsluitend het gebruik als middel voor de plaatselijke bestrijding van kruipende en vliegende insecten in woon- werk- en verblijfsruimten. Niet toepassen op huisdieren. Dit middel is bestemd voor niet-professioneel gebruik B. GEBRUIKSAANWIJZING Algemeen Floria Anti-Insectenspray is een bestrijdingsmiddel met een snelle en lange werking (tot twee weken) tegen kruipende en vliegende insecten. Voor gebruik goed schudden(± 10 seconden)! Toepassingen Voor de plaatselijke bestrijding van kruipende insecten zoals: zilvervisjes, pissebedden e.d. worden hun schuilplaatsen dan wel plaatsen waar deze zich ophouden grondig besproeid. Gebruik voor behandeling van kieren en naden bij voorkeur het meegeleverde spuitrietje. Bij bestrijding van mieren dienen de loopwegen en de nestingangen grondig te worden besproeid. Floria Anti-Insectenspray is ook zeer geschikt voor de bestrijding van bijvoorbeeld vlooien in de omgeving van huisdieren. Daartoe niet het dier behandelen, maar de plekken waar het dier zich veelal in huis bevindt (mand, vloerbedekking, e.d.). Voor de bestrijding van vliegende insecten, zoals vliegen, muggen, motten, wespen die plaatsen besproeien waar de insecten zich regelmatig ophouden, zoals vensterbanken, verwarmingselementen, lampen, wanden of plafonds. Waarschuwing: Het middel mag uitsluitend gebruikt worden op plaatsen waar kinderen van 0 tot en met 4 jaar niet in direct contact kunnen komen met het behandelde oppervlak. Dosering Schuilplaatsen en/of plaatsen waar de insecten zich ophouden ca 10 seconden per m2 besproeien. Indien overlast van insecten blijft bestaan, dient een ander middel te worden ingezet dat niet alleen plaatselijke bestrijding geeft maar volledige bestrijding van de populatie (bijv. mierennest). Om resistentieontwikkeling te voorkomen dient het middel te worden afgewisseld met andere middelen op basis van een andere werkzame stof uit een andere resistentiegroep.